BE1009375A6 - Kanteninrichting voor weefmachines. - Google Patents

Kanteninrichting voor weefmachines. Download PDF

Info

Publication number
BE1009375A6
BE1009375A6 BE9500474A BE9500474A BE1009375A6 BE 1009375 A6 BE1009375 A6 BE 1009375A6 BE 9500474 A BE9500474 A BE 9500474A BE 9500474 A BE9500474 A BE 9500474A BE 1009375 A6 BE1009375 A6 BE 1009375A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
edging device
cranks
thread guide
guide elements
elements
Prior art date
Application number
BE9500474A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to BE9500474A priority Critical patent/BE1009375A6/nl
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to US08/776,195 priority patent/US5803133A/en
Priority to KR1019970700421A priority patent/KR100314337B1/ko
Priority to PCT/EP1995/003704 priority patent/WO1996038608A1/de
Priority to JP53612296A priority patent/JP4017041B2/ja
Priority to ES95932777T priority patent/ES2141382T3/es
Priority to CN95194415A priority patent/CN1043258C/zh
Priority to EP95932777A priority patent/EP0772703B1/de
Priority to DE59507582T priority patent/DE59507582D1/de
Application granted granted Critical
Publication of BE1009375A6 publication Critical patent/BE1009375A6/nl
Priority to HK97102545A priority patent/HK1000895A1/xx

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C11/00Selvedge shedding mechanisms not forming part of main shedding mechanism

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Kanteninrichting voor weefmachines met twee draadgeleidingselementen (2,3) die bedoeld zijn om tegengestelde bewegingen uit te voeren en met krukken (14,15) die door een aandrijfmotor (12) aangedreven worden, waarbij de hoek (A) tussen de krukken (14,15) voor twee tegengesteld bewegende draadgeleidingselementen (2,3) kleiner is dan of gelijk is aan 180 graden en/of instelbaar is.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  Kanteninrichting voor weefmachines. ------------------------------------ De huidige uitvinding betreft een kanteninrichting voor weefmachines voorzien van minstens twee draadgeleidingselementen die bedoeld zijn om tegengestelde bewegingen uit te voeren en die geleid worden in een geleiding. 



  Kanteninrichtingen die samenwerken met kantendraden of vangdraden worden toegepast bij weefmachines om een zelfkant te vormen aan een weefsel of om een afvallint te vormen. Hierbij worden kantendraden in draadgeleidingselementen geleid die aan deze kantendraden een beweging opleggen zodanig dat inslagdraden volgens een bepaald patroon in deze kantendraden kunnen ingebonden worden. 



  Er zijn twee types kanteninrichtingen waarbij een eerste type bestaat uit draadgeleidingselementen die in de weefkaders van de weefmachine zijn voorzien of met deze weefkaders mee bewegen. Dit eerste type laat alleen toe een binding te vormen met de kantendraden die gelijk is aan de door de weefkaders gevormde binding. Een tweede type kanteninrichtingen bevat een eigen aandrijving, meer speciaal een aandrijving die onafhankelijk van de weefkaders de draadgeleidingselementen kan bewegen. Deze aandrijving is bijvoorbeeld via koppelmiddelen met de hoofdas van de weefmachine gekoppeld. 



  In EP-A 519 550 is een boven de draadgeleidingselementen opgestelde aandrijving voor draadgeleidingselementen die rechtlijnige en tegengestelde bewegingen uitvoeren beschreven, waarbij de draadgeleidingselementen via koppelstangen verbonden zijn met een rail die op haar beurt gekoppeld is met een kabel die aan een zijde samenwerkt met 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
 EMI2.1 
 een veer en aan de andere zijde bevolen wordt door een aandrijfhefboom die aangedreven wordt vanuit de weefmachine of via overbrengingsmiddelen die in verbinding staan met de hoofdas van de weefmachine. Dergelijke aandrijvingen zijn omslachtig, moeilijk correct in te stellen, vertonen wrijvingsverliezen en zijn aan sleet onderhevig. 



  De kanteninrichtingen volgens EP-A 519 550 laten toe bepaalde bindingen te vormen zoals een een-een binding waarbij bij iedere insertie van een inslagdraad een binding wordt gevormd of een twee-twee binding waarbij om de twee inserties een binding wordt gevormd. Om van het ene bindingspatroon naar het andere over te gaan, is het vereist overbrengingsmiddelen zoals tandwielen tussen de aandrijfhefboom en de weefmachine te verwisselen hetgeen omslachtig is en een weefmachinestop vereist. In geval men nokkenaandrijvingen toepast is het mogelijk andere bindingspatronen te vormen, bijvoorbeeld een-twee bindingen waarbij een eerste insertie ingebonden wordt en de twee volgende inserties samen ingebonden worden. 



  Andere bindingspatronen zijn hierbij ook mogelijk. Om het bindingspatroon te wijzigen dienen hier de nokken van de nokaandrijving vervangen te worden door andere nokken, hetgeen tevens omslachtig is en een weefmachinestop vereist. 



  In EP-A 306 078 is een aandrijving voor draadgeleidingselementen beschreven waarbij de draadgeleidingselementen door middel van een eigen aandrijfmotor aangedreven worden die gesynchroniseerd aangedreven wordt met de weefmachine. Tussen de aandrijfmotor en de draadgeleidingsmiddelen zijn koppelstangen en geleidingen voorzien om de beweging van de aandrijfmotor om te zetten in een beweging van de draadgeleidingsmiddelen, die een ingewikkeld mechanisme vormen. 



  Dergelijke aandrijvingen zijn eveneens omslachtig, moeilijk 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 correct in te stellen, vertonen wrijvingsverliezen en zijn aan sleet onderhevig. 



  Het doel van de uitvinding is een kanteninrichting waarbij de voornoemde nadelen niet voorkomen en waarbij de binding op een eenvoudige manier kan gewijzigd worden. 



  Tot dit doel betreft de uitvinding een kanteninrichting die minstens een door een aandrijfmotor aangedreven aandrijfas bevat om draadgeleidingselementen tegengesteld te bewegen, koppelmiddelen die de aandrijfas met de draadgeleidingselementen koppelen, waarbij de koppelmiddelen voor een draadgeleidingselement een met de aandrijfas verbonden kruk bevatten en een koppelstang die de kruk met de draadgeleidingselementen koppelt en waarbij de hoek tussen de krukken voor twee tegengesteld bewegende draadgeleidingselementen, kleiner is dan of gelijk is aan 180 graden en/of instelbaar is. 



  De uitvinding biedt als voordeel dat de positie van het kruisen van de kantendraden en de binding van de inslagdraden met de kantendraden willekeurig kan gekozen worden. 



  De hoek tussen de krukken voor twee tegengesteld bewegende draadgeleidingselementen is bij voorkeur groter dan 120 graden. Dit is voordelig voor het aandrijfkoppel dat de aandrijfas of aandrijfmotor moet uitoefenen op de draadgeleidingselementen. 



  Bij voorkeur is de aandrijfmotor stuurbaar, hetgeen toelaat de binding tijdens het weven te wijzigen. 



  Bij voorkeur zijn de krukken eendelig uitgevoerd en op een 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
 EMI4.1 
 aandrijfas bevestigd die bestaat uit een motoras van een stuurbare aandrijfmotor en bevatten de koppelmiddelen een enkele koppelstang die voorzien is tussen een kruk en een draadgeleidingselement. Het eendelig uitvoeren van de krukken die verbonden zijn met een enkele koppelstang biedt als voordeel dat het geheel weinig aan vervormingen onderhevig is. Het wijzigen van de positie van het kruisen van de kantendraden kan hierbij eenvoudig gebeuren door het voorzien van krukken die onder een andere hoek zijn opgesteld. 



  Dergelijke kanteninrichting biedt tevens als voordeel dat deze zeer compact is, weinig onderdelen bevat, als module kan gebouwd worden, eenvoudig op een weefmachine kan geplaatst of van een weefmachine kan verwijderd worden, en tevens eenvoudig volgens de breedte van de weefmachine of van het weefsel kan verplaatst worden. 



  Bij voorkeur zijn de aandrijfas en de krukken boven de draadgeleidingselementen opgesteld en is de hoek tussen de krukken voor twee tegengesteld bewegende draadgeleidingselementen, die bij kruisende draadgeleidingselementen aan de zijde van de draadgeleidingselementen is gelegen, kleiner dan 180 graden. Dit laat toe de kanteninrichting eenvoudig en zichtbaar op de weefmachine te monteren en dat de positie van het kruisen van de kantendraden zieh onder het middelpunt van de bewegingskoers van de draadgeleidingselementen bevindt, hetgeen voordelig is voor het bekomen van een goede binding. 



  Teneinde de kenmerken van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin figuur 1 schematisch en in doorsnede een kanteninrichting 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een zieht volgens pijl F2 in figuur 1 weergeeft ; figuren 3 en 4 de uitvoeringsvorm van figuur 2 in een andere stand weergeven ; figuren 5 een variante van de uitvoeringsvorm van figuur 1 weergeeft ; figuur 6 een zieht volgens pijl F6 in figuur 5 weergeeft ; figuur 7 vergroot in een zieht analoog als in figuur 3 een kanteninrichting volgens de uitvinding weergeeft. 



  In figuur 1 tot 4 is een kanteninrichting 1 volgens de uitvinding weergegeven die twee draadgeleidingselementen 2,3 bevat die voorzien zijn van draadgeleidingen 4, 5. De draadgeleidingselementen 2,3 zijn bedoeld om tegengestelde bewegingen volgens richting X uit te voeren en worden geleid in geleidingen 6,7 die rechtlijnig zijn. In deze draadgeleidingen 4,5 zijn kantendraden 8 en 9 voorzien die bedoeld zijn om een gaap 10 te vormen en om inslagdraden in te binden. De geleidingen 6,7 zijn bevestigd aan elkaar en/of aan een freem 11 dat bevestigd is aan het weefmachinefreem. 



  Hierbij bevat de kanteninrichting 1 een aandrijving die boven de draadgeleidingselementen 2,3 is opgesteld. De aandrijving bevat een aan het freem 11 bevestigde aandrijfmotor 12 en een door een aandrijfmotor 12 aangedreven aandrijfas 13 om de draadgeleidingselementen 2,3 tegengesteld te bewegen. De aandrijving bevat koppelmiddelen die de aandrijfas 13 met de draadgeleidingselementen 2,3 koppelen. Voor ieder draadgeleidingselement 2,3 bevatten de koppelmiddelen een kruk 14,15 die met de aandrijfas 13 is verbonden en een enkele koppelstang 16,17 die de kruk 14,15 met de draadgeleidingselementen 2,3 koppelt. De hoek A tussen de krukken 14 en 15 voor twee tegengesteld bewegende draadgeleidingselementen 2, 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 
 EMI6.1 
 3 is kleiner dan of gelijk aan 180 graden.

   Bij voorkeur is de hoek A tevens groter dan 120 graden, en bedraagt in de weergegeven uitvoeringsvorm ongeveer 150 graden. 



  De aandrijfas 13 waarop de krukken 14, 15 zijn bevestigd bestaat hierbij uit de motoras van de stuurbare aandrijfmotor 12 die door middel van een lokale stuureenheid 18 en de stuureenheid 19 van de weefmachine stuurbaar is. Het freem 11 is hierbij als een module uitgevoerd en bevat de aandrijfmotor 12, een lokale stuureenheid 18 voor de aandrijfmotor 12, de krukken 14, 15 en de koppelstangen 16, 17. 



  In de in figuren 1 tot 4 weergegeven uitvoeringsvorm zijn de krukken 14, 15 eendelig uitgevoerd en bevestigd op de aandrijfas 13 of motoras van de aandrijfmotor 12. De verbinding tussen de krukken 14, 15 en de koppelstangen 16, 17 gebeurt respectievelijk met een tap 20, 21 die vast bevestigd is aan de kruk 14, 15 en die draaibaar is in een lager 22, 23 van de koppelstangen 16, 17. Hierbij worden de krukken 14 en 15 gevormd door de verbinding van de aandrijfas 13 met de tappen 20 en 21. De verbinding tussen de draadgeleidingselementen 2, 3 en de koppelstangen 16, 17 gebeurt respectievelijk met een tap 24, 25 die vast bevestigd is aan de draadgeleidingselementen 2, 3 en die draaibaar is in een lager 26, 27 van de koppelstangen 16, 17. Bij deze uitvoeringsvorm is slechts een enkele koppelstang 16, 17 voorzien tussen de krukken 14, 15 en de draadgeleidingselementen 2, 3.

   De koppelstangen 16 en 17 en de krukken 14 en 15 vertonen hierbij respectievelijk een gelijke lengte. De krukken 14 en 15, de koppelstangen 16 en 17, en de draadgeleidingselementen 2 en 3 zijn evenwijdig met elkaar opgesteld. De tappen 20, 21, 24, 25 en de aandrijfas-13 zijn eveneens evenwijdig met elkaar opgesteld. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  In figuur 2 is een zieht weergegeven waarbij het draadgeleidingselement 2 zieh in een bovenste uiterste positie bevindt en het draadgeleidingselement 3 in een onderste uiterste positie. Hierbij bevinden de kruk 15 en de koppelstang 17 zieh nagenoeg of volledig in elkaars verlengde. In figuur 3 wordt een positie weergegeven waarbij de kantendraden 8 en 9 of de draadgeleidingen 4 en 5 van de draadgeleidingselementen 2 en 3 elkaar kruisen of zieh op kruisingshoogte bevinden. Dit kruisen vindt plaats op een ogenblik dat het kruisingsmoment wordt genoemd. In figuur 4 bevindt het draadgeleidingselement 2 zieh in een onderste uiterste positie terwijl het draadgeleidingselement 3 zieh in een bovenste uiterste positie bevindt, en bevinden de kruk 14 en de koppelstang 16 zieh nagenoeg of volledig in elkaars verlengde. 



  Om een binding te vormen worden de draadgeleidingselementen 2 en 3 door de aandrijfmotor 12 bewogen tussen de uiterste posities zoals weergegeven in figuren 2 en 4 of omgekeerd. 



  Indien per weefcyclus de draadgeleidingselementen 2,3 heen of weer bewogen worden wordt een   een-een   binding gevormd, indien dit gebeurt per twee weefcycli wordt een twee-twee binding gevormd. Door een passende beweging kan om het even welke binding, zoals een een-twee of   een-drie   binding, gevormd worden. 



  Hiertoe wordt de aandrijfmotor 12 zodanig gestuurd dat de aandrijfas 13 heen en weer verdraaid wordt tussen de uiterste posities weergegeven in figuren 2 en 4 en zodoende de draadgeleidingselementen 2 en 3 volgens de lengterichting X van de geleidingen 6 en 7 tegengesteld tussen de voornoemde uiterste posities bewogen worden. De krukken 14 en 15 zijn onder een hoek A en ten opzichte van de aandrijfas 13 opgesteld zodat 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 door die opstelling de draadgeleidingselementen 2,3 een tegengestelde beweging kunnen uitvoeren. Dit om toe laten bij iedere beweging van de draadgeleidingselementen 2,3 een gaap 10 te vormen met de kantendraden 8 en 9.

   De hoek A tussen de krukken 14,15 voor twee tegengesteld bewegende draadgeleidingselementen 2,3 is duidelijk weergegeven in figuur 3 als zijnde de hoek die bij kruisende draadgeleidingselementen 2, 3 aan de zijde van de draadgeleidingselementen 2,3 is gelegen. 



  Op het freem 11 wordt een lokale stuureenheid 18 bevestigd die samenwerkt met de stuureenheid 19 van de weefmachine. De stuureenheid 19 geeft een signaal aan de lokale stuureenheid 18 dat bepalend is voor de positie van de aandrijfmotor 12. 



  Door de positie van de aandrijfmotor 12 te sturen wordt tevens het toerental van de aandrijfas 13 gestuurd, dit betekent dat het toerental van de aandrijfas 13 bepaald wordt door de snelheid waarmee de positie van de aandrijfas 13 gestuurd wordt. 



  De stuureenheid 19 geeft een signaal aan de lokale stuureenheid 18 dat bepaald wordt door weefmachineparameters. 



  Hiertoe wordt bijvoorbeeld een signaal geleverd dat evenredig is met de positie en de gemiddelde snelheid van de hoofdas van de weefmachine. De stuureenheid 19 bepaalt dit signaal door middel van signalen van een detector 28 die samenwerkt met een encoderschijf 29 voorzien op een as 30 van de weefmachine die synchroon draait met de hoofdas van de weefmachine. Dit signaal is functie van de positie en de gemiddelde snelheid van de hoofdas van de weefmachine, meer speciaal bevat een waarde die functie is van de voornoemde positie en gemiddelde snelheid. De lokale stuureenheid 18 ontvangt dit signaal van de stuureenheid 19 en stuurt 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 vervolgens de positie en de positieverandering of snelheid van de aandrijfmotor 12 in functie van dit signaal.

   Hierdoor kan men bekomen dat de aandrijfas 13 een positie inneemt die functie is van de positie van de hoofdas van de weefmachine. 



  De sturing naar de positie laat tevens toe het kruisingmoment van de kantendraden 8 en 9 te laten plaats vinden op een gewenst ogenblik in de weefcyclus. De stuureenheid 19 kan ook middelen bevatten die in staat zijn de positie van de hoofdas van de weefmachine en de aandrijfas 13 op een andere manier te synchroniseren, hetgeen toelaat het kruisingmoment te regelen vanuit de stuureenheid 19. Dit laatste kan tevens gebeuren bij een in werking zijnde weefmachine, meer speciaal zonder dat men de weefmachine moet stoppen. Het kruisingsmoment kan eveneens per weefcyclus aangepast worden, bijvoorbeeld in functie van weefparameters zoals de inslagsoort, het inslagkanaal waarmee geweven wordt, insertieparameters en andere weefparameters. Dit kan ook gebeuren bij een in werking zijnde weefmachine en in functie van weefparameters. 



  Door het feit dat de hoek A groter is dan 120 graden is de bewegingskoers van de draadgeleidingselementen 2,3, meer speciaal de koers tussen de uiterste posities van de draadgeleidingselementen 2,3 zoals weergegeven in figuren 2 en 4, beduidend groter dan de lengte van de kruk 14,15. Dit biedt als voordeel dat voor een bepaalde bewegingskoers de kruk 14, 15 een kleinere lengte kan vertonen dan de bewegingskoers, waardoor het koppel dat de aandrijfmotor 12 moet leveren om de krukken 14,15 te verdraaien klein kan gehouden worden. 



  Deze kanteninrichting 1 biedt tevens als voordeel dat bij opengetrokken kantendraden 8 en 9 of een gevormde gaap 10 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 waarbij de kantendraden 8 en 9 onder spanning staan en krachten uitoefenen op de draadgeleidingselementen 2 en 3, de krukken 14,15 nagenoeg in het verlengde van de koppelstangen 16,17 staan. Hierdoor heeft een relatief grote hoekverdraaiing van de aandrijfmotor 12 slechts een kleine verplaatsing van de draadgeleidingselementen 2,3 voor gevolg, waardoor het koppel dat de aandrijfmotor 12 moet leveren om de kantendraden 8 en 9 verder open te trekken of open te houden beperkt blijft. Hierdoor kan tevens een minder krachtige aandrijfmotor 12 aangewend worden die klein, eenvoudig inbouwbaar en goedkoop kan zijn.

   Dergelijke aandrijfmotor 12 vergt ook minder stroom waardoor tevens een minder krachtige en goedkope lokale stuureenheid 18 kan aangewend worden. Dit is voordelig om een stappenmotor als aandrijfmotor 12 aan te wenden. 



  De kruisingshoogte waarbij de draadgeleidingen 4 en 5 van de draadgeleidingselementen 2,3 en de kantendraden 8,9 zich op dezelfde hoogte bevinden, zoals weergegeven in figuur 3, wordt bepaald door de hoek A dat de krukken 14 en 15 ten opzichte van elkaar innemen. Bij het weven en het vormen van zelfkanten of afvallinten is het voordelig dat de kruisingshoogte onder het midden van de bewegingskoers van de kantendraden 8,9 te kiezen om een goede binding te kunnen vormen. Hierbij is het kiezen van een hoek A die kleiner is dan 180 graden voordelig daar bij het verkleinen van deze hoek A, de kruisingshoogte dichter bij de onderste uiterste positie en verder van de bovenste uiterste positie van de draadgeleidingen 4,5 van de draadgeleidingselementen 2,3 komt te liggen.

   In het weergegeven voorbeeld waarbij de hoek A ongeveer 150 graden bedraagt ligt de kruisingshoogte iets onder het midden van de bewegingskoers van de draadgeleidingselementen 2,3. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 



  De hoek A die gekozen dient te worden opdat de kruisingshoogte onder het midden van de bewegingskoers van de kantendraden 8,9 zou liggen, is afhankelijk van de verhouding van de lengte van de krukken 14,15 en de lengte van de koppelstangen 16,17. Indien deze verhouding zeer klein is mag de hoek A de 180 graden benaderen. Wanneer de lengte van de krukken en de koppelstangen een normale waarde aanneemt in de orde van grootte zoals in de weergegeven uitvoeringsvorm, kan de hoek A bijvoorbeeld tussen de 170 en 175 graden gekozen worden om reeds een kruisingshoogte onder het voornoemde midden te bekomen. 



  In geval als aandrijfmotor 12 een stuurbare stappenmotor wordt toegepast kan die stappenmotor door het opeenvolgend toevoeren van positieve en negatieve spanningen aan de polen van de stappenmotor in stappen gestuurd worden. Hierbij is het vereist de stappenmotor te ijken, dit is de referentiepositie van de stappenmotor vast te leggen. Hierna is de positie van de motoras van de aandrijfmotor 12 steeds gekend in functie van het aantal stappen dat de motoras verdraaid werd, meer speciaal van de opeenvolgende aangelegde spanningen aan de polen van de stappenmotor. 



  Om de stappenmotor te ijken bevat de kanteninrichting 1, zoals weergegeven in figuur 2, minstens   een   aanslag 31 of 32 die kan samenwerken met aanslagelementen 33 of 34 die samen bewegen met de aandrijfas 13 of de motoras van de stappenmotor, teneinde een referentiepositie voor de stappenmotor te bepalen. In het weergegeven voorbeeld wordt de referentiepositie bepaald als zijnde de positie waarbij de aanslag 31 kontakt maakt met een door de rand van de kruk 14 gevormd aanslagelement 33. De positie van deze aanslag 31 wordt ook zodanig gekozen dat de motoras slechts tot een 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 beperkte hoekstand kan verdraaid worden.

   De in een bepaalde positie opgestelde aanslag 32 die kan samenwerken met een door de rand van de kruk 15 gevormd aanslagelement 34 dient hierbij tevens om te verhinderen dat de motoras over een te grote hoek verdraaid wordt. Beide aanslagen 31 en 32 zijn tevens bedoeld om te vermijden dat de krukken 14,15 en koppelstangen 16,17 met elkaar kunnen botsen. 



  In geval de stappenmotor tussen de aanslagen 31 en 32 in bijvoorbeeld negentig stappen kan verdraaid worden, wordt bijvoorbeeld de stappenmotor voor het ijken in zesennegentig stappen naar de aanslag 31 toe bewogen. Hierdoor wordt onafhankelijk van de positie van de stappenmotor voor het ijken, de kruk 14 tegen de aanslag 31 gebracht. Vervolgens wordt de stappenmotor een stap weg van de aanslag 31 bevolen teneinde de referentiepositie van de stappenmotor in te stellen. Vervolgens wordt de stappenmotor in bijvoorbeeld achtentachtig stappen bevolen tussen die referentiepositie en een positie waarbij de kruk 15 zich nabij de aanslag 32 bevindt, teneinde een gepaste binding te vormen door de draadgeleidingselementen 2,3 heen en weer te bewegen tussen de posities weergegeven in figuren 2 en 4 en omgekeerd.

   Om de stappenmotor in een gewenste positie te brengen of te houden worden hierbij uiteraard gepaste stuurstromen en houdstromen' aan de stappenmotor toegevoerd. 



  Hierbij wordt opgemerkt dat de krukken 14,15 tijdens de werking normalerwijze niet in kontakt komen met de aanslagen 31 en 32. De polen van de stappenmotor worden hierbij bijvoorbeeld zodanig ten opzichte van de aanslag 31 opgesteld dat wanneer een bepaalde spanning aan beide polen wordt aangelegd, de stappenmotor in een stap vanaf de aanslag 31 naar de referentiepositie wordt gebracht. 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 



  Door de bewegingshoek waartussen de aandrijfmotor 12 verdraaid wordt te beperken is het mogelijk de bewegingskoers van de draadgeleidingselementen 2,3 te regelen. In geval de bewegingskoers gekozen wordt tussen de posities zoals weergegeven in figuren 2 en 4, wordt het voordeel van het beperkt koppel dat de aandrijfmotor 12 moet leveren om een open gaap 10 te vormen en om bij een open gaap 10 de kantendraden 8,9 open te trekken of te houden, optimaal benut. 



  Volgens de in figuren 5 en 6 weergegeven variante kunnen de krukken 14 en 15 eveneens deel kunnen uitmaken van een door de aandrijfmotor 12 aangedreven krukas 37. De krukas 37 bestaat hierbij uit een op de aandrijfas 13 bevestigde kruk 15, een tussenelement 38, een kruk 14 die verbonden is met een draaibaar in het freem 11 gelagerde as 39 die in het verlengde van de aandrijfas 13 is opgesteld en tappen 20 en 21 die respectievelijk de krukken 14,15 met het tussenelement 38 verbinden. Deze uitvoeringsvorm laat ook toe de aandrijfmotor 12 heen en weer te bevelen om zodoende de draadgeleidingselementen 2 en 3 tegengesteld te laten bewegen teneinde een gaap 10 te vormen. Hierbij is de hoek A tussen de krukken 14 en 15 die een tegengestelde beweging aan de draadgeleidingselementen 2,3 opleggen eveneens gelegen tussen 120 en 180 graden en bedraagt bij voorkeur 150 graden. 



  De stuurbare aandrijfmotor 12 kan ook bestaan uit een servomotor. Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm bestaat deze aandrijfmotor 12 uit een enkelfazige motor met veranderlijke reluctantie. Dergelijke motoren zijn bekend uit bijvoorbeeld US 4043618 of GB 1597790 en laten toe de positie en snelheid van de motoras op een eenvoudige, correcte en goedkope manier te sturen in functie van signalen die bepaald worden door een positie of snelheid van een 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 andere as zoals een as die synchroon draait met de hoofdas van een weefmachine. 



  Het is duidelijk dat de kanteninrichting volgens de uitvinding toelaat tijdens het weven en zonder mechanische aanpassingen het patroon van de binding te wijzigen. 



  Bijvoorbeeld kan tijdens het weven van een   een-een   binding overgegaan worden naar een twee-twee,   een-twee   of   een-drie   binding enkel en alleen door de sturing van de aandrijfmotor 12 met behulp van de stuureenheden 18 en 19 te wijzigen zodat de gewenste beweging van de draadgeleidingselementen 2,3 plaats vindt. Om een   een-een   binding te vormen worden de draadgeleidingselementen 2,3 bij iedere weefcyclus tussen hun uiterste posities bewogen. Bij een twee-twee binding vindt dit om de twee weefcycli plaats, bij een   een-twee   binding achtereenvolgens om de weefcyclus of om de twee weefcycli. Andere bindingen kunnen passend bekomen worden. 



  Daar de draadgeleidingselementen 2 en 3 door een stuurbare aandrijfmotor 12 bewogen worden kan het kruisingsmoment van de draadgeleidingselementen 2 en 3 eenvoudig geregeld worden in functie van de positie van de hoofdas van de weefmachine, meer speciaal door de snelheid van de aandrijfmotor 12 tijdens de weefcyclus passend te sturen in functie van de snelheid van de weefmachine. 



  Daar de kanteninrichting 1 voorzien is op een freem 11 kan de kanteninrichting 1 eenvoudig op een weefmachine gebouwd worden, weer van de weefmachine verwijderd worden, verplaatsbaar langsheen de breedte van het weefmachinefreem bevestigd worden om toegepast te kunnen worden bij weefmachines waarbij weefsels met een verschillende breedte geweven worden en verplaatsbaar volgens de hoogte van het 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 weefmachinefreem bevestigd worden om de door de kantendraden gevormde gaap in het verlengde van de door de normale kettingdraden gevormde gaap te kunnen opstellen. Dit kan doordat de kanteninrichting 1 slechts door elektrische leidingen 35 en 36 in verbinding met de stuureenheid 19 van de weefmachine moet staan. 



  In figuur 7 is een kanteninrichting 1 weergegeven waarbij de hoek A die gevormd wordt tussen de krukken 14 en 15 instelbaar is. Hiertoe zijn instelmiddelen voorzien die toelaten de hoek A tussen de krukken 14 en 15 in te stellen. 



  In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaan de instelmiddelen uit aan de krukken 14 en 15 voorziene kragen 40 en 41 die door schroefmiddelen 42 naar elkaar toe getrokken kunnen worden. De schroefmiddelen 42 bestaan uit een bout en een moer die een afgerond aanslagvlak bevatten teneinde de hoekverdraaiing van de kragen 40 en 41 ten opzichte van de schroefmiddelen 42 te compenseren. Door de krukken 14 en 15 met behulp van de schroefmiddelen 42 passend op de aandrijfas 13 te klemmen kan de hoek A tussen de krukken 14 en 15 ingesteld worden. De lengte van de krukken 14 en 15 kan hierbij ingesteld worden door de tappen 20 en 21 langsheen gleuven 43 en 44 te verplaatsen. De tappen 20 en 21 bevatten' hiertoe een niet weergegeven kraag en schroefdraad zodat deze tappen 20 en 21 met behulp van een moer ten opzichte van de gleuven 43 en 44 kunnen bevestigd worden. 



  Het is duidelijk dat de kanteninrichting volgens de uitvinding meer dan twee draadgeleidingselementen die aangedreven worden door een aandrijfmotor kunnen bevatten. Zo kunnen bijvoorbeeld vier draadgeleidingselementen voorzien worden, waarbij ieder stel van twee draadgeleidingselementen 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 
 EMI16.1 
 die een tegengestelde beweging uitvoeren door een eigen aandrijfas en aandrijfmotor worden aangedreven. Dit laat toe speciale bindingen met kantendraden te vormen. 



  Het is duidelijk dat de kanteninrichting niet noodzakelijk een lokale stuureenheid 18 moet bevatten en dat de functie van deze lokale stuureenheid 18 door de stuureenheid 19 van de weefmachine kan vervuld worden. 



  Het is duidelijk dat de kanteninrichting kan toegepast worden voor eender welk type weefmachine zoals luchtweefmachine, grijperweefmachine, projectielweefmachine en andere. 



  De kanteninrichting volgens de uitvinding beperkt zich uiteraard niet tot de als voorbeeld weergegeven uitvoeringsvormen en kan binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende uitvoeringsvarianten verwezenlijkt worden.

Claims (17)

Konklusies.
1. Kanteninrichting voor weefmachines voorzien van minstens twee draadgeleidingselementen (2, 3) die bedoeld zijn om tegengestelde bewegingen uit te voeren en die geleid worden in een geleiding (6, 7), daardoor gekenmerkt dat de kanteninrichting (1) minstens een door een aandrijfmotor (12) aangedreven aandrijfas (13) bevat om draadgeleidingselementen (2, 3) tegengesteld te bewegen, koppelmiddelen die de aandrijfas (13) met de draadgeleidingselementen (2, 3) koppelen, waarbij de koppelmiddelen voor een draadgeleidingselement (2, 3) een met de aandrijfas (13) verbonden kruk (14, 15) bevatten en een koppelstang (16, 17) die de kruk (14, 15) met de draadgeleidingselementen (2, 3) koppelt en waarbij de hoek (A) tussen de krukken (14, 15) voor twee tegengesteld bewegende draadgeleidingselementen (2, 3)
kleiner is dan 180 graden of gelijk is aan 180 graden en/of instelbaar is.
2. Kanteninrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de hoek (A) tussen de krukken (14, 15) voor twee tegengesteld bewegende draadgeleidingselementen (2, 3) groter is dan 120 graden.
3. Kanteninrichting volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfas (13) bestaat uit een motoras van een stuurbare aandrijfmotor (12).
4. Kanteninrichting volgens konklusie 1, 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de krukken (14, 15) eendelig zijn uitgevoerd.
5. Kanteninrichting volgens een der konklusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de krukken (14, 15) op de aandrijfas <Desc/Clms Page number 18> (13) zijn bevestigd.
6. Kanteninrichting volgens een der konklusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de koppelmiddelen een enkele koppelstang (16, 17) bevatten die voorzien is tussen een kruk (14, 15) en een draadgeleidingselement (2, 3).
7. Kanteninrichting volgens een der konklusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de krukken (14, 15), de koppelstangen (16, 17) en de draadgeleidingselementen (2, 3) evenwijdig met elkaar zijn opgesteld.
8. Kanteninrichting volgens een der konklusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat wanneer het draadgeleidingselement (2, 3) zieh in een onderste positie bevindt, de bijhorende kruk (14, 15) en koppelstang (16, 17) in elkaars verlengde staan.
9. Kanteninrichting volgens een der konklusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de kanteninrichting (1) minstens een aanslag (31, 32) bevat die kan samenwerken met aanslagelementen (33, 34) die samen bewegen met de aandrijfas (13).
10. Kanteninrichting volgens konklusie 9, daardoor gekenmerkt dat de aanslagelementen (33, 34) gevormd worden door een rand van de krukken (14, 15).
11. Kanteninrichting volgens een der konklusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmotor (12) bestaat uit een stuurbare stappenmotor.
12. Kanteninrichting volgens konklusie 11, daardoor gekenmerkt dat minstens een aanslag (31, 32) van de <Desc/Clms Page number 19> kanteninrichting (1) die samenwerkt met een aanslagelement (33, 34) dat samen beweegt met de motoras van de stappenmotor, een referentiepositie voor de stappenmotor bepaalt.
13. Kanteninrichting volgens een der konklusies 1 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de krukken (14, 15) boven de draadgeleidingselementen (2, 3) zijn opgesteld en dat de hoek (A) tussen de krukken (14, 15) voor twee tegengesteld bewegende draadgeleidingselementen (2, 3), die bij kruisende draadgeleidingselementen (2, 3) aan de zijde van de draadgeleidingselementen (2, 3) is gelegen, kleiner is dan 180 graden en groter is dan 120 graden.
14. Kanteninrichting volgens een der konklusies 1 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de kanteninrichting (1) een freem (11) bevat dat als een module is uitgevoerd en dat minstens een aandrijfmotor (12) en een lokale stuureenheid (18) voor de aandrijfmotor (12) bevat.
15. Kanteninrichting volgens één der konklusies 1 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de stuurbare aandrijfmotor (12) gestuurd wordt door een stuurheid (18, 19) in functie van weefmachineparameters.
16. Kanteninrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de kanteninrichting (1) instelmiddelen (40, 41, 42) bevat om de hoek (A) tussen de krukken (14, 15) in te stellen.
17. Kanteninrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de kanteninrichting (1) instelmiddelen (43, 44) bevat om de lengte van de krukken (14, 15) in te stellen.
BE9500474A 1995-05-29 1995-05-29 Kanteninrichting voor weefmachines. BE1009375A6 (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9500474A BE1009375A6 (nl) 1995-05-29 1995-05-29 Kanteninrichting voor weefmachines.
KR1019970700421A KR100314337B1 (ko) 1995-05-29 1995-09-20 직조기용변폭형성기
PCT/EP1995/003704 WO1996038608A1 (de) 1995-05-29 1995-09-20 Kanteneinrichtung für eine webmaschine
JP53612296A JP4017041B2 (ja) 1995-05-29 1995-09-20 織機の耳織成装置
US08/776,195 US5803133A (en) 1995-05-29 1995-09-20 Selvage-forming device for a power loom
ES95932777T ES2141382T3 (es) 1995-05-29 1995-09-20 Dispositivo de formacion de orillos para un telar de tejer.
CN95194415A CN1043258C (zh) 1995-05-29 1995-09-20 织机用的织边装置
EP95932777A EP0772703B1 (de) 1995-05-29 1995-09-20 Kanteneinrichtung für eine webmaschine
DE59507582T DE59507582D1 (de) 1995-05-29 1995-09-20 Kanteneinrichtung für eine webmaschine
HK97102545A HK1000895A1 (en) 1995-05-29 1997-12-22 Selvage-forming device for a mechanical loom

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9500474A BE1009375A6 (nl) 1995-05-29 1995-05-29 Kanteninrichting voor weefmachines.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1009375A6 true BE1009375A6 (nl) 1997-02-04

Family

ID=3889007

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9500474A BE1009375A6 (nl) 1995-05-29 1995-05-29 Kanteninrichting voor weefmachines.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US5803133A (nl)
EP (1) EP0772703B1 (nl)
JP (1) JP4017041B2 (nl)
KR (1) KR100314337B1 (nl)
CN (1) CN1043258C (nl)
BE (1) BE1009375A6 (nl)
DE (1) DE59507582D1 (nl)
ES (1) ES2141382T3 (nl)
HK (1) HK1000895A1 (nl)
WO (1) WO1996038608A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2018130933A1 (en) 2017-01-13 2018-07-19 Nv Michel Van De Wiele Selvedge device

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1293618B1 (it) * 1997-07-17 1999-03-08 Vamatex Nuova Spa Dispositivo di comando per la legatura a giro inglese in telai di tessitura
DE19743872C1 (de) * 1997-10-04 1998-12-17 Kloecker Entwicklungs Gmbh Steuerung für den Elektromotor einer Vorrichtung zum Bilden einer Dreherkante
DE59905063D1 (de) 1998-12-09 2003-05-22 Sultex Ag Rueti Einrichtung zum gesteuerten Bewegen eines Kettfadens
FR2794141B1 (fr) * 1999-05-27 2001-07-13 Staubli Gmbh Dispositif de formation de la foule pour la realisation d'une lisiere et metier a tisser equipe d'un tel dispositif
ITMI991221A1 (it) * 1999-05-31 1999-08-31 Somet Soc Mec Tessile Dispositivo e metodo per la formazione della cimosa in un telaio di te ssitura
FR2795434B1 (fr) * 1999-06-25 2001-08-10 Staubli Sa Ets Procede et dispositif de positionnement des fils de chaine d'un metier a tisser et metier a tisser equipe d'un tel dispositif
ITMI20022044A1 (it) * 2002-09-26 2004-03-27 Promatech Spa Dispositivo di legatura della falsa cimosa in telai tessili
KR20040053625A (ko) * 2002-12-17 2004-06-24 백경태 샷틀리스 직기용 캣치코드사 개구장치
BE1015461A6 (nl) * 2003-03-18 2005-04-05 Picanol Nv Inrichting voor het vormen van een zelfkant aan een weefsel.
JP3994905B2 (ja) * 2003-04-08 2007-10-24 株式会社豊田自動織機 織機における耳形成装置
JP4718248B2 (ja) * 2005-06-06 2011-07-06 津田駒工業株式会社 耳織成装置
JP2007107128A (ja) * 2005-10-13 2007-04-26 Toyota Industries Corp 織機における耳糸開口装置
JP4802805B2 (ja) * 2006-03-28 2011-10-26 株式会社豊田自動織機 織機における耳糸開口装置
BE1017768A3 (fr) * 2007-09-26 2009-06-02 Toyota Jidoshokki Kk Dispositif de formation de la foule en utilisant des fils de lisiere dans un metier a tisser.
CN101906694B (zh) * 2010-08-26 2012-05-30 广东丰凯机械股份有限公司 织机绞边装置
CN102021718B (zh) * 2010-12-21 2012-05-30 北京光华纺织集团有限公司 一种用于重磅织带机的锁边装置
CN103643388B (zh) * 2013-12-07 2015-01-21 广东丰凯机械股份有限公司 剑杆绞边器
CN103924354B (zh) * 2014-03-27 2015-05-27 经纬纺织机械股份有限公司 一种联动式边组织开口机构
CN105463669A (zh) * 2016-01-21 2016-04-06 江苏工程职业技术学院 一种织机的废边机构
CN105714456B (zh) * 2016-04-16 2018-02-06 广东康特斯织造装备有限公司 多线电子绞边器及其控制方法
CN105780240A (zh) * 2016-04-25 2016-07-20 镇江恒创纺织机械有限公司 纱罗综框系统
JP2022173636A (ja) * 2021-05-10 2022-11-22 津田駒工業株式会社 織機の耳糸開口装置

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES314731A1 (es) * 1965-06-28 1965-10-01 Desveus Duran Magin Un sistema de retencion de trama cortada en los telares sin lanzadera
BE898963A (nl) * 1984-02-21 1984-06-18 Wiele Nv Van De Twister voor weefmachines en weefmachines met dergelijke twister uitgerust
DE3612212A1 (de) * 1986-04-11 1987-10-15 Basf Ag Verfahren zur herstellung von festen pharmazeutischen formen
BE1000902A4 (nl) * 1987-09-02 1989-05-09 Picanol Nv Inrichting voor het vormen van een zelfkant aan een weefsel bij weefmachines
EP0450120A1 (de) * 1990-04-04 1991-10-09 N.V. Michel Van de Wiele Verfahren und Drehereinrichtung zur Herstellung riffelfester Kanten eines Doppelgewebes auf einer Doppelgreifer-Webmaschine
BE1004954A3 (nl) * 1991-06-18 1993-03-02 Picanol Nv Inrichting voor het aandrijven van een randdradenmechanisme bij weefmachines.
IT1255133B (it) * 1992-05-05 1995-10-20 Luciano Corain Perfezionamento in un telaio tessile senza navetta

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2018130933A1 (en) 2017-01-13 2018-07-19 Nv Michel Van De Wiele Selvedge device

Also Published As

Publication number Publication date
KR970704924A (ko) 1997-09-06
ES2141382T3 (es) 2000-03-16
EP0772703A1 (de) 1997-05-14
WO1996038608A1 (de) 1996-12-05
HK1000895A1 (en) 2000-10-13
DE59507582D1 (de) 2000-02-10
CN1043258C (zh) 1999-05-05
KR100314337B1 (ko) 2001-12-28
CN1155911A (zh) 1997-07-30
US5803133A (en) 1998-09-08
JP4017041B2 (ja) 2007-12-05
EP0772703B1 (de) 2000-01-05
JPH10503563A (ja) 1998-03-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1009375A6 (nl) Kanteninrichting voor weefmachines.
CN1026904C (zh) 织机的纱线制动器
BE1006347A3 (nl) Inrichting voor het presenteren van inslagdraden bij weefmachines.
US6026865A (en) Axially slidable weft thread presenting levers and clamping arrangement for minimizing thread waste
US4893386A (en) Apparatus for the production of pattern warps etc. on a cone warping machine
BE1016753A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen van een leno-weefsel bij een weefmachine.
BE1010014A3 (nl) Kanteninrichting voor een weefmachine.
US4041991A (en) Weaving machine with external weft supply
BE1007897A3 (nl) Zelfkantinrichting voor weefmachines.
CA1047888A (en) Method and arrangement for a weaving machine for forming a fabric selvedge
US7028718B2 (en) Method for manufacturing a fabric and an apparatus for manufacturing a fabric
EP1634983A2 (en) Pile-formation method and pile-formation device in cloth-shifting-type pile loom
US4781226A (en) Driving and control mechanism for clamping, presentation and fastening of weft threads in gripper weaving looms
BE1004954A3 (nl) Inrichting voor het aandrijven van een randdradenmechanisme bij weefmachines.
US4936355A (en) Weft mixer for a loom
BE1000443A4 (nl) Inrichting voor het vormen van een zelfkant, respektievelijk zelfkanten, aan weefsels.
JP2000510540A (ja) より耳を形成するために織機の柄に対して同期して動作する装置の軸のための駆動ユニット
US4655263A (en) Apparatus for presenting weft threads to the clamps of gripper rods in shuttleless looms
US4489761A (en) Hand weaving loom
BE1007896A3 (nl) Weefmachine met zelfkantapparaat.
BE1009899A6 (nl) Gestuurde kanteninrichting voor weefmachines.
JP3377166B2 (ja) パイル形成装置
JPH10212641A (ja) レピア織機のよこ糸選択装置
JP3713842B2 (ja) 織機における開口制御方法及び装置
BE1012989A3 (nl) Kleminrichting voor een grijperweefmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 20010529