NL2005726C2 - Dranghek. - Google Patents

Dranghek. Download PDF

Info

Publication number
NL2005726C2
NL2005726C2 NL2005726A NL2005726A NL2005726C2 NL 2005726 C2 NL2005726 C2 NL 2005726C2 NL 2005726 A NL2005726 A NL 2005726A NL 2005726 A NL2005726 A NL 2005726A NL 2005726 C2 NL2005726 C2 NL 2005726C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
foot
barrier
fence
floor plate
crush
Prior art date
Application number
NL2005726A
Other languages
English (en)
Inventor
Andries Cornelis Moree
Original Assignee
Andries Cornelis Moree
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Andries Cornelis Moree filed Critical Andries Cornelis Moree
Priority to NL2005726A priority Critical patent/NL2005726C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2005726C2 publication Critical patent/NL2005726C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01FADDITIONAL WORK, SUCH AS EQUIPPING ROADS OR THE CONSTRUCTION OF PLATFORMS, HELICOPTER LANDING STAGES, SIGNS, SNOW FENCES, OR THE LIKE
    • E01F13/00Arrangements for obstructing or restricting traffic, e.g. gates, barricades ; Preventing passage of vehicles of selected category or dimensions
    • E01F13/02Arrangements for obstructing or restricting traffic, e.g. gates, barricades ; Preventing passage of vehicles of selected category or dimensions free-standing; portable, e.g. for guarding open manholes ; Portable signs or signals specially adapted for fitting to portable barriers
    • E01F13/022Pedestrian barriers; Barriers for channelling or controlling crowds

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Refuge Islands, Traffic Blockers, Or Guard Fence (AREA)

