NL1021610C2

NL1021610C2 - Vermaaksinrichting.

Info

Publication number: NL1021610C2
Application number: NL1021610A
Authority: NL
Inventors: Albert Louisito Phillipu Kroon; Louisito Johannes Eusebi Kroon
Original assignee: Cobra Beheer Bv
Priority date: 2002-10-09
Filing date: 2002-10-09
Publication date: 2004-04-13
Also published as: EP1407804A1; ATE313364T1; US6872144B2; ES2256668T3; DK1407804T3; US20040198523A1; EP1407804B1; DE60302852D1; DE60302852T2

Description

V ermaaksinrichtine

De uitvinding betreft een vermaaksinrichting, omvattende een gestel met vier steunpoten die schuin omhoog naar elkaar toe lopend aan hun bovenste eind een draai-5 orgaan ondersteunen, een arm waarvan een eind is bevestigd aan het draaiorgaan en die verzwenkbaar is tussen de steunpoten door, alsmede een opneeminrichting voor personen die is opgehangen aan het andere eind van de arm.

Een dergelijke vermaaksinrichting is bekend. De vier steunpoten daarvan zijn geleed. In opgebouwde toestand rusten deze steunpoten elk direct op de ondergrond ter 10 verkrijging van de noodzakelijke stabiliteit van de inrichting. Een behoorlijke stabiliteit is van groot belang, gezien de vrij hoge onbalans die in bedrijf van de vermaaksinrichting wordt opgewekt door de slingerende arm met daaraan een volledig bezette opneeminrichting.

De steunpoten en diverse andere onderdelen van de bekende vermaaksinrichting 15 kunnen in de transporttoestand worden vervoerd op een trailer. Voordat de vermaaksinrichting in gebruik kan worden genomen, moet deze worden opgebouwd waarbij, zoals hiervoor beschreven, de steunpoten apart, los van de trailer moeten worden ondersteund. Een dergelijke wijze van opbouwen is vrij omslachtig. Vooral het oprichten van de steunpoten is bewerkelijk. Bedacht moet worden dat daarvoor buiten de trailer een 20 goede opstelplek moet worden gekozen, omdat anders de stabiliteit van de vermaaksinrichting niet kan worden gegarandeerd.

Doel van de uitvinding is daarom een vermaaksinrichting van het hiervoor beschreven type te verschaffen dat deze nadelen mist, en dat op een relatief eenvoudige wijze stabiel kan worden opgebouwd. Dat doel wordt bereikt doordat de steunpoten aan 25 him onderste eind zijn bevestigd aan een trailer door middel van scharnieren waarvan de schamierhartlijn dwars is gericht op de langsrichting van de trailer, en dat de draai-hartlijn van het draaiorgaan is gericht in de langsrichting van de trailer.

Bij de vermaaksinrichting volgens de uitvinding blijven de steunpoten permanent bevestigd aan de trailer. Daardoor is het mogelijk om de steunpoten binnen vrij korte 30 tijd op te richten en ook weer in te klappen. De trailer, die zelf natuurlijk op een stabiele ondergrond moet zijn opgesteld, zorgt voor een uitstekende ondersteuning van de opgerichte steunpoten.

1021610

Omdat de breedte van de trailer in verband met de eisen van het wegverkeer binnen bepaalde grenzen moet blijven, is de afstand tussen twee poten die zich aan een eind van de trailer bevinden beperkt. Het is daarom niet goed mogelijk om de arm met de opneeminrichting tussen die paren poten door te laten bewegen. Om die reden is de 5 hartlijn van het draaiorgaan, waaraan de arm met opneeminrichting is opgehangen, georiënteerd volgens de langsrichting van de trailer, zodanig dat de beweging nu tussen de paren steunpoten door en dwars op de trailer plaatsvindt.

Ter vergroting van de stabiliteit kunnen aan beide langseinden van de trailer zich stabilisatie-armen bevinden die verplaatsbaar zijn tussen een werkzame stand dwars op 10 de langsrichting van de trailer, en een ingeklapte stand langs de trailer.

Bij voorkeur bevindt zich aan beide langseinden van de trailer een bok, zodanig dat op elke bok telkens twee steunpoten schamierbaar zijn bevestigd. In dat geval kunnen de stabilisatie-armen elk draaibaar rond een verticale draaihartlijn zijn verbonden met de trailer en een bok. Bij het opstellen van de vermaaksinrichting kunnen deze sta-15 bilisatie-armen op eenvoudige wijze worden uitgeklapt. Zij blijven echter aan de trailer bevestigd, hetgeen de snelheid en eenvoud van het ophouwen en afbreken van de vermaaksinrichting verder vergroot.

