NL2016150B1 - Attractie voor amusementsritten met verbeterde draagconstructie. - Google Patents

Attractie voor amusementsritten met verbeterde draagconstructie. Download PDF

Info

Publication number
NL2016150B1
NL2016150B1 NL2016150A NL2016150A NL2016150B1 NL 2016150 B1 NL2016150 B1 NL 2016150B1 NL 2016150 A NL2016150 A NL 2016150A NL 2016150 A NL2016150 A NL 2016150A NL 2016150 B1 NL2016150 B1 NL 2016150B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
attraction
mast
passenger seats
positioning means
axis
Prior art date
Application number
NL2016150A
Other languages
English (en)
Inventor
Knijpstra Hette
Original Assignee
Kig Heerenveen Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kig Heerenveen Bv filed Critical Kig Heerenveen Bv
Priority to NL2016150A priority Critical patent/NL2016150B1/nl
Priority to EP17152897.9A priority patent/EP3216504B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2016150B1 publication Critical patent/NL2016150B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63GMERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
    • A63G27/00Russian swings; Great wheels, e.g. Ferris wheels
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63GMERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
    • A63G27/00Russian swings; Great wheels, e.g. Ferris wheels
    • A63G27/04Russian swings; Great wheels, e.g. Ferris wheels with tiltable axis

Landscapes

  • Motorcycle And Bicycle Frame (AREA)
  • Aiming, Guidance, Guns With A Light Source, Armor, Camouflage, And Targets (AREA)
  • Vehicle Step Arrangements And Article Storage (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een attractie (1) voor amusementsritten voorzien van ten minste één draagconstructie, omvattende twee of meer masten (12, 13) die vanaf een onderzijde convergeren naar een bovenzijde. Elk van de masten is aan de onderzijde bevestigbaar op een basis (100). Ten minste één eerste mast (12) omvat twee mastsegmenten (12A, 12B), die beweegbaar met elkaar zijn verbonden. De attractie is voorzien van een aantal passagiersstoelen (31), die roteerbaar met de draagconstructie zijn verbonden. De attractie is voorzien van positioneermiddelen (14, 15) voor het ten opzichte van elkaar bewegen van de mastdelen (12A, 12B) van de ten minste ene eerste mast teneinde de draagconstructie te bewegen tussen een instappositie, waarin de passagiersstoelen toegankelijk zijn voor de passagiers, en een gebruikspositie, waarin de passagiersstoelen de bewegingen van de amusementsrit kunnen doorlopen.