Description

NLP187945A
Dranghek
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een dranghek voor het vormen van een versperring.
5 Een bekend dranghek omvat een hekwerk en een gestel dat het hekwerk rechtopstaand op een ondergrond ondersteunt. Het bekende dranghek is vervaardigd van staal en weegt ongeveer veertig tot zestig kilo. Door de stijfheid van het gestel en het gewicht van het staal wordt een sta-10 biel dranghek verkregen. Het verplaatsen van het dranghek vergt door het gewicht echter veel mankracht, hetgeen tot ongewenste blessures kan leiden. Teneinde blessures te voorkomen is men in veel landen bij wet verplicht een dergelijk zwaar dranghek met twee of meer personen te verplaat-15 sen.
Het is een doel van de uitvinding een dranghek te verschaffen dat met beperkte fysieke mankracht kan worden verplaatst.
20
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinding verschaft een dranghek voor het vormen van een versperring, omvattend een hekwerk, een 2 gestel met een ten opzichte van het hekwerk scharnierend gedeelte, en een transportwielhouder met een roterend gelagerd transportwiel die werkzaam is verbonden met het hekwerk en met het scharnierend gedeelte voor rijdend ondersteund 5 transport van het dranghek over een ondergrond, waarbij het dranghek plaatsbaar is in een werkstand waarin het hekwerk door het gestel rechtopstaand is ondersteund op de ondergrond en een transportstand waarin het scharnierend gedeelte is opgeklapt en het hekwerk in zijn rechtopstand is onder-10 steund door het transportwiel en door het transportwiel omhoog is gebracht ten opzichte van de ondergrond, waarbij de werkzame verbinding van de transportwielhouder met het hekwerk en het scharnierende gedeelte is ingericht voor het omzetten van de opklapbeweging van het scharnierend gedeelte 15 ten opzichte van het hekwerk naar een beweging van de transportwielhouder met het transportwiel ten opzichte van het hekwerk naar zijn ondersteunende stand.
Het dranghek volgens de uitvinding kan verrijdbaar worden gemaakt door het scharnierende gedeelte van het 2 0 gestel op te klappen. Het transportwiel kan dan een groot gedeelte van het gewicht van het dranghek dragen. Het dranghek kan dan met het hekwerk rechtop worden verreden.
In een uitvoeringsvorm is het scharnierend gedeelte van het gestel gevormd met een in hoofdzaak vlakke vloer-25 plaat die aan een langszijde scharnierend met de onderzijde van het dranghek is verbonden, waarbij de vloerplaat zich in de werkstand in hoofdzaak evenwijdig aan de ondergrond uitstrekt en in de transportstand zich in hoofdzaak evenwijdig aan het hekwerk uitstrekt, bij voorkeur aanliggend tegen 30 het hekwerk. De vloerplaat vormt in de werkstand een gedeelte van het dranghek dat voor de stabiliteit zorgt en werkt bij het opklappen als een hefboom voor het in de ondersteunende stand brengen van het transportwiel.
In een uitvoeringsvorm bevindt de vloerplaat zich 35 aan slechts één zijde van het hoofdvlak van het dranghek. Deze zijde kan zich dan aan de zijde van het publiek bevinden, dat dan door op de vloerplaat te staan met het eigen 3 gewicht de stabiliteit van het dranghek verhoogt.
In een constructief solide uitvoeringsvorm is de transportwielhouder vast verbonden met de vloerplaat en steekt deze uit van de langszijde, waarbij de rotatie-as van 5 het gelagerde transportwiel in hoofdzaak dwars op het vlak van de vloerplaat staat.
In een uitvoeringsvorm is het gestel voorzien van een eerste voet en een tweede voet die op afstand van elkaar het hekwerk ondersteunen, waarbij de eerste voet en de 10 tweede voet zwenkbaar zijn verbonden met het hekwerk, waarbij de eerste voet en de tweede voet in de werkstand met de uiteinden in een spreidstand staan en in de transportstand in een ten opzichte van de spreidstand teruggezwenkte stand staan.
15 In een uitvoeringsvorm daarvan is de transport wielhouder bevestigd tegen het gedeelte van de langszijde dat zich over de lengterichting daarvan beschouwd buiten de eerste voet en tweede voet uitstrekt, bij voorkeur op korte afstand van de eerste voet of tweede voet. Deze plaats van 20 bevestigen zorgt ervoor dat ten minste één voet volledig van de ondergrond kan worden opgelicht. Deze voet kan dan als eerste naar de teruggezwenkte stand worden gebracht terwijl de andere voet de zijwaartse stabiliteit van het hekwerk verzorgt. Als laatste kan dan met de hand de andere voet 25 worden opgelicht en direct daarna met het transport worden begonnen.
In een uitvoeringsvorm zijn de eerste voet en de tweede voet voorzien van een rechte grondbalk en een vanuit het midden daarvan opstaande bevestigingsbalk die scharnie-30 rend is verbonden met het hekwerk, waarbij de zwenkassen van de eerste voet en tweede voet in hoofdzaak dwars op de zwenkas van het scharnierend gedeelte staan.
De vloerplaat kan de zwenkbeweging van de eerste en tweede voet vergrendelen indien de vloerplaat in de 35 werkstand gelegen is op de grondbalken van de eerste en tweede voet.
Ten behoeve van de zijwaartse stabiliteit van het 4 dranghek in de werkstand zijn de eerste voet en de tweede voet aan de ten opzichte van het hoofdvlak van het hekwerk tegengestelde zijde van de vloerplaat voorzien van een schoorbalk die zich schuin tussen de grondbalk en de beves-5 tigingsbalk uitstrekt.
In een uitvoeringsvorm is het hekwerk voorzien van verticale spijlen.
Het dranghek kan in de transportstand eenvoudig met de hand worden opgelicht en verreden indien het hekwerk 10 is voorzien van ten minste een handvat op heuphoogte.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die 15 afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
20
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde schematische tekeningen 25 weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: figuur IA een aanzicht in perspectief van het dranghek volgens de uitvinding; figuur 1B een detail van het dranghek volgens figuur IA; 30 figuur 2 een aanzicht in perspectief van het dranghek volgens figuur IA in gedeeltelijk ingeklapte toestand; figuur 3 een aanzicht in perspectief van het dranghek volgens figuur IA in ingeklapte toestand; 35 figuur 4 een zijaanzicht van het dranghek volgens figuur IA in ingeklapte toestand; figuur 5 een zijaanzicht van een alternatief 5 dranghek volgens de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 5
Figuren 1A-4 tonen een verplaatsbaar barrièrehek of dranghek 1 voor het vormen van een afscheiding of versperring tussen twee gebieden, bijvoorbeeld op een evenementenlocatie. Het dranghek 1 omvat een gestel 2 met een eerste 10 voet 10 en een tweede voet 20 die in geplaatste toestand van het dranghek 1 volgens figuur IA op een in hoofdzaak vlakke ondergrond 9 geplaatst zijn. Het dranghek 1 omvat verder een ten opzichte van de ondergrond 9 rechtop staand, rechthoekig raamwerk of hekwerk 3 dat door de eerste voet 10 en de 15 tweede voet 20 gedragen wordt.
Zoals in figuur IA is weergegeven bezit het rechthoekige hekwerk 3 een in figuur IA naar de kijker toegekeerde voorkant A en een in figuur IA van de kijker afgerichte achterkant B. Het rechthoekige hekwerk 3 bevindt zich in 20 landschapsoriëntatie ofwel in liggende oriëntatie, waarbij de lange randen van het hekwerk 3 zich evenwijdig aan de ondergrond 9 uitstrekken en de korte randen van hekwerk 3 zich verticaal ten opzichte van de ondergrond 9 uitstrekken.
Het hekwerk 3 omvat in dit voorbeeld een gebogen 25 eerste buis 31 van staal met een eerste buisgedeelte 35 dat de bovenste lange rand van het hekwerk 3 begrenst. Het eerste buisgedeelte 35 gaat aan weerszijden via twee bochten 33 van negentig graden over in respectievelijk een tweede buisgedeelte 36 en een derde buisgedeelte 37 die zich neer-30 waarts uitstrekken en de korte randen van het hekwerk 3 begrenzen. Het hekwerk 3 is voorzien van een tweede buis 42 en een derde buis 43 van staal die zich vanaf het eerste buisgedeelte 35 tussen en evenwijdig aan het tweede buisgedeelte 36 en het derde buisgedeelte 37 uitstrekken, over 35 dezelfde afstand. Het hekwerk 3 is voorzien van een serie rechte vierde buizen 32 van staal die zich op enige hoogte van de ondergrond 9 en evenwijdig aan het eerste buisgedeel- 6 te 35 uitstrekken tussen achtereenvolgens het tweede buisge-deelte 36, de tweede buis 42, de derde buis 43 en het derde buisgedeelte 37. Het hekwerk 3 is voorzien van vier eerste scharnieren 51 die zijn aangebracht op de uiteinden van de 5 eerste buis 31 en het uiteinde van de tweede buis 42 en de derde buis 43. De eerste scharnieren 51 bezitten een gemeenschappelijke horizontale eerste rotatiehartlijn C.
De eerste buis 31 en de vierde buizen 32 begrenzen gezamenlijk een in hoofdzaak rechthoekig versperringsvlak 34 10 waarbinnen zich een traliewerk van verticale, op gelijke afstanden van elkaar geplaatste eerste spijlen 41 uitstrekken met een kleinere diameter dan de buizen 31, 32, 42, 43. Het hekwerk 3 is voorzien van een horizontale tweede spijl 44 en een horizontale derde spijl 45 die halverwege de korte 15 rand van het hekwerk 3 die zijn aangebracht tussen respectievelijk het tweede buisgedeelte 36 en de in figuur IA meest linker eerste spijl 41 en derde buisgedeelte 37 en de in figuur meest rechter eerste spijl 41. De horizontale tweede en derde spijl 44, 45 dienen als handvat voor het 20 halverwege de hoogte van het hekwerk 3 dragen van het dranghek 1.
Het hekwerk 3 is voorzien van twee tweede scharnieren 52 die op afstand van elkaar zijn aangebracht tegen de tweede buis 42. De tweede scharnieren 52 bezitten een 25 gemeenschappelijke verticale tweede rotatiehartlijn D die aan de voorkant A buiten het hoofdvlak van het hekwerk 3 ligt. Evenzo is het hekwerk 3 voorzien van twee derde scharnieren 53 die op afstand van elkaar zijn aangebracht tegen de derde buis 43. De derde scharnieren 53 bezitten een 30 gemeenschappelijke verticale derde rotatiehartlijn E die aan de voorkant A buiten het hoofdvlak van het hekwerk 3 ligt.
De eerste voet 10 van het gestel 2, zoals die is weergegeven in figuur 3, omvat een omgekeerd T-frame 11 dat is voorzien van een op de ondergrond 9 geplaatste horizonta-35 le grondbalk 12 en een vanuit het midden van de grondbalk 12 opstaande, verticale bevestigingsbalk 13 die zich aan de voorkant A van het hekwerk 3 evenwijdig aan de tweede buis 7 42 van het hekwerk 3 uitstrekt. De eerste voet 10 is voorts voorzien van een schoorbalk 14 die de bevestigingsbalk 13 vanaf één zijde van de grondbalk 12 ondersteunt. De bevestigingsbalk 13 is aan de van de schoorbalk 14 afgekeerde zijde 5 middels de tweede scharnieren 52 zwenkbaar om de tweede rotatiehartlijn D met de tweede buis 42 verbonden.
De tweede voet 20 van het gestel 2 omvat, net als de eerste voet 10, een omgekeerd T-frame 21 dat is voorzien van een op de ondergrond 9 geplaatste horizontale grondbalk 10 22 en een vanuit het midden van de grondbalk 22 opstaande, verticale bevestigingsbalk 23 die zich aan de voorkant A van het hekwerk 3 evenwijdig aan de derde buis 43 van het hekwerk 3 uitstrekt. De tweede voet 20 is voorts voorzien van een schoorbalk 24 die de bevestigingsbalk 23 vanaf één zijde 15 van de grondbalk 22 ondersteunt. De bevestigingsbalk 23 is aan de van de schoorbalk 24 afgekeerde zijde middels de derde scharnieren 53 zwenkbaar om de derde rotatiehartlijn E met de derde buis 43 verbonden.
Zoals in figuur IA is weergegeven omvat het gestel 20 2 voorts een vloerplaat 60 van staal met een gelijkbenig trapeziumvormig hoofdvlak 61. De schuine, niet evenwijdige zijden van de vloerplaat 60 staan onder een hoek van vijfenveertig graden ten opzichte van de evenwijdige zijden van de vloerplaat 60. Hierdoor kunnen twee dranghekken 1 haaks op 25 elkaar aansluiten zonder dat de vloerplaten 60 van de dranghekken 1 elkaar overlappen. In het hoofdvlak 61 van de vloerplaat 60 zijn perforaties 62 aangebracht teneinde gewicht te besparen. De randen van de vloerplaat 60 zijn omgebogen teneinde de vloerplaat 60 te verstevigen. De 30 grootste basis ofwel de langste zijde 63 van de trapeziumvormige vloerplaat 60 is aan de achterkant B van het hekwerk 3 middels de eerste scharnieren 51 zwenkbaar om de eerste rotatiehartlijn C met de onderrand van het hekwerk 3 verbonden. Recht onder het hoofdvlak 61 is een sperstaaf 64 aange-35 bracht die zich geheel binnen de omgebogen randen bevindt.
Zoals in figuur IA en in detail in figuur 1B is weergegeven is de omgebogen rand aan de langste zijde 63 van 8 de vloerplaat 60 voorzien van twee uitsparingen 64 ter plaatse van de tweede buis 42 en de derde buis 43. De uitsparingen 64 bieden plaats voor de zich daardoorheen uitstrekkende grondbalken 12, 22 van respectievelijk de eerste 5 voet 10 en de tweede voet 20. De grondbalken 12, 22 strekken zich, gestippeld weergegeven, tot aan de korte evenwijdige zijde van de vloerplaat 60 onder de vloerplaat 60 uit en liggen aan tegen het ondervlak ter ondersteuning daarvan.
Zoals in figuur IA is weergegeven is de vloerplaat 10 60 voorts aan de langste zijde 63 op korte afstand van het eerste scharnier 51 tussen de vloerplaat 60 en het uiteinde van de derde buis 43 voorzien van een wielhouder 70 en een daarin aangebracht wiel 71. Het wiel 71 bezit een cilindrisch rolvlak 72 dat roteerbaar is om een vierde rotatie-15 hartlijn S. De vierde rotatiehartlijn S strekt zich dwars op het hoofdvlak 61 van de vloerplaat 60 uit. Het wiel 71 staat recht boven de omgebogen rand van de vloerplaat 60, waarbij de wielhouder 70 net zo breed is als de omgebogen rand.
De werking van het dranghek 1 volgens de uitvin-20 ding wordt aan de hand van de momentopnamen in de figuren 1-4 uitgelegd.
Figuur IA toont de situatie waarin het dranghek 1 met het gestel 2 daarvan is geplaatst op de ondergrond 9 van bijvoorbeeld een evenementenlocatie. Het dranghek 1 bevindt 25 zich in een uitgevouwen of uitgeklapte werkstand waarbij het dranghek 1 een zelfdragende versperring vormt tussen twee gebieden. De eerste voet 10 en de tweede voet 20 ondersteunen het hekwerk 3 op de ondergrond 9. De grondbalken 12, 22 van respectievelijk de eerste voet 10 en de tweede voet 20 30 strekken zich dwars op het versperringsvlak 34 uit, in het bijzonder vanaf de voorkant A van het hekwerk 3 onder het hekwerk 3 verticaal rechtopstaand door naar de achterkant B van het hekwerk 3. De vloerplaat 60 bevindt zich in neergeklapte toestand en rust daarbij op de zich aan de achterkant 35 B van het hekwerk 3 uitstrekkende gedeelten van de grondbalken 12, 22. De grondbalken 12, 22 strekken zich door de uitsparingen 64 in de langste zijde 63 van de vloerplaat 60 9 uit en worden door de sperstaaf 64 met de uiteinden opgesloten gehouden achter de buitenste hoeken van de vloerplaat 60. De eerste voet 10 en de tweede voet 20 zijn door de vloerplaat 60 vastgezet en kunnen derhalve niet meer om 5 respectievelijk de tweede rotatiehartlijn D en de derde rotatiehartlijη E roteren.
De aan de vloerplaat 60 aangebrachte wielhouder 70 is aan de voorkant A van het hekwerk 3 met een zijde op de ondergrond 9 gelegen. Het in de wielhouder 70 opgenomen wiel 10 71 bevindt zich aan de voorkant A van het hekwerk 3 in het buitenste kwadrant van het door de grondbalk 22 van de tweede voet 20 en de langste zijde 63 van de vloerplaat 60 opgespannen kruis. Het wiel 71 strekt zich zijdeling uit, evenwijdig aan het hoofdvlak 61 van de vloerplaat 60. Het 15 cilindrische rolvlak 72 maakt geen contact met de ondergrond 9. De vierde rotatiehartlijn S strekt zich in verticale richting uit. In deze situatie is het wiel 71 zijwaarts weggeklapt in het buitenste kwadrant en vervult daardoor geen rolfunctie ten behoeve van de verplaatsing van het 20 dranghek.
Figuur 2 toont de situatie waarin de eerste stap is gezet naar het verplaatsbaar maken van het dranghek 1. De vloerplaat 60 is in de richting van pijl K over ongeveer negentig graden om de eerste rotatiehartlijn C omhoog ge-25 zwenkt. Het hoofdvlak 61 van de vloerplaat 60 ligt tegen de achterkant B van het hekwerk 3 aan en strekt zich in hoofdzaak evenwijdig aan het versperringsvlak 34 van het hekwerk 3 uit. De omgebogen rand aan de langste zijde 63 van de vloerplaat 60 is omhoog verplaatst, waarbij de uitsparingen 30 64 van de grondbalk 12, 22 van respectievelijk de eerste voet 10 en de tweede voet 20 zijn afbewogen en de uiteinden van de grondbalken 12, 22 vrij zijn komen te liggen. De vergrendeling van de eerste voet 10 en de tweede voet 20 door de vloerplaat 60 is hiermee opgeheven, waardoor de 35 eerste voet 10 en de tweede voet 20 vrij kunnen zwenken om respectievelijk de tweede rotatiehartlijn D en de derde rotatiehartlijn E.
10
Het wiel 71 is door het opklappen van de voetplaat 60 met de vloerplaat 60 meegezwenkt naar een actieve, dragende verticale positie. De vierde rotatiehartlijn S strekt zich evenwijdig aan de ondergrond 9 uit en het rolvlak 72 is 5 in aanliggend contact met de ondergrond 9. Het wiel 71 vervult in de situatie volgens figuur 2 een rolfunctie ten behoeve van de verplaatsing van het dranghek 1. Het wiel 71 heeft tijdens de zwenkbeweging naar de verticale stand als draaipunt van een hefboom gewerkt om het hekwerk 3 plaatse-10 lijk op te tillen. Het dranghek 1 staat daardoor over de lengte beschouwd schuin ten opzichte van de ondergrond 9, hetgeen schematisch is weergegeven door de gestippelde projectie 90 van het hekwerk 3 op de ondergrond 9. Het wiel 71 staat recht onder de vloerplaat 60 en naast de rotatie-15 hartlijn C waardoor het gewicht van het hekwerk 3 de vloerplaat 60 rechtop houdt. De tweede voet 20 is los gekomen van de ondergrond 9.
Zoals weergegeven in figuur 3 betreft de tweede stap het zwenken van de tweede voet 20 in de richting van 20 pijl N over negentig graden om de derde rotatiehartlijn E zodanig, dat het zich aan de achterkant B van het hekwerk 3 uitstrekkende gedeelte van de grondbalk 22 naar het midden van het hekwerk 3 ofwel binnenwaarts beweegt en dat het zich aan de voorkant A van het hekwerk 3 uitstrekkende gedeelte 25 van de grondbalk 22, de bevestigingsbalk 23 en de schoorbalk 24 naar het derde buisgedeelte 37 van de eerste buis 31 ofwel buitenwaarts bewegen. Het resultaat van de tweede stap is dat de grondbalk 22 van de tweede voet 20 zich evenwijdig uitstrekt aan het versperringsvlak 34 van het hekwerk 3 30 terwijl de eerste voet 10 het hekwerk 3 nog zijwaarts stabiel rechtop houdt.
De derde stap betreft het zwenken van de eerste voet 10 in de richting van pijl L over negentig graden om de tweede rotatiehartlijn D zodanig, dat het zich aan de ach-35 terkant B van het hekwerk 3 uitstrekkende gedeelte van de grondbalk 12 naar het midden van het hekwerk 3 ofwel binnenwaarts beweegt en dat het zich aan de voorkant A van het 11 hekwerk 3 uitstrekkende gedeelte van de grondbalk 12, de bevestigingsbalk 13 en de schoorbalk 14 naar het tweede buisgedeelte 36 van de eerste buis 31 ofwel buitenwaarts bewegen. Zoals in figuur 3 is weergegeven is het resultaat 5 van de derde stap dat de grondbalk 12 van de eerste voet 10 zich evenwijdig uitstrekt aan het versperringsvlak 34 van het hekwerk 3 en dat het dranghek 1 rechtop en zijwaarts instabiel rust op het wiel 71 en het onderste punt van het tweede buisgedeelte 36.
10 Na het uitvoeren van de tweede en derde stap wordt het compacte opgevouwen of ingeklapt dranghek 1 volgens figuur 3 verkregen, waarbij de voeten 10, 20 en de vloer plaat 60 van het gestel 2 in hoofdzaak vlak aanliggen tegen het versperringsvlak 34 van het hekwerk 3. In deze ingeklap-15 te toestand kunnen meerdere dranghekken 1 naast elkaar in een beperkte ruimte worden opgeborgen.
Figuur 4 toont de situatie waarin het dranghek 1 in de ingeklapte toestand volgens figuur 3, door één persoon 8 bijvoorbeeld aan de horizontale tweede spijl 44 of aan het 20 tweede buisgedeelte 36 kan worden opgetild. Afhankelijk van de positie van het wiel 71 op de langste zijde 63 van de vloerplaat 60 wordt een krachtenevenwicht bereikt rondom het wiel 71 waarbij een deel van het gewicht van het dranghek 1, bijvoorbeeld de helft of meer van het gewicht van het drang-25 hek 1 wordt ondersteund door het wiel 71. Het resterende deel van het gewicht van het dranghek 1 wordt ondersteund door de persoon 8. De persoon 8 kan vervolgens een duw-, trek- of stuurkracht F uitoefenen teneinde het dranghek 1 te verplaatsen.
30 De positie van het wiel 71 op de langste zijde 63 van de vloerplaat 60 kan zodanig worden gekozen, dat bij het optillen van het dranghek 1 door één persoon, zoals dat is weergegeven in figuur 4, het dranghek 1 niet met het derde buisgedeelte 37 van de eerste buis 31 over de ondergrond 9 35 sleept.
Figuur 6 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van het dranghek 101 volgens de uitvinding. Het dranghek 101 12 is voorzien van een verder wiel 81, dat nabij de tweede buis 42 op de langste zijde 63 van de vloerplaat 60 kan worden aangebracht op dezelfde wijze als het wiel 71. De twee wielen 71, 81 dragen het in hoofdzaak volledige gewicht van 5 het dranghek 101, waardoor de verplaatsende persoon het dranghek 101 alleen hoeft te duwen, te trekken en/of te sturen.
In een alternatieve, niet weergegeven uitvoeringsvorm zou het wiel in het midden van de langste zijde kunnen 10 worden aangebracht zodanig, dat het gewicht van het dranghek evenredig verdeeld is aan beide zijden van het wiel.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te 15 beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding. Zo kan het hekwerk kan zijn samengesteld uit een ander aantal spijlen, of spijlen met een andere dikte of oriëntatie. Het 2 0 versperringsvlak kan in plaats van of in aanvulling op de spijlen plaatwerk omvatten dat het versperringsvlak ten minste gedeeltelijk afsluit.

