NL2006094C2 - Tweewielerparkeersysteem. - Google Patents

Tweewielerparkeersysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL2006094C2
NL2006094C2 NL2006094A NL2006094A NL2006094C2 NL 2006094 C2 NL2006094 C2 NL 2006094C2 NL 2006094 A NL2006094 A NL 2006094A NL 2006094 A NL2006094 A NL 2006094A NL 2006094 C2 NL2006094 C2 NL 2006094C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wheel
elastic element
gutter
wheeler
pivot axis
Prior art date
Application number
NL2006094A
Other languages
English (en)
Inventor
Ruud Johannes Albertus Vleeshouwers
Original Assignee
Velopa B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Velopa B V filed Critical Velopa B V
Priority to NL2006094A priority Critical patent/NL2006094C2/nl
Priority to EP16184322.2A priority patent/EP3165434B1/en
Priority to EP12153064.6A priority patent/EP2481656B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2006094C2 publication Critical patent/NL2006094C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62HCYCLE STANDS; SUPPORTS OR HOLDERS FOR PARKING OR STORING CYCLES; APPLIANCES PREVENTING OR INDICATING UNAUTHORIZED USE OR THEFT OF CYCLES; LOCKS INTEGRAL WITH CYCLES; DEVICES FOR LEARNING TO RIDE CYCLES
    • B62H3/00Separate supports or holders for parking or storing cycles
    • B62H3/08Separate supports or holders for parking or storing cycles involving recesses or channelled rails for embracing the bottom part of a wheel

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Handcart (AREA)

Description

P93895NL00
Titel: Tweewielerparkeersysteem
De uitvinding heeft betrekking op een tweewielerparkeersysteem, in het bijzonder op een tweewielerparkeersysteem voorzien van een wielgoot die ten minste verstelbaar is tussen een in hoofdzaak liggende parkeerstand en een oprijstand waarin de wielgoot zich schuin neerwaarts uitstrekt voor 5 het op- en afrijden van een tweewieler, waarbij de wielgoot zwenkbaar is tussen de parkeerstand en de oprijstand omheen een zwenkas.
Een dergelijk tweewielerparkeersysteem is algemeen bekend en wordt bijvoorbeeld op de markt gebracht als Easylift parkeersysteem. Een tweewieler kan bijvoorbeeld een fiets, een bromfiets, een scooter of een 10 motor zijn.
Het bekende parkeersysteem is voorzien van een gasveer die de gebruiker ondersteunt om de wielgoot omhoog of omlaag te brengen. De gasveer houdt ook de wielgoot in de parkeerstand. Om ervoor te zorgen dat de wielgoot in de oprijstand beneden blijft staan, is de gasveer zodanig 15 gepositioneerd dat er een ‘dood punt’ optreedt. Het dode punt wordt zo gekozen dat de wielgoot in de oprijstand beneden blijft staan. Hierdoor levert de gasveer echter in de neerwaartse en de opwaartse beweging niet steeds dezelfde kracht. Immers, hoe dichter bij het dode punt, hoe lager de kracht die de gasveer levert. Dit is gebruiksonvriendelijk omdat de 20 gebruiker dan zelf nagenoeg de gehele kracht moet leveren om de wielgoot bijvoorbeeld omhoog te brengen. Afhankelijk van de inbouwpositie is de positie van het dode punt en de daarmee optredende relatief hoge krachten ongunstig. Zeker wanneer een fiets in de wielgoot staat, zijn de krachten die de gebruiker moet uitoefenen relatief hoog. Omgekeerd kan de wielgoot, 25 zonder fiets, slechts met een door de gebruiker te leveren relatief hoge kracht vanuit de parkeerstand naar beneden gebracht worden.
20 0 6 0 94 2
Een dergelijk fietsparkeersysteem is beschreven in NL 1011598 of GB 2 429 444 waarbij de parkeergoot zowel in het neerwaarts zwenken als in het opwaarts zwenken doorheen het dode punt van de gasveer moet worden gedrukt.
5 Publicaties DE 202006005800 en US 2007/0107322 beschrijven eveneens een dergelijk fietsparkeersysteem voorzien van een gasveer die een dood punt heeft wanneer de wielgoot in de parkeerstand is.
Publicatie EP 1 479 598 beschrijft een fietsparkeersysteem waarvan de wielgoot naar beneden moet worden gezwenkt tegen de kracht 10 van een veer in, en waarbij de veer de opgaande beweging van de wielgoot ondersteunt. Om de wielgoot beneden te houden bedient de gebruiker een vergrendeling. Nadelig aan het fietsparkeersysteem van EP 1 479 598 is dat de inbouwmaten van het elastische element relatief groot zijn. Bovendien is het elastische element relatief kwetsbaar opgesteld en daardoor gevoelig 15 voor beschadigingen of manipulatie, wat tot falen van het systeem kan leiden.
Een doel van de uitvinding is te voorzien in een twee wie le rparkeer systeem dat ten minste een van bovengenoemde nadelen tegengaat. In het bijzonder is een doel van de uitvinding te voorzien in een 20 tweewielerparkeersysteem dat gebruiksvriendelijker is.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een tweewielerparkeersysteem omvattende een wielgoot die ten minste verstelbaar is tussen een in hoofdzaak liggende parkeerstand en een oprijstand waarin de wielgoot zich schuin neerwaarts uitstrekt voor het op- en afrijden van een tweewieler, 25 waarbij de wielgoot zwenkbaar is tussen de parkeerstand en de oprijstand omheen een zwenkas; voorts omvattende een elastisch systeem voor het ondersteunen van de zwenkbeweging tussen de parkeerstand en de oprijstand; waarbij het elastisch systeem een elastisch element omvat dat zodanig is gepositioneerd dat er tijdens de zwenkbeweging een hefboom is 30 ten opzichte van de zwenkas voor het ondersteunen van de zwenkbeweging.
3
Door te voorzien in een elastisch systeem waarvan het elastische element tijdens de zwenkbeweging steeds een hefboom heeft ten opzichte van de zwenkas, is er geen dood punt meer, en wordt gedurende de hele zwenkbeweging een ondersteunende kracht geleverd door het elastische 5 element. Tijdens een zwenkbeweging vanuit de parkeerstand naar de oprijstand, zal de gebruiker een kracht uitoefenen tegen de kracht van het elastische element in zodat de wielgoot op gecontroleerde wijze neerwaarts kan zwenken en kan worden tegengegaan dat de wielgoot naar beneden ‘valt’. Tijdens een zwenkbeweging vanuit de oprijstand opwaarts naar de 10 parkeerstand, zal de gebruiker een kracht uitoefenen en oefent het elastische element eveneens een kracht uit om de wielgoot opwaarts te bewegen. Het elastische element ‘helpt’ de gebruiker.
Ook kan het elastische element zo zijn gepositioneerd dat de inbouwmaten relatief gering kunnen blijven, waardoor een compact 15 parkeersysteem kan worden verkregen. Bijvoorbeeld kan het elastische element in rusttoestand, wanneer de wielgoot in de parkeerstand is, nagenoeg liggend zijn gepositioneerd.
Doordat tijdens de gehele zwenkbeweging een ondersteunende kracht wordt geleverd door het elastische element, hoeft de gebruiker niet 20 meer zelf de gehele kracht te leveren voor het verstellen van de wielgoot, waardoor het systeem gebruiksvriendelijker is dan een systeem voorzien van een dood punt.
Het elastische element kan zijn uitgevoerd als een gasveer, maar bijvoorbeeld ook als een veermechanisme of een hydraulische cilinder. Het 25 elastische element kan al dan niet zijn voorzien van een demper.
Door voorts te voorzien in een vergrendeling voor het vergrendelen van de wielgoot in de oprijstand, kan het systeem nog gebruiksvriendelijker worden. De gebruiker hoeft dan niet meer zelf de kracht te leveren om de wielgoot beneden te houden. Door de vergrendeling blijft de wielgoot in de 4 oprijstand tot de gebruiker de vergrendeling ongedaan maakt om de wielgoot opwaarts te zwenken.
Op voordelige wijze is het elastische systeem tevens ingericht om de wielgoot in de parkeerstand te houden. Zo kan een compact systeem 5 worden verkregen en kan een aparte inrichting, bijvoorbeeld een extra elastisch element of een vergrendeling, voor het in de parkeerstand houden van de wielgoot achterwege worden gelaten. Het elastische element is dan op voordelige wijze ingericht om de wielgoot in de parkeerstand te houden en om de zwenkbeweging te ondersteunen. De gebruiker kan vanuit de 10 parkeerstand de wielgoot relatief eenvoudig neerwaarts zwenken. Bij het opwaarts zwenken van de wielgoot naar de parkeerstand toe, blijft de wielgoot eenvoudig in de parkeerstand staan.
Overeenkomstig een aspect van de uitvinding is het elastisch element voorzien van een aangrijpingspunt zodat tijdens de zwenkbeweging 15 er een hefboomarm is tussen het aangrijpingspunt en de zwenkas. Doordat er steeds een hefboomarm aanwezig is tijdens de zwenkbeweging, levert het elastische element steeds een kracht ter ondersteuning van de zwenkbeweging. Doordat er steeds een hefboomarm is, is er geen dood punt, waardoor het elastische element tijdens de zwenkbeweging altijd een 20 ondersteuning kan leveren. Tijdens neerwaarts verstellen, oefent de gebruiker een kracht uit tegen de kracht van het elastische element in. Tijdens opwaarts verstellen, oefent de gebruiker een kracht uit met de kracht van het elastische element mee.
Op voordelige wijze is het elastische element op een afstand 25 neerwaarts van de zwenkas gepositioneerd, waardoor een compacte inbouw van het elastische element mogelijk is. Het elastische element kan bijvoorbeeld in een rustpositie in hoofdzaak liggend zijn gepositioneerd op een afstand beneden de zwenkas. Tijdens de verstelling tussen de oprijstand en de parkeerstand blijft het aangrijpingspunt van het elastische element 30 onder de zwenkas zodat er steeds een hefboomarm is tussen het 5 aangrijpingspunt en de zwenkas opdat het elastische element een kracht kan leveren.
Overeenkomstig een ander aspect van de uitvinding, is het elastische systeem ingericht voor het leveren van een eerste ondersteuning 5 bij een beladen wielgoot en voor het leveren van een tweede ondersteuning bij een onbeladen wielgoot. Doordat de ondersteuning bij een beladen wielgoot verschillend is van de ondersteuning bij een onbeladen wielgoot, kan het gebruiksgemak verder toenemen. De te leveren ondersteuning bij een onbeladen wielgoot is bij voorkeur lager dan bij een beladen wielgoot, 10 zodat een gebruiker verhoudingsgewijs een vergelijkbare kracht hoeft te leveren bij een beladen of onbeladen wielgoot. Indien het elastische systeem slechts is ingericht voor het leveren van ondersteuning bij een beladen wielgoot, dan is de geleverde ondersteuning bij een onbeladen wielgoot verhoudingsgewijs groot, waardoor de gebruiker bij een onbeladen wielgoot 15 relatief veel kracht moet uitoefenen.
Afhankelijk van de beladingstoestand van de wielgoot, legt het aangrijpingspunt van het elastische element een eerste, dan wel een tweede baan af, waarbij het aangrijpingspunt verplaatst ten opzichte van de zwenkas zodat er tijdens verzwenking steeds een hefboomarm is tussen het 20 aangrijpingspunt van het elastische element en de zwenkas. Zowel in beladen als in onbeladen toestand is er een hefboom tussen het elastische element en de zwenkarm, waardoor er geen dood punt is en er steeds ondersteuning wordt geleverd door het elastische element.
Doordat in de beladen toestand het aangrijpingspunt een andere 25 baan aflegt dan in de onbeladen toestand, kan de hefboomarm tussen het aangrijpingspunt en de zwenkarm verschillen in de beladen toestand en de onbeladen toestand van de wielgoot, waardoor de ondersteuning verschillend is.
Op voordelige wijze heeft het aangrijpingspunt in de eerste baan 30 een nagenoeg gelijkblijvende afstand ten opzichte van de zwenkas, waardoor 6 het elastische element in de beladen toestand een nagenoeg gelijkblijvende ondersteunende kracht kan leveren. De gebruiker ervaart een dergelijke ondersteuning gewoonlijk als gebruiksvriendelijk.
In de tweede baan kan de afstand van het aangrijpingspunt ten 5 opzichte van de zwenkas variabel zijn, bijvoorbeeld bij het opwaarts zwenken van de wielgoot kan de afstand van het aangrijpingspunt ten opzichte van de zwenkas afnemen. Hierdoor levert het elastische element een variabele ondersteuning bij een onbeladen wielgoot. De ondersteuning is ook kleiner dan bij een beladen wielgoot, wat prettig in gebruik is aangezien 10 een onbeladen wielgoot lichter is dan een beladen wielgoot. Door deze aanpak kan het mogelijk zijn om de beladen wielgoot in balans te houden of zelfs automatisch omhoog te kunnen laten gaan. De onbeladen wielgoot kan eveneens met geringe kracht naar beneden worden gebracht, omdat de opwaartse kracht van het elastische element ter ondersteuning kleiner is.
15 Hierdoor kan de gebruiker zowel voor een onbeladen wielgoot als voor een beladen wielgoot met een beperkte kracht, de wielgoot verstellen.
Op voordelige wijze omvat het tweewielerparkeersysteem een detectiesysteem voor het detecteren van een beladen, dan wel onbeladen toestand van de wielgoot. Het detectiesysteem kan een mechanisch 20 detectiesysteem zijn, maar kan ook elektronisch of optisch, of anderszins zijn uitgevoerd.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn weergegeven in de volgconclusies.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een 25 uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven. De tekening toont
Fig. la een principeschets van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding met de wielgoot in de parkeerstand;
Fig. lb een principeschets van de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding met de wielgoot in de oprijstand; 7
Fig. 2a een principeschets van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding met de wielgoot in de parkeerstand;
Fig. 2b een principeschets van de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding met de wielgoot in de oprijstand in beladen toestand van de 5 wielgoot;
Fig. 2c een principeschets van de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding met de wielgoot in de oprijstand in onbeladen toestand van de wielgoot;
Fig. 2d een principeschets van de tweede uitvoeringsvorm van de 10 uitvinding met een eerste baan voor een beladen toestand en een tweede baan voor een onbeladen toestand;
Fig. 3a een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de uitvinding met een beladen wielgoot in de parkeerstand;
Fig. 3b een schematisch zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van 15 Fig. 3a met de wielgoot in de oprijstand;
Fig. 3c een schematisch zijaanzicht van Fig. 3a met een onbeladen wielgoot in de parkeerstand;
Fig. 4 een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een vergrendeling overeenkomstig de uitvinding.
20 Op gemerkt wordt dat de figuren slechts schematische weergaven zijn van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding en geenszins beperkend dienen te worden beschouwd. In de figuren zijn gelijke onderdelen met gelijke verwijzingscijfers weergegeven.
Fig. la toont een principeschets van de werking van een 25 tweewielerparkeersysteem 1 overeenkomstig de uitvinding. Een wielgoot 2 en een elastisch element 3 zijn schematisch weergegeven. Het elastische element 3 kan zijn uitgevoerd als een gasveer, maar bijvoorbeeld ook als een veersysteem omvattende een spiraalveer, of een drukveer of een hydraulische cilinder. Diverse varianten zijn mogelijk.
8
In de positie getoond in Fig. la bevindt de wielgoot 2 zich in een parkeerstand. De wielgoot 2 strekt zich in hoofdzaak liggend uit. Op een voordelige manier kan een dergelijk tweewielerparkeersysteem worden toegepast in een dubbellaags parkeersysteem. De wielgoot 2 kan zich dan 5 bijvoorbeeld op een tweede laag bevinden. Het elastische element 3 bevindt zich in een in hoofdzaak liggende stand overeenkomend met de parkeerstand van de wielgoot 2.
De wielgoot 2 is zwenkbaar tussen de parkeerstand getoond in Fig. la en de oprijstand getoond in Fig. lb. In de oprijstand strekt de wielgoot 2 10 zich schuin neerwaarts uit voor het op- en afrijden van een tweewieler. Een einde van de wielgoot 2 kan in de oprijstand al dan niet de grond raken. De wielgoot 2 is zwenkbaar ten opzichte van een zwenkas 4 over een hoek β. De hoek β kan variëren tussen ongeveer 30° en ongeveer 80°, bijvoorbeeld tussen ongeveer 40° en ongeveer 50°. De zwenkas 4 is gewoonlijk uitgevoerd 15 als een scharnieras waaromheen de wielgoot 2 kan scharnieren.
Het elastische element 3 is zodanig gepositioneerd ten opzichte van de zwenkas 4 dat er tijdens de zwenkbeweging tussen de parkeerstand en de oprijstand een hefboom 5 is ten opzichte van de zwenkas 4 voor het ondersteunen van de zwenkbeweging. De hefboom 5 is hier schematisch 20 weergegeven en is evenredig met het moment dat de kracht geleverd door het elastische element 3 kan uitoefenen om de zwenkas 4 voor het ondersteunen van de zwenkbeweging. Bij het neerwaarts zwenken van de wielgoot 2, oefent de gebruiker een kracht uit tegen de kracht van het elastische element 3 in zodat de wielgoot 2 niet naar beneden valt. Bij het 25 opwaarts zwenken van de wielgoot 2 helpt het elastische element 3 de gebruiker door het leveren van een moment in opwaartse richting.
Het elastische element 3 is aan een uiteinde voorzien van een bevestigingspunt 6 dat in dit uitvoeringsvoorbeeld een vaste positie heeft.
9
Een overstaand uiteinde van het elastisch element 3 is voorzien van een aangrijpingspunt 7 dat meebeweegt tijdens het verstellen van de wielgoot 2.
In het uitvoeringsvoorbeeld getoond in Fig. 1 beweegt het aangrijpingspunt 7 door de verzwenking van de wielgoot 2 over een baan A.
5 De afstand van het aangrijpingspunt 7 ten opzichte van de zwenkas 4 blijft nagenoeg gelijk tijdens de verstelling. De baan A kan zodoende een deel van een nagenoeg cirkelvormige baan omheen de zwenkas 4 beschrijven. De positie van het aangrijpingspunt 7 is over een relatief kleine hoek α verdraaid ten opzichte van de in hoofdzaak liggende 10 stand van Fig. la. De hoek α is hier gewoonlijk relatief klein, ongeveer -10° a ongeveer 10°, bij voorkeur ongeveer 0° a ongeveer 6° waardoor de hefboom die het elastische element 3 levert ten opzichte van de zwenkas 4 nagenoeg gelijk blijft gedurende de zwenkbeweging van de wielgoot 2. De hefboomarm van het aangrijpingspunt 7 ten opzichte van de zwenkas 4 blijft nagenoeg 15 gelijk. Hierdoor wordt een nagenoeg constante kracht geleverd tijdens de zwenkbeweging van de wielgoot 2. Het elastische element 3 bevindt zich hier nagenoeg in een liggende positie, waardoor de kracht geleverd door het elastische element optimaal kan zijn.
De baan A is hier een baan die zich uitstrekt over een deel van een 20 ongeveer een cirkelvormige baan omheen de zwenkas 4. De baan A kan zich vanzelfsprekend ook uitstrekken over een groter deel van de cirkelvormige baan zodat de door het elastische element geleverde kracht groter kan worden, waarbij de hoekverdraaiing relatief klein kan blijven om nagenoeg eenzelfde hefboom te houden.
25 Het elastische element 3 levert ondersteuning aan de gebruiker tijdens het zwenken van de wielgoot 2. Bij het neerwaarts zwenken van de wielgoot 2 oefent de gebruiker een kracht uit tegen de kracht van het elastisch element 3 waardoor de wielgoot 2 niet naar beneden valt. Bij het opwaarts zwenken helpt het elastische element 3 de gebruiker door de 10 wielgoot 2 als het ware mee opwaarts te tillen, waardoor de door de gebruiker te leveren kracht beperkt kan blijven.
Doordat het elastische element 3 steeds een kracht blijft leveren, aangezien er steeds een hefboomarm is ten opzichte van de zwenkas 4, blijft 5 de wielgoot 2 niet zonder meer beneden in de oprijstand staan. In het bijzonder bij een ongeladen wielgoot 2, blijft de wielgoot 2 niet beneden staan. De gebruiker dient dus voldoende kracht te leveren om de wielgoot 2 beneden te houden, of de wielgoot 2 kan worden vergrendeld in de oprijstand. Het parkeersysteem kan dan zijn voorzien van een 10 vergrendeling.
Het elastische element 3 kan tevens een voldoende moment leveren om de wielgoot 2 in de parkeerstand te houden. Doordat in dit uitvoeringsvoorbeeld het elastische element 3 in hoofdzaak liggend is uitgevoerd, kan op optimale wijze gebruik worden gemaakt van de door het 15 elastische element 3 geleverde kracht om bijvoorbeeld de wielgoot 2 in de parkeerstand te houden.
In het uitvoeringsvoorbeeld van Fig. 1 wordt eenzelfde ondersteuning geleverd door het elastische element 3 voor een beladen en een onbeladen wielgoot 2. Hoewel binnen aanvaardbare normen, kan 20 hierdoor de door de gebruiker te leveren kracht bij een onbeladen wielgoot relatief groot zijn.
Fig. 2 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een parkeersysteem overeenkomstig de uitvinding waarbij de ondersteuning voor een beladen wielgoot 2 verschilt van de ondersteuning voor een onbeladen wielgoot 2.
25 De ondersteuning voor een beladen wielgoot 2 gaat op dezelfde wijze als getoond in Fig. 1 en is hier getoond in Fig. 2a en Fig. 2b.
In de onbeladen toestand van de wielgoot 2 kan de ondersteuning die het elastische element 3 hoeft te leveren kleiner zijn, waardoor de afstand van het aangrijpingspunt 7 tot de zwenkas 4 kleiner kan zijn, 30 bijvoorbeeld een afstand 8. In de parkeerstand van de wielgoot 2 kan het 11 elastische element 3 met een hefboomarm van ongeveer de afstand 8, de wielgoot 2 in de parkeerstand houden. Eventueel kan het elastische element 3 de wielgoot 2 zowel in beladen als in onbeladen toestand in de parkeerstand houden.
5 Indien de wielgoot 2 zich schuin neerwaarts in de oprijstand bevindt, bevindt het aangrijpingspunt 7 van het elastische element 3 zich op een grotere afstand, afstand 5, van de zwenkas 4, aangezien in de neerwaartse oprijstand de beladingstoestand van de wielgoot 2 kan wisselen tussen een beladen toestand met tweewieler en een onbeladen toestand 10 zonder tweewieler.
Indien de wielgoot 2 beladen is met een tweewieler, vervolgt het aangrijpingspunt 7 van het elastische element 3 de baan A op een grotere afstand (afstand 5) van de zwenkas 4 bij het opwaarts zwenken van de wielgoot 2. De ondersteuning van het elastische element 3 tijdens de 15 zwenkbeweging van een beladen wielgoot 2 kan nagenoeg constant zijn.
Indien de wielgoot 2 onbeladen is, vervolgt het aangrijpingspunt 7 een baan B naar een kleinere afstand (afstand 8) ten opzichte van de zwenkas 4 tijdens opwaarts zwenken van de wielgoot 2. Hierdoor wordt het moment dat het elastische element 3 uitoefent om de zwenkas 4 kleiner 20 tijdens de zwenkbeweging omdat de hefboomarm kleiner wordt. De gasveer 3 staat onder een hoek ten opzichte van de wielgoot 2, waardoor de door de gasveer 3 geleverde kracht kleiner is en minder optimaal is, in overeenstemming met de onbeladen toestand van de wielgoot 2. De ondersteuning door het elastische element 3 bij een onbeladen wielgoot 2 is 25 derhalve variabel tijdens de zwenkbeweging.
Voor het bepalen van de beladingstoestand van de wielgoot 2, is het parkeersysteem 1 hier voorzien van een detectiesysteem.
Fig. 3 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een parkeersysteem 1 overeenkomstig de uitvinding. De wielgoot 2 is getoond die zwenkbaar is ten 30 opzichte van een zwenkas 4 tussen een parkeerstand, getoond in Fig. 3a en 12 een oprijstand, getoond in Fig. 3b. Een elastisch systeem 9 is getoond dat het elastisch element 3, bijvoorbeeld een gasveer, omvat. Het elastische systeem 9 bevindt zich hier op een positie lager dan de parkeerstand van de wielgoot 2.
5 De wielgoot 2 is ten minste verstelbaar tussen de parkeerstand en de oprijstand, en kan eventueel ook nog in de liggende stand van de parkeerstand verstelbaar zijn tussen een ingeschoven/uitgeschoven positie. In dat geval kan de wielgoot 2 een binnengoot 2a en een buitengoot 2b omvatten (hier niet getoond). De binnengoot 2a is slechts zwenkbaar ten 10 opzichte van de zwenkas 4. De buitengoot 2b is ten opzichte van de binnengoot 2a verschuifbaar en bevindt zich overheen de binnengoot 2a. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm staat de tweewieler op de buitengoot. Bij bediening van een dergelijke wielgoot, kan eerst de buitengoot volledig worden uitgeschoven, de wielgoot kan door het elastische element in de 15 uitgeschoven parkeerstand worden gehouden. Een gebruiker kan vervolgens de uitgeschoven goot naar beneden zwenken door een neerwaartse kracht uit te oefenen. Zowel de binnen- als de buitengoot zwenken naar beneden ten opzichte van de zwenkas 4.
De detectie van de beladingstoestand van de wielgoot 2 gebeurt 20 door middel van een detectiesysteem 10, dat hier is uitgevoerd als een stangensysteem. Fig. 3 toont niet zozeer het fysieke stangensysteem, maar een principeschets van verbindingslijnen. Voor het gemak zullen deze verbindingslijnen verder aangeduid worden met stangensysteem 10.
Het stangensysteem 10 is slechts een voorbeeld van een 25 detectiesysteem. Het stangensysteem 10 werkt in dit uitvoeringsvoorbeeld volledig mechanisch. In de oprijstand van de wielgoot 2 bevindt het elastische element 3 zich onder een kleine hoek ten opzichte van liggende uitgangspositie, zoals getoond in Fig. 1, Fig. 2 en Fig. 3b. Afhankelijk van het gewicht van de wielgoot 2, dus de beladingstoestand, bepaalt het 30 stangensysteem 10 de baan die het aangrijpingspunt 7 volgt bij het 13 verzwenken van de wielgoot 2. De baan van het aangrijpingspunt 7, baan A of baan B zoals getoond in Fig. 2, wordt derhalve hier bepaald door het stangenstelsel 10. De getoonde gleuven hebben hier geen functie. Fig. 3a toont het stangenstelsel 10 en het aangrijpingspunt 7 voor een beladen 5 wielgoot 2 in de parkeerstand. Fig. 3c toont het stangenstelsel 10 en het aangrijpingspunt 7 voor een onbeladen wielgoot 2 in de parkeerstand.
In het bijzonder lijn of stang 16 die een punt 17 op de wielgoot 2 verbindt met het aangrijpingspunt 7 van het elastische element 3, bepaalt de aansturing van het aangrijpingspunt 7. De instelling voor de aansturing 10 van het aangrijpingspunt 7 wordt bepaald door de detectie van de beladingstoestand van de wielgoot 2. Het punt 17 en het punt 7 kunnen zijn verbonden door een flexibele stang, bijvoorbeeld een uitschuifbare stang, of door een vaste stang waarbij tevens het punt 17 verplaatsbaar kan zijn.
Verschillende uitvoeringsvormen van het detectiesysteem zijn 15 mogelijk. Bijvoorbeeld kan een detectiesysteem al dan niet geheel elektronisch of al dan niet geheel optisch zijn uitgevoerd. Er kan gebruik worden gemaakt van elektrische of optische sensoren, van een bascule-systeem in de wielgoot, van een kliksysteem dat kan worden bediend door een wiel van de tweewieler of van een door de gebruiker te bedienen 20 systeem. Ook kan de gebruiker met de hand aangeven of er al of niet een tweewieler op de wielgoot staat, bijvoorbeeld door het indrukken van een knop, waardoor ook detectie kan plaatsvinden. Vele varianten van een detectiesysteem zijn mogelijk.
In het uitvoeringsvoorbeeld van Fig. 3 loopt het aangrijpingspunt 25 niet langs een fysiek pad, maar wordt het pad bepaald door het stangensysteem. Andere uitvoeringsvormen zijn denkbaar, waarbij de baan van het aangrijpingspunt wel bepaald wordt door bijvoorbeeld een fysiek oploopvlak of uitsparing of gleuf. Ook hiervoor zijn vele varianten mogelijk.
Om de wielgoot 2 in de oprij stand te houden, zonder dat de 30 gebruiker een kracht hoeft te leveren om de wielgoot beneden te houden, 14 kan gebruik worden gemaakt van een vergrendeling 11. Op voordelige wijze wordt de wielgoot vergrendeld wanneer de wielgoot in de oprijstand is gebracht door de gebruiker. Door de wielgoot 2 verder naar beneden te duwen, kan de gebruiker de wielgoot 2 ontgrendelen en weer opwaarts 5 bewegen.
Een voorbeeld van een vergrendeling 11 is getoond in Fig. 4. Een einde van de wielgoot 2 is voorzien van een eerste koppeldeel 12 dat is ingericht voor samenwerking met een tweede koppeldeel 13. Het tweede koppeldeel 13 is scharnierend bevestigd aan een einde van het elastische 10 element 3. Het tweede koppeldeel 13 kan, onder invloed van de werking van veer 18, worden opgenomen in een eerste uitsparing 14 van het eerste koppeldeel 12 waardoor vergrendeling optreedt. Om tegen te gaan dat de wielgoot weer ontgrendeld doordat de gebruiker de wielgoot iets te ver neerwaarts beweegt, is voorzien in een derde koppeldeel 15. Het derde 15 koppeldeel 15 is scharnierend verbonden met het tweede koppeldeel 13 en kan worden op genomen in een tweede uitsparing 19 van het eerste koppeldeel 12. Zodra het derde koppeldeel 15 zich in de uitsparing 19 bevindt en het tweede koppeldeel 13 in de uitsparing 14, is de wielgoot 2 vergrendeld.
20 De vergrendeling kan ongedaan worden gemaakt door de gebruiker door de wielgoot 2 een weinig neerwaarts te drukken. Hierdoor drukt het eerste koppeldeel 12 het derde koppeldeel 15 verder neerwaarts, waardoor het tweede koppeldeel 13 uit de uitsparing 14 kan worden vrijgemaakt. De vergrendeling is dan ongedaan gemaakt en de wielgoot 2 kan opwaarts 25 worden bewogen.
Vele varianten van een vergrendeling zijn mogelijk. Een vergrendeling kan volledig mechanisch worden uitgevoerd, of elektronisch, of deels mechanisch en deels elektronisch. Het aangrijpingspunt van het elastische element kan worden vergrendeld en/of de positie van de wielgoot 30 kan worden vergrendeld en/of een veerkamer van het elastische element 15 kan worden vergrendeld. Ook kan de vergrendeling door de gebruiker worden geïnitieerd, bijvoorbeeld wanneer de gebruiker een vergrendelpen door een gat steekt. De vergrendeling kan bijvoorbeeld plaatsvinden bij een vooraf bepaalde hoekverdraaiing en/of bij een voor afbepaalde kracht.
5 De uitvinding is niet beperkt tot de hier weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. Diverse varianten kunnen mogelijk zijn. In de getoonde uitvoeringsvormen is het elastische element in rusttoestand, wanneer de wielgoot in de parkeerstand is, liggend gepositioneerd. Echter, het elastische element kan ook anders zijn gepositioneerd zodat tijdens de 10 zwenkbeweging er een hefboom blijft ten opzichte van de zwenkas voor het ondersteunen van de zwenkbeweging. Alle varianten worden geacht te liggen binnen het bereik van de hiernavolgende conclusies.
20 060 94

Claims (11)

1. Tweewielerparkeersysteem omvattende een wielgoot die ten minste verstelbaar is tussen een in hoofdzaak liggende parkeerstand en een oprijstand waarin de wielgoot zich schuin neerwaarts uitstrekt voor het op- en afrijden van een tweewieler, 5 waarbij de wielgoot zwenkbaar is tussen de parkeerstand en de oprijstand omheen een zwenkas; voorts omvattende een elastisch systeem voor het ondersteunen van de zwenkbeweging tussen de parkeerstand en de oprijstand; waarbij het elastisch systeem een elastisch element omvat dat 10 zodanig is gepositioneerd dat er tijdens de zwenkbeweging een hefboom is ten opzichte van de zwenkas voor het ondersteunen van de zwenkbeweging en waarbij het elastisch element in hoofdzaak liggend is gepositioneerd..
2. Tweewielerparkeersysteem volgens conclusie 1, voorts omvattende een vergrendeling voor het vergrendelen van de wielgoot 15 in de oprijstand.
3. Tweewielerparkeersysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij het elastisch systeem voorts is ingericht om de wielgoot in de parkeerstand te houden.
4. Tweewielerparkeerssysteem volgens een der voorgaande 20 conclusies, waarbij het elastisch element is voorzien van een aangrijpingspunt zodat tijdens de zwenkbeweging zich een hefboomarm bevindt tussen het aangrijpingspunt en de zwenkas.
5. Tweewielerparkeersysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het elastisch element op een afstand neerwaarts van de zwenkas is 25 gepositioneerd.
6. Tweewielerparkeersysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het elastisch element een gasveer is. 20 0 6 0 94
7. Tweewielerparkeerssysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het elastisch systeem is ingericht voor het leveren van een eerste ondersteuning bij een beladen wielgoot en voor het leveren van een tweede ondersteuning bij een onbeladen wielgoot tijdens de 5 zwenkbeweging.
8. Tweewielerparkeersysteem volgens conclusie 7, waarbij, afhankelijk van de beladingstoestand van de wielgoot, een aangrijpingspunt van het elastische element een eerste dan wel een tweede baan aflegt voor het leveren van de eerste respectievelijk de tweede ondersteuning.
9. Tweewielerparkeersysteem volgens conclusie 8, waarbij in de eerste baan het aangrijpingspunt een nagenoeg gelijkblijvende afstand heeft ten opzichte van de zwenkas voor het leveren van een nagenoeg gelijkblijvende kracht en in de tweede baan de afstand van het aangrijpingspunt ten opzicht van de zwenkas afneemt voor het leveren van 15 een variabele kracht.
10. Tweewielerparkeersysteem volgens een der conclusies 7 — 9, voorts omvattende een detectiesysteem voor het detecteren van de beladingstoestand van de wielgoot.
11. Tweewielerparkeersysteem volgens conclusie 10, waarbij het 20 detectiesysteem een mechanisch detectiesysteem is. 2 0 0 6 0 9 4
NL2006094A 2011-01-28 2011-01-28 Tweewielerparkeersysteem. NL2006094C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006094A NL2006094C2 (nl) 2011-01-28 2011-01-28 Tweewielerparkeersysteem.
EP16184322.2A EP3165434B1 (en) 2011-01-28 2012-01-30 Two-wheeler parking system
EP12153064.6A EP2481656B1 (en) 2011-01-28 2012-01-30 Two-wheeler parking system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006094 2011-01-28
NL2006094A NL2006094C2 (nl) 2011-01-28 2011-01-28 Tweewielerparkeersysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2006094C2 true NL2006094C2 (nl) 2012-07-31

Family

ID=44508497

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006094A NL2006094C2 (nl) 2011-01-28 2011-01-28 Tweewielerparkeersysteem.

Country Status (2)

Country Link
EP (2) EP3165434B1 (nl)
NL (1) NL2006094C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3216681A1 (en) 2016-03-10 2017-09-13 VelopA B.V. Device for storing a bicycle
EP3216682A1 (en) 2016-03-10 2017-09-13 VelopA B.V. Device for storing a bicycle

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102016225991A1 (de) * 2016-12-22 2018-06-28 Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft Parkbremse für ein Einspurfahrzeug
CN108528572B (zh) * 2018-05-28 2024-01-30 福州大学 双层机械式自行车辅助停车装置及其工作方法

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1011598C2 (nl) * 1999-03-19 2000-09-20 Fibrokap Metaalwarenbedrijf B Inrichting voor het stallen van rijwielen.
EP1479598A2 (de) * 2003-05-23 2004-11-24 JOSTA Technik GmbH Mehrstöckige Einstellanlage für leichte Zweiräder
DE202006005800U1 (de) * 2006-04-05 2006-08-10 Josta Technik Gmbh Doppelstöckige Zweirad-Einstellanlage
GB2429444A (en) * 2005-08-26 2007-02-28 Falco Bv Cycle rack
US20070107322A1 (en) * 1998-02-27 2007-05-17 Ernst Blume Bilevel bicycle storage system

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20070107322A1 (en) * 1998-02-27 2007-05-17 Ernst Blume Bilevel bicycle storage system
NL1011598C2 (nl) * 1999-03-19 2000-09-20 Fibrokap Metaalwarenbedrijf B Inrichting voor het stallen van rijwielen.
EP1479598A2 (de) * 2003-05-23 2004-11-24 JOSTA Technik GmbH Mehrstöckige Einstellanlage für leichte Zweiräder
GB2429444A (en) * 2005-08-26 2007-02-28 Falco Bv Cycle rack
DE202006005800U1 (de) * 2006-04-05 2006-08-10 Josta Technik Gmbh Doppelstöckige Zweirad-Einstellanlage

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3216681A1 (en) 2016-03-10 2017-09-13 VelopA B.V. Device for storing a bicycle
EP3216682A1 (en) 2016-03-10 2017-09-13 VelopA B.V. Device for storing a bicycle

Also Published As

Publication number Publication date
EP2481656A1 (en) 2012-08-01
EP3165434B1 (en) 2018-12-05
EP3165434A1 (en) 2017-05-10
EP2481656B1 (en) 2016-08-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2006094C2 (nl) Tweewielerparkeersysteem.
US6843757B2 (en) Adjusting device for a tread board of a treadmill
FR3067341B1 (fr) Nacelle elevatrice a placement automatique en position compacte de transport
EP2713982B1 (fr) Vehicule a au moins trois points d'appui stable sur le sol
EP3364930B1 (fr) Système et méthode de manutention pour faciliter la maintenance d'une unité de couchage, en particulier un lit médicalisé
JP6619749B2 (ja) 階段
EP1995111B1 (fr) Nacelle pour siège de véhicule militaire
WO2018096175A1 (fr) Véhicule à gyropode
CA2107175A1 (fr) Appareils pour le lancement de plateaux ou cibles mobiles
JP7028458B2 (ja) 貨物自動車用リフト装置
FR2825353A1 (fr) Grue reglable de maniere continue
LU500456A1 (fr) Dispositif de détection d'inclinaison de murs pour la Restauration de bâtiments anciens en Pierre
EP3828124A1 (fr) Grue de levage avec système de détermination automatisée du mouflage
US20020135147A1 (en) Kick scooter steering mechanism
FR3027613A1 (fr) Table a repasser a grande securite
US7850187B1 (en) Motorcycle righting apparatus
EP2716498B1 (fr) Installation d'accès sécurisé à une partie supérieure d'un véhicule
EP1005809B1 (fr) Ensemble à déploiement latéral stable du genre bureau ou table
NL2005469C2 (nl) Rolstoel.
US20070252119A1 (en) Motorcycle front end stand
WO2017187094A1 (fr) Systeme a tablette pour fauteuil roulant, et fauteuil roulant equipe d'un tel systeme
NL1040717B1 (nl) Zelfbalancerende rolstoel.
JP3458305B2 (ja) 荷の垂直貯留装置
NL2012755B1 (nl) Inrichting voor het ondersteunen van een rijwiel.
EP1808384A1 (fr) Dispositif de marchepied, et véhicule équipé d'un tel dispositif

Legal Events

Date Code Title Description
RC Pledge established

Free format text: DETAILS LICENCE OR PLEDGE: RIGHT OF PLEDGE, ESTABLISHED

Name of requester: ABN AMRO BANK N.V.

Effective date: 20181115