NL1027850C1 - Kermisattractie met aan een roteerbare arm opgehangen, tijdens de rotatie vlak gehouden personendrager (s). - Google Patents

Kermisattractie met aan een roteerbare arm opgehangen, tijdens de rotatie vlak gehouden personendrager (s). Download PDF

Info

Publication number
NL1027850C1
NL1027850C1 NL1027850A NL1027850A NL1027850C1 NL 1027850 C1 NL1027850 C1 NL 1027850C1 NL 1027850 A NL1027850 A NL 1027850A NL 1027850 A NL1027850 A NL 1027850A NL 1027850 C1 NL1027850 C1 NL 1027850C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
arm
fairground attraction
drive means
fairground
person
Prior art date
Application number
NL1027850A
Other languages
English (en)
Inventor
Hette Knijpstra
Original Assignee
Kig Heerenveen Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kig Heerenveen Bv filed Critical Kig Heerenveen Bv
Priority to NL1027850A priority Critical patent/NL1027850C1/nl
Priority to PCT/NL2005/000887 priority patent/WO2006068477A1/en
Priority to EP05825948A priority patent/EP1830937B1/en
Priority to DE602005016153T priority patent/DE602005016153D1/de
Priority to AT05825948T priority patent/ATE439897T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1027850C1 publication Critical patent/NL1027850C1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63GMERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
    • A63G27/00Russian swings; Great wheels, e.g. Ferris wheels
    • A63G27/02Russian swings; Great wheels, e.g. Ferris wheels with special movements of the seat-carriers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63GMERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
    • A63G2200/00Means for transporting or storing public amusement arrangements

Landscapes

  • Motorcycle And Bicycle Frame (AREA)
  • Supports Or Holders For Household Use (AREA)
  • Holders For Apparel And Elements Relating To Apparel (AREA)
  • Jib Cranes (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)