Verder kan de bodem van de trailer ter plaatse van de baan van de opneeminrichting een naar beneden doorgezet verlaagd bodemgedeelte hebben. Daarbij kan een bor-20 des zijn bevestigd aan het verlaagde bodemgedeelte. Dit bordes kan op en neer beweegbaar zijn in verband met het plaatsnemen van de inzittenden. In de neerwaarts bewegende stand heeft de arm met opneeminrichting vrij baan.

De arm heeft aan zijn van het draaiorgaan afgekeerde eind een draaikrans van waar af tenminste twee hulparmen schuin uit elkaar gericht lopen, en elk der hulparmen 25 tenminste een zetel voor een persoon draagt. De arm kan bij voorkeur vrij kort worden gehouden. Voordeel daarvan is dat de relatief zware draaikrans met aandrijving een niet al te grote momentarm heeft ten opzichte van het draaiorgaan. Als gevolg daarvan kan de capaciteit van de aandrijving van de arm beperkt blijven.

De steunpoten zijn aan hun bovenste eind bij voorkeur paarsgewijze aan elkaar 30 verbonden, zodanig dat steunpoten van het ene paar schamierbaar aan een eind van de trailer zijn bevestigd en de steunpoten van het andere paar schamierbaar aan het andere eind van de trailer zijn bevestigd. Daarbij is de afmeting van de steunpoten dwars op de 1021610 3 schamierhartlijn kleiner dan de afstand tussen die schamierhartlijnen aan beide einden van de trailer, zodat de steunpoten plat opklapbaar zijn op de trailer.

Vervolgens zal de vermaaksinrichting volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

5 Figuur 1 toont de vermaaksinrichting in zij-aanzicht.

Figuur 2 toont de vermaaksinrichting in vooraanzicht, met opgezwaaide arm.

Figuur 3 toont de vermaaksinrichting in bovenaanzicht.

Figuren 4 en 5 tonen een detail betreffende het bordes.

Figuren 6-11 tonen de verschillende fasen bij het opbouwen van de vermaaksin-10 richting.

De in figuur 1 weergegeven vermaaksinrichting volgens de uitvinding omvat een gestel 1 dat een eerste paar steunarmen 2, een tweede paar steunarmen 3, een trailer 4 alsmede twee bokken 5 aan de langseinden van de trailer 4. De paren steunarmen 2, 3 zijn elk aan de bokken 5 bevestigd door middel van scharnieren 6 waarvan de schar-15 nierhartlijn dwars is gericht ten opzichte van de langsrichting van de trailer 4. Aan hun bovenste eind ondersteunen de paren steunpoten 2, 3 een draaiorgaan 7, waarvan de hartlijn is gericht in de langsrichting van de trailer 4. Aan het draaiorgaan 7 is een arm 8 bevestigd, die een opneeminrichting 9 draagt door middel van de draaikrans 10. De opneeminrichting 9 bezit een viertal armen 11, waarvan er in figuur 1 en 2 twee te zien 20 zijn, die elk een rij zetels 12 dragen.

Op de trailer 4 ter hoogte van het verlaagde gedeelte 21 bevindt zich verder een bordes 13 van waar af de inzittenden de zetels 12 kunnen bereiken. Aan de langseinden van de trailer 4 en aan de bokken 5 zijn stabilisatie-armen 14 bevestigd, welke verplaatsbaar zijn tussen de in figuur 1 getoonde ingeklapte stand langs de trailer 4, en 25 de in figuur 2 weergegeven uitgeklapte stand.

Zoals duidelijk blijkt uit figuur 1 en 2 is de arm 8 met de opneeminrichting 9 ver-zwenkbaar tussen enerzijds het paar poten 2, en anderzijds het paar poten 3. De stabilisatie-armen 14 zorgen daarbij voor de noodzakelijke stabiliteit van de trailer 4.

Ter plaatse van het draaiorgaan 7 van de draaikrans 10 zijn elektrohydraulische 30 aandrijvingen voorzien voor het opwekken van de gewenste draaibewegingen.

In figuur 4 en 5 is het bordes 13 weergegeven in twee verschillende standen. De toestand in figuur 4 toont het bordes 13 in de stand waarin de inzittenden de zetels 12 kunnen bereiken. De vijzels 15,16 zijn daartoe naar hun uitgestoken stand bewogen.

1 p o i p i n 4

Figuur 5 toont de toestand van het bordes 13 in de neergelaten stand. De vijzels 15 en 16 zijn daarbij ingetrokken. In die stand kan de arm 8 met de opneeminrichting 9 en de zetels 12 vrijelijk over het bordes heen bewegen, zonder daarmee, en in het bijzonder met de hekken 17 daarvan, in aanraking te komen.

5 Vervolgens zal aan de hand van de figuren 6-11 uiteen worden gezet hoe de ver- maaksinrichting volgens de uitvinding kan worden opgericht. In de in figuur 6 weergegeven transporttoestand zijn de steunpoten 2, 3 rond hun respectievelijk schamierassen 6 aan de bokken 5 naar beneden bewogen. Het paar steunpoten 2 is verbonden met een vijzel 18, het paar steunpoten 3 met een vijzel 19. Het paar steunpoten 3 is aan het bo-10 venste eind door middel van een scharnier 20 bevestigd aan het draaiorgaan 20. Aan dit draaiorgaan 20 bevinden zich de arm 8, de draaikrans 10 alsmede de hulparmen 9.

Zoals weergegeven in figuur 7 wordt bij het oprichten allereerst het paar steunpoten 2 door middel van de vijzel 18 omhoog gezwenkt. Figuur 8 toont dat daarna het paar steunpoten door middel van de vijzel 19 omhoog wordt gezwenkt, waarbij de arm 15 8, de draaikrans 10 en de hulparmen 9 mee omhoog bewegen. Nadat het paar steunar- men 3 in de juiste stand is gebracht zoals weergegeven in figuur 9, en de arm 8 met het draaiorgaan 7 is verzwenkt, kan, zoals weergegeven in de figuren 10 en 11, het draaiorgaan 7 bijvoorbeeld door middel van een boutverbinding worden bevestigd aan het paar steunpoten 2.

20 Tenslotte kunnen aan de hulparmen 19 de zitinrichtingen 12 worden bevestigd en kan het bordes (niet getoond) worden geplaatst. Natuurlijk zijn ook de (niet in de figuren 6-11 getoonde) stabilisatie-armen 14 dan uitgeklapt naar de in figuur 2 weergegeven toestand.

1021610

Claims

1. Vermaaksinrichting, omvattende een gestel (1) uit vier steunpoten (2, 3) die schuin omhoog naar elkaar toe lopend aan hun bovenste eind een draaiorgaan (7) on- 5 dersteunen, een arm (8) waarvan een eind is bevestigd aan het draaiorgaan (7) en die verzwenkbaar is tussen de steunpoten (2, 3) door, alsmede een opneeminrichting (9) voor personen die is opgehangen aan het andere eind van de arm (8), met het kenmerk dat de steunpoten (2, 3) aan hun onderste eind zijn bevestigd aan een trailer (4) door middel van scharnieren (6) waarvan de schamierhartlijn dwars is gericht op de langs- 10 richting van de trailer (4), en dat de draaihartlijn van het draaiorgaan (7) is gericht in de langsrichting van de trailer (4).

2. Vermaaksinrichting volgens conclusie 1, waarbij aan beide langseinden van de trailer (4) zich stabilisatie-armen (14) bevinden die verplaatsbaar zijn tussen een werk- 15 zame stand dwars op de langsrichting van de trailer (4), en een ingeklapte stand langs de trailer (4).

3. Vermaaksinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij aan beide langseinden van de trailer (4) zich een bok (5) bevindt en op elke bok (5) telkens twee steunpoten 20 (2,3) schamierbaar zijn bevestigd.

4. Vermaaksinrichting volgens conclusie 2 en 3, waarbij de stabilisatie-armen (14) elk draaibaar rond een verticale draaihartlijn (15) zijn verbonden met de trailer en een bok. 25

5. Vermaaksinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de trailer (4) een bodem heeft die ter plaatse van de baan van de opneeminrichting een naar beneden doorgezet verlaagd bodemgedeelte heeft.

6. Vermaaksinrichting volgens conclusie 5, waarbij een bordes (13) is voorzien dat is bevestigd aan het verlaagde bodemgedeelte (21). 10216 1 0

7. Vermaaksinrichting volgens conclusie 6, waarbij het bordes (13) op en neer beweegbaar is.

8. Vermaaksinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de arm (8) 5 aan zijn van het draaiorgaan (7) afgekeerde eind een draaikrans (10) heeft van waar af tenminste twee hulparmen (19) schuin uit elkaar gericht lopen, en elk der hulparmen (19) tenminste een zetel (12) voor een persoon draagt.

9. Vermaaksinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steun-10 poten (2, 3) aan hun bovenste eind paarsgewijze aan elkaar zijn verbonden, zodanig dat steunpoten (2, 3) van het ene paar schamierbaar aan een eind van de trailer (4) zijn bevestigd en de steunpoten (2, 3) van het andere paar schamierbaar aan het andere eind van de trailer (4) zijn bevestigd.

10. Vermaaksinrichting volgens conclusie 9, waarbij de steunpoten (2) van een der paren losneembaar zijn bevestigd aan het draaiorgaan (7).

11. Vermaaksinrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij de steunpoten (3) van een der paren schamierbaar (20) is verbonden aan het draaiorgaan (7). 20

12. Vermaaksinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afmeting van de steunpoten (2, 3) dwars op de schamierhartlijn kleiner is dan de afstand tussen die schamierhartlijnen aan beide einden van de trailer (4). 1 0 21 B 1 o