Titel: Inrichting voor het stallen van rijwielen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het stallen van rijwielen, bestaande uit een twee 5 verdiepingen vormend frame van portalen, waartussen horizontale liggers zijn geplaatst en voorzien van tenminste één gootprofiel, waarin een te stallen rijwiel plaatsbaar is, welk gootprofiel verschuifbaar is opgenomen in een op de horizontale liggers geplaatst dwarsprofiel en dat na 10 volledige uitschuiving om tenminste één punt scharnierbaar is.
Dergelijke rijwielstallingen zijn ondermeer bekend in Japan en vinden hun toepassing bij openbare voorzieningen als trein- en busstations. Een dergelijke rijwielstalling bezit 15 echter als nadeel, dat de gebruiker voor het stallen van een rijwiel in een boven de begane grond gelegen verdieping met spierkracht het gootprofiel met het daarin gestalde rijwiel omhoog moet tillen, alvorens het gootprofiel in het dwars- of geleidingsprofiel te kunnen schuiven. Ook bij het uitnemen 20 van het gestalde rijwiel dient de gebruiker na volledige uitschuiving het gootprofiel en het daarin gestalde rijwiel blijvend te ondersteunen, teneinde te voorkomen, dat het gootprofiel onder invloed van de zwaartekracht om het scharnierpunt naar beneden valt.
25 Een dergelijke rijwielstalling is derhalve weinig gebruiksvriendelijk voor de gebruikers. Daarnaast kan de vrij scharnierende constructie van het gootprofiel tot gevaarlijke situaties met risico voor de gebruiker leiden.
De uitvinding beoogt een gebruikersvriendelijke 30 rijwielstalling te verschaffen, welke de bovengenoemde nadelen niet bezit. De inrichting voor het stallen van rijwielen is volgens de uitvinding daartoe gekenmerkt, doordat het dwarsprofiel tegen een door een terugstel-mechanisme geleverde kracht kantelbaar is. Daar het goot-35 profiel stabiel en schuivend is opgenomen in het kantelbare dwarsprofiel, behoeft de gebruiker bij het stallen en het uitnemen van zijn rijwiel het volledige gewicht van het gootprofiel en het rijwiel niet op te tillen, danwel te *101159*! 2 ondersteunen en kan hij met slechts geringe spierkracht de, door het kantelbare dwarsprofiel en het gootprofiel (en eventueel het rijwiel) gevormde, kantelunit met behulp van het terugstelmechanisme ten opzichte van de inrichting 5 scharnieren. Een dergelijke kantelunit-constructie is derhalve niet alleen gebruiksvriendelijk en ergonomisch, maar verschaft bovenal een voor de gebruikers veilige rijwielstalling.
Bij een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 10 uitvinding is het terugstelmechanisme uitgevoerd als een veer of een gasveer.
Een zeer eenvoudige en betrouwbare scharnierconstructie wordt daartoe gekenmerkt, doordat het terugstelmechanisme met zijn ene einde scharnierbaar met het frame en met zijn 15 andere einde scharnierbaar met het kantelbare dwarsprofiel is verbonden.
Verder is bij een eenvoudige en betrouwbare uitvoeringsvorm de inrichting zodanig gekenmerkt, dat het gootprofiel en/of het kantelbare dwarsprofiel zijn voorzien 20 van nokken, die de uitschuiving van het gootprofiel in het kantelbare dwarsprofiel beperken.
Teneinde een rijwielstalling met een geringe inbouw-ruimte maar tevens een ergonomische en gebruiksvriendelijke rijwielstalling voor de gebruiker te verschaffen, kan deze 25 volgens de uitvinding daartoe worden gekenmerkt, doordat het gootprofiel telescopisch is uitgevoerd.
Een verder voordeel bij een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gelegen in het feit, dat bij volledige uitschuiving en bij volledige kanteling van het 30 kantelbare dwarsprofiel het vrije einde van het gootprofiel tot vlak boven of op het vloeroppervlak rust. Hierdoor hoeft de gebruiker zijn rijwiel slechts tot een beperkte hoogte in of uit het gootprofiel te tillen.
Teneinde een inrichting voor het stallen van rijwielen 35 met een aanzienlijke geringere inbouwruimte te verschaffen, wordt deze volgens de uitvinding zodanig gekenmerkt, dat de één verdieping vormende gootprofielen om en om in twee verschillende hoogteniveau's in de inrichting zijn opgenomen.