Claims (12)

1. Dranghek voor het vormen van een versperring, omvattend een hekwerk, een gestel met een ten opzichte van het hekwerk scharnierend gedeelte, en een transportwielhou-der met een roterend gelagerd transportwiel die werkzaam is 5 verbonden met het hekwerk en met het scharnierend gedeelte voor rijdend ondersteund transport van het dranghek over een ondergrond, waarbij het dranghek plaatsbaar is in een werk-stand waarin het hekwerk door het gestel rechtopstaand is ondersteund op de ondergrond en een transportstand waarin 10 het scharnierend gedeelte is opgeklapt en het hekwerk in zijn rechtopstand is ondersteund door het transportwiel en door het transportwiel omhoog is gebracht ten opzichte van de ondergrond, waarbij de werkzame verbinding van de trans-portwielhouder met het hekwerk en het scharnierende gedeelte 15 is ingericht voor het omzetten van de opklapbeweging van het scharnierend gedeelte ten opzichte van het hekwerk naar een beweging van de transportwielhouder met het transportwiel ten opzichte van het hekwerk naar zijn ondersteunende stand.
2. Dranghek volgens conclusie 1, waarbij het 2. scharnierend gedeelte van het gestel is gevormd met een in hoofdzaak vlakke vloerplaat die aan een langszijde scharnierend met de onderzijde van het dranghek is verbonden, waarbij de vloerplaat zich in de werkstand in hoofdzaak evenwijdig aan de ondergrond uitstrekt en in de transportstand zich 25 in hoofdzaak evenwijdig aan het hekwerk uitstrekt, bij voorkeur aanliggend tegen het hekwerk.
3. Dranghek volgens conclusie 2, waarbij de vloerplaat zich aan slechts één zijde van het hoofdvlak van het dranghek bevindt.
4. Dranghek volgens conclusie 2 of 3, waarbij de transportwielhouder vast is verbonden met de vloerplaat en uitsteekt van de langszijde, waarbij de rotatie-as van het gelagerde transportwiel in hoofdzaak dwars op het vlak van de vloerplaat staat.
5. Dranghek volgens een der voorgaande conclu-5 sies, waarbij het gestel is voorzien van een eerste voet en een tweede voet die op afstand van elkaar het hekwerk ondersteunen, waarbij de eerste voet en de tweede voet zwenkbaar zijn verbonden met het hekwerk, waarbij de eerste voet en de tweede voet in de werkstand met de uiteinden in een spreid-10 stand staan en in de transportstand in een ten opzichte van de spreidstand teruggezwenkte stand staan.
6. Dranghek volgens conclusie 5, waarbij de transportwielhouder is bevestigd tegen het gedeelte van de langszijde dat zich over de lengterichting daarvan beschouwd 15 buiten de eerste voet en tweede voet uitstrekt, bij voorkeur op korte afstand van de eerste voet of tweede voet.
7. Dranghek volgens conclusie 5 of 6, waarbij de eerste voet en de tweede voet zijn voorzien van een rechte grondbalk en een vanuit het midden daarvan opstaande beves- 20 tigingsbalk die scharnierend is verbonden met het hekwerk, waarbij de zwenkassen van de eerste voet en tweede voet in hoofdzaak dwars op de zwenkas van het scharnierend gedeelte staan.
8. Dranghek volgens conclusies 2 en 7, waarbij de 25 vloerplaat in de werkstand gelegen is op de grondbalken van de eerste en tweede voet.
9. Dranghek volgens conclusies 3 en 7, waarbij de eerste voet en de tweede voet aan de ten opzichte van het hoofdvlak van het hekwerk tegengestelde zijde van de vloer- 30 plaat zijn voorzien van een schoorbalk die zich schuin tussen de grondbalk en de bevestigingsbalk uitstrekt.
10. Dranghek volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hekwerk is voorzien van verticale spijlen.
11. Dranghek volgens een der voorgaande conclu-35 sies, waarbij het hekwerk is voorzien van ten minste een handvat op heuphoogte.
12. Dranghek voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- RM/FG
NL2005726A 2010-11-19 2010-11-19 Dranghek. NL2005726C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005726A NL2005726C2 (nl) 2010-11-19 2010-11-19 Dranghek.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005726 2010-11-19
NL2005726A NL2005726C2 (nl) 2010-11-19 2010-11-19 Dranghek.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005726C2 true NL2005726C2 (nl) 2012-05-22

Family

ID=46330849

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005726A NL2005726C2 (nl) 2010-11-19 2010-11-19 Dranghek.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2005726C2 (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2016082825A1 (de) * 2014-11-28 2016-06-02 H.M.R. Handels GmbH Transportable barriere für eine gedrängesperre
WO2020136687A1 (en) * 2018-12-27 2020-07-02 Good Job S.R.L. Barrier element with retractable anti-rollover device
CN112292491A (zh) * 2018-06-08 2021-01-29 干得漂亮有限公司 用于组装式栅栏的紧急栏障
WO2024019622A1 (en) * 2022-07-21 2024-01-25 Safe Solutions As A mobile or movable barrier

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2016082825A1 (de) * 2014-11-28 2016-06-02 H.M.R. Handels GmbH Transportable barriere für eine gedrängesperre
CN112292491A (zh) * 2018-06-08 2021-01-29 干得漂亮有限公司 用于组装式栅栏的紧急栏障
WO2020136687A1 (en) * 2018-12-27 2020-07-02 Good Job S.R.L. Barrier element with retractable anti-rollover device
WO2024019622A1 (en) * 2022-07-21 2024-01-25 Safe Solutions As A mobile or movable barrier

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2005726C2 (nl) Dranghek.
EP0216825B1 (fr) Construction extensible
US8561239B2 (en) Articulating cage
AU2008261597B2 (en) An adjustable support device
WO2006120347A1 (fr) Etabli elevateur
NL1021610C2 (nl) Vermaaksinrichting.
NL1023018C1 (nl) Transportabele veiligheidsmoduulconstructie.
NL1035661C2 (nl) Tilinrichting.
FR2723758A1 (fr) Dispositif pour le soutien de tables de coffrage pour plafond
NL2000658C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het transporteren en positioneren van bestratingselementen.
WO2020136687A1 (en) Barrier element with retractable anti-rollover device
US20150184349A1 (en) Mobile bridge and method for erecting a bridge
NL2007710C2 (nl) Voetbaldoel.
NL1043020B9 (nl) Samenstel van een weergave-inrichting voor reclamedoeleinden en een verplaatsbare ondersteuningsconstructie
NO20220815A1 (en) A mobile or movable barrier
NL1020116C2 (nl) Verplaatsbaar hek.
EP1637474A1 (fr) Déchetterie transportable
NL2000057C2 (nl) Beweegbare beveiligingsbalustrade voor gebruik op een hoofdzakelijk plat dak.
NL1026025C2 (nl) Bok voor een binnenlader.
FR2693180A1 (fr) Nacelle extensible et chariot élévateur de personnel correspondant.
WO2024019622A1 (en) A mobile or movable barrier
NL2013333B1 (nl) Veiligheidssysteem, dak voorzien daarvan en werkwijze daarvoor.
RU2792499C2 (ru) Организующий барьер для модульных ограждений
FR2734290A1 (fr) Ensemble de signalisation pour routes et autoroutes
RU2779582C2 (ru) Базовый узел развёртываемого ограждения и развёртываемое ограждение, содержащее такой узел

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: BOELS VERHUUR B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: ANDRIES CORNELIS MOREE

Effective date: 20180228

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20211201