BE1009899A6

BE1009899A6 - Gestuurde kanteninrichting voor weefmachines.

Info

Publication number: BE1009899A6
Application number: BE9501071A
Authority: BE
Original assignee: Picanol Nv
Priority date: 1995-12-27
Filing date: 1995-12-27
Publication date: 1997-10-07

Abstract

Kanteninrichting voor weefmachines waarbij draadgeleidingselementen (4,5) door een gestuurde aandrijfmotor (12) worden bevolen, en waarbij ter hoogte van een freem (11) van de kanteninrichting (1) een schakelelement (31,33,34) is voorzien, dat toelaat de aandrijfmotor (12) naar een bepaalde positie te sturen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  Gestuurde kanteninrichting voor weefmachines. 



  -------------------------------------------- De huidige uitvinding betreft een kanteninrichting voor weefmachines waarbij draadgeleidingselementen door een gestuurde aandrijfmotor worden bevolen. 



  Kanteninrichtingen die samenwerken met kantendraden of vangdraden worden toegepast bij weefmachines om een zelfkant te vormen aan een weefsel of om een afvallint te vormen. 



  Hierbij worden kantendraden in draadgeleidingselementen geleid die aan deze kantendraden een beweging opleggen zodanig dat inslagdraden volgens een bepaald patroon in deze kantendraden kunnen ingebonden worden. 



  Kanteninrichtingen waarbij draadgeleidingselementen door een gestuurde aandrijfmotor worden bevolen, zijn gekend uit   BE -A   1007897 van de aanvraagster. Bij dergelijke kanteninrichtingen is het bedraden met kantendraden van de draadgeleidingselementen voor het geleiden van de kantendraden, meestal moeilijk uitvoerbaar. Dit omdat de draadgeleidingselementen voor de kantendraden meestal moeilijk bereikbaar zijn, wanneer een weefmachine gestopt wordt bij een breuk van een kantendraad. 



  Het doel van de uitvinding is een kanteninrichting waarbij de voornoemde nadelen niet voorkomen en waarbij de draadgeleidingselementen op een eenvoudige manier met kantendraden kunnen bedraad worden. 



  Tot dit doel betreft de uitvinding een kanteninrichting waarbij ter hoogte van een freem van de kanteninrichting een schakelelement is voorzien, dat toelaat de aandrijfmotor naar 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 een bepaalde positie te sturen. 



  De uitvinding biedt als voordeel dat de positie van de draadgeleidingselementen tijdens het bedraden zodanig kan gekozen worden dat de draadgeleidingselementen gemakkelijk met kantendraden kunnen bedraad worden, terwijl de wever zich ter hoogte van de kanteninrichting bevindt. 



  Dergelijke kanteninrichting biedt tevens als voordeel dat deze als een module kan gebouwd worden die eenvoudig op een weefmachine kan geplaatst of van een weefmachine kan verwijderd worden, en die tevens eenvoudig volgens de breedte van de weefmachine of van het weefsel kan verplaatst worden. 



  Teneinde de kenmerken van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 schematisch en in doorsnede een kanteninrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 de kanteninrichting van figuur 1 in een andere stand weergeeft. 



  In figuren 1 en 2 is een kanteninrichting 1 volgens de uitvinding weergegeven die twee elementen 2,3 bevat die voorzien zijn van draadgeleidingselementen 4,5. De elementen 2,3 zijn bedoeld om tegengestelde bewegingen volgens richting X uit te voeren en worden geleid in geleidingen 6,7 die rechtlijnig zijn. In deze draadgeleidingselementen 4,5 zijn kantendraden 8 en 9 voorzien die bedoeld zijn om een gaap 10 te vormen en om inslagdraden in te binden. De geleidingen 6,7 zijn bevestigd aan een freem 11 dat bevestigd is aan het weefmachinefreem. Verder bevat de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 kanteninrichting 1 een aandrijving die bestaat uit een aan het freem 11 bevestigde aandrijfmotor 12, een door de aandrijfmotor 12 aangedreven aandrijfas 13 om de elementen 2, 3 tegengesteld te bewegen en koppelmiddelen die de aandrijfas 13 met de elementen 2,3 koppelen.

   De koppelmiddelen bevatten een krukken 14,15 die met de aandrijfas 13 zijn verbonden en koppelstangen 16,17 die de kruk 14,15 met de elementen 2,3 koppelen. De hoek tussen de krukken 14 en 15 voor twee tegengesteld bewegende elementen 2,3 is gelijk aan of kleiner dan 180 graden, en de krukken 14 en 15 zijn eendelig uitgevoerd. 



  De aandrijfas 13 waarop de krukken 14,15 zijn bevestigd bestaat uit de motoras van de stuurbare aandrijfmotor 12 die door middel van een lokale stuureenheid 18 en de stuureenheid 19 van de weefmachine stuurbaar is. Het freem 11 is hierbij als een module uitgevoerd en bevat de aandrijfmotor 12, een lokale stuureenheid 18 voor de aandrijfmotor 12, de krukken 14,15, de koppelstangen 16,17 en de geleidingen 6,7. De verbinding tussen de krukken 14,15 en de koppelstangen 16, 17 gebeurt via tappen 20,21 en lagers 22,23 en tussen de koppelstangen 16,17 en de elementen 2,3 via tappen 24,25 en lagers 26,27. 



  Om inslagdraden in de kantendraden 8 en 9 te binden, wordt de aandrijfas 13 van de aandrijfmotor 12 heen en weer bewogen om opeenvolgend een gaap 10 tussen de kantendraden 8 en 9 te vormen. Deze beweging gebeurt hierbij, zoals beschreven in   BE -A   1007897, synchroon met de beweging van een aandrijfas van de weefmachine, die gemeten wordt met een detektor 28 die samenwerkt met een encoderschijf 29 die voorzien is op een as 30 die synchroon draait met de aandrijfas van de weefmachine en die signalen doorgeeft aan de stuureenheid 19 van de 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 weefmachine. 



  Op het freem 11 wordt de lokale stuureenheid 18 bevestigd die samenwerkt met de stuureenheid 19 van de weefmachine. Volgens de uitvinding wordt ter hoogte van het freem 11 een schakelelement 31 voorzien, dat bij het schakelen ervan toelaat de aandrijfmotor 12 naar een bepaalde positie te sturen. Deze positie, zoals weergegeven in figuur 2, kan bijvoorbeeld de positie zijn waarbij de draadgeleidingselementen 4 en 5 zich nagenoeg op dezelfde hoogte bevinden, dit betekent ongeveer middenin tussen hun bovenste en onderste positie. Draadgeleidingselementen 4 en 5 zijn in deze positie goed bereikbaar voor een wever teneinde deze gemakkelijk te kunnen bedraden met kantendraden 8 of 9. 



  Bij voorkeur is dit schakelelement 31 gemonteerd aan het freem 11 en bestaat het uit een drukknop die bij het indrukken ervan een signaal aan de lokale stuureenheid 18 kan toevoeren. Dit toevoeren van een signaal kan zowel bestaan uit het doorlaten van een elektrische spanning of het onderbreken van een elektrische spanning. Bij ontvangst van een dergelijk signaal stuurt de lokale stuureenheid 18 de aandrijfmotor 12 naar een vooraf bepaalde positie. Deze positie kan met een ingave-eenheid 32 toegevoerd worden aan de stuureenheid 19 van de weefmachine, die op zijn beurt deze positie doorgeeft aan de lokale stuureenheid 18.

   Een dergelijk schakelelement 31 dat voorzien is op het freem 11 van de kanteninrichting 1 biedt als voordeel dat de wever het schakelelement 31 kan bedienen terwijl deze zich ter hoogte van de kanteninrichting 1 bevindt, en zodoende snel een bedrading met kantendraden 8,9 kan uitvoeren. 



  In geval als aandrijfmotor 12 een stuurbare stappenmotor 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 wordt toegepast kan die stappenmotor door het opeenvolgend toevoeren van positieve en negatieve spanningen aan de polen van de stappenmotor in stappen gestuurd worden tot de voornoemde vooraf bepaalde positie bereikt wordt. Dit betekent dat via de ingave-eenheid 32 de hoekpositie van de aandrijfmotor 12 kan bepaald worden als een aantal stappen van de aandrijfmotor 12 vanaf een referentiepositie voor de aandrijfmotor 12. Deze referentiepositie wordt vastgelegd door de aandrijfmotor 12, op bijvoorbeeld een wijze zoals beschreven in   BE -A   1007897, te ijken ten opzichte van een niet weergegeven aanslag. 



  In geval als aandrijfmotor 12 een stuurbare servomotor wordt toegepast kan die servomotor gestuurd worden tot de voornoemde vooraf bepaalde positie. Hierbij kan de positie van de aandrijfmotor 12 gemeten worden door een niet weergegeven encoder die de hoekpositie van de aandrijfas 13 opmeet. Dit betekent dat via de ingave-eenheid 32 de hoekpositie van de aandrijfmotor 12 kan bepaald worden als een bepaalde positie die overeenkomt met een gemeten positie van de encoder. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm laat het schakelelement 31 ook toe, na reeds een signaal aan de lokale stuureenheid 18 te hebben toegevoerd, een tweede signaal aan de lokale stuureenheid 18 toe te voeren. Dit tweede signaal wordt bekomen door een tweede maal schakelen van het schakelelement 31, of door een tweede maal indrukken van de drukknop. Dit tweede signaal geeft hierbij aanleiding tot het sturen van de aandrijfmotor 12 naar een bepaalde tweede positie die bijvoorbeeld optimaal is om na een weefmachinestop, de kanteninrichting 1 terug te starten. Deze tweede positie kan eveneens via de ingave-eenheid 32 ingegeven 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 worden.

   Hiertoe bevat de lokale stuureenheid 18 of de stuureenheid 19 interpretatiemiddelen die toelaten te tellen hoeveel maal het schakelelement 31 opeenvolgend een signaal toevoert aan de lokale stuureenheid 18 teneinde passend de aandrijfmotor 12 naar de eerste of tweede positie te sturen. 



  Uiteraard kunnen door de schakelmiddelen 31 opeenvolgend meer dan twee signalen aan de lokale stuureenheid 18 worden toegevoerd, waardoor de aandrijfmotor 12 naar een bijhorende positie wordt gestuurd. Hierbij kan bij een eerste signaal de aandrijfmotor 12 naar een eerste positie gestuurd worden die optimaal is voor het bedraden van het draadgeleidingselement 4, bij een tweede signaal de aandrijfmotor 12 naar een tweede positie gestuurd worden die optimaal is voor het bedraden van het draadgeleidingselement 5 en bij een derde signaal de aandrijfmotor 12 naar een derde positie gestuurd worden die gelegen is tussen voornoemde posities. 



  Volgens een variante kunnen meerdere schakelelementen 31,33 en 34 ter hoogte van het freem 11 voorzien worden die bestaan uit een drukknop die een signaal aan de lokale stuureenheid 18 kan toevoeren. Hierbij wordt bij een signaal van deze schakelmiddelen 31,33 of 34 de aandrijfmotor 12 naar een   bijhorend   positie gestuurd. Hierbij is het schakelelement 33 ook aan het freem 11 bevestigd, terwijl het schakelelement 34 in de onmiddellijke nabijheid van het freem 11 is gemonteerd. 



  Volgens nog een mogelijkheid kan de stuureenheid 19 van de weefmachine bij het starten van de weefmachine met de startknop 35 van de weefmachine, de lokale stuureenheid 18 zodanig bevelen dat voor het effectief starten van de weefmachine, de aandrijfmotor 12 eerst in een bepaalde positie wordt gebracht. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Daar de kanteninrichting 1 voorzien is op een freem 11 kan de kanteninrichting 1 eenvoudig op een weefmachine gebouwd worden en weer van de weefmachine verwijderd worden, verplaatsbaar langsheen de breedte van het weefmachinefreem bevestigd worden om toegepast te kunnen worden bij weefmachines waarbij weefsels met een verschillende breedte geweven worden en verplaatsbaar volgens de hoogte van het weefmachinefreem bevestigd worden om de door de kantendraden gevormde gaap 10 in het verlengde van de door de normale kettingdraden gevormde gaap te kunnen opstellen. Dit kan doordat de kanteninrichting 1 slechts door elektrische leidingen 36 en 37 in verbinding met de stuureenheid 19 van de weefmachine moet staan. 



  De aandrijfmotor 12 kan uiteraard ook met behulp van de ingave-eenheid 32 en de stuureenheid 19 naar een bepaalde positie gestuurd worden. 



  Het is duidelijk dat de kanteninrichting 1 volgens de uitvinding meer dan twee elementen 2,3 die aangedreven worden door een aandrijfmotor 12 kunnen bevatten en dat de elementen 2,3 meerdere draadgeleidingselementen 4,5 kunnen bevatten. Deze draadgeleidingselementen 4,5 kunnen allerlei vormen vertonen zoals draadogen, sleuven, haken en andere. 



  Het is duidelijk dat de kanteninrichting niet noodzakelijk een lokale stuureenheid 18 moet bevatten en dat de functie van deze lokale stuureenheid 18 door de stuureenheid 19 van de weefmachine kan vervuld worden. 



  Het is duidelijk dat de kanteninrichting kan toegepast worden voor eender welk type weefmachine zoals luchtweefmachine, grijperweefmachine, projectielweefmachine en andere. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  De kanteninrichting volgens de uitvinding beperkt zieh uiteraard niet tot de als voorbeeld weergegeven uitvoeringsvormen en kan binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende uitvoeringsvarianten verwezenlijkt worden.

Claims

Conclusies.

1. Kanteninrichting voor weefmachines waarbij draadgeleidingselementen (4, 5) door een gestuurde aandrijfmotor (12) worden bevolen, daardoor gekenmerkt dat ter hoogte van een freem (11) van de kanteninrichting (1) een schakelelement (31, 33, 34) is voorzien, dat toelaat de aandrijfmotor (12) naar een bepaalde positie te sturen.

2. Kanteninrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het schakelelement (31, 33, 34) aan een freem (11) van de kanteninrichting (1) is gemonteerd.

3. Kanteninrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat meerdere schakelelementen (31, 33, 34) ter hoogte van de kanteninrichting (1) zijn voorzien.

4. Kanteninrichting volgens een der conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat een lokale stuureenheid (18) voor het sturen van de aandrijfmotor (12) voorzien is aan het freem (11).

5. Kanteninrichting volgens een der conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat een stuureenheid (18, 19) interpretatiemiddelen bevat om de opeenvolgende signalen van het schakelelement (31, 33, 34) te interpreteren.

6. Kanteninrichting volgens een der conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het schakelelement (31, 33, 34) bestaat uit een drukknop.

7. Kanteninrichting volgens een der conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat aandrijfmotor (12) naar een positie <Desc/Clms Page number 10> wordt gestuurd waarbij een draadgeleidingselement (4, 5) gemakkelijk kan bedraad worden.