Description

ATTRACTIE VOOR AMUSEMENTSRITTEN MET VERBETERDE DRAAGCONSTRUCTIE
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een attractie voor amusementsritten, zoals een pretparkattractie, voorzien van ten minste één draagconstructie, omvattende twee of meer masten die vanaf een onderzijde convergeren naar een bovenzijde, waarin elk van de masten aan de onderzijde bevestigbaar is op een basis, waarin ten minste één eerste mast twee mastsegmenten omvat, die beweegbaar met elkaar zijn verbonden.
Een attractie met een dergelijke draagconstructie is beschreven in het Europese octrooi EP2055362 van aanvraagster. Hierin is een samenklapbare draagconstructie beschreven voor een mobiele attractie, bijvoorbeeld een reuzenrad. De bekende draagconstructie omvat een basis, een eerste mast met drie onderling scharnierbaar verbonden segmenten en een tweede mast met twee onderling scharnierbaar verbonden segmenten.
De bekende draagconstructie heeft als voordeel dat op snelle en veilige wijze een relatief grote kermisattractie is op te bouwen vanaf een relatief compacte basis.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel om een attractie met een verbeterde draagconstructie te verschaffen, die voornamelijk geschikt is voor een attractie op een vaste locatie, maar tevens geschikt is voor een mobiele attractie, ook nadat deze is opgebouwd.
De attractie volgens de onderhavige uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de attractie is voorzien van een aantal passagiersstoelen, die roteerbaar met de draagconstructie zijn verbonden en dat de attractie is voorzien van positioneermiddelen voor het ten opzichte van elkaar bewegen van de mastdelen van de eerste mast teneinde de draagconstructie te bewegen tussen een instappositie, waarin de passagiersstoelen toegankelijk zijn voor de passagiers, en een gebruikspositie, waarin de passagiersstoelen de bewegingen van de amusementsrit kunnen doorlopen.
De attractie volgens de uitvinding heeft als voordeel dat deze zelfstandig naar de passagiers toe kan bewegen om het in- en uitstappen te faciliteren. Dit vergroot de gebruiksvriendelijkheid van de attractie in hoge mate. Bovendien kunnen bekende complexe en kostbare hulpvoorzieningen, zoals een beweegbaar podium, worden vermeden.
In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is elk van de masten aan de onderzijde scharnierbaar bevestigbaar op de basis, is ten minste de eerste mast aan de bovenzijde scharnierbaar bevestigd in de draagconstructie en zijn de mastsegmenten middels een scharnierbare verbinding aan elkaar bevestigd en zijn de positioneermiddelen ingericht voor het scharnieren van de mastdelen. Toepassing van scharnieren vergroot de betrouwbaarheid van de attractie, zowel in het kader van de productie als in het kader van de veiligheid.
De stabiliteit van de attractie is aanzienlijk vergroot in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm, waarin ten minste één tweede mast aan de bovenzijde vast is bevestigd in de draagconstructie. Volgens weer een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de tweede mast uit één mastsegment gevormd, wat eveneens de stabiliteit vergroot.
In een compacte voorkeursuitvoeringsvorm zijn de positioneermiddelen ingericht om de draagconstructie deels in te klappen. Volgens een nadere uitwerking zijn de positioneermiddelen ingericht om de mastsegmenten van de eerste mast naar elkaar toe te dwingen en de tweede mast naar de eerste mast toe te kantelen bij beweging van de gebruikspositie naar de instappositie. Het extra oppervlak dat de attractie in de instappositie inneemt in vergelijking met de gebruikspositie blijft nu tot een minimum beperkt.
Bij een andere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de positioneermiddelen op de eerste mast aangebracht om de mastsegmenten met elkaar te verbinden. Bij voorkeur omvatten de positioneermiddelen ten minste één hydraulische cilinder, die de mastsegmenten met elkaar verbindt.
Volgens een energiezuinige voorkeursuitvoeringsvorm is de eerste mast voorzien van een contragewicht. In een elegante uitwerking hiervan is de eerste mast voorzien van een verder mastsegment, dat onder een hoek aan het onderste mastsegment is bevestigd, waarin het contragewicht op het verdere mastsegment is aangebracht.
In een praktische voorkeursuitvoeringsvorm is de attractie voorzien van twee draagconstructies, die op een onderlinge afstand in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar zijn geplaatst, waarin de attractie is voorzien van een eerste as, die de bovenzijden van draagconstructies met elkaar verbindt, waarin de passagiersstoelen roteerbaar met de eerste as zijn verbonden.
Volgens een sensationele voorkeursuitvoeringsvorm omvat de attractie verder een pendulearm, die roteerbaar met de eerste as is verbonden, en zijn de passagiersstoelen aan de pendulearm bevestigd. Volgens een nadere uitwerking zijn de passagiersstoelen roteerbaar met de pendulearm verbonden om ten minste één tweede as, die zich in hoofdzaak dwars op de pendulearm uitstrekt. De tweede rotatieas biedt een extra vrijheidsgraad van beweging, die voor een sensationele combinatie van rotatiebewegingen zorgt en elke passagier een unieke ervaring geeft.
Volgens weer een andere uitwerking is elke passagiersstoel roteerbaar met de pendulearm verbonden middels twee onafhankelijke rotatieassen, die zich in hoofdzaak dwars op de pendulearm uitstrekken. De attractie hiermee biedt nog een extra vrijheidsgraad van beweging, die voor een nog sensationelere combinatie van rotatiebewegingen zorgt en een passagier een intense ervaring geeft.
Bij voorkeur zijn een of meer van de rotatieassen vrij roteerbaar.
Volgens een praktische voorkeursuitvoeringsvorm zijn de passagiersstoelen in een of meer gondels gegroepeerd.
De uitvinding zal nu in meer detail worden beschreven onder verwijzing naar de figuren.
Figuur 1 toont schematisch een attractie volgens de uitvinding in een gebruikspositie;
Figuur 2 toont schematisch de attractie uit figuur 1 in een instappositie;
Figuur 3 toont schematisch een draagconstructie uit de attractie volgens de uitvinding in de gebruikspositie; en
Figuur 4 toont schematisch een draagconstructie uit de attractie volgens de uitvinding in de instappositie.
Attractie 1 is in de figuren getoond in een voorkeursuitvoeringsvorm met roterende passagiersstoelen 31, die zijn gegroepeerd in gondels 30. De belevenis van de amusementsrit is bepaald door een aantal rotatieassen R1, R2 en R3, die hieronder nader zullen worden beschreven. Dit is slechts een voorbeeld van de mogelijke amusementsrit voor deze attractie. In figuur 1 is de attractie 1 in gebruikspositie getoond. Dit is een momentopname in een bepaalde draaistand tijdens de amusementsrit.
In figuur 2 is de attractie 1 getoond in de instappositie of instapstand, waarin de passagiersstoelen toegankelijk zijn voor de passagiers. De instappositie is tevens de uitstappositie.
Attractie 1 omvat een tweetal draagconstructies 10, die op een onderlinge afstand in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar zijn geplaatst en met een eerste as 11 aan de bovenzijden met elkaar zijn verbonden. De passagiersstoelen 31 en de gondels 30 zijn roteerbaar met de eerste as of hoofdas 11 verbonden.
In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm omvat de attractie 1 twee draagconstructies 10. Dit aantal kan variëren.
Figuren 3 en 4 illustreren schematisch een enkele draagconstructie 10 in de gebruikspositie respectievelijk in de instappositie/uitstappositie.
De draagconstructie 10 omvat twee of meer masten 12, 13 die vanaf een onderzijde convergeren naar een bovenzijde. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is mast 12 scharnierbaar bevestigd middels een scharnier S3 in de draagconstructie aan de bovenzijde ervan, in het bijzonder aan een kop 16 van de hoofdas 11. De scharnierbare bevestigde mast 12 omvat twee mastsegmenten 12A en 12B, die middels een scharnier S2 met elkaar zijn verbonden.
Volgens de uitvinding is de attractie 1 voorzien van positioneermiddelen 14, 15 voor het scharnieren van de mast 12 met als doel om de draagconstructie 10 te bewegen tussen de instappositie en de gebruikspositie.
In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is de tweede mast 13 aan de bovenzijde vast bevestigd in de draagconstructie 10, in het bijzonder aan een kop 16 van de hoofdas 11. De tweede mast 13 is gevormd uit één mastsegment. De masten in de draagconstructie 10 zijn aan de onderzijde scharnierbaar bevestigbaar middels een scharnier S1 op een basis 100.
Attractie 1 is ontworpen als vaste attractie, dat wil zeggen voor gebruik op een (semi)permanente locatie, bijvoorbeeld in een pretpark. De scharnierbare bevestiging van de masten 12, 13 aan de basis 100 is belangrijk voor de beweging tussen de instappositie en de gebruikspositie. De basis 100 dient een vlakke basis te zijn met een voldoende hoge belastbaarheid, maar kan verder worden aangepast aan omgevingsvereisten van de vaste locatie. De basis 100 hoeft derhalve geen deel uit te maken van de attractie 1.
De positioneermiddelen 14,15 zijn ingericht om de draagconstructie 10 deels in te klappen. De positioneermiddelen 14, 15 zijn op de eerste mast 12 aangebracht en strekken zich uit over de scharnierbare verbinding S2 en verbinden het bovenste mastsegment 12A met het onderste mastsegment 12B. Geschikte positioneermiddelen zijn bij voorkeur hydraulisch of elektrisch uitgevoerd. Voorbeelden zijn elektrische spindels of hydraulische cilinders. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm zijn per draagconstructie twee hydraulische cilinders 14, 15 aangebracht, die zich in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uitstrekken. Elke van de hydraulische cilinders 14,15 grijpt enerzijds aan op het mastsegment 12A en anderzijds op het mastsegment 12B.
De positioneermiddelen 14, 15 zijn ingericht om de mastsegmenten 12A en 12B van de eerste mast 12 in de instappositie naar elkaar toe te dwingen en om de andere mast, in deze voorkeursuitvoeringsvorm mast 13, naar mast 12 toe te kantelen bij beweging van de gebruikspositie naar de instappositie.
De draagconstructie 10 omvat een contragewicht 17 op mast 2. Hiertoe is de mast 12 voorzien van een verder mastsegment 12C dat onder een hoek is bevestigd op het onderste mastsegment 12B. Het contragewicht 17 is aangebracht op het verdere mastsegment 12C, bij voorkeur aan een uiteinde daarvan. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is de hoek tussen de mastsegmenten 12C en 12B zodanig gekozen dat het verdere mastsegment 2C zich in de gebruikspositie in hoofdzaak evenwijdig uitstrekt aan de basis 100. Deze hoek is in hoofdzaak haaks. De hoek kan echter ook nul zijn, waarbij het mastsegment 12C in het verlengde van mastsegment 12B ligt. Optioneel kan het contragewicht in een ondergrondse ruimte worden opgenomen.
Attractie 1 omvat in de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm een pendulearm 20, die roteerbaar met de eerste as 11 is verbonden. De passagiersstoelen 31 zijn aan de pendulearm 20 bevestigd. De passagiersstoelen zijn aan één uiteinde van de pendulearm 20 bevestigd. Aan het andere uiteinde van de pendulearm 20 is een contragewicht 27 aangebracht. In de eerste as 11 is een aandrijving aangebracht voor het roteren van de pendulearm 20 om een rotatieas R1, die zich door de eerste as 11 uitstrekt. Een tweede as 22 strekt zich in hoofdzaak dwars op de pendulearm 20 uit aan een uiteinde daarvan. Deze tweede as 22 definieert een tweede rotatieas R2 voor de passagiersstoelen 31. Aan weerszijden van de tweede as 22 zijn verbindingsarmen of gondelarmen 21 roteerbaar om rotatieas R2 bevestigd. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is de rotatieas R2 in hoofdzaak centraal gelegen ten opzichte van de twee gondelarmen 21. De gondelarmen 21 zijn bij voorkeur aangedreven om de bijbehorende rotatieas R2. Middels een aandrijving in de tweede as 22 kunnen de gondels in de instappositie voor in- respectievelijk uitstappen worden gepositioneerd. In de instappositie strekken de gondelarmen 21 zich in hoofdzaak dwars op de pendulearm 20 uit en definiëren samen met de tweede as 22 een H-vorm. Bij een alternatieve uitvoering, waarin de gondelarmen vrij roteerbaar zijn om rotatieas R2 dienen (rem)middelen te zijn voorzien voor het arreteren van de gondelarmen 21 in de instappositie.
Aan de uiteinden van elke gondelarm 21 zijn de gondels 30 aangebracht. De gondels 30 zijn elk om een derde as 23 aangebracht die zich in hoofdzaak dwars uitstrekt op de gondelarmen 21. Elke derde as 23 definieert een derde rotatieas R3 waarom heen een van de gondels 30 en de passagiersstoelen 31 roteerbaar zijn. De gondels 30 zijn bij voorkeur vrij roteerbaar om de rotatieas R3. Bij voorkeur zijn remmiddelen voorzien voor het remmen van de rotatiebeweging van de gondels om de rotatieas R3. De twee gondelarmen 21 dragen elke twee gondels. Elke gondel 30 omvat twee rijen passagiersstoelen 31, die ruggelings zijn geplaatst.
Resumerend is elke passagiersstoel 31 middels twee onafhankelijke rotatieassen R2 en R3 verbonden met de pendulearm 20.
De uitvindingsgedachte berust op het inzicht dat de draagconstructie is ingericht om de passagiersstoelen naar een basis toe te bewegen. Ten minste één van de masten is daartoe inklapbaar uitgevoerd. De onderhavige uitvinding is geïllustreerd aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm, waarin twee identieke draagconstructies aanwezig zijn met elk twee convergerende masten. De uitvinding is echter ook toepasbaar bij varianten hierop. Enkele voorbeelden hiervan zijn een attractie met één enkele draagconstructie of met meer dan twee draagconstructies. Het aantal masten in de draagconstructie kan eveneens variëren. Bij één enkele draagconstructie kan sprake zijn van drie masten waarvan er een of meerdere uit beweegbare mastsegmenten zijn gevormd
De wijze van bevestigen van de passagiersstoelen aan de draagconstructie is afhankelijk van de amusementsrit en kan tevens variëren. Een pendulearm is daarbij optioneel. In plaats daarvan kan ook gekozen worden voor een andere bevestiging, bijvoorbeeld met roteerbare dragerarmen die aan de masten bevestigd zijn en een eerste as opspannen.
Accumulatoren zijn overigens zeer geschikt voor gebruik bij de positioneermiddelen, zowel als alternatief voor als in aanvulling op het contragewicht. Verder wordt opgemerkt dat het contragewicht op diverse alternatieve wijzen kan worden gerealiseerd, waaronder middels een katrol met gewicht.
Al deze varianten liggen binnen het handbereik van een deskundige na lezing van deze tekst.
In het algemeen geldt dat geschikte aandrijvingen, scharnieren, positioneermiddelen en arreteermiddelen of remmiddelen op zich op het relevante vakgebied bekend zijn.
De uitvinding is derhalve niet beperkt tot de beschreven en getoonde voorkeursuitvoeringsvorm, maar strekt zich uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang, zoals gedefinieerd in de conclusies en bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen.

Claims (16)

1. Attractie voor amusementsritten, zoals een pretparkattractie, voorzien van ten minste één draagconstructie, omvattende twee of meer masten die vanaf een onderzijde convergeren naar een bovenzijde, waarin elk van de masten aan de onderzijde bevestigbaar is op een basis, waarin ten minste één eerste mast twee mastsegmenten omvat, die beweegbaar met elkaar zijn verbonden, met het kenmerk, dat de attractie is voorzien van een aantal passagiersstoelen, die roteerbaar met de draagconstructie zijn verbonden en dat de attractie is voorzien van positioneermiddelen voor het ten opzichte van elkaar bewegen van de mastdelen van de ten minste ene eerste mast teneinde de draagconstructie te bewegen tussen een instappositie, waarin de passagiersstoelen toegankelijk zijn voor de passagiers, en een gebruikspositie, waarin de passagiersstoelen de bewegingen van de amusementsrit kunnen doorlopen.
2. Attractie volgens conclusie 1, waarin elk van de masten aan de onderzijde scharnierbaar bevestigbaar is op de basis, waarin ten minste de eerste mast aan de bovenzijde scharnierbaar is bevestigd in de draagconstructie en waarin de mastsegmenten middels een scharnierbare verbinding aan elkaar zijn bevestigd, met het kenmerk, dat de positioneermiddelen zijn ingericht voor het scharnieren van de mastdelen.
3. Attractie volgens conclusie 1of 2, waarin ten minste één tweede mast aan de bovenzijde vast is bevestigd in de draagconstructie.
4. Attractie volgens conclusie 1,2 of 3, waarin de tweede mast uit één mastsegment is gevormd.
5. Attractie volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de positioneermiddelen zijn ingericht om de draagconstructie deels in te klappen.
6. Attractie volgens conclusie 5, waarin de positioneermiddelen zijn ingericht om de mastsegmenten van de eerste mast naar elkaar toe te dwingen en de tweede mast naar de eerste mast toe te kantelen bij beweging van de gebruikspositie naar de instappositie.
7. Attractie volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de positioneermiddelen op de eerste mast zijn aangebracht en de mastsegmenten met elkaar verbinden.
8. Attractie volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de positioneermiddelen ten minste één hydraulische cilinder omvatten, die de mastsegmenten met elkaar verbindt.
9. Attractie volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de eerste mast is voorzien van een contragewicht.
10. Attractie volgens conclusie 8, waarin de eerste mast is voorzien van een verder mastsegment, dat onder een hoek aan het onderste mastsegment is bevestigd, waarin het contragewicht op het verdere mastsegment is aangebracht.
11. Attractie volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de attractie is voorzien van twee draagconstructies, die op een onderlinge afstand in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar zijn geplaatst, waarin de attractie is voorzien van een eerste as, die de bovenzijden van draagconstructies met elkaar verbindt, waarin de passagiersstoelen roteerbaar met de eerste as zijn verbonden.
12. Attractie volgens conclusie 10, waarin de attractie verder een pendulearm omvat, die roteerbaar met de eerste as is verbonden, en waarin de passagiersstoelen aan de pendulearm zijn bevestigd.
13. Attractie volgens conclusie 11, waarin de passagiersstoelen roteerbaar met de pendulearm zijn verbonden om ten minste één tweede as, die zich in hoofdzaak dwars op de pendulearm uitstrekt.
14. Attractie volgens conclusie 12, waarin elke passagiersstoel roteerbaar met de pendulearm is verbonden middels twee onafhankelijke rotatieassen, die zich in hoofdzaak dwars op de pendulearm uitstrekken.
15. Attractie volgens conclusie 12 of 13, waarin een of meer van de rotatieassen vrij roteerbaar zijn.
16. Attractie volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de passagiersstoelen in een of meer gondels zijn gegroepeerd.
NL2016150A 2016-01-25 2016-01-25 Attractie voor amusementsritten met verbeterde draagconstructie. NL2016150B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016150A NL2016150B1 (nl) 2016-01-25 2016-01-25 Attractie voor amusementsritten met verbeterde draagconstructie.
EP17152897.9A EP3216504B1 (en) 2016-01-25 2017-01-24 Attraction for amusement rides with improved support construction