Description

KERMISATTRACTIE MET AAN EEN ROTEERBARE ARM OPGEHANGEN, TIJDENS DE ROTATIE VLAK GEHOUDEN PERSONENDRAGER (S)
De uitvinding heeft betrekking op een kermisattractie, omvattende een frame, een arm die roteerbaar om een onder een hoek met de horizontaal verlopende hoofdas in het frame gelagerd is, tenminste één beweegbaar nabij een 5 uiteinde van de arm opgehangen personendrager, en middelen voor het roterend rond de hoofdas aandrijven van de arm. Een dergelijke kermisattractie is bekend, en wordt door aanvraagster onder de naam "Inferno" op de markt gebracht.
Deze bekende attractie omvat een frame in de vorm van 10 een mast, waarop een arm roteerbaar gelagerd is om een eerste as die onder een hoek van 45° staat met de horizon. Aan één eind van de arm zijn twee gondels of personendragers opgehangen aan weerszijden van een tweede rotatieas, die een hoek van 45° maakt met de langsas van de arm. Deze gondels 15 zijn verder roteerbaar om hun eigen langsas. De gondels worden elk gevormd door een bodem waarop een aantal zitplaatsen is aangebracht. De zitplaatsen in de beide gondels zijn naar de tweede rotatieas gericht, zodat de passagiers in de attractie elkaar aankijken. Door de schuine 20 stand van de eerste en tweede as kan het vlak waarin de gondels om de tweede as roteren variëren van horizontaal -wanneer de gondels zich in het laagste punt van hun baan om de eerste as bevinden - tot verticaal - wanneer de gondels zich in het hoogste punt van de baan bevinden. In combinatie 25 met de rotatie om de langsas van de gondels levert dit een sensationele beleving, die echter inmiddels op grote schaal bekend is.
Er bestaat dan ook een voortdurende behoefte aan nieuwe kermisattracties, die spectaculairder zijn dan de 30 bestaande. In het geval van verrijdbare attracties voor 1027850 2 rondreizende kermissen, moeten deze steeds spectaculairdere bewegingen bovendien worden bereikt met relatief compacte installaties, die snel en eenvoudig op te bouwen en af te breken zijn.
5 Daarom is in aanvraagsters eerdere, niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 1026349 al een kermisattractie beschreven, die gevormd wordt door een frame met twee masten, die elk een roteerbaar aangedreven arm dragen. De twee armen zijn onderling evenwijdig, en roteren 10 om assen die onder een hoek staan ten opzichte van de horizontaal. Elke arm vertoont aan één einde een uithouder, en tussen deze beide uithouders is een gondel of personendrager scharnierbaar opgehangen. Bij deze attractie voeren de armen en de gondel een parallellogrambeweging uit 15 in een hellend vlak, waarbij de gondel daarnaast nog schommelt. Doordat de gondel voorzien is van zitplaatsen die naast elkaar geplaatst zijn in de richting van de verbindingslijn tussen de beide armen, kijken de passagiers daarbij naar voren, het kermisterrein op. Door de combinatie 20 van een ook bij lage toerentallen reeds relatief snelle beweging in drie verschillende richtingen en de blik op het publiek en het kermisterrein, wordt een grote snelheidsbeleving bereikt. Deze eerder voorgestelde kermisattractie is verder compact en goed transporteerbaar. 25 Hij heeft echter het nadeel, dat de kosten daarvan relatief hoog zijn, als gevolg van de noodzaak van twee masten en een dubbel uitgevoerde ophanging van de gondel met twee armen en uithouders.
De uitvinding heeft nu tot doel een nieuwe 30 kermisattractie te verschaffen, die een grote snelheidsbeleving biedt, maar toch compact en goed transporteerbaar is, en die een relatief geringe investering vergt. Volgens de uitvinding wordt dit bij een •i n??R50 % Η 3 kermisattractie van de in de aanhef beschreven soort bereikt, door met de tenminste ene personendrager samenwerkende vlakhoudmiddelen voor het tijdens een rotatiebeweging van de arm in hoofdzaak horizontaal houden daarvan. Door de 5 vlakhoudmiddelen kan de beweging van de attractie volgens de Nederlandse aanvrage 1026349 worden bereikt, zonder dat daarvoor een parallellogram-geleiding met twee masten en twee armen nodig is.
Bij voorkeur is de tenminste ene personendrager 10 roteerbaar om een hulpas opgehangen aan de arm, en zijn de vlakhoudmiddelen ingericht voor het synchroniseren van een rotatiebeweging van de tenminste ene personendrager om de hulpas met de rotatiebeweging van de arm om de hoofdas. Door het synchroon - maar tegengesteld - doen roteren van de 15 personendrager(s) en de arm wordt de horizontale stand van de personendrager(s) eenvoudig gehandhaafd.
