NL1020116C2 - Verplaatsbaar hek. - Google Patents

Description

Verplaatsbaar hek

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een verplaatsbaar hek dat 5 is voorzien van een tweetal nabij de uiteinden van het hek gelegen onderling vast verbonden opstaande staanders en van tussen deze staanders opgestelde verdere hekdelen, welke hek in gebruik te ondersteunen is door een schoorstang.

Een dergelijk hek is bijvoorbeeld bekend uit het 10 Amerikaanse octrooi 3.770.246. Een dergelijk hek wordt in het algemeen gebruikt in combinatie met een aantal verdere overeenkomende hekken, veelal voor het vormen van een tijdelijke afsluiting, bijvoorbeeld om een bouwplaats of dergelijke.

Bij de uit het Amerikaanse octrooi 3.770.246 bekende 15 constructie is de schoorstang bevestigd aan een los van het hek zijnde staander, die met behulp van aan een staander bevestigde aankoppel organen met het hek kan worden gekoppeld. Het bij het plaatsen van het hek koppelen van het hek met de staander is daarbij lastig uit te voeren.

Volgens de uitvinding is althans nabij een uiteinde van het 20 hek een schoorstang om een zich nagenoeg tenminste nagenoeg evenwijdig aan de staander uitstrekkende scharnieras ten opzichte van het hek verzwenkbaar tussen een eerste stand waarin de schoorstang zich evenwijdig aan een tenminste nagenoeg loodrecht op het hek staand vlak uitstrekt en een tweede stand, waarin de schoorstang zich tenminste 25 nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan het vlak waarin het hek is gelegen.

Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding is het hek eenvoudig op te stellen door zwenken van de schoorstang uit de voor transport van het hek geschikte stand waarin de schoorstang zich althans nagenoeg evenwijdig aan het vlak van het hek uitstrekt naar een 30 stand, waarin de schoorstang zich tenminste nagenoeg evenwijdig aan een loodrecht op het vlak van het hek staand vlak uitstrekt. Een verder ... 2 ' i i 2 voordeel van de constructie volgens de uitvinding is dat de schoorstang ook bij transport en/of opslag vast met het hek blijft verbonden en dus niet verloren kan gaan.

Opgemerkt wordt, dat uit de Nederlandse octrooiaanvrage 5 9401555 een constructie bekend is, waarbij aan de uiteinden van de hekken aangebrachte staanders met hun ondereinden worden geplaatst in voetstukken. Hierbij moet echter gebruik worden gemaakt van verhoudingsgewijs zware voetstukken, hetgeen in het bijzonder, uit het oogpunt van transport van nadeel is, terwijl deze voetstukken tengevolge 10 van hun hoogte ook hinderlijke obstakels vormen.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven mogelijke uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een aanzicht op een hek in een voor gebruik 15 geschikte stand.

Figuur 2 toont een zijaanzicht op figuur 1.

Figuur 3 toont een met figuur 1 overeenkomend aanzicht waarbij de bij het hek behorende schoorstang in een voor transport geschikte stand is geklapt.

20 Figuur 4 toont op grotere schaal een bovenaanzicht op een tweetal naast elkaar opgestelde staanders van naast elkaar staande hekken alsmede op de deze hekken met elkaar verbindende koppel organen.

Figuur 5 toont een aanzicht op een tweede uitvoeringsvorm van een hek volgens de uitvinding in een voor gebruik geschikte stand.

25 Figuur 6 toont een zijaanzicht op figuur 5.

Figuur 7 toont een met figuur 5 overeenkomend aanzicht van het hek in een voor transport geschikte stand.

Het in figuur 1 weergegeven hek is voorzien van een tweetal zich in de gebruikstand van het hek omhoog uitstrekkende en evenwijdig 30 aan elkaar verlopende staanders 1 en 2, die nabij hun boveneinden en ondereinden aan elkaar zijn bevestigd met behulp van zich horizontaal 3 uitstrekkende balken 3 en 4. Tussen de staanders 1 en 2 en de balken 3 en 4 zijn op gebruikelijke wijze verdere een afsluiting vormende hekdelen 5 aangebracht, die bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een traliewerk, een al dan niet doorzichtige plaat, enz.

5 Met de staander 2 is een schoorstang 6 gekoppeld, zodanig, dat deze schoorstang ten opzichte van het hek kan draaien om een in het weergegeven geval door de hartlijn van de staander 2 gevormde scharnieras. Hiertoe zijn om de staander 2 een tweetal op afstand van elkaar gelegen bussen 7 en 8 aangebracht, die vrij draaibaar-zijn om de 10 staander 2. Het boveneinde van de schoorstang 6 is aan de bus 7 bevestigd, terwijl de schoorstang 6 met de bus 8 is verbonden met behulp van een zich tussen de bus en schoorstang 6 uitstrekkende verbindingsstaaf 9. Het zal duidelijk zijn, dat tengevolge van deze opstelling en zoals ook is weergegeven in figuur 2, de schoorstang 6 bij 15 recht opstaand hek een hoek met de horizontaal en met de verticaal insluit.

Verder is een langwerpige voetplaat 10 aangebracht, die nabij zijn midden is voorzien van een tweetal zich verticaal omhoog uitstrekkende pennen 11. Zoals in het bijzonder uit figuur 1 duidelijk 20 zal zijn is een van de pennen 11 ingestoken in een in het ondereinde van de in het algemeen door een holle buis gevormde staander 2 aanwezig gat. Daarbij is in gebruik van het hek, zoals uit de figuren 1 en 2 duidelijk zal zijn, deze langwerpige voetplaat 10 zodanig opgesteld, dat deze zich althans nagenoeg loodrecht op het vlak van het hek uitstrekt.

25 Aan het ondereinde van de schoorstang 6 is een een koppel orgaan vormende mof 12 bevestigd, die in de in figuren 1 en 2 weergegeven gebruikstand geschoven is over het boveneinde van een aan een uiteinde van de voetplaat 11 aangebrachte een koppel orgaan vormende pen 13. Deze plaatsing van de mof 12 over de pen 13 is mogelijk, doordat de 30 bussen 7 en 8 met de daaraan bevestigde schoorstang 6 langs de staander 2 verschuifbaar zijn.

! Ü , ^ Ό 4

De staander 1 van een overeenkomstig opgebouwd hek kan met zijn ondereinde worden geschoven over de aan de voetplaat 10 bevestigde pen 11, die gelegen is naast de pen 11 waarover de staander 2 van het in de figuren afgebeelde hek is geschoven.

5 Om twee zo naast elkaar gelegen staanders 1 en 2 van twee aangrenzende hekken verder met elkaar te verbinden is, zoals in het bijzonder duidelijk zal zijn uit figuur 4, aan de bus 7 een L-vormige beugel 14 bevestigd. Deze beugel is dus met de bus en de schoorstang 6 langs de staander 2 verschuifbaar en tevens om de staander 2 10 verdraaibaar.

Aan de staander 2 is een verdere L-vormige beugel 15 bevestigd. Zoals uit figuur 4 duidelijk zal zijn is daarbij de opstelling zodanig, dat in de stand waarin een tweetal naburige hekken met elkaar zijn gekoppeld de staander 1 van een hek ligt opgesloten tussen de beide 15 L-vormige beugels 14 en 15, die met de staander 2 van het naburige hek zijn verbonden.

Om het hek in de in figuur 3 weergegeven transport- of opslagstand te brengen kan de schoorstang 6 van de voetplaat 10 worden losgekoppeld door de schoorstang 6 omhoog te bewegen, zodat de mof 12 20 vrijkomt van de pen 13. Vervolgens kan de schoorstang 6 over een hoek van ongeveer 90° naar de in figuur 3 weergegeven stand worden gebracht, waarbij mof 12 over een aan de horizontale balk 4 bevestigde een koppelorgaan vormende pen 16 kan worden geschoven, zodat de schoorstang 6 zo tegen verdraaiing ten opzichte van het hek geborgd is in de voor 25 transport en opslag geschikte stand.

Bij een dergelijk verdraaien van de schoorstang 6 zal L-vormige beugel 14 mee verdraaien, waardoor de ruimte waarin de staander 1 van een naburig hek is opgesloten, wordt opengemaakt, zodat het desbetreffende naburige hek van de voetplaat 10 kan worden afgenomen. 30 Vervolgens kan de voetplaat 10 geheel worden losgenomen en met behulp van de pennen 11 en 13 bijvoorbeeld op de in figuur 3 weergegeven wijze aan 5 het hek worden opgehangen. Eventueel kunnen verdere borgorganen worden gebruikt om de voetplaat op een dergelijke wijze aan het hek te bevestigen.

