NL8402116A - Snijinrichting voor het afscheiden van afzonderlijke, bedrukte gedeeltes van een strook. - Google Patents

Description

/ *· ^ I

ί i i VO 6378

Snijinrichting voor het afscheiden van afzonderlijke, bedrukte gedeeltes van een strook.

De uitvinding heeft betrekking op een snijinrichting voor het afscheiden van afzonderlijke, bedrukte gedeeltes van een strook, in het bijzonder papierstrook, bij voorkeur voor waardebon-afgifteapparaten, met een vaststaand tegenmes en een met 5 schuin ten opzichte van het tegenmes verlopende snijkanten uitgevoerd, motorisch aangedreven mes.

Snijinrichtingen van het hiervoor beschreven type zijn bijvoorbeeld bekend voor afgifteapparaten voor plaatsbewijzen of waardebonnen. Door een motorische aandrijving van het mes ten opzichte van het 10 tegenmes worden de in de vorm van plaatsbewijzen of waardebonnen bedrukte gedeeltes van de in het apparaat zich bevindende strook afgescheiden en afzonderlijk aan de gebruiker van het apparaat afgegeven.

De afzonderlijke gedeeltes van de strook kunnen hierbij voorgedrukt zijn of pas kort voor het afscheiden en uitgeven uit het apparaat door 15 middel van een drukinrichting bedrukt worden. De bij voorkeur uit papier, eventueel echter ook uit kunststof of karton bestaande strook kan in de vorm van een rol of als Leporello-vouw in het betreffende apparaat in voorraad worden gehouden.

Met de bekende snijinrichtingen geschiedt steeds een volledig 20 afscheiden van de afzonderlijke gedeeltes van de in het apparaat zich bevindende strook. Dit heeft bij het op elkaar volgend uitgeven van een aantal gedeeltes aan één en dezelfde bedieningspersoon van het afgifteapparaat het nadeel, dat de afzonderlijke gedeeltes onmiddellijk na het afscheiden van de strook aangevat en uit het apparaat genomen 25 moeten worden, wanneer vermeden moet worden, dat afgescheiden gedeeltes ongecontroleerd uit het apparaat vallen en hierdoor eventueel verloren gaan. In het bijzonder bij plaatsbewijs-afgifteapparaten, welke aan de toegang van voertuigen of in het bereik van halteplaatsen zijn aangebracht, vereisen de bekende snijinrichtingen een verhoogde 30 opmerkzaamheid van de gebruiker van het apparaat, wanneer deze bijvoorbeeld voor een groep van reizigers het benodigde aantal plaatsbewijzen verlangt. Wanneer deze afzonderlijke plaatsbewijzen na elkaar en volledig van elkaar gescheiden door het afgifteapparaat uitgegeven 35 worden, bestaat het gevaar, dat afzonderlijke plaatsbewijzen uit het 8402116 -2- apparaat vallen en door de wind weggeblazen worden.

Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag, een snij-inrichting van het hierboven bedoelde type te verschaffen, waarbij afzonderlijk verlangde gedeeltes weliswaar volledig van de in het 5 apparaat zich bevindende strook gescheiden, doch tot aan de afname door de gebruiker van het apparaat vastgehouden worden en waarbij voor het geval, dat een gebruiker van het apparaat gelijktijdig een aantal gedeeltes verlangt, de afzonderlijke gedeeltes niet volledig van elkaar gescheiden worden, doch slechts een volledig afscheiden 10 van het laatste gedeelte van de in het apparaat achterblijvende strook plaatsvindt, zodat een samenhangend aantal gedeeltes uit het apparaat genomen kan worden, waarbij de afzonderlijke gedeeltes op eenvoudige wijze met de hand van elkaar gescheiden kunnen worden.

Ook in het geval van de afgifte van een aantal samenhangende gedeeltes 15 behoeft hierbij het laatste gedeelte van de verlangde afname door de snijinrichting tijdelijk vastgehouden te worden.

De oplossing van deze probleemstelling door de uitvinding is gekenmerkt, doordat op één van. de messen een vaste aanslag en op het andere mes een tegen veerkracht in, verschuifbaar drukstuk is aange-20 bracht, dat in de eindstand van het beweeglijke mes na een volledig afscheidingsproces verend tegen de aanslag aanligt.

Door dit voorstel van de uitvinding wordt bereikt, dat door middel van de snijinrichting van de strook afgescheiden gedeeltes na een volledig afscheidingsproces tussen de vaste aanslag en het onder 25 veerkracht staande drukstuk zolang worden vastgeklemd, tot zij door de gebruiker van het apparaat na het overwinnen van een geringe weerstand naar buiten getrokken worden.

Wanneer volgens een ander kenmerk van de uitvinding het mes in een tussen de open stand en de eindstand van het mes liggende tus-30 senstand gebracht kan worden, waarin de strook voor de vorming van samenhangende, met de hand te scheiden gedeeltes slechts aangesneden is, wordt het door een geschikte besturing van de mesbeweging mogelijk, aan de gebruiker van het apparaat een aantal samenhangende gedeeltes af te geven, wanneer deze bij het bedienen van het apparaat gelijk-35 tijdig verlangd worden. Op deze wijze vervalt de noodzakelijkheid, bij de wens van een aantal gedeeltes deze afzonderlijk uit het appa- 8402115 -3- raat te nemen, waarbij uiteraard volgens de hoofdgedachte van de uitvinding ook de samenhangende gedeeltes via het laatste gedeelte, dat volledig van de strook wordt afgescheiden, tussen aanslag en drukstuk zolang worden vastgehouden, tot de gebruiker van het apparaat deze 5 samenhangende gedeeltes ontneemt.

De tussenstand van het beweeglijke mes wordt dan volgens een een ander kenmerk van* de uitvinding door een sensor ingesteld, zodat deze tussenstand zonder moeilijkheden aan de betreffende breedte van het hetzij geheel af te scheiden of slechts aan de aan te snijden 10 strook aangepast kan worden. Door middel van een dergelijke sensor is het in korte tijd mogelijk, afhankelijk van de betreffende breedte van de strook de restlengte vast te stellen, in het bereik waarvan naburige gedeeltes met elkaar verbonden blijven. Omdat het beweeglijke mes van een schuin ten opzichte van het tegenmes verlopende snijkant 15 voorzien is en derhalve op de wijze van een schaar werkt, is deze restlengte behalve van de breedte van de betreffende strook, van de plaats van het beweeglijke mes in de genoemde tussenstand afhankelijk.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is het mogelijk, behalve de tussenstand ook de openstand en de eindstand van het mes na 20 een volledig afscheidingsproces door een sensor vast te stellen, opdat de beweging van de het mes aandrijvende motor exact bestuurd kan worden.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de vaste aanslag aan de bovenzijde van het tegenmes en het beweeglijke 25 drukstuk aan de bovenzijde van het mes aangebracht. Bij voorkeur is het drukstuk in een geleiding over de bovenzijde van het mes tegen de kracht van een terugstelveer in, tussen twee aanslagen beweeglijk geleid.

In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld van een snij-30 inrichting volgens de uitvinding weergegeven en wel tonen: fig. 1 een verticale doorsnede door het een snijinrichting bevattende deel van een plaatsbewijs-afgifteapparaat, waarbij het mes na een volledig afscheidingsproces zich in zijn eindstand bevindt; fig. 2 een bovenaanzicht op het afgifteapparaat volgens fig. 1; 35 fig. 3 een met fig. 2 overeenstemmend bovenaanzicht, waarbij het beweeglijke mes zich in de open stand bevindt; en 3402115 «k -4- fig. 4 een ander bovenaanzicht volgens fig. 2 en 3 met in een tussenstand zich bevindend mes.

Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is aan een huis 1 een lager schaal 2 voor een papierrol P bevestigd, waar een strook S 5 wordt afgetrokken, om door afscheiden, afzonderlijke bedrukte gedeeltes A plaatsbewijzen af te geven. Het transport van de strook S vindt bij het uitvoeringsvoorbeeld plaats door een van een elastische bekleding 3a voorziene transportrol 3, welke door een aandrijving 4 met rechte tandwielen door een in het huis 1 aangebrachte motor 5 aange-10 dreven wordt. In fig. 1 is voorts een drukinrichting 6 te onderkennen, met behulp waarvan de gedeeltes A van de strook S bedrukt worden, alvorens de gedeeltes A door middel van een snijinrichting van de strook S gescheiden en uit het apparaat afgegeven worden. Uiteraard kunnen ook, bedrukte papierrollen P gebruikt worden, wanneer met een hierboven 15 bedoeld deel een afgifteapparaat slechts identieke plaatsbewijzen moet kunnen afgeven. Voorts is het mogelijk, de strook S niet tot een papierrol P op te rollen, doch op de wijze van een Leporello-stapel te vouwen.

Het afscheiden van de gedeeltes A van de bedrukte strook S 20 geschiedt met behulp van een snijinrichting, welke een vaststaand tegenmes 7 en een motorisch aangedreven mes 8 omvat. Terwijl bij het uitvoeringsvoorbeeld het tegenmes 7 (zoals het duidelijkst in fig. 3 . te zien is) met een rechte snijkant is uitgevoerd, bezit het mes 8 een schuin ten opzichte van het tegenmes 7 verlopende snijkant 8a, zodat 25 bij een relatieve beweging tussen de beide messen 7 en 8 een schaarachtige snijhandeling plaatsvindt. Uiteraard is het ook mogelijk, het mes 8 van een recht verlopende snijkant en het mes 7 van een schuin verlopende snijkant te voorzien, om een dergelijke snede op de wijze van een schaar te verkrijgen.

30 De aandrijving van het mes 8 geschiedt bij het uitvoerings voorbeeld met behulp van een in het mes 8 draaibaar gelagerde kruktap 9, welke op een krukschijf 10 bevestigd is, welke op zijn beurt op de gedreven as 11a van een motor 11 is aangebracht. Een rotatiebeweging van de aandrijfas 11a van de motor 11 heeft dus een verschuivende be-35 weging van het mes 8 tot gevolg, waarbij de lengte van de verschui-vingsbeweging bepaald kan worden, doordat de gedreven as 11a over een bepaalde hoek verdraaid wordt.

8 4 0 2 1 1 6 r- % -5-

Tijdens het bedrukken van de strook S door middel van de druk-inrichting 6 en het daarop aansluitende transport van de bedrukte gedeeltes A in zijn stand voor het afscheiden bevindt het mes 8 zich in een open stand, welke in fig. 3 is weergegeven. Bij deze messtand kan 5 de strook S door middel van de transportrol 3 naar. boven uit het huis 1 getransporteerd worden. Zodra de strook S zijn eindstand voor het ’ afscheiden bereikt heeft, wordt de motor 11 door de besturing van het afgifteapparaat in werking gesteld en hierdoor het mes 8 bijvoorbeeld in de in de fig. 1 en 2 weergegeven eindstand gebracht. In deze eind-10 stand heeft het mes 8 in samenwerking met het tegenmes 7 de strook S volledig afgescheiden. Hierdoor wordt het bedrukte gedeelte A volledig van de strook S gescheiden, zoals dit het duidelijkst in fig. 1 te onderkennen is.

Opdat het volledig van de strook S afgescheiden gedeelte A 15 niet ongecontroleerd uit het plaatsbewijs-afgifteapparaat kan vallen, is op het vaststaande tegenmes 7 een vaste aanslag 12 aangebracht.

Met deze aanslag 12 werkt het drukstuk 13 samen, dat over de bovenzijde van het mes 8 in een geleiding 14 in de richting naar de aanslag 12 beweeglijk geleid is en onder de kracht van een terugstelveer 15 staat.

20 Deze terugstelveer 15 is in de doorsnede volgens fig. 1 te zien.

Kort voordat het mes 8 zijn eindstand na een volledig afschei-dingsproces bereikt heeft, komt het drukstuk 13 onder de kracht van de terugstelveer 15 tegen de aanslag 12 aan, zodat na het scheiden het afgescheiden gedeelte A op de bovenzijde van de snij inrichting wordt 25 vastgehouden tot dit door de gebruiker van het afgifteapparaat tussen aanslag 12 en drukstuk 13 naar buiten getrokken wordt. De voorste stand van het drukstuk 13 wordt door een aanslag begrensd, welke bij het uitvoeringsvoorbeeld door een stift 16 gevormd wordt. Ook de achterste stand van het drukstuk 13 wordt door een daartoe bestemde aan-30 slag gevormd.

Om voor het geval, dat een gebruiker van het plaatsbewijs-uitgifteapparaat een aantal plaatsbewijzen met een telproces zou willen ontvangen, de mogelijkheid te verkrijgen, niet alleen van elkaar gescheiden gedeeltes A uit te geven, doch ook samenhangende gedeeltes 35 a, kan het mes 8 in een tussenstand gebracht worden, welke in fig. 4 is weergegeven. In deze tussenstand heeft het mes 8 het gedeelte A

8402116 o * *· -6- slechts onvolledig van de strook S gescheiden; er blijft een rest-lengfce over, waarmede het gedeelte A nog met de in het apparaat zich bevindende strook S samenhangt. Hierdoor is het mogelijk·,, een aantal samenhangende gedeeltes A met het afgifte apparaat uit te geven en 5 slechts het laatste gedeelte A volledig van de strook S af te scheiden, waarbij dit laatste gedeelte A alsdan op de hierboven beschreven wijze tussen aanslag 12 en drukst uk 13 tot het gewenste ontnemen door de gebruiker van het apparaat wordt vastgehouden.

De instelling van de in fig. 4 weergegeven tussenstand, welke 10 van de betreffende breedte van de strook S afhangt, wordt onder toepassing van een sensor 17 ingesteld en gecontroleerd. Door het verschuiven van de met éen kant van het mes 8 samenwerkende sensor 17 kan de betreffende tussenstand ingesteld worden.

Ook de eindstand en de openstand van het mes 8 worden door 15 sensors 18 en 19 gecontroleerd, zodat bijvoorbeeld gewaarborgd kan worden, dat een aandrijving van de transportrol 3 door middel van de motor 5 slechts dan kan plaatsvinden, wanneer het mes 8 zich in de openstand volgens fig. 3 bevindt.

8402116

Claims (6)

1. Snijinrichting voor het afscheiden van afzonderlijke bedrukte gedeeltes van een strook, in het bijzonder papierstrook, bij voorkeur voor plaatsbewijs- of waardebonnen-uitgifteapparaten, met een vaststaand tegenmes en een met schuin ten opzichte van het tegenmes ver- 5 lopende snijkanten uitgevoerd, motorisch aangedreven mes, met het kenmerk, dat op één van de messen (7, resp. 8) een vaste aanslag (12) en op het andere mes (8, resp. 7) een tegen veerkracht in verschuifbaar drukstuk (13) is aangebracht, dat in de eindstand van het beweeglijke mes (8) na een volledig afscheidingsproces verend tegen de 10 aanslag (12) aanligt.

2. Snijinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het beweeglijke mes (8) in een tussen openstand en eindstand liggende tussenstand gebracht kan worden, waarin de strook (S) ter vorming van samenhangende, met de hand te scheiden gedeeltes (A) slechts aange- 15 sneden is.

3. Snij inrichting volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de tussenstand van het mes (8) door een sensor (17) op het betreffende papierformaat instelbaar is.

4. Snij inrichting volgens ten minste één van de conclusies 1-3, 20 met het kenmerk, dat behalve de tussenstand ook de openstand en de eindstand van het mes (8) na een volledig afscheidingsproces door sensoren (18, 19) gecontroleerd worden.

5. Snijinrichting volgens ten minste één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de vaste aanslag (12) aan de bovenzijde van het 25 tegenmes (7) en het beweeglijke drukstuk (13) aan de bovenzijde van het mes (3) zijn aangebracht.

6. Snijinrichting volgens ten minste één van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het drukstuk (13) in een geleiding (14) over de bovenzijde van het mes (8) tegen de kracht van een terugstelveer (15) 30 in trassen twee aanslagen beweegbaar gevoerd is. 8402116