Voor een optimaal gesynchroniseerde beweging van de personendrager(s) verdient het de voorkeur, dat de tenminste ene personendrager roteerbaar rond de hulpas wordt 20 aangedreven door sedundaire aandrijfmiddelen, en de vlakhoudmiddelen een koppeling tussen de arm-aandrijfmiddelen en de secundaire aandrijfmiddelen omvatten. Door de aandrijving van de arm rechtstreeks te koppelen aan die van de personendrager(s) volgt/volgen deze de beweging van de arm 25 automatisch.
Een constructief eenvoudige en tegen geringe kosten te vervaardigen attractie wordt daarbij verkregen, wanneer de secundaire aandrijfmiddelen passief zijn en de koppeling een mechanische overbrenging is. Zo kan de aandrijving van de arm 30 tevens worden gebruikt voor het doen roteren van de personendrager(s). Teneinde een robuuste uitvoering te bereiken, omvat bij voorkeur de mechanische overbrenging een aantal tussen de arm-aandrijfmiddelen en de secundaire 1027850 4 aandrijfmiddelen geschakelde tandwielen. Wanneer de arm relatief lang is, en een grote afstand overbrugd moet worden tussen de hoofdas en de hulpas, kan de mechanische overbrenging tenminste één tussen de arm-aandrijfmiddelen en 5 de secundaire aandrijfmiddelen geschakelde, roteerbare aftakas en aan de einden daarvan aangebrachte haakse overbrengingen omvatten.
Daarnaast is het ook goed denkbaar dat de secundaire aandrijfmiddelen een motor omvatten en de koppeling een 10 meester/slaaf-besturing omvat. Zo wordt een lichtere constructie met minder bewegende onderdelen verkregen.
Teneinde de personendrager(s) onder alle omstandigheden vlak te houden, is bij voorkeur de koppeling redundant uitgevoerd. Zo hoeft een storing in de koppeling 15 niet tot gevaarlijke situaties te leiden.
Bij voorkeur is de tenminste ene personendrager opgehangen aan een uithouder, die roteerbaar om de hulpas in de arm gelagerd is. Zo wordt voldoende vrije ruimte gecreëerd voor bewegingen van de personendrager(s).
20 In dat geval kan de tenminste ene personendrager roteerbaar om zijn langsas gelagerd zijn in de uithouder, waardoor een schommelbeweging van de personendrager(s) mogelijk wordt. Om de schommelbeweging te begrenzen en te besturen, is de attractie in een voorkeursuitvoering voorzien 25 van met de tenminste ene personendrager samenwerkende middelen voor het afremmen van zijn rotatiebeweging ten opzichte van de uithouder. Daarnaast of in plaats daarvan kunnen er met de tenminste ene personendrager samenwerkende middelen aanwezig zijn voor het roterend om zijn langsas 30 aandrijven daarvan. Dergelijke aandrijfmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van een bestuurbare elektromotor of hydraulische motor, kunnen de schommelbeweging van de personendrager in gang zetten of versterken.
1027850 5
Bij voorkeur omvatten de arm-aandrijfmiddelen tenminste één elektromotor. Een dergelijke aandrijving is relatief compact, krachtig en betrouwbaar, terwijl daarvoor geen onderhoudsgevoelig hydraulisch leidingnet nodig is.
5 Teneinde het in- en uitstappen van de passagiers te vereenvoudigen, kan de attractie voorzien zijn van tenminste één nabij de onderzijde van het frame daarmee verbonden podium, dat zwenkbaar is tussen een relatief laaggelegen opbergstand en een hoger gelegen in- en uitstapstand.
10 In een voorkeursuitvoering is het frame op een verrijdbaar onderstel aangebracht. Zo kan de kermisattractie eenvoudig over de weg vervoerd worden. In dat geval is bij voorkeur de uithouder losneembaar met de arm verbonden, zodat door het losnemen van de uithouder met de personendrager(s) 15 en het naar een horizontale stand roteren van de arm de kermisattractie een relatief laag en smal profiel krijgt, hetgeen van belang is in verband met het passeren van tunnels en viaducten. Verder verdient het de voorkeur dat het tenminste ene podium zwenkbaar is naar een tegen het frame 20 staande transportstand, en in deze transportstand verder opvouwbaar is, waardoor dit op hetzelfde onderstel vervoerd kan worden, zonder eerst gedemonteerd te hoeven worden.
Teneinde de attractie snel en eenvoudig voor transport gereed te kunnen maken, vertoont tenslotte het 25 onderstel bij voorkeur middelen voor het daarop laden van de uithouders met de tenminste ene personendrager.
De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening, waarin: 30 Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van de kermisattractie volgens de uitvinding in rust, 1027850 6
Fig. 2, 3 en 4 respectievelijk een vooraanzicht, een bovenaanzicht en een zijaanzicht zijn van de attractie van fig. 1,
Fig. 5 een perspectivisch aanzicht is van de 5 kermisattractie in gebruik, waarbij de personendragers hun hoogste stand innemen.
Fig. 6 een zijaanzicht is van de attractie van fig.
5,
Fig. 7 een schematische weergave is van een 10 mechanische overbrenging voor gebruik in de kermisattractie volgens de uitvinding,
Fig. 8 een schematische weergave toont van een alternatieve overbrenging,
Fig. 9 een perspectivisch aanzicht is van de 15 kermisattractie in zijn opgeklapte toestand voor transport, en
Fig. 10 en 11 respectievelijk een bovenaanzicht en een zijaanzicht zijn van de attractie in zijn transportstand.
Een kermisattractie 1 omvat een frame 2, dat hier de 20 gedaante heeft van een mast. Deze mast 2 draagt aan zijn top 4 een draaikrans 5, die een hoofdas Rj bepaalt. De hoofdas R2 sluit, wanneer de kermisattractie 1 in bedrijf is, een hoek α in met de horizontaal H. In het getoonde voorbeeld bedraagt deze hoek α ongeveer 20°.
25 Aan de mast 2 is via de draaikrans 5 een arm 6 opgehangen, die roteerbaar is om de hoofdas R x. Deze arm 6 is nagenoeg halverwege roteerbaar met de mast 2 verbonden, en vertoont een vrij eind 7 waaraan een contragewicht 8 bevestigd is, en een tegenover gelegen eind 9, waaraan een 30 tweetal personendragers 10 is opgehangen.
Elke personendrager 10 is gevormd door een als rugleuning fungerende balk 11, waaraan een aantal zittingen 12 is bevestigd, die van elkaar zijn gescheiden door 1027850 7 armleuningen 13. Ook zijn op de balk 11 een aantal hoofdsteunen 14 gemonteerd. De zittingen 12, armleuningen 13 en hoofdsteunen 14 bepalen samen zitplaatsen voor passagiers. De personendragers 10 zijn hier niet voorzien van 5 voetenborden, zodat de benen van de passagiers dus vrij hangen. Dit vergroot de sensatie. Aan de naar elkaar gekeerde einden van de beide personendragers 10 zijn schermen 15 bevestigd, die de benen van de passagiers in de binnenste zitplaatsen beschermen tegen contact met de armen 6. De 10 schermen 15 zijn hier vervaardigd van een doorzichtig materiaal, bijvoorbeeld kunststof, om het uitzicht van de passagiers niet te belemmeren. Om redenen die hierna zullen worden toegelicht zijn de schermen 15 relatief lang.
De personendragers 10 zijn niet rechtstreeks aan het 15 einde 9 van de arm 6 opgehangen, maar aan een ongeveer loodrecht op de arm 6 staande uithouder 16. Hierdoor wordt ruimte geschapen tussen de arm 6 en de personendragers 10, die nodig is voor de mogelijke bewegingen van de personendragers 10. Deze uithouder 16 is roteerbaar om een 20 hulpas R 2, die ongeveer samenvalt met zijn eigen langsas, gelagerd in het uiteinde 9 van de arm 6. Dit is van belang om tijdens een rotatie van de arm 6 om de hoofdas R x de personendragers 10 horizontaal te kunnen houden.
Elke personendrager 10 is roteerbaar om zijn langsas 25 L met een einde opgehangen aan de uithouder 16. Daartoe is het vrije uiteinde van de uithouder 16 uitgevoerd als een huis 3, waarin de beide personendragers 10 door middel van lagers 17 roteerbaar zijn opgenomen. Omdat de personendragers 10 beide vrijdragend aan de uithouder 16 zijn opgehangen, 30 dienen de lagers 17 en het huis 3 grote krachten en momenten te kunnen opnemen.
Om ongecontroleerde bewegingen van de personendragers 10, en met name het over de kop gaan daarvan te voorkomen, 1027850 8 kunnen er middelen aanwezig zijn om de rotatiebewegingen te dempen en/of te begrenzen. Hierdoor kunnen de belastingen op de constructie worden beperkt, zodat de attractie 1 als geheel lichter geconstrueerd kan worden. Ook zijn hierdoor 5 hogere bewegingssnelheden toelaatbaar, waardoor de sensatie verder wordt vergroot. Deze dempings- en/of begrenzingsmiddelen worden hier verder niet in detail beschreven, maar kunnen van hetzelfde type zijn als gebruikt in de attractie volgens de eerdere octrooiaanvrage 1026349.
10 De attractie 1 omvat verder middelen voor het roterend aandrijven van de arm 6. De arm-aandrijfmiddelen omvatten hier een elektromotor 36 en een daarmee verbonden vertragende overbrenging, die ingebouwd is in een huis 18 in de kop 4 van de mast 2. Deze vertragende overbrenging is op 15 zijn beurt verbonden met de draaikrans 5 voor het aandrijven van de arm 6.