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016150A NL2016150B1 (nl) 2016-01-25 2016-01-25 Attractie voor amusementsritten met verbeterde draagconstructie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2016150B1 true NL2016150B1 (nl) 2017-07-31

Family

ID=58016524

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2016150A NL2016150B1 (nl) 2016-01-25 2016-01-25 Attractie voor amusementsritten met verbeterde draagconstructie.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3216504B1 (nl)
NL (1) NL2016150B1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT202100024845A1 (it) * 2021-09-28 2023-03-28 Zamperla Antonio Spa Giostra.

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5688178A (en) * 1996-02-06 1997-11-18 Chance Industries, Inc. Amusement ride
NL1026349C1 (nl) * 2004-06-07 2005-12-08 Kig Heerenveen Bv Kermisattractie met een aan twee onderling evenwijdig roteerbare armen opgehangen personendrager.
DE102007001214B4 (de) * 2007-01-05 2009-04-02 Karl-Heinz Mordelt Vergnügungsgerät
NL1034591C2 (nl) 2007-10-29 2009-05-11 Kig Heerenveen Bv Staande draagconstructie voor een kermisattractie, in het bijzonder een reuzenrad.
CN201150794Y (zh) * 2007-11-07 2008-11-19 宁波工程学院 转圈自转座舱游艺训练器
IT1403919B1 (it) * 2011-02-08 2013-11-08 Guernieri & C S R L Attrazione per parchi di divertimento.

Also Published As

Publication number Publication date
EP3216504A2 (en) 2017-09-13
EP3216504A3 (en) 2018-06-27
EP3216504B1 (en) 2020-01-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20060035715A1 (en) Amusement ride
US7461665B2 (en) Shading apparatus
NL2016150B1 (nl) Attractie voor amusementsritten met verbeterde draagconstructie.
CN101080257B (zh) 具有可沿高度方向移动的载人托架的游乐场吸引装置
NL1021610C2 (nl) Vermaaksinrichting.
EP2745895B1 (fr) Plateforme mobile dans une structure cylindrique
US20080026858A1 (en) Fairground Attraction Having a People Carrier Suspended from Two Mutually Parallel Rotatable Arms
US11027207B2 (en) Amusement ride with gondolas mounted on a support and having rows of seats mounted by Cardan suspension
NL2010220C2 (nl) Pendulumattractie voor amusementsritten.
NL2003796C2 (nl) Zweefattractie.
ATE429278T1 (de) Zusammenklappbares traggestell für ein fahrgeschäft
NL1027850C1 (nl) Kermisattractie met aan een roteerbare arm opgehangen, tijdens de rotatie vlak gehouden personendrager (s).
GB2278291A (en) Fairground equipment
NL1034667C1 (nl) Roteerbare kermisattractie met aan zwenkbare armen opgehangen gondels.
EP3020458B1 (en) Amusement device with tilting rotatable structure
NL1024884C1 (nl) Kermisattractie met in hoogterichting verplaatsbare personendrager.
NL2022973B1 (nl) Zweefattractie met besturingsmiddelen voor het besturen van de uitzwenking
EP1559461A1 (en) Fairground attraction
NL2005271C2 (nl) Amusementsinrichting met op en neer beweegbare armen.
JP5422410B2 (ja) 荷台移動式運搬車における荷台作業状態告知装置
NL1024185C2 (nl) Kermisattractie met een om twee evenwijdige assen draaibare gondel.
US1295145A (en) Amusement device.
NL1018983C2 (nl) Molen voor een kermis of attractiepark.
AU2014259491A1 (en) Stand post
AU2012202921A1 (en) Shading apparatus