Het in de figuren 5-7 weergegeven hek komt in grote lijnen 5 overeen met het in de figuren 1-3 weergegeven hek en overeenkomstige onderdelen zijn dan ook van dezelfde verwijzingscijfers voorzien en zullen hier niet nogmaals worden besproken. Bij deze uitvoeringsvorm zijn echter met de uiteinden van de voetplaten 10 de ondereinden van een tweetal schoorstangen 17 en 18 vast verbonden. Deze schoorstangen, die 10 aan weerszijden van de staander 2 zijn gelegen, strekken zich vanaf de nabij de uiteinden van de voetplaat 10 gelegen bevestigingspunten schuin omhoog uit in de richting van de staander 2 en zijn met hun boveneinden bevestigd aan een om de staander 2 draaibare bus 19. Aan de bus 19 is een met de bovenbeschreven L-vormige beugel 14 overeenkomende beugel 20 15 bevestigd, terwijl boven de bus 14 aan de staander 2 een met de staander 2 verbonden en met de hierboven beschreven beugel 15 overeenkomende beugel 21 is verbonden. Het zal duidelijk zijn, dat in de in de figuur 1 weergegeven voor gebruik geschikte stand een op de weergegeven pen 11 geplaatste staander 1 van een verder hek in deze voor gebruik geschikte 20 stand op soortgelijke wijze als hierboven uiteengezet zal zijn opgesloten tussen de L-vormige beugels 20 en 21.

Voor transport en/of opslag van het hek kan de voetplaat 10 met de daaraan bevestigde schoorstangen 17 en 18 over tenminste nagenoeg 90° worden verdraaid in de in figuur 7 voor transport geschikte stand 25 door verdraaiing van de bus 19 om de staander 2 en verdraaiing van de in de staander 2 gelegen en aan de plaat 10 bevestigde pen 11 in de staander. Voor over te gaan tot dit draaien kan een eventueel aangrenzend hek enigszins worden opgetild om de in de desbetreffende staander 1 gelegen pen 11 vrij te maken uit deze staander.

30 In de in figuur 7 weergegeven transportstand zal de staander 17 tegen het hek aanliggen. Bij voorkeur is, zoals in het 6 bijzonder uit figuur 5 blijkt, de schoorstang 17 ten opzichte van de door de hartlijn van de staander 2 gevormde scharnieras waarop de schoorstang ten opzichte van het hek verdraaibaar is, enigszins naar buiten verplaatst is om een goed aanliggen van de schoorstang tegen het hek te 5 bewerkstelligen.

* Π o '·: 1 i K.

»-/ L - ij

Claims (8)

1. Verplaatsbaar hek, dat is voorzien van een tweetal nabij de uiteinden van het hek gelegen onderling vast verbonden opstaande 5 staanders en van tussen deze staanders opgestelde verder hekdelen, welk hek in gebruik te ondersteunen is door een schoorstang, met het kenmerk, dat althans nabij een uiteinde van het hek een schoorstang om een zich tenminste nagenoeg evenwijdig aan een staander uitstrekkende scharnieras ten opzichte van het hek verzwenkbaar is tussen een eerste stand waarin 10 de schoorstang zich evenwijdig aan een tenminste nagenoeg loodrecht op het hek staand vlak uitstrekt en een tweede stand, waarin de schoorstang zich tenminste nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan het vlak waarin het hek is gelegen.

2. Hek volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een 15 boveneinde van de schoorstang bevestigd is aan een om een staander verdraaibare bus.

3. Hek volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat aan een staander een beugel is bevestigd en aan de met de desbetreffende staander gekoppelde schoorstang een verdere beugel is bevestigd, zodanig, dat in 20 de eerste stand van de schoorstang beide beugels een ruimte begrenzen voor het opnemen van een staander van een naburig hek, welke ruimte wordt geopend bij het vanuit de eerste stand naar de tweede stand zwenken van de schoorstaaf.

4. Hek volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verdere 25 beugel is bevestigd aan een aan het boveneinde van de schoorstang bevestigde en om de staander verdraaibare bus.

5. Hek volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de gebruikstand het hek is voorzien van een zich dwars op het hek uitstrekkende voetplaat waarmede een uiteinde van de schoorstang is 30 verbonden.

6. Hek volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de schoorstang ten opzichte van het hek in hoogterienting verplaatsbaar is en aan zijn onderzijde is voorzien van een koppel orgaan, dat te verbinden is met een aan een uiteinde van een voetplaat aangebracht koppel orgaan en een op het hek aangebracht koppel orgaan.

7. Hek volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de schoorstang vast met de voetplaat is verbonden en de voetplaat met de schoorstang ten opzichte van het hek verdraaibaar is.

8. Hek volgens een der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat een voetplaat is voorzien van middelen voor het aan de voetplaat koppelen 10 van twee aangrenzende hekken.