Verder omvat de attractie 1 volgens de uitvinding vlakhoudmiddelen, waardoor de personendragers 10 horizontaal gehouden worden als de arm 6 roteert. Deze vlakhoudmiddelen 20 zijn hier ingericht voor het synchroniseren van de rotatiebeweging van de uithouder 16 met daaraan de personendragers 10 - om de hulpas R 2 enerzijds en de rotatiebeweging van de arm 6 rond de hoofdas Rx anderzijds.
In het getoonde voorbeeld zijn ook voor de 25 rotatiebeweging van de uithouder 16 met de personendragers 10 aandrijfmiddelen voorzien, hierna aangeduid als secundaire aandrijfmiddelen. De vlakhoudmiddelen vormen daarbij een koppeling tussen de arm-aandrijfmiddelen en de secundaire aandrijfmiddelen. De secundaire aandrijfmiddelen zijn in het 30 getoonde voorbeeld passief, en omvatten een tandwiel 35 dat in de draaikrans 34 grijpt, waarmee de uithouder 16 op de arm 6 gelagerd is. De koppeling is hier een mechanische overbrenging, waardoor de secundaire aandrijving rechtstreeks 1027850" 9 aangedreven wordt door de hoofdaandrijving voor de arm 6.
Deze mechanische overbrenging omvat hier een eerste tandwiel 30, dat ingrijpt in de draaikrans 5 van de lagering van de arm 6 aan de mast 2. Dit tandwiel 30 staat via twee relatief 5 kleine tussenwielen 31 in verbinding met een tussentandwiel 32, dat op zijn beurt via twee volgende tussenwielen 33 met het tandwiel 35 van de secundaire aandrijfmiddelen verbonden is. De dubbele uitvoering van de tussenwielen 31, 32 zorgt voor redundantie, zodat het bezwijken van een of meer tanden 10 op een van de tandwielen 30, 32, 35 niet direct zal leiden tot het verlies van de mechanische verbinding. De kans dat in beide segmenten van een tandwiel die ingrijpen in de tussenwielen tegelijkertijd tanden zullen bezwijken is immers nagenoeg verwaarloosbaar.
15 Wanneer de overbrenging een grotere afstand moet overbruggen, bij een relatief lange arm, kan in plaats van een tandwieloverbrenging gekozen worden voor een overbrenging op basis van een aftakas 34, bijvoorbeeld een cardanas, die door middel van haakse overbrengingen 27 verbonden is met 20 enerzijds het eerste tandwiel 30 en anderzijds het tandwiel 35 van de secundaire aandrijfmiddelen. Met het oog op de gewenste redundantie zijn er hier weer twee van dergelijke aftakassen 34 getoond.
Voor de kermisattractie 1 is een podium 28 gevormd, 25 dat door hekken 29 wordt afgeschermd, en dat dient voor het in- en uitstappen van de passagiers. Om het in- en uitstappen te vereenvoudigen, is een deel 37 van het podium 28 verplaatsbaar vanuit een laaggelegen opbergstand, waarin het podiumdeel 37 voldoende ver buiten de baan van de 30 personendragers 10 ligt, naar een hogere in- en uitstapstand. Het podium 28 wordt daarbij gevormd door een vast deel 38, dat reeds op enige afstand boven de ondergrond G geplaatst is, en via trappen 39 aan weerszijden bereikbaar is, en het 1027850 « 10 in hoogterichting verplaatsbare deel 37. Dit podiumdeel 37 rust in het getoonde voorbeeld op een tweetal draagarmen 40, die door middel van scharnieren 41 zwenkbaar verbonden zijn met een verrijdbaar onderstel 19 waarop de mast 2 is 5 geplaatst.
Tijdens bedrijf van de attractie 1 zijn de draagarmen 40 en dus het podiumdeel 37 naar beneden geklapt, zodat de bewegingen van de roterende arm 6 en de personendragers 10 niet worden belemmerd. Wanneer de arm 6 en de personendragers 10 10 tot stilstand zijn gebracht in de getoonde onderste stand, worden de draagarmen 40 en het beweegbare deel 37 van het podium 28 door (hier niet getoonde) aandrijfelementen weer omhooggeklapt naar de getoonde in- en uitstapstand. Om de personendragers 10 te stabiliseren rusten in deze stand de 15 schermen 15 op het podiumdeel 37.
De mast 2 staat zoals gezegd in het getoonde voorbeeld op een verrijdbaar onderstel 19. Dit onderstel 19 heeft hier de vorm van een oplegger, en vertoont een de mast 2 dragend deel 20, alsmede een zwanenhals 21 waarmee het 20 onderstel 19 wordt opgelegd op een trekkend voertuig 22. Het onderdeel 19 vertoont hier drie aslijnen 23.
Teneinde het frame 2 tijdens het gebruik van de kermisattractie stabiel op de ondergrond G te plaatsen, is dit voorzien van twee paar stempelarmen 24, die met één einde 25 bevestigd zijn aan het frame 2, en met hun vrije einde elk rusten op een stempel 25. In verband met het transport van de kermisattractie 1 over de weg zijn de stempelarmen 24 inklapbaar uitgevoerd. De voorste stempelarmen 24 scharnieren in het getoonde voorbeeld naar achteren, terwijl de achterste 30 stempelarmen 24 naar voren zwenkbaar zijn, zodat alle vier de armen 24 langs het onderstel 19 liggen.
| De uithouder 16 is met het oog op het transport losneembaar met de arm 6 verbonden. De uithouder 16 met de 1027850 " ♦ 11 daaraan opgehangen personendragers 10 kan zo naast de mast 2 op het onderstel 19 worden gelegd. Daartoe kan het onderstel 19 nog voorzien zijn van (hier niet getoonde) beweegbare beladingsmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van in 5 dwarsrichting verschuifbare aangedreven sledes, waar de personendragers 10 op gelegd kunnen worden.
De draagarmen 40 van het beweegbare deel 37 van het podium 28 kunnen voor het transport verder omhoog gezwenkt worden tot een nagenoeg verticale transportstand. De 10 draagarmen 40 zijn hier gedeeld uitgevoerd, met een scharnier 26 ongeveer halverwege, zodat het podiumdeel 37 in de transportstand nog verder opgevouwen kan worden.
De werking van de kermisattractie 1 is nu als volgt. Nadat passagiers zijn ingestapt terwijl de personendragers 10 15 zich in de in- en uitstapstand bevinden (fig. 1-4) wordt het podiumdeel 37 omlaag gezwenkt, waarna de motor 36 gestart wordt. Hierdoor wordt de arm 6 in rotatie gebracht rond de hoofdas Rj. Via de overbrenging wordt de rotatiebeweging van de arm 6 omgezet in een daarmee synchrone, tegengesteld 20 gerichte rotatie van de uithouder 16 om de hulpas R 2, waardoor de personendragers 10 vlak gehouden worden.
In eerste instantie kan de draairichting van de motor 36 periodiek omgekeerd worden, zodat de arm 6 een schommelbeweging uitvoert, waarvan de uitslagen steeds groter 25 worden. Wanneer de personendragers 10 eenmaal de bovenste stand bereikt hebben (fig. 5, 6) kan de motor in dezelfde richting blijven draaien, waardoor een doorgaande rotatiebeweging wordt verkregen. Deze kan ook weer op enig punt van de baan van de personendragers 10 worden omgekeerd. 30 Wanneer het koppel van de motor groot genoeg is om de arm 6 met daaraan de personendragers 10 direct naar de bovenste stand te draaien, kan uiteraard de hiervoor beschreven schommelbeweging achterwege worden gelaten.
1027850" 12
Doordat de hoofdas R x onder een hoek Oi met de horizontaal H staat, beweegt de arm 6 in een hellend vlak, zodat de bewegingen van de personendragers 10 drie componenten bevatten, te weten een zijdelingse beweging, een 5 beweging van voor naar achter en een beweging omhoog en omlaag. Hierdoor wordt reeds bij relatief lage rotatiesnelheden, in de orde van tien tot dertig omwentelingen per minuut, bij voorkeur vijftien tot vijfentwintig, en meer bepaald tweeëntwintig omwentelingen 10 per minuut, een grote snelheidsbeleving verkregen. Door deze lage benodigde rotatiesnelheden kan volstaan worden met een motor met een relatief laag vermogen, waardoor de kosten van de kermisattractie 1 beperkt blijven, terwijl ook de constructie relatief licht uitgevoerd kan worden.
15 Als gevolg van de rotatie van de arm 6 om de hoofdas R i zullen de personendragers 10, die immers roteerbaar in de uithouder 16 gelagerd zijn, een schommelbeweging gaan uitvoeren rond hun langsas L. Deze schommelbeweging kan door de remmiddelen worden begrensd of gedempt. Daarnaast kunnen 20 de remmiddelen worden gebruikt om de schommelbeweging op gang te brengen of te versterken, door de personendragers 10 tijdelijk in een bepaalde stand te fixeren en dan los te laten.
Zo biedt de kermisattractie 1 volgens de uitvinding 25 dus met relatief eenvoudige middelen een bijzondere sensatie van beweging, snelheid en vrijheid.
Hoewel de uitvinding hiervoor beschreven is aan de hand van een voorbeeld, zal duidelijk zijn dat deze daartoe niet beperkt is. Zo zou bijvoorbeeld de secundaire 30 aandrijving actief kunnen zijn, dus een afzonderlijke motor kunnen omvatten. Deze zou dan in een meester/slaaf-besturing verbonden kunnen zijn met de motor 36 van de arm-aandrijving. Ook zouden de arm 6 en de uithouder 16 elk aangedreven kunnen 1027850 13 worden door een hydraulische motor, waarbij de koppeling gevormd zou kunnen worden door een gezamenlijk hydraulisch circuit voor de voeding van de motoren. Verder zouden de vorm en afmetingen van de mast 2, de arm 6 en de personendragers 5 10 gevarieerd kunnen worden, terwijl daarnaast het frame 2 natuurlijk ook vast uitgevoerd zou kunnen zijn, als de attractie 1 in een pretpark gebruikt wordt.
De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.
1027850

Claims (18)

1. Kermisattractie, omvattende een frame, een arm die roteerbaar om een onder een hoek met de horizontaal verlopende hoofdas in het frame gelagerd is, tenminste één beweegbaar nabij een uiteinde van de arm opgehangen 5 personendrager, en middelen voor het roterend rond de hoofdas aandrijven van de arm, gekenmerkt door met de tenminste ene personendrager samenwerkende vlakhoudmiddelen voor het tijdens een rotatiebeweging van de arm in hoofdzaak horizontaal houden daarvan.
2. Kermisattractie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tenminste ene personendrager roteerbaar om een hulpas is opgehangen aan de arm, en de vlakhoudmiddelen ingericht zijn voor het synchroniseren van een rotatiebeweging van de tenminste ene personendrager om de 15 hulpas met de rotatiebeweging van de arm om de hoofdas.
3. Kermisattractie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tenminste ene personendrager roteerbaar rond de hulpas wordt aangedreven door sedundaire aandrijfmiddelen, en de vlakhoudmiddelen een koppeling tussen de arm- 20 aandrijfmiddelen en de secundaire aandrijfmiddelen omvatten.
4. Kermisattractie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de secundaire aandrijfmiddelen passief zijn en de koppeling een mechanische overbrenging is.
5. Kermisattractie volgens conclusie 4, met het 25 kenmerk, dat de mechanische overbrenging een aantal tussen de arm-aandrijfmiddelen en de secundaire aandrijfmiddelen geschakelde tandwielen omvat.
6. Kermisattractie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de mechanische overbrenging tenminste één tussen 30 de arm-aandrijfmiddelen en de secundaire aandrijfmiddelen 1027850 geschakelde, roteerbare aftakas en aan de einden daarvan aangebrachte haakse overbrengingen omvat.
7. Kermisattractie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de secundaire aandrijfmiddelen een motor 5 omvatten en de koppeling een meester/slaaf-besturing omvat.
8. Kermisattractie volgens één der conclusies 3 tot 7, met het kenmerk, dat de koppeling redundant is uitgevoerd.
9. Kermisattractie volgens één der conclusies 2 tot 8, met het kenmerk, dat de tenminste ene personendrager 10 opgehangen is aan een uithouder, die roteerbaar om de hulpas in de arm gelagerd is.
10. Kermisattractie volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de tenminste ene personendrager roteerbaar om zijn langsas gelagerd is in de uithouder.
11. Kermisattractie volgens conclusie 10, gekenmerkt door met de tenminste ene personendrager samenwerkende middelen voor het afremmen van zijn rotatiebeweging ten opzichte van de uithouder.
12. Kermisattractie volgens conclusie 10 of 11, 20 gekenmerkt door met de tenminste ene personendrager samenwerkende middelen voor het roterend om zijn langsas aandrijven daarvan.
13. Kermisattractie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de arm-aandrijfmiddelen 25 tenminste één elektromotor omvatten.
14. Kermisattractie volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door tenminste één nabij de onderzijde van het frame daarmee verbonden podium, dat zwenkbaar is tussen een relatief laaggelegen opbergstand en een hoger 30 gelegen in- en uitstapstand.
15. Kermisattractie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het frame op een verrijdbaar onderstel is aangebracht. -02 f850"" 6 o
16. Kermisattractie volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de uithouder losneembaar met de arm verbonden is.
17. Kermisattractie volgens conclusie 14 en 15 of 16, 5 met het kenmerk, dat het tenminste ene podium zwenkbaar is naar een tegen het frame staande transportstand, en in deze transportstand verder opvouwbaar is.
18. Kermisattractie volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat het onderstel middelen vertoont voor het 10 daarop laden van de uithouders met de tenminste ene personendrager. 1027850"
NL1027850A 2004-12-22 2004-12-22 Kermisattractie met aan een roteerbare arm opgehangen, tijdens de rotatie vlak gehouden personendrager (s). NL1027850C1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027850A NL1027850C1 (nl) 2004-12-22 2004-12-22 Kermisattractie met aan een roteerbare arm opgehangen, tijdens de rotatie vlak gehouden personendrager (s).
PCT/NL2005/000887 WO2006068477A1 (en) 2004-12-22 2005-12-22 Fairground attraction having one or more people carriers suspended prom a rotary arm and kept level during rotation
EP05825948A EP1830937B1 (en) 2004-12-22 2005-12-22 Fairground attraction having one or more people carriers suspended from a rotary arm and kept level during rotation
DE602005016153T DE602005016153D1 (de) 2004-12-22 2005-12-22 Fahrgeschäftattraktion mit einer oder mehreren an einem dreharm hängenden und während der drehung waagrecht gehaltenen personentransportvorrichtungen
AT05825948T ATE439897T1 (de) 2004-12-22 2005-12-22 Fahrgeschäftattraktion mit einer oder mehreren an einem dreharm hängenden und während der drehung waagrecht gehaltenen personentransportvorrichtungen

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027850 2004-12-22
NL1027850A NL1027850C1 (nl) 2004-12-22 2004-12-22 Kermisattractie met aan een roteerbare arm opgehangen, tijdens de rotatie vlak gehouden personendrager (s).

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1027850C1 true NL1027850C1 (nl) 2006-06-30

Family

ID=36011181

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027850A NL1027850C1 (nl) 2004-12-22 2004-12-22 Kermisattractie met aan een roteerbare arm opgehangen, tijdens de rotatie vlak gehouden personendrager (s).

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP1830937B1 (nl)
AT (1) ATE439897T1 (nl)
DE (1) DE602005016153D1 (nl)
NL (1) NL1027850C1 (nl)
WO (1) WO2006068477A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2438746C1 (ru) * 2010-07-08 2012-01-10 Владимир Алексеевич Гнездилов Колесо обозрения
IT1403919B1 (it) * 2011-02-08 2013-11-08 Guernieri & C S R L Attrazione per parchi di divertimento.

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2229966A (en) * 1938-02-19 1941-01-28 Lee U Eyerly Amusement machine
NL8005111A (nl) * 1980-09-11 1982-04-01 Bakker D Carousselbouw Overslagschommel.
DE3234325A1 (de) * 1982-09-16 1984-03-22 Alfred W. Weber Maschinenfabrik GmbH & Co, 2800 Bremen Rundfahrgeschaeft mit an einem um horizontaler achse drehbarer tragarm angebrachter fahrgastgondel
DE3440728A1 (de) * 1984-11-08 1986-05-07 Rainer Dipl.-Ing. 4450 Lingen Kempe Karussel-vergnuegungs-fahrgeschaeft
DE4244402A1 (de) * 1992-12-29 1994-06-30 Michael Schottenloher Rundfahrgeschäft (Karussell), bei dem durch Überlagerung zweier vertikaler Kreisbewegungen, die voneinander abhängig sind, ein Fahrablauf erzielt wird, der annähernd einem sphärischen Zweieck gleicht
DE29606585U1 (de) * 1996-04-11 1996-08-01 Eberhardt, Ottomar Ernst, 63452 Hanau Karussel
AU6406301A (en) * 2000-06-16 2001-12-24 Kuka Roboter Gmbh Ride apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
ATE439897T1 (de) 2009-09-15
EP1830937A1 (en) 2007-09-12
EP1830937B1 (en) 2009-08-19
DE602005016153D1 (de) 2009-10-01
WO2006068477A1 (en) 2006-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1028118C1 (nl) Kermisattractie met driftend langs een baan beweegbare personendragers.
US8490550B2 (en) Roller coaster with articulable seat backs
CN101372232A (zh) 用于沿机械升降设施的高架索道作业的维修车
EP1667931B1 (fr) Engin de levage
US3140092A (en) Epicyclic roundabout
NL1027850C1 (nl) Kermisattractie met aan een roteerbare arm opgehangen, tijdens de rotatie vlak gehouden personendrager (s).
NL2010106C2 (nl) Attractie voor amusementsritten.
US5564983A (en) Tower ride
NL1021610C2 (nl) Vermaaksinrichting.
US5947828A (en) Ride for fun fairs
CN101080257B (zh) 具有可沿高度方向移动的载人托架的游乐场吸引装置
EP2745895A1 (fr) Plateforme mobile dans une structure cylindrique
NL2021772B1 (nl) Attractie voor amusementsritten
US20080026858A1 (en) Fairground Attraction Having a People Carrier Suspended from Two Mutually Parallel Rotatable Arms
NL8101745A (nl) Schommel.
NL2016150B1 (nl) Attractie voor amusementsritten met verbeterde draagconstructie.
US1203453A (en) Amusement device.
NL1025364C2 (nl) Kermisattractie.
NL1024185C2 (nl) Kermisattractie met een om twee evenwijdige assen draaibare gondel.
NL1034667C1 (nl) Roteerbare kermisattractie met aan zwenkbare armen opgehangen gondels.
FR2505198A1 (fr) Attraction foraine manege-train
NL1024884C1 (nl) Kermisattractie met in hoogterichting verplaatsbare personendrager.
CH651338A5 (fr) Machine de chantier ferroviaire pour le remplacement d'un troncon ou d'un appareil de voie monte.
US989280A (en) Merry-go-round.
NL2022973B1 (nl) Zweefattractie met besturingsmiddelen voor het besturen van de uitzwenking

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100701