I»t0115 9 8 3
Dit maakt het mogelijk om de in één verdieping te plaatsen rijwielen dichter op elkaar te stallen, hetgeen de stallings-capaciteit bij een geringe inbouwruimte vergroot.
Een extra veilige constructie kan bij deze uitvoerings-5 vorm worden bereikt, indien de gootprofielen zich in het eerste niveau in nagenoeg horizontale richting en in het tweede, onder het eerste niveau gelegen, niveau in een enigszins schuin naar beneden verlopende richting uitstrekken. Hierdoor kunnen de gootprofielen nooit spontaan 10 uit de constructie schuiven.
De uitvinding zal nu aan de hand van een tekening nader worden toegelicht, welke tekening achtereenvolgens toont: figuur la een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van 15 een rijwielstalling volgens de uitvinding; figuur lb de rijwielstalling volgens figuur la in een eerste bedrijfstoestand; figuur lc de rijwielstalling volgens figuur la in een tweede bedrijfstoestand; 20 figuur ld een vooraanzicht van de rijwielstalling volgens figuur la; figuur 2 een dubbelzijdige uitvoeringsvorm van een rijwielstalling volgens de uitvinding.
25 De in de figuur la getoonde inrichting voor het stallen van rijwielen is opgebouwd uit een op de vloer 1 geplaatst frame, dat samengesteld is uit portalen, welke gevormd worden door een aantal verticale staanders 2a en 2b en horizontale profielen 3a, 3b en 3c, waartussen horizontale liggers 15a en 30 15b zijn geplaatst (zie figuur ld). De inrichting is geschikt voor het in twee verdiepingen A respectievelijk B stallen van rijwielen 6a en 6b.
De rijwielen 6a kunnen in de eerste verdieping A op de begane grond 1 worden gestald door de wielen van elk rijwiel 35 in een van de om en om naast elkaar gelegen gootprofielen 4a of 4b te plaatsen. De gestalde rijwielen 6a worden door een steun 5 in balans gehouden, welke steun 5 deel uitmaakt van het frame. De gootprofielen 4a en 4b van de verdieping A zijn »1011ΓΓΛ 4 om en om op verschillende hoogteniveau's in het frame opgenomen. Ook hierdoor ontwijken de sturen van de naast elkaar gestalde rijwielen elkaar. Deze meer effectieve benutting van de inbouwruimte resulteert in een rijwiel-5 stalling, welke met een geringe inbouwruimte een grote stallingscapaciteit bezit.
In de tweede verdieping B zijn tevens gootprofielen 7a en 7b opgenomen, waarin rijwielen 6b kunnen worden geplaatst. Analoog aan de constructie van de verdieping A 10 zijn ook hier de gootprofielen 7a en 7b om en om op verschillende hoogteniveau's in het frame opgenomen. Hierbij strekt het gootprofiel 7a zich in nagenoeg horizontale richting uit en strekt het gootprofiel 7b zich in enigszins schuin naar beneden richting uit. Hierdoor ontwijken de 15 sturen van de naast elkaar gestalde rijwielen elkaar. Ook deze constructie verschaft een meer optimale benutting van de inbouwruimte en biedt een rijwielstalling met een grote stallingscapaciteit.
Het gootprofiel 7a (7b) is verschuifbaar opgenomen in 20 een kantelbaar dwarsprofiel 10a (10b) en vormen samen een kantelunit. Het dwarsprofiel 10a (10b) is daarbij tegen een door een terugstelmechanisme geleverde kracht in kantelbaar in het frame ter plaatse van 3c (15b) gemonteerd. Het terugstelmechanisme is hierbij uitgevoerd als een gasveer 13a 25 (13b). Eventueel kan het terugstelmechanisme ook als een veer of als een ander geschikt mechanisme zijn uitgevoerd. De gasveer 13a (13b) is met zijn ene eind llb (12b) scharnierbaar met het frame en met zijn andere einde 11c (12c) scharnierbaar met het kantelbare dwarsprofiel 10a 30 (10b) verbonden. Voorts is het kantelbare dwarsprofiel 10a (10b) door middel van een scharnierverbinding 11a (12a) met het frame 3c (15b) verbonden.
