NL8103725A - Grijperstangen- of grijperbandaandrijfinrichting van een weefmachine. - Google Patents

Grijperstangen- of grijperbandaandrijfinrichting van een weefmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8103725A
NL8103725A NL8103725A NL8103725A NL8103725A NL 8103725 A NL8103725 A NL 8103725A NL 8103725 A NL8103725 A NL 8103725A NL 8103725 A NL8103725 A NL 8103725A NL 8103725 A NL8103725 A NL 8103725A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gripper
unit
logic
linear motor
output
Prior art date
Application number
NL8103725A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Textima Veb K
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Textima Veb K filed Critical Textima Veb K
Publication of NL8103725A publication Critical patent/NL8103725A/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D39/00Pile-fabric looms
    • D03D39/10Wire-tapestry looms, e.g. for weaving velvet or Brussels or Wilton carpets, the pile being formed over weftwise wires
    • D03D39/12Mechanisms for operating the pile wires
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/271Rapiers
    • D03D47/272Rapier bands
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/271Rapiers
    • D03D47/273Rapier rods
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/275Drive mechanisms
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/002Climatic conditioning or removing lint or dust
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/008Cooling systems

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Electric Propulsion And Braking For Vehicles (AREA)

Description

-1-
Grijperstangen- of grijperbandaandrijfinrichting van een weefmachine.
De uitvinding heeft betrekking op een grijperstangen-of grijperbandaandrijfinrichting van een weefmachine met tenminste één buiten het weefvak geplaatst in'slaginvoer-systeem en met een dwars op de weefselvoorbewegingsbaan 5 heen en weer beweegbare grijperstang of grijperband, die met de grijperaandrijfinrichting is verbonden.
Uit het Duitse Octrooischrift 1059849 is een mechanische grijperstangenaandrijfinrichtingen bekend, waarbij een rechtlijnige uitvoering van de grijperstangen door 10 middel van een drukaandrijving en een hefbomen- en stangen-stelsel mogelijk wordt gemaakt.
Verder zijn uit het Duitse Auslegeschrift 15354-91 mechanische aandrijfinrichtingen voor grijperstangen bekend, waarbij een krukkoppelwielendrijfwerk een tandwiel in voor-15 waartse en achterwaartse richting drijft. De tandwiel grijpt in een tandstang in, die verbonden is met een als hol profiel uitgevoerd grijperstangenlichaam.
De uit het Duitse Offenlegungsschrift 2707687 een elektromechanische aandrijfinrichting voor een grijperstang 20 of een grijperband bekend, waarbij bij elk van de beide in tegengestelde richting bewogen grijperstang of grijperbanden een sch^ijfrotormotor is aangebracht.
Elke schijfrotormotor drijft direkt een rondsel aan, de ingrijpt in de vertanding van de grijperstangen of grij-25 perbanden.
De sehijfrotormotoren worden gestuurd door een gemeenschappelijke processor volgens een ingevoerd programma.
Via toegevoegde regelkringen is de processor met de schijfrotormotor, respektievelijk machine-aandrijfinrichting 30 t-eruggekoppeld.
Al deze bekende uitvoeringsvormen hebben gemeen, dat de lineaire beweging van de grijperstangen of de grijperband in het weefvak slechts indirekt met behulp van meer of minder kostbare mechanismen kan worden tot stand gebracht, 35 dat wil zeggen de aandrijvende kracht is niet direkt werkzaam op de grijperstanden of grijperbanden.
Hierdoor moeten bij deze bekende aandrijfinrichtingen 81 0 3 7 2 5 « ί 4 ^ -2- aanzienlijke massa's in versnelde beweging worden gebracht en weer worden afgeremd. Derhalve brengen deze inrichtingen extra kosten, alsmede een verhoogde slijtage met zich mede. Hierdoor wordt de betrouwbaarheid van deze grijperstangen-5 of grijperbandaandrijfinrichting aanzienlijk verminderd.
Uit het Duitse Offenlegungsschrift 24-204-33 is een grijper-schietspoelweefmachine bekend, waarbij de het weefvak doorlopende en het invoeren van de inslagdraad bewerkstelligende schietspoelen worden gedreven door aan weerszijden van de 10 weefvak opgestelde asynchrone lineaire motoren. Binnen het weefvak vindt de geleiding van de schietspoel plaats door op de weeflade aangebrachte geleidingslamellen.
Deze grijperschietspoelaandrijfinrichting heeft het nadeel, dat de beweging van de "afgeschoten" schietspoel 15 binnen het weefvak niet meer beïnvloedbaar is. Een verder nadeel is de stootsgewijze versnelling of afremming van de schietspoel, die een negatieve invloed heeft op de draad-breukfrekwentie.
Verder zijn door de inslagdraadvoorraad in de weef-20 spoel relatief grote massa's te versnellen en af te remmen, hetwelk leidt tot een overmatig grote verwarming van het inslagdraadinvoersysteem, waarbij door het massaverlies van de weefspoel als gevolg van de voortdurend kleiner wordende inslagdraadvoorraad onderling verschillende weefspoelbewer-25 kingssnelheden optreden, die niet overeenkomen met de optimale snelheid, waarbij de meest ontziende behandeling van de inslagdraad plaatsvindt. Wanneer de lineaire motor direkt als versnellings- of afremorgaan van de weefspoel moet werken, moet hiertoe de weefspoel volledig in de luchtspleet 30 van de lineaire motor duiken. Dit brengt ongunstige constructieve voorwaarden met zich mede voor zowel de lineaire'motor als voor de uitvoering van de weefspoel.
De uitvinding heeft ten doel de grijperstangen- of grijperbandaandrijfinrichting te vereenvoudigen en de be-35 trouwbaarheid hiervan te verhogen.
Volgens de uitvinding wordt er naar gestreefd om de grijperstangen, respektievelijk grijperbanden direkt en volgens een gestuurd bewegingsverloop aan te drijven.
Volgens de uitvinding is hierbij elke grijperstang, 4-0 respektievelijk elke grijperband door een lineaire motor- 8103725 ir * -3- aandrijfbaar en via een elektronische stuureenheid bestuurbaar.
In een gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft de opening van de stator van een meervoudig-solenoïde-5 vormige lineaire motor een cirkelvormige, ovale, vierkante of rechthoekige doorsnede, waarbij in deze opening tenminste een grijperstang, respektievelijk een grijperband of een dergelijk aandrijfmiddel met een aan de dwarsdoorsnede van de opening van de stator aangepast profiel aandrijfbaar 10 is.
Verder zijn volgens de uitvinding twee of meer grijper-stangen, respektievelijk grijperbanden gestoken door de stator van de lineaire motor en hierdoor aandrijfbaar.
Verder is volgens de uitvinding in elke lineaire motor 15 tenminste één stang of een dergelijke rotor van aluminium of koper aandrijfbaar, waarbij het uiteinde van deze rotor een verbinding heeft met tenminste één grijperstang of grijperband.
In een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting 20 volgens de uitvinding is aan weerszijden van de grijper-weefmachine een meervoudig-solenoïdevormige lineaire motor aangebracht, die telkens met een hierdoorheen stekende tot het midden van het weefvak reikende grijperstang of grijperband aandrijfmatig is verbonden, waarbij elke lineaire 25 motor stuurbaar is door een elektronische stuureenheid.
De inrichting volgens de uitvinding is zodanig uitgevoerd, dat slechts aan één zijde van de grijperweefmachine een meervoudig-solenoïde-vormige lineaire motor is aangebracht, waarmede de hierdoorheen stekende grijperstang, 30 respektievelijk grijperband door het gehele weefvak beweegbaar is. Volgens de uitvinding bestaat de grijperstang uit een buis van aluminium of koper, respektievelijk de grijperband uit een spiraalband van aluminium, koper, respektievelijk uit een kopervlechtwerk.
35 Verder is volgens de uitvinding de uit het van het weefvak afgekeerde uiteinde van de lineaire motor gevoerde grijperband boogvormig geleid.
Een verder kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding bestaat hierin, dat aan tenminste één grijperstang, 4-0 respektievelijk grijperband van elke lineaire motor een 8103725 t % t * - -A- wegmeetsysteem is toegevoegd, dat voor het verder geleiden van pulsen van de grijperstang-, respektievelijk grijper-bandbeweging is verbonden met de ingangen van de elektronische stuureenheid.
5 Daar de aandrijving van de grijperstangen of grijper- banden door de lineaire motor direkt plaatsvindt, worden de anders aan een snelle slijtage onderhevige mechanische aanvullende elementen overbodig. In plaats van de tot nu toe kostbare afzonderlijke profielen kan gebruik worden gemaakt 10 van een aanzienlijk vereenvoudigde grijperstang-, respek-tievelijk grijperbandprofiel.
Deze grijperstangaandrijfinrichting kost aanzienlijk minder materiaal, bezit een geringe massa, heeft een geringe plaatsruimte nodig, vraagt weinig energie en geringere ver-15 vaardigingskosten. Een verder voordeel is de eenvoudige montage en verwisselbaarheid van het aandrijfsysteem, respektievelijk van delen van het aandrijfsysteem. In tegenstelling tot de mechanische uitvoeringsvormen met aandrijf-werken is de instelbaarheid van de grijperstangen of grijper-20 banden met behulp van het wegmeetsysteem en de besturing aan beide zijde relatief nauwkeurig mogelijk. Hiermede is de toepassing voor alle bekende inslaginvoerwerkwijzen met dwangmatige invoer op basis van het grijperprincipe mogelijk.
Met behulp van de elektronische stuureenheid is een 25 continue snelheidsregeling van de grijperstangen mogelijk.
De wijze van aandrijving maakt in tegenstelling tot vele mechanische aandrijvingen een grijperbeweging mogelijk, die buiten het weefvak naar nul gaat, hetwelk gunstig is voor de benodigde plaatsruimte.
30 Door een controle van de zijdelings juiste bewerking van de grijperstangen, verbonden met een storingssignalering die leidt tot een direkt stilzetten van de grijperweefmachine, worden beschadigingen aan de grijperstangen, respektievelijk grijperbanden en aan het weefkamblad, respektievelijk 35 het textielmateriaal vermeden.
Een verder voordeel is de versnelling en afremming van de grijperstangen of grijperbanden via een krachtveld, waardoor aanzienlijk minder slijtage optreedt dan bij de bekende mechanische aandrijfinrichtingen.
4-0 Voor het zoeken van de inslag is het gunstig, wanneer 8103725 i * -5- de grijperstangen of grijperbanden niet in het weefvak worden ingevoerd. Hiertoe is bij mechanische aandrijfinrichtingen een relatief kostbare synchroonkoppeling op bekende wijze vereist. Bij de aandrijfinrichting door middel van 5 buislineaire motoren is daarentegen een eenvoudig onderbreken van de startpuls op bekende wijze voldoende, waardoor de inslaginvoerorganen niet in het weefvak worden bewogen.
In een gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat elke elektronische stuurinrichting uit een start-10 eenheid voor de lineaire motoren, uit een logische synehro-nisatie-eenheid voor de lineaire motoren en de hoofdaandrijving, uit een afremeenheid voor de lineaire motoren, uit een gemeenschappelijke logische omzeteenheid van de lineaire motoren, uit een gemeenschappelijke kruipbedrijfeenheid van 15 de lineaire motoren en uit een vermogenseenheid voor elke lineaire motor, waarbij de ingang van de starteenheid met een pulsgeversysteem van de hoofdaandrijfas en de uitgang hiervan met de vermogenseenheid van de lineaire motor is verbonden, de eerste ingang van de logische synehronisatie-20 eenheid met het wegmeetsysteem, haar tweede ingang met het pulsgeversysteem, een eerste uitgang met de remeenheid, een tweede uitgang met de hoofdaandrijving van de weefmachine is verbonden, een eerste ingang van de remeenheid met de logische synchronisatie-eenheid, een tweede ingang met 25 de kruipbedrijfeenheid, haar eerste uitgang met de vermogenseenheid, haar tweede uitgang met de logische omzeteenheid is verbonden, een eerste uitgang van de kruipbedrijfeenheid naar de betreffende remeenheid, haar tweede uitgang naar de vermogenseenheid voert, de logische omzeteenheid 30 met de ingang met de betreffende remeenheid en met een uitgang met de betreffende vermogenseenheid is verbonden en de vermogenseenheid een eerste ingang voor de starteenheid, een tweede eenheid voor de remeenheid, een derde ingang voor de kruipbedrijfeenheid, een vierde ingang voor de logische 35 omzeteenheid, en een uitgang voor de lineaire motor heeft.
In een gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat de starteenheid uit een logische startketen en uit een onderbreker hiervoor. Een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat hierin, dat de logische synchro- 4.0 nisatie-eenheid bestaat uit een konstante waarde-geheugen, 8103725 i ΐ -6- uit een vergelijker en uit een logische interpretatie-eenheid, die door de uitgangen zijn verbonden, dat zij verder voorzien is van een pulsteller, dat een ingang van de logische interpretatie-eenheid is verbonden met het puls-5 geversysteem, een uitgang van de logische interpretatie- eenheid is verbonden met de hoofdaandrijving, dat een ingang van de pulsteller is verbonden met het wegmeetsysteem en dat. haar uitgang is verbonden met de vergelijker.
Verder is de inrichting volgens de uitvinding zodanig 10 uitgevoerd, dat de remeenheid voorzien is van een logische aanschakelketen en een logische remketen, waarbij de logische aanschakelketen bestaat uit een werkgeheugen, uit een kon-stante waarde-geheugen, uit een vergelijker en uit een logische interpretatieketen, waarbij de uitgang van het werk-15 geheugen en de uitgang van het konstante waarde-geheugen zijn verbonden met de vergelijker, de uitgang van de vergelijker is verbonden met de uitgang van de logische interpretatieketen, de ingang van het werkgeheugen is verbonden met de pulsteller van de logische synchronisatieketen en 20 de uitgang van de logische interpretatieketen is verbonden met een werkgeheugen van de logische remketen en de logische remketen verder uit een vergelijker en een remstuurketen bestaat, waarbij een verdere ingang van het werkgeheugen is verbonden met de logische kruipbedrijfketen, de uitgang van 25 het werkgeheugen is verbonden met de vergelijker, een ingang van de vergelijker is verbonden met de pulsteller, een uitgang van de vergelijker is verbonden met de logische omzet-keten, alsook met de remstuurketen en de uitgang van de remstuurketen is gevoerd naar het vermogensdeel van de 30 lineaire motor.
In een gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat de kruipbedrijfeenheid uit de logische kruipbedrijf-keten, uit een konstante waarde-geheugen, uit een invoer-eenheid en uit een frekwentie-omzetter, waarbij de ingang 35 van de logische kruipbedrijfeenheid is verbonden met het konstante waarde-geheugen, haar uitgangen zijn verbonden met het betreffende werkgeheugen en de remeenheid, een verdere ingang van de logische kruipbedrijfketen is verbonden met de invoereenheid, de uitgang van de invoereenheid is verbon- 4.0 den met de frekwentie-omzetter en de uitgang hiervan is 8103725 > 4 -7- verbonden met de vermogenseenheid van de lineaire motor.
Verder is volgens de uitvinding de logische omzetketen met haar ingangen verbonden met de betreffende remeenheid en met haar uitgangen met de betreffende vermogenseenheid 5 van de korresponderende lineaire motor.
In een gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de afremming van de grijperstangen, respektievelijk van de grijperband in het midden van het weefvak, respektievelijk buiten het weefvak met gelijkstroom te bewerkstelligen, 10 waarbij de slag van elke grijperstang, respektievelijk van elke grijperband door telkens een aanslag is begrensd.
Een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat hierin, dat de magnetische terugkoppeling van elke lineaire motor is uitgevoerd als vaststaande, zich buiten 15 het weefvak bevindende en tot aan de lineaire motor reikende ijzerstang, waarop de grijperstang, respektievelijk de grijperband is gevoerd.
Verder is volgens de uitvinding zorggedragen, dat de de magnetische terugkoppeling vormende ijzerstang aan haar 20 ene zijde aan het freem en aan haar andere zijde in de lineaire motor is gelegerd.
Een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding voor een grijperbandaandrijving bestaat hierin, dat de magnetische terugkoppeling van de lineaire motor is uitgevoerd 25 als vaststaande, recht in de lineaire motor gestoken, doch buiten de lineaire motor gebogen uitgevoerde ijzerstang, waarop de grijperband van buigzaam aluminium of koperspiraal-band, respektievelijk buigzaam koperdraadvlechtwerk buiten het weefvak is gevoerd, terwijl deze grijperband binnen het 30 weefvak door rechtlijnig geplaatste geleidingslamellen is gevoerd.
Een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat hierin, dat de grijperstang is opgebouwd uit telescopisch samengestelde afzonderlijke delen, waarbij het over 35 de magnetische terugkoppeling geleidende afzonderlijke element alsmede de terugkoppeling tenminste dubbel zo lang is als de lineaire motor en waarbij de overige afzonderlijke delen tenminste zo lang zijn als de lineaire motor.
Tenslotte is volgens de uitvinding zorggedragen, dat 4-0 de koellucht van elke lineaire motor voor het reinigen van 8103725 i t -8- de grijperkop aftakbaar is.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld enige gunstige uitvoeringsvormen van de inrichting volgens .
5 de uitvinding zijn weergegeven.
Hierin toont; fig.1 een schematische voorstelling van de grijper-stangenaandrijfinrichting met elektronische stuurketen, fig.2 een schema van de elektronische stuurketen met 10 inslaginvoersysteem, fig.3 een verdere uitvoeringsvorm van de grijperstang-aandrijfinrichting, fig. 4- een lineaire motor, met dubbele rotor, fig.5 een bandgrijperaandrijfinrichting met een buis-15 lineaire motor, en fig.6 een grijperstangaandrijfinrichting met telescopisch uitgevoerde, grijperstangen.
Bij de in fig.1 weergegeven grijperstangenaandrijf-inrichting volgens de uitvinding werden overzichtelijkheids-20 halve de bekende delen van gebruikelijke grijperstangaandrijf-werken niet nader weergegeven. Aan beide zijden van de grijperweefmachine is buiten het weefvak aan het machine-freem een op zichzelf bekende asynchrone cilindrische linea-aire motor (polysolenoïde), in het gegeven uitvoeringsvoor-25 beeld een buislineaire motor 1,2 bevestigd. Deze buislineaire motor 1,2 is op bekende wijze voorzien van een cilindrische stator 3» 4-· De opening van de stator 3, 4- heeft in het gegeven uitvoeringsvoorbeeld een cirkelvormige dwarsdoorsnede, doch zij. kan ook een ovale, vierkante of rechthoekige dwars-30 doorsnede hebben. De rotor van elke buislineaire motor 1, 2 die in het eenvoudigste geval bestaat, uit een aluminium of koper buis (fig.1) dient tevens als grijperstang 5» 6 en geleid over de een grote massa hebbende en derhalve vaste magnetische terugkoppeling 7, 8 . De uit een ijzerstang 35 bestaande magnetische terugkoppeling 7, 8 wordt aan de freemzijde vastgezet door legerstoelen 9 » 8.Zij wordt binnen de lineaire motor 1, 2 op haar plaats gehouden met legers 11T, 12’. De grijperstangen 5» 6 dragen aan hun naar het weefvak gekeerde uiteinden telkens een grijperkop 13» 14- 4.0 en aan hun van het weefvak afgekeerde uiteinde telkens een 8103725 O' ·* -9- stootsehijf 15» 16. De lengte van de grijperstangen 5, 6 met de grijperkoppen 13» 14· is zodanig gedimensioneerd, dat tenminste bij de inslaginvoer een draadoverdraeht in het weef vak door de grijperkoppen 13» 14- kan plaatsvinden en 5 hierbij de stootschijven 15» 16 nog niet in zijn aanslag, tegen de stator 3» 4- van de korresponderende buislineaire motor 1, respektievelijk 2 en ten tweede bij het van vak verwisselende grijperkoppen 13, 14- het weef vak geheel hebben verlaten.
10 De grijperkoppen 13» 14- zijn geometrisch zodanig uitge voerd, dat bij een aanslag van de stootschijven 15, 16 liggende stator 3, respektievelijk 4- van de betreffende buislineaire motor 1, respektievelijk 2 geen beschadiging hiervan plaatsvindt. Boven elke lineaire motor 1, respek-15 tievelijk 2 bevindt zich een luchtkoeling 17, 18 die enerzijds dient voor het koelen van de korresponderende buislineaire motor 1,2 en die anderzijds met telkens een lucht-aftakleiding 19, 20 de reiniging van de betreffende grijper-kop 13, respektievelijk 14· bewerkstelligt.
20 Voor het constateren van de positie van de grijper- stangen 5, 6 dient telkens een weglaatsysteem 21, respektievelijk 22, dat aan het naar het weefvak toegekeerde uiteinde van de magnetische terugkoppeling 7, 8 aan de ge-leidingsbout 11, respektievelijk 12 is bevestigd. De weg-25 maatsystemen 21, 22 bestaan op bekende wijze uit foto- elektronische systemen, die bij het bewegen van de grijper-stangen 5» 6 pulsen leveren, die via de ingangen 23, 24-van een elektronische stuurketen 25» respektievelijk 26 toevoerbaar zijn op niet nader weergegeven bekende wijze 30 worden de weeflade en de weefvak-openen»de organen door de hoofdaandrijfeenheid 27, een kooiankermotor in beweging gebracht. De hoofdaandrijfas 28 draagt een codeschijf 29, die op bekende wijze wordt afgetast door een pulsgever-systeem 30, bijvoorbeeld een inductieve starter of een licht-35 kast en die hiermee de ladestand, respektievelijk de openings-toestand van het weefvak via een leiding 31 signaleert aan de ingangen 32, 33» respektievelijk 34-, 35 van de elektronische stuurketen 25, respektievelijk 26. Elk van de elektronische stuurketens 25 en 26 heeft een uitgang 36, res- 4-0 pektievelijk 37, die voert naar de hoofdaandrijfeenheid 27 8103725 i -> -10- van de grijperweefmachine, alsmede een uitgang 38, respek-tievelijk 39» die voert naar de buislineaire motor 1, res-pektievelijk 2. Hiermee is de elektronische stuurketen 25 aan het in fig.1 links weergegeven inslaginvoersysteem toege-5 voegd en de elektronische stuurketen 26 aan het rechter inslaginvoersysteem. De constructie van de elektronische stuurketen 25 komt overeen met die van de elektronische stuurketen 26.
Voor bepaalde funkties maken de elektronische stuur-10 ketens 25 en 26 gebruik van gemeenschappelijke eenheden.
Daar de constructie van de elektronische stuurketen 25 overeenkomt met die van de elektronische stuurketen 26, zal hieronder alleen die van de elektronische stuurketen 25 worden beschreven. Elk van de elektronische stuurketens 25 15 en 26 bestaat uit een starteenheid 4-0, uit een logische synchronisatieketen 4-1, uit een remeenheid 4-2, uit een gemeenschappelijke logische omzetketen 4-3, uit een gemeenschappelijke kruipbedrijfseenheid 4-4- en uit een vermogenseenheid 45. De starteenheid 40 heeft een ingang 32 (33), die verbon-20 den is met het pulsgeversysteem 30 van de hoofdaandrijfas 28. Zij heeft een uitgang 46’, die voert naar de ingang 46’ van de vermogenseenheid 45 van de buislineaire motor 1, respektievelijk 2. De starteenheid-40 bestaat uit de logische startketen 47 en uit een. onderbreker 48 voor de 25 logische startketen 47 zoals het blokschema volgens fig.2 toont. De logische synchronisatieketen 41 heeft een ingang 34 (35)» die verbonden is met het pulsgeversysteem 30 van de hoofdaandrijfas 28. Zij heeft een verdere ingang 23 (24)> die voert naar het wegmeetsysteen 21 (22). Een eerste uit-30 gang 36 van de logische synchronisatieketen 41 is verbonden met de hoofdaandrijfeenheid 27, terwijl een tweede uitgang 49 hiervan is verbonden met de remeenheid 42. De logische synchronisatie-eenheid 41 bestaat uit een konstante waarde-geheugen 50, uit een vergelijker 51, uit een logische inter-35 pretatieketen 52 en uit een pulsteller 53 zoals in fig.2 is voorgesteld. Het konstante waarde-geheugen 50 is met haar uitgang 54 aangesloten op de vergelijker 51» die met haar uitgang 55 is aangesloten op de logische interpretatie-keten 52. De uitgang 36, respektievelijk 37 van de logische 40 interpretatie-eenheid 52 voert naar de hoofdaandrijfeenheid 8103725 -11- 27. De ingang 34 van de logische interpretatieketen 42 is afkomstig van het pulsgeversysteem 30. De pulsteller 53 is met haar ingang 23» respektievelijk 24 aangesloten op het wegmeetsysteem 21, respektievelijk 22. De uitgang 5 56 van de pulsteller 53 verkiest een uitgangstak 49» die voert naar de remeenheid 42. Haar andere tak voert naar de ingang 57 van de vergelijker 51. De remeenheid 42 bestaat uit een logische aanschakelketen en uit een logische rem-keten. De logische aanschakelketen bevat een werkgeheugen 10 58, een konstante waarde-geheugen 59, een vergelijker 60 en een logische interpretatieketen 61. De logische remketen bestaat uit een werkgeheugen 62, uit een vergelijker 64 en uit een remstuurketen 64. De ingang 65 van het werkgeheugen 58 is verbonden met de logische synchronisatie-* 15 keten 41» terwijl de uitgang 66 van het werkgeheugen 58 is verbonden met de vergelijker 60.
De uitgang 68 van de vergelijker 60 voert naar de logische interpretatieketen 61. De uitgang 69 van de logische interpretatieketen 61 is aangesloten op het werkgeheugen 20 62, terwijl een verdere uitgang 70 hiervan is aangesloten op de vergelijker 63. Een ingang 71 van het werkgeheugen 62 is aangesloten op de logische kruipbedrijfketen 72. De vergelijker 63 heeft verder een ingang 73, die afkomstig is van de pulsteller 53, en een uitgang 74» die voert naar de 25 logische omschakelketen 53 en naar de remstuurketen 64. De uitgang 76 van de remstuurketen 64 is aangesloten op de ingang 76’ van de vermogenseenheid 45 van de lineaire 1, respektievelijk 2. Aan de beide elektronische stuurlijnen 25 en 26 is een gemeenschappelijke kruipbedrijfeenheid 44 30 toegevoegd. De kruipbedrijfeenheid 44 bestaat uit de logische kruipbedrijfketen 72, het konstante waarde-geheugen 77, de invoereenheid 78 en de frekwentie-omzetter 79. De logische kruipbedrijfketen 72 is met haar ingang 80 aangesloten op het konstante waarde-geheugen 77 en met een verdere ingang 35 81 aangesloten op de invoereenheid 78. De uitgangen 82 en 83 van de logische kruipbedrijfketen 72 voeren naar de betreffende werkgeheugens 62. De uitgang 84 van de invoereenheid 78 is aangesloten op de frekwentie-omzetter 79» waarvan een uitgang 85 is aangesloten op de ingang 85' van de 40 betreffende vermogenseenheid 45 van de korresponderende li- 8103725 ..... -12- neaire motor 1, respektievelijk 2. Aan de elektronische stuurlijnen 25 en 26 is verder een gemeenschappelijke logische omschakeleenheid 4-3 toegévoegd, waarvan de ingangen 86 zijn aangesloten op de betreffende remeenheid 4-2, terwijl 5 de uitgang 87 is aangesloten op de ingang 87* van de vermo-genseenheid 4-5 van de korresponderende lineaire motor 1, respektievelijk 2. Fig.3 toont een verdere uitvoeringsvorm, waarbij in de buis lineaire motor 2 een stang 88 aandrijf-baar is. De buisvormige stang 88 wordt geleid over de mag-10 netische terugkoppeling 8. De stang 88 is gezien van een scharnier 88a, die een verbinding maakt met een of meer. grijperstangen 6. Voor deze uitvoeringsvorm is ook een ander type lineaire motor geschikt, bijvoorbeeld een vlakke uitvoering, die een overeenkomstig uitgevoerde rotor van 15 aluminium of koper in beweging brengt.
Fig.4 t oont een verdere uitvoeringsvorm, waarbij door een buislineaire motor 89 in een dubbele rotor-uitvoering twee grijperstangen 90 en 91 van aluminium of koperbuis direkt door het krachtveld van de dubbele rotor-stator 92 20 worden aangedreven. De magnetische terugkoppeling 93, respektievelijk 94- is door de aan de aanslag 103, respektievelijk 104- vast ingespannen houdstaaf 95, respektievelijk 96 en het scharnier 97, respektievelijk 98 vastgezet in haar langsasriehting. De grijpstangen 90 en 91 worden 25 buiten het weefvak door de legers 99 en 100 extra geleid en zijn onderling verbonden door tussenkomst van het vaste doch verstelbare verbindingsdeel 101 buiten het weefvak.
Dit verbindingsdeel 101 dient tevens als aanslag, die in aanslag komt tegen de aanslag 102 van de dubbele rotor-stator 30 92 of tegen de verstelbare aanslagdelen 103 , 104-.
Fig.5 toont een verdere uitvoeringsvorm, waarbij een grijperband 105, gevormd uit een buigzame buis, bijvoorbeeld uit een koperdraadvlechtwerk of een spiraalband van koper of aluminium direkt wordt aangedreven door de buislineaire 35 motor 2. De terugkoppeling 106 van ijzer steekt hierbij weer r echt in de buislineaire motor 1, doch wordt buiten de buislineaire motor 2 als gebogen ijzerstang 107 uitgevoerd, die met het machinefreem, respektievelijk het fundament 108 is verbonden. Aan het uiteinde van de ijzerstang 107 bevindt 4-0 zich de aanslag 109. Over de terugkoppeling 106 glijdt de 8103725 -13- buigzame grijperband 105 buiten het weefvak. Binnen het weefvak vindt een rechtlijnige geleiding van de grijperband 105 plaats door middel van bekende geleidingslamellen 110, die bevestigd zijn aan de weefplaat 111. Aan de grijper-5 kop 112 bevindt zich nog een aanslag 113» waarmede de weg van de grijperband 105 buiten het weefvak door tussenkomst van een tweede aanslag 114· wordt begrensd.
Bij de in fig.6 weergegeven uitvoeringsvorm van de grij-perstangaandrijfinrichting wordt binnen de buislineaire 10 motor 1 een telescopisch uitgevoerde grijperstang 115 aangedreven. Deze bestaat uit meerdere buisvormige afzonderlijke delen 116» 117 van aluminium of koper, die telescopisch zijn verbonden. Het direkt over de magnetische terugkoppeling 118 gevoerde afzonderlijke deel 117 is tweemaal zo 15 lang als de buislineaire motor 1. Evenlang is de uit een ijzeren stang bestaande magnetische terugkoppeling 118. De overige afzonderlijke delen zijn tenminste zo lang als de buislineaire motor 1. Het afzonderlijke deel 117 is voorzien van een aanslag 119· Wanneer de afzonderlijke delen 116 en 20 117 in het weefvak worden bewogen komt de aanslag 119 aan te liggen tegen de buislineaire motor 1.
Bij het uit het weefvak bewegen van de afzonderlijke delen 116, 117 komt de aanslag 119 aan te liggen tegen de geleiding 120.
25 Terwijl hierbij de halve lengte van het afzonderlijke deel 117 in de buislineaire motor 1 blijft, blijven de overige afzonderlijke delen 116 met hun volle lengte in de buislineaire motor 1. De terugkoppeling 118 wordt vóór de lineaire motor 1 door een bout 120* gevoerd. Het afzonder-30 lijke deel 117 is korresponderend gegleufd. In plaats van de aan weerszijden buiten het weefvak aan het machinefreem aangebrachte buislineaire motoren 1 en 2 kan ook slechts een buislineaire motor 1, respektievelijk 2, respektievelijk 89 worden gebruikt. In dit geval is de door de buislineaire 35 motor 1, respektievelijk 2, respektievelijk 89 stekende grijperstang 5» respektievelijk 6, respektievelijk 90, 91 of de grijperband zo lang, dat zij door het gehele weefvak beweegbaar zijn. In het voorgaande geval werd de aandrijving van de grijperstangen 5, 6, 90, 91 of grijperbanden 105 van 40 een grijperweefmachine beschreven. Het is uiteraard ook 8103725 t V 4 -n- denkbaar deze aandrijving bij andere textielmachines toe te passen teneinde hetzelfde bewegingsverloop te bereiken. De in fig.3 weergegeven uitvoeringsvorm is bijvoorbeeld zeer geschikt om met behulp van lineaire motoren via een scharnier-5 deel 88a de roede van een roedenweefmachine in het vak en uit het vak te doen bewegen.
Hieronder volgt' een uiteenzetting van de werkingswijze van de grijperstangen- of grijperbandaandrijfinrichting aan de hand van fig.1 en 2.
10 Op bekende - (niet nader weergegeven) wijze worden de weeflade, alsmede de het weefvak openende organen door de hoofdaandrijfeenheid 27 in beweging gebracht. Aan de hoofdaandrijfas 28 wordt door het pulsgeversysteem 30 doorlopend de stand van de codeschijf 29 opgevraagd en hiermede de 15 buighoek van de hoofdaandrijfeenheid 27, respektievelijk de weefladestand en de openingstoestand van het weefvak. Bij een bepaalde krukhoek, waarbij de weeflade zich in haar achterste stand bevindt, respektievelijk het weefvak is geopend, en de grijperstangen 5, 6 zich in hun buitenste 20 aanslagstand, dit is buiten het weefvak bevinden, verkrijgt de aan elk van de buislineaire motoren 1 en 2 toegevoegde starteenheid 4-0 vanuit de pulsgevereenheid 30 een puls toegevoerd via de ingangen 32 en 33. De versterkte puls wordt via de vermogenseenheid 4-5 toegevoerd aan de buislineaire motor 25 1, respektievelijk 2. Deze worden met hun bewegend veld direkt werkzaam op de grijperstangen 5, respektievelijk 6 en doen deze in het geopende weefvak bewegen. Met de onderbreker 4-8 van de starteenheid kan deze beweging worden onderbroken.
30 Bij het bewegen van de grijperstangen 5 en 6 in het weefvak zullen hierdoor in het wegmeetsysteem 21, 22 pulsen worden voortgebracht. Deze pulsen worden in de pulsteller 53 van de logische synchronisatieketen 4-1 geteld en via de uitgang 4-9 toegevoerdAan het werkgeheugen 58 van de remeen-heid 4-2. Hiermee wordt het bij het bewerkingsproces van de 35 inslaginvoer met de grijperstangen 5, 6 maximum bereikte aantal pulsen ingeschreven in het werkgeheugen 58. Het werkgeheugen 58 bevat derhalve telkens het aantal rempulsen, dat bij de juist plaatsvindende slag van de grijperstangen 5 en 4-0 6 onder in aanmerkingname van de onderling verschillende 8103725 -15- wrijvingswaarde en de hiermee onderling verschillende na-loopwegen van de grijperstangen 5 en 6 vereist was. Het konstante waarde-geheugen 59 bevat het optimale aantal pulsen voor het invoeren van de inslag. Beide waarden worden 5 door de vergelijker 60 opgevraagd en toegevoerd aan een logische interpretatieketen 61. Bij afwijkingen van het optimale aantal pulsen wordt door de logische interpretatieketen 61 een gecorrigeerd aantal rempulsen in het werkgeheugen 62 ingeschreven, dat het optimale remproees mogelijk 10 maakt. Op deze wijze vindt een aanpassing van het inslagin-voersysteem plaats aan vele externe parameters zoals veranderde glij-eigenschappen voor slijtage of temperatuursveranderingen, netspanningschommelingen en hiermee veranderende aandrijfsnelheden, onderling verschillende aftrek-15 krachten van de inslagdraden en de invloed van onderling verschillende inslagdraadmaterialen op het invoersysteem. Deze aanpassing maakt een nauwkeurige instelling van de grijperkoppen 13 en 14- in het midden van het weef vak moge-lijk. De pulsen van de pulsteller 53 worden verder via een 20 ingang 73 aan een vergelijker 63 toegevoerd. Wanneer door deze vergelijker 63 een overeenstemming wordt vastgesteld tussen het via de ingang 73 toegevoerde aantal pulsen van de pulsteller 53 en het via de uitgang 70 van het werkgeheugen 72 toegevoerde aantal rempulsen, zal de rembesturing 25 eenheid 64. in werking worden gesteld. Hetzelfde proces vindt uiteraard ook plaats in de elektronische stuureenheid 26. Hiermee worden via de vermogens eenheden 4-5 de buisline-aire motoren 1 en 2 volgens het principe van de gelijkstroom-remming afgeremd en hiermede de grijperstangen 5 en 6, tel-30 kens overeenkomstig hun afgelegde weg en hun overloopweg, stopgezet. Nadat beide grijperstangen 5 en 6 zijn ingesteld en de draadoverdracht door de grijperkoppen 13 en 14- heeft plaatsgevonden, zal door een vanuit de vergelijker 63 via de ingang 86 aan de logische omschakeleenheid 53 toegevoerde 35 puls bewerkstelligen, dat deze eenheid 53 via de uitgang 87 en de vermogenseenheden 4-5 de buislineaire motoren 1 en 2 doet omschakelen. Hierdoor worden de grijperstangen 5 en 6 uit het weefvak bewogen. Hierdoor zullen de wegmeetsyste-men 21 en 22 weer pulsen leveren, die op dezelfde wijze als 4-0 bij de bovenbeschreven inslaginvoer worden verwerkt. Wanneer 8103725
' > » V
-16- de grijperstangen 5 en 6 hun eindstand buiten het weefvak hebben bereikt, beginnen de remeenheden 4-2 weer te werken.
De buislineaire motoren worden door middel, van gelijkstroom-remming stilgezet. Nadat de grijperstangen 5 en 6 uit het • 5 weefladegebied zijn getreden, kunnen deze zich bewegen en de zoeven ingetrokken inslagdraad doen aanslaan aan het weef-' ‘ sel. Na de aanslag vindt het openen van het nieuwe weefvak ......plaats en wordt het pulsgeversysteem 30 zoals reeds beschreven aan elke logische starteenheid 4-0 in gereedheid voor het 10 invoeren van een nieuwe inslagdraad gesignaleerd. Hiermee begint de beschreven inslaginvoercyclus van voren af aan.
Voor het controleren van de synchronisatie tussen de omdraaiing van de hoofdaandrijfeenheid 27 en de aandrijf-- inrichting van de grijperstangen 5 en 6 worden bepaalde af-15 gelegde wegtrajecten van de grijperstangen 5 en 6 met' behulp van het wegmeetsysteem 21, 22 gecontroleerd. Dit vindt plaats doordat de pulsen van de pülsteller 53 worden toegevoerd aan de vergelijker 51. De vergelijker 51 stelt de overeenstemming vast tussen het momentele aantal pulsen en 20 het in het konstante waarde-geheugen 50 ingevoerde referentie-pulsaantal. Door de logische interpretatieketen 52 wordt op bepaalde tijdstippen de vergelijker 51 afgetast. De af-tasttijdstippen worden bij bepaalde krukhoeken van de hoofdaandrijf eenheid 27 vanuit het pulsgeversysteem 30 door pul-·-25 sen bepaald, die via de ingangen 34- en 35 van de logische interpretatieketen 52 aan de betreffende logische synchro-nisatie-eenheid 51 worden toegevoerd. Wanneer dit synchroon-lopen door storingen niet gewaarborgd is, wordt aan de hoofdaandrijfeenheid 27 een stoppuls vanuit de logische in-30 terpretatieketen 52 via de uitgang 36, respektievelijk 37 hiervan toegevoerd, waarmede de hoofdaandrijfeenheid 27 wordt stopgezet, respektievelijk de grijperweefmachine van de hoofdaandrijfmotor wordt afgekoppeld. Wanneer de synchro-nisatie-eenheid 4-1 een tevoren bepaald aantal pulsen vanuit 35 het wegmeetsysteem 21, respektievelijk 22 heeft verkregen, wordt van hieruit via de uitgang 4-9 de remeenheid 4-2 bediend, waarmede de buislineaire motoren 1, 2 door gelijkstroomrem-ming worden stilgezet. Wanneer beide grijperstangen 5 en 6 in het weefvak zijn en de overdracht heeft plaatsgevonden, 4-0 is de logische omsehakeleenheid op de reeds beschreven 8103725 -17- werkzaam.
Wanneer de grijperweefmachine in kruipbedrijf werkzaam is, wordt dit via de invoereenheid 78 bewerkstelligd. Het kruipbedrijf wordt door frekwentie-omzetting door middel 5 van de frekwentie-omzetter 79 bereikt, die verbonden is met de vermogenseenheden 4-5. Daar in het kruipbedrijf de voor het tot stand brengen van de afremming vereiste aantal rem-pulsen afwijkt van het normale bedrijf, treedt het konstante waarde-geheugen 77 in werking. De besturing van het remproces 10 vindt nu via de logische kruipbedrijfeenheid 72 plaats via de uitgangen 82 en 83 hiervan. De volgende afremming, respektievelijk omschakeling van de buislineaire motoren 1 en 2 werd reeds beschreven. Voor de werkingswijze van de in fig.3-6 beschreven .uitvoeringsvormen van de lineaire 15 motor, respektievelijk van de gebruikte motoren zijn geen nadere bijzonderheden te vermelden. Meer gebruik wordt gemaakt van slechts één lineaire motor, wordt nu één van de beschreven elektronische stuureenheden 25 of 26 gebruikt.
20 -conclusies- ( 8103725

Claims (20)

1. Grijperstang- of grijperbandaandrijfinrichting van een weefmachine met tenminste één buiten het weefvak opgesteld inslaginvoersy'steem en met een dwars op de weefbaan 5 heen en weer beweegbare grijperstang of grijperband, die met de grijperaandrijfinrichting is verbonden, met het kenmerk, dat elke grijperstang (5, 6, 90, 91» 115), respektievelijk elke grijperband (105) door een lineaire motor (1, 2, 89) aandrijfbaar is en deze lineaire 10 motoren (1, 2, 89) via een elektronische stuurketen (25, 26) stuurbaar zijn.
2. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de opening van de stator (3, 4·) 15 van een polysolenoïdevormige lineaire motor (1, 2, 89) een cirkelvormige, ovale, vierkante of rechthoekige dwarsdoor-• snede heeft, waarbij in deze opening tenminste één grijperstang (5, 6, 90, 91» 115), respektievelijk een grijperband (105) of een dergelijk werkmiddel met een aan de doorsnede 20 van de opening van de stator (3, 4·) aangepast profiel aandrijfbaar is.
3. Aandrijfinrichting volgens conclusie .1 of 2, met het kenmerk, dat twee of meer grijperstangen 25 (5, 6, 90, 91, 115), respektievelijk grijperbanden (105) door de stator (3, 4·) van de lineaire motor (1, 2, 89) zijn gestoken en door deze motor aandrijfbaar zijn.
4·. Aandrijf inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, 30 met het kenmerk, dat in elke lineaire motor (1, 2, 89) tenminste één stang (88) of een dergelijk be-wegingsorgaan van aluminium of koper aandrijfbaar is en dat het uiteinde van dit bewegingsorgaan een verbinding maakt met tenminste één grijperstang (5, 6, 90, 91, 115) 35 of grijperband (105).
5. Aandrijf inrichting volgens conclusie.. 1, 2 of 3» 8103725 -19- met het kenmerk, dat aan weerszijden van de grijperweefmachine een polysolenoïdevormige lineaire motor (1, 2,89) is opgesteld, die telkens met de hierdoorheen ge-stoken en tot het midden van het weefvak reikende grijper-5 stang (5, 6, 90, 91, 115) of grijperband (105) aandrijfs-matig is verbonden, waarbij elke lineaire motor (1, 2, 89) stuurbaar is door een elektronische stuureenheid (25, resp. 26).
6. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat slechts aan één zijde van de grijperweefmachine een polysolenoïdevormige lineaire motor (1, 2, 89) is opgesteld, waarmede de hierdoorheen gestoken grijperstang (5, 6, 90, 91, 115), respektievelijk 15 grijperband (105) door het gehele weefvak beweegbaar is.
7. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de grijperstang (5,6, 90, 91, 115) bestaat uit een buis van aluminium of koper, respek-20 tievelijk de grijperband (105) bestaat uit een spiraalband van aluminium of koper, respektievelijk uit een kopervlecht-werkt.
8. Aandrijfinrichting volgens een der voorgaande eon-25 clusies, met het kenmerk, dat de aan het van het weefvak afgekeerde uiteinde van de lineaire motor (2) een naar buiten gevoerde grijperband (105) boogvormig geleid is.
9. Aandrijfinrichting volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat uit tenminste een grijperstang (5,6, 115),respektievelijk grijperband (105) van elk van de lineaire motor (1,2, 89) een wegmeetsysteem (21, 22) is toegevoegd., dat voor het verder geleiden van 35 de pulsen van de grijperstang- , respektievelijk grijper-bandbeweging is verbonden met de ingangen (23, 24) van de elektronische stuureenheid (25, 26).
10. Aandrijfinrichting volgens één der conclusies 1, 5, 4-0 6, 7 of 9, m e t het k e n me r k, dat elke elektro- 8103725 -20- nische stuureenheid (25, 26) bestaat uit een starteenheid (4.0) voor de lineaire motoren (1 , 2 89)» uit een logische synchronisatieketen (4.1) voor de lineaire motoren (1, 2, 89) en de hoofdaandrijfeenheid (27) van een eenheid (4-2) voor 5 de lineaire motoren (1., 2, 89)» uit een gemeenschappelijk logische omschakeleenheid (4-3) van de lineaire motoren (1, 2, 89), uit een gemeenschappelijke kruipbedrijfeenheid (4-4·) voor de lineaire motoren (1,2, 89) en uit een vermogens-eenheid (4-5) voor elke lineaire motor (1, 2, 89), waarbij 10 de ingang (32, 33) van de starteenheid (4-0) is verbonden met een pulsgeversysteem (30) van de.hoofdaandrijfas (28) en de uitgang (4-6) hiervan is verbonden met de vermogens- .... eenheid (45) van de lineaire motor (1, 2, 89), de eerste ingang (23) van de logische synchronisatieketen (41) is 15 verbonden met het wegmeetsysteem (21, resp» 22), de tweede ingang (34) hiervan is verbonden met het pulsgeversysteem (30), een eerste uitgang (49) hiervan is verbonden met de remeenheid. (42) en een tweede uitgang (36) hiervan is verbonden met de hoofdaandrijfeenheid (27) van de weefmachine, 20 een eerste ingang (73) van de remeenheid (42) is verbonden met de logische synchronisatieketen (41), een tweede ingang (71) hiervan is verbonden met de kruipbedrijfeenheid (43), een eerste uitgang (76) hiervan is verbonden met de ver-mogenseenheid (45) en de tweede uitgang (74) hiervan is 25 verbonden met de logische omschakelketen (43), een eerste uitgang (82) van de kruipbedrijfeenheid (44) is verbonden met de betreffende remeenheid (42), de tweede uitgang (85) hiervan voert naar de vermogenseenheid (45), de logische 30 omschakelketen (43) met een uitgang (86) is verbonden met de betreffende remeenheid (42) en met een uitgang (87) is verbonden met de betreffende remeenheid (45) een eerste ingang (46’) heeft voor de starteenheid (40), een tweede ingang (76’) heeft voor de remeenheid (42), een derde 35 ingang (85') heeft voor de kruipbedrijfeenheid (44), een vierde ingang (87’) heeft voor de logische omschakelketen (43) en een uitgang (38, resp. 39) heeft voor de lineaire motor (1, 2, 89).
11. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, 5, 9 of 10, met het kenmerk, dat de starteenheid (40) 8103725 « C -¾1 -21- bestaat uit een logische startketen (4-7) en een onder-breker (4-8) voor de logische startketen (4-?)·
12. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, 5» 9» 10 5 of 11,met het kenmerk, dat de logische synchronisatieketen (4-1) bestaat uit een konstante waarde-geheugen (50), uit een vergelijker (51) en uit een logische interpretatieketen (52), die door de uitgangen (54-» 55) onderling zijn verbonden, dat de logische synchronisatieketen 10 (4-1) verder een pulsteller (53) bevat, dat een ingang (34·) van de logische interpretatieketen (4-1) is verbonden met het pulsgeversysteem (30), en een uitgang (36, 37) van de logische interpretatieketen (4-1) is verbonden met de hoofd-aandrijfeenheid (27), dat een ingang (23, resp. 24.) van de 15 pulsteller (53) is verbonden met het wegmeetsysteem (21, resp. 22) en dat haar uitgang (56) is verbonden met de vergelijker (51).
13. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, 5, 9» 10, 20 11 of 12,met het kenmerk, dat de remeenheid (4-2) bestaat uit een logische aanschakelketen en uit een logische remketen, waarbij de logische aanschakelketen bestaat uit een werkgeheugen (58), uit een konstante waarde-geheugen (59), uit een vergelijker (60) en uit een lo^gische 25 interpretatieketen (61), waarbij de uitgang (66) van het werkgeheugen (58) en de uitgang (67) van het konstante waarde-geheugen. (59) zijn verbonden met de vergelijker (60), de uitgang (68) van de vergelijker (6Ó) is verbonden met de logische interpretatieketen (61), dat de ingang (65) van 30 het werkgeheugen (58) is verbonden met de pulsteller (53) van de logische synchronisatieketen (4-1) en de uitgang (69) van de logische interpretatieketen (61) is verbonden met het werkgeheugen (62) van de logische remketen, en dat de logische remketen verder bestaat uit de vergelijker (63) 35 en uit de remstuurketen (64), waarbij een verdere ingang (71) van het werkgeheugen (62) is verbonden met de logische kruipbedrijfketen (72), de uitgang (70) van het werkgeheugen (63) is verbonden met de vergelijker (63), een ingang (73) van de vergelijker (63) is verbonden met de pulsteller (53), 40 een uitgang (74) van de vergelijker (63) is verbonden met 8103725 * V < t -22- een schakelketen (4-3) en let-de reistuurketen (64.) en de uitgang (76) van. de remstuurketen (64.) is gevoerd naar de vermogenseenheid (4-5) van de lineaire motor (1, 2). 5 14-· Aandrijf inrichting volgens conclusie 1,5, 9, 10, 11 12 of 13,met het kenmer k,dat de kruipbedrijf-eenheid (4.4.) bestaat'uit een logische kruipbedrijf keten (72), uit een konstante waarde-geheugen (77), uit een invoereen-heid (78), en uit een frekwentie-omzetter (79), waarbij een 10 ingang (80) van de logische kruipbedrijfketen (72) is ver- ( bonden met het' konstante waarde-geheugen (77) haar uitgang (82, 83) is verbonden met het betreffende werkgeheugen (62), een verdere ingang (81) van de logische kruipbedrijfeenheid (72) is verbonden met de invoereenheid (78), de uitgang (84.) 15 van de invoereenheid (78) is verbonden met de frekwentie-omzetter (79) en de uitgang (85) is verbonden met de vermogenseenheid (4-5) van de lineaire motor (1, 2, 89).
15. Aandrijfinrichting volgens één der conclusies 1, 5, 20 9, 10, 11 , 12, 13 of 14-, m,e t het kenmerk, dat de logische omschakelketen (4.3) met haar ingangen (86) is verbonden met de betreffende remeenheid (4-2) en met haar uitgangen. (87) is verbonden met de betreffende vermogenseenheid (4-5) van de korresponderende lineaire motor (1, 2, 25 89).
16. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afremming van de grijperstangen (5, 6, 90, 91, 115), respektievelijk van 30 de grijperband (105) in het midden van het weefvak, respektievelijk buiten het weefvak met gelijkstroom bewerkstellig-baar is, waarbij de slag van elke grijperstang (5, 6, 90, 91, 115), respektievelijk van elke grijperband (105) is begrensd door aanslagmiddelen (15, 16, 102, 103, 104-, 109, 113, 114·» 35 119).
17. Aandrijfinrichting volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de magnetische terugkoppeling (7, 8, 93, 94·» 106, 118).van elke lineaire motor (1, 2, 4-0 89) als vaststaande, buiten het weefvak zich bevindende 8103725 -- 'At -23- en tot in de lineaire motor (1,2» 89) reikende ijzerstang is uitgevoerd, waarover de grijperstang (5,6, 90, 91» 115) respektievelijk de grijperband (105) is geleid.
18. Aandrijfinrichting volgens één der conclusies 1-7 of 17, met het kenmerk, dat de de magnetische terugkoppeling (7, 8, 93, 94, 118) vormende ijzerstang enerzijds aan het freem en anderzijds in de lineaire motor (1, 2, 89) is gelegerd. 10
19. Aandrijfinrichting volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de magnetische terugkoppeling (106) van elke lineaire motor (2) is uitgevoerd als vaststaande, juist in de lineaire motor (2) ingestoken, 15 doch buiten de lineaire motor (1) als gebogen ijzerstang waarover een grijperband (105) van buigzaam aluminium- of koperspiraalband, respektievelijk van buigzaam koperdraad-vlechtwerk buiten het weefvak is gevoerd, terwijl deze grijperband (105) binnen het weefvak door rechtlijnig 20 geplaatste geleidingslamellen (110) is gