NL1027163C2

NL1027163C2 - Steuninrichting voor een kermisattractie.

Info

Publication number: NL1027163C2
Application number: NL1027163A
Authority: NL
Inventors: Albert Louisito Phillipu Kroon
Original assignee: Cobra Beheer Bv
Priority date: 2004-10-01
Filing date: 2004-10-01
Publication date: 2006-04-04
Also published as: DK1642627T3; EP1642627A1; EP1642627B1; ATE429278T1; US7455592B2; US20060079338A1; DE602005014060D1; ES2325328T3

Description

Steuninrichting voor een kermisattractie

De uitvinding betreft een steuninrichting voor een kermisattractie omvattende een basis, twee paar masten die verplaatsbaar zijn tussen een neergeklapte en een 5 opgerichte toestand, alsmede een zich in de opgerichte toestand van de masten aan de top daarvan bevindende kop voor het daaraan bevestigen van een reuzenrad of een schommel of dergelijke, waarbij de masten elk meerdere segmenten omvatten die scharnierend met elkaar zijn verbonden.

Een dergelijke steuninrichting is bekend uit US 6.634.952 B2. Bij deze inrichting 10 vormen de masten van elk paar in de opgerichte toestand twee zijden van een driehoek en vormt de basis de derde zijde van die driehoek. Het basissegment van een van de masten van elk paar is gefixeerd ten opzichte van de basis, terwijl het basissegment van de andere mast schamierbaar met de basis is verbonden. Dat gefixeerde basissegment is relatief kort, zodat het bijbehorende topsegment relatief lang kan zijn. De lengte van het 15 topsegment moet echter kleiner zijn dan de lengte van de basis, omdat dit topsegment anders in de neergeklapte toestand zou uitsteken ten opzichte van de basis. Dat is zeer ongewenst, vooral ook vanwege het feit dat de basis veelal is uitgevoerd als een oplegger voor wegtransport. De lengte van de segmenten van de andere mast van elk paar is gelijk aan ongeveer de helft van de lengte van de basis. Een nadeel van deze 20 steuninrichting is derhalve dat de hoogte daarvan in opgerichte toestand beperkt is.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een neerklapbare steuninrichting voor een kermisattractie die dit nadeel niet heeft, zodat hogere attracties mogelijk zijn. Dit doel is bereikt doordat elke mast een basissegment heeft dat scharnierend is verbonden met de basis, alsmede een topsegment dat tenminste in de 25 opgerichte toestand is verbonden met de kop. Doordat beide basissegmenten schamierbaar zijn verbonden met de basis, kan de hoogte van de steuninrichting aanzienlijk worden vergroot. Zowel het basissegment als het topsegment kunnen bijvoorbeeld ongeveer even lang zijn als de basis, zonder in de neergeklapte toestand uit te steken ten opzichte van die basis. Daarmee kan de hoogte van de steuninrichting 30 derhalve ongeveer twee keer zo groot zijn als die van de bekende steuninrichting.

De voorkeur gaat uit naar een uitvoeringsvorm waarbij elke mast twee en slechts twee segmenten heeft die in neergeklapte toestand in hoofdzaak langs of op elkaar en langs of op de basis liggen.

4 Π O “7 Λ GO

2

Volgens een eerste variant is elk basissegment en elk topsegment in hoofdzaak even lang als de basis, en zijn de topsegmenten van beide masten van elk paar door middel van een losneembare koppeling met elkaar verbonden. In dat geval is de hoogte van de opgerichte steuninrichting ongeveer twee keer zo groot als de lengte van de 5 basis. De steuninrichting kan opgericht worden terwijl de kop verbonden blijft met de topsegmenten van een respectievelijk paar masten.

In een tweede variant heeft elke mast een basissegment dat in hoofdzaak even lang is als de basis, alsmede een topsegment dat een lengte heeft die ongeveer gelijk is aan de helft van de lengte van een basissegment. In dat geval kunnen de topsegmenten 10 door een permanente schamierkoppeling aan elkaar verbonden zijn.

In het geval dat elke mast slechts twee segmenten heeft is het voor het stabiliseren van de opgerichte steuninrichting voldoende om slechts de basissegmenten te fixeren ten opzichte van de basis. In een gunstige uitvoeringsvorm vindt het fixeren plaats door actuators die ook het oprichten van de steuninrichting verzorgen. Deze 15 actuators kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als hydraulische zuiger/cilinder inrichtingen die aan een einde zijn verbonden met de basis en aan het andere einde zijn verbonden met een basissegment, het stabiliseren van de steuninrichting kan dan plaatsvinden door de lengte van die hydraulische zuiger/cilinder-inrichtingen te fixeren. Het is niet noodzakelijk om, ter stabilisatie van de masten, hydraulische 20 zuiger/cilinder inrichtingen toe te passen. De stabilisatie kan in plaats daarvan ook verkregen worden door mechanische blokkeermiddelen, zoals tussen de basissegmenten en de basis.

De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren: 25 Figuur 1 toont een zijaanzicht van een uitvoeringvorm van de uitvinding, waarbij de steuninrichting een reuzenrad draagt,

Figuur 2 toont een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de steuninrichting een schommel draagt,

Figuur 3 toont, in zijaanzicht, de verschillende oprichtingsstadia van een eerste 30 uitvoeringvorm van de uitvinding,

Figuur 4 toont, in zijaanzicht, de verschillende oprichtingsstadia van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding,

1Π971RQ

3

Figuur 5, toont een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de steuninrichting gestabiliseerd wordt door hydraulische zuiger/cilinder inrichtingen.

Een steuninrichting 1 volgens de uitvinding is te zien in figuur 1. Aan de top van 5 een paar masten 2 van de steuninrichting bevindt zich een kop 3 waaraan een reuzenrad 4 draaibaar is opgehangen. De masten hebben een basissegment 6a, 6b dat door middel van scharnieren 12a, 12b schamierbaar is verbonden met basis 5, en een topsegment 7a, 7b dat is verbonden met de kop. Scharnieren 13 a, 13b vormen de verbinding tussen de basissegmenten en de topsegmenten. Te zien is dat de steuninrichting aanzienlijk hoger 10 is dan de basis lang is, hierdoor is het mogelijk het reuzenrad uit te voeren met een diameter van bijna twee maal de hoogte van de steuninrichting. De steuninrichting kan bijvoorbeeld ook een schommel 8 dragen, zoals te zien in figuur 2.

Figuur 3 toont het oprichten van een paar masten volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. Elke mast heeft een basissegment 6a, 6b en een 15 topsegment 7a, 7b welke in hoofdzaak even lang zijn als de basis. Deze segmenten liggen in neergeklapte toestand langs elkaar en langs de basis, zoals getoond in figuur 3a. Bij het oprichten van de steuninrichting wordt eerst het basissegment 6b van een van het paar masten zover omhoog gebracht, zie figuur 3b, dat het topsegment 7b van die mast door middel van een losneembare koppeling 11 gekoppeld kan worden met het 20 topsegment 7a van de andere mast, zie figuur 3c. Vervolgens kan door het omhoogbrengen van de basissegmenten 6a, 6b de steuninrichting geheel worden opgericht, zoals te zien in figuren 3d t/m 3h, waarbij de topsegmenten scharnierend gekoppeld blijven.

Figuur 4 toont het oprichten van een paar masten volgens een tweede 25 uitvoeringsvorm van de uitvinding. Elke mast heeft een basissegment 6a, 6b dat in hoofdzaak even lang is als de basis 5, en een topsegment 7a, 7b waarvan de lengte ongeveer gelijk is aan de helft van het basissegment. De topsegmenten zijn door een permanente schamierkoppeling 10 met elkaar verbonden. De segmenten liggen in neergeklapte toestand langs elkaar en langs de basis, zoals getoond in figuur 4a. De 30 steuninrichting kan nu worden opgericht door het omhoogbrengen van de basissegmenten, zoals getoond in figuren 4b t/m 4h.

De steuninrichtingen uit figuur 4 en figuur 3 kunnen worden gestabiliseerd door het fixeren van de basissegmenten ten opzichte van de basis, de topsegmenten 1027163 4 hebben dan geen bewegingsvrijheden meer. Figuur 5 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van een dergelijke stabilisatie, waarbij het fixeren van plaats vindt door actuators 9 die ook het oprichten van de steuninrichting verzorgen. Deze actuators kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als hydraulische zuiger/cilinder inrichtingen die 5 aan een einde zijn verbonden met de basis en aan het andere einde zijn verbonden met een basissegment. Het stabiliseren van de steuninrichting vindt dan plaats door de lengte van die hydraulische zuiger/cilinder inrichtingen te fixeren bijvoorbeeld door het afsluiten van de olietoevoer daarvan.

1027183

Claims

1. Steuninrichting voor een kermisattractie omvattende een basis (5), twee paar masten (2) die verplaatsbaar zijn tussen een neergeklapte en een opgerichte toestand, 5 alsmede een kop (3) die zich in de opgerichte toestand aan de top van de masten bevindt, aan welke kop een reuzenrad (4) of een schommel (8) of dergelijke kan worden opgehangen, waarbij de masten meerdere segmenten (6, 7) omvatten die scharnierend met elkaar zijn verbonden, met het kenmerk dat elke mast een basissegment (6) heeft dat scharnierend is verbonden met de basis (5), alsmede een 10 topsegment (7) dat tenminste in de opgerichte toestand is verbonden met de kop (3).

2. Steuninrichting volgens conclusie 1, waarbij in neergeklapte toestand de segmenten (6, 7) van elke mast (2) in hoofdzaak langs of op elkaar en langs of op de basis (5) liggen. 15

3. Steuninrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij elk paar masten (2) in de opgerichte toestand twee zijden van een driehoek vormt en de basis (5) de derde zijde van die driehoek vormt.

4. Steuninrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elke mast (2) twee en slechts twee segmenten (6,7) heeft.

5. Steuninrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk basissegment (6) in hoofdzaak even lang is als de basis (5). 25

6. Steuninrichting volgens conclusie 5, waarbij elk topsegment (7) in hoofdzaak even lang is als de basis (5), en de topsegmenten van beide masten van elk paar door middel van een losneembare koppeling met elkaar verbonden zijn.

7. Steuninrichting volgens conclusie 5, waarbij elk topsegment (7) een lengte heeft die ongeveer gelijk is aan de helft van de lengte van een basissegment (6). 1ΠΡ71 R3 «

8. Steuninrichting volgens conclusie 7, waarbij de topsegmenten (7) door een permanente schamierkoppeling met elkaar zijn verbonden.

9. Steuninrichting volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij stabilisatie van de 5 steuninrichting plaats vindt door het fixeren van de basissegmenten (6) ten opzichte van de basis (5).

10. Steuninrichting volgens conclusie 9, waarbij elk paar masten (2) is voorzien van tenminste één blokkeerbare lineaire actuator (9) waarbij een eind is verbonden met de 10 basis (5) en waarvan het andere eind is verbonden met een der basissegmenten (6).

11. Steuninrichting volgens conclusie 10, waarbij elk paar masten (2) is voorzien van twee blokkeerbare lineaire actuatoren (9) die elk zijn verbonden aan een respectievelijk basissegment (6). 15

12. Steuninrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij elke lineaire actuator (9) een hydraulische zuiger/cilinder inrichting omvat.

13. Steuninrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk paar masten 20 (2) een afzonderlijk basisdeel (5) heeft, zoals een oplegger. 1Π 9 71 RQ