Daarnaast is elk gootprofiel of oploopgoot 7a (7b) voorzien van meerdere steunen of wielhouders 8a en 8b (9a en 35 9b), waarin het geplaatste rijwiel kan worden ondersteund en in een stabiele positie kan worden gehouden. De wielhouders 8a en 8b (9a en 9b) kunnen desgewenst van handgrepen voor de gebruiker zijn voorzien.
j»iO 1159 8 5
In de figuren lb en lc zal nu de werking van de inrichting volgens de uitvinding worden getoond.
Indien een persoon zijn rijwiel op de verdieping B van de in de figuur la getoonde rijwielstalling wil stallen, dan 5 gaat hij als volgt te werk. Elke oploopgoot 7a en 7b is verschuifbaar in het kantelbare dwarsprofiel 10a, respectievelijk 10b opgenomen. Met behulp van spierkracht trekt de gebruiker het gootprofiel 7a aan een handgreep van de steun 8b in de richting van de pijl uit het kantelbare 10 dwarsprofiel 10a. Het gootprofiel 7a verschuift hierbij in het kantelbare dwarsprofiel 10a vanuit de ingeschoven positie, zoals getoond in de figuur la naar de volledig uitgeschoven positie, zoals getoond in de figuur lb. Volgens de uitvinding blijft het gootprofiel 7a soepel en lichtlopend 15 verschuifbaar in het kantelbare dwarsprofiel 10a opgenomen, zodat het gootprofiel 7a ook in volledig uitgeschoven toestand zijn horizontale positie ten opzichte van het frame en de vloer 1 bewaart en derhalve niet blijvend door de gebruiker hoeft te worden ondersteund. Dit in tegenstelling 20 tot de reeds bekende rijwielstallingen, waar het gootprofiel blijvend door de gebruiker dient te worden ondersteund, daar het anders onder invloed van de zwaartekracht om een scharnierpunt naar beneden beweegt of valt.
Het uitschuiven van het gootprofiel 7a wordt bij de 25 volledige uitschuiving gestuit door nokken, welke op het gootprofiel en/of het kantelbare dwarsprofiel zijn aangebracht.
Het onder invloed van de zwaartekracht naar beneden bewegen van het gootprofiel 7a wordt niet voorkomen door de 30 specifieke constructie van de kantelunit, maar tevens omdat de kantelunit door de door de gasveer 13a geleverde kracht wordt tegengehouden. Om het gootprofiel 7a naar de positie zoals getoond in de figuur lc te verplaatsen, dient de gebruiker aan de wielhouder 8b te trekken. De hiervoor 35 benodigde spierkracht behoeft relatief slechts een geringe te zijn, gezien de aanzienlijke armlengte, die het uitgeschoven gootprofiel 7a in de figuur lb bezit.
Ten gevolge van de specifieke driehoeksvormige •101159 3 6 scharnierconstructie 11a, lib, 11c tussen het frame en het dwarsprofiel 10a en de gasveer 13a, hoeft het trekken aan de handgreep aan steun 8b door de gebruiker slechts van korte duur te zijn. Bij het kantelen van de kantelunit (10a en 7a) 5 in de richting van de pijl (figuur lc) om de scharnierpunten 11a - lie, wordt de gasveer 13a tot voorbij zijn dode punt ingedrukt, waarna het naar beneden scharnieren van de kantelunit zonder verdere trekkracht onder invloed van de zwaartekracht en tegen de door de gasveer geleverde kracht in 10 plaatsvindt. Door de tegenwerking van de gasveer 13a vindt de kanteling van de kantelunit onder invloed van de zwaartekracht geleidelijk en zeer beheerst plaats. Een spontaan en ongecontroleerd naar beneden vallen van het gootprofiel 7a wordt met deze specifieke scharnierconstructie voorkomen, 15 hetgeen de rijwielstalling zeer veilig voor de gebruikers maakt. Dit in tegenstelling tot zijn reeds bekende tegenhangers.
Met het gootprofiel 7a in neergeklapte toestand, zoals getoond in de figuur lc, kan de gebruiker zijn te stallen 20 rijwiel eenvoudig in het gootprofiel 7a plaatsen. Het vrije einde van het uitgeschoven gootprofiel 7a rust in de figuur lc tot vlak boven of op het vloeroppervlak 1. De gebruiker hoeft zijn rijwiel slechts tot op een geringe hoogte op te tillen en in het gootprofiel 7a te plaatsen.
25 De gebruiker hoeft zijn rijwiel niet te ondersteunen, daar deze door de wielhouders 8a en 8b in een stabiele positie op het gootprofiel 7a wordt gehouden. Met behulp van spierkracht hoeft de gebruiker het gootprofiel tot slechts voorbij het dode punt van de gasveer 13a aan een handgreep 30 aan steun 8b op te tillen. Als gevolg van de aanzienlijke armlengte van het uitgeschoven gootprofiel 7a is de benodigde kracht ook voor deze beweging gering. Nadat de gasveer 13a door de gebruiker tot voorbij zijn dode punt is gebracht, ondersteunt de gasveer 13a het omhoog brengen van de kantel-35 unit (dwarsprofiel 10a, gootprofiel 7a en rijwiel) tegen de zwaartekracht in terug naar de horizontale positie, zoals getoond in de figuur lb.
Bij een geschikte sterke gasveerconstructie hoeft de '115 9 8 7 gebruiker de gasveer slechts tot voorbij het dode punt te tillen; de gasveer drukt vervolgens zelfstandig of in samenwerking met geringe spierkracht de kantelunit zelfstandig in de horizontale stand (figuur lb). In 5 tegenstelling tot de reeds bekende rijwielstallingen hoeft de gebruiker het gootprofiel 7a slechts in geringe mate en met geringe spierkracht te ondersteunen danwel omhoog te tillen. Eenmaal terug in de horizontale stand, zoals getoond in de figuur lb, kan de gebruiker op eenvoudige wijze het 10 gootprofiel 7a met het daarin gestalde rijwiel terugschuiven in de inrichting (figuur la).
Door een dergelijke scharnierconstructie wordt een inrichting voor het stallen van rijwielen verkregen, die niet alleen meer gebruiksvriendelijk en ergonomischer is, maar 15 bovendien een stuk veiliger. Een gebruiker kan met geringe spierkracht een rijwiel in en uit de rijwielstalling plaatsen, terwijl risicovolle situaties als bij de reeds bekende rijwielstallingen worden voorkomen.
Het uit de rijwielstalling halen van een op de 20 verdieping B gestald rijwiel gaat op overeenkomstige wijze in de volgorde, zoals weergegeven in de figuren la, lb en lc.
In de figuur 2 wordt een andere, zg. dubbelzijdige uitvoeringsvorm van een rijwielstalling volgens de uitvinding getoond. Deze uitvoeringsvorm toont een samenstel van twee 25 inrichtingen, zoals getoond in de figuur la. De overeenkomstige onderdelen zijn hierbij met dezelfde referentie-cijfers aangeduid. Deze twee rijwielstallingen zijn met eikaars kopse zijde, dat wil zeggen de zijde van de inrichting, welke niet bedoeld is voor het invoeren van de te 30 stallen rijwielen, tegen elkaar en enigszins in elkaar geschoven geplaatst en gemonteerd. Ook hier zijn de tegenover elkaar gelegen gootprofielen 4a, 4b, 7a en 7b enigszins verschoven ten opzichte van hun kopse tegenhangers in de algehele inrichting opgenomen. Dit verschaft een zeer 35 compacte inrichting, waarbij de sturen van de naast elkaar gestalde rijwielen elkaar ontwijken. Deze optimale benutting van de inbouwruimte levert een grote stallingscapaciteit op. Voor het overige functioneert deze rijwielstalling conform ' »10 11 6 9 ή 8 het getoonde in de figuren la - lc.
Het zal duidelijk zijn, dat de inrichting voor het stallen van rijwielen volgens de uitvinding ten opzichte van de reeds bekende rijwielstallingen door zijn specifieke 5 scharnierconstructie bestaande uit een, tegen een veerkracht in kantelbare, kantelunit van de op de tweede verdieping aanwezige gootprofielen niet alleen gebruiksvriendelijk is, maar tevens een meer veilige constructie behelst. De gebruiker kan met slechts geringe spierkracht zijn rijwiel in 10 en uit de inrichting plaatsen. Onveilige situaties, zoals onbeheerst naar beneden scharnierende of vallende gootprofielen met de daarbij behorende risico's voor de gebruikers behoren hierbij tot het verleden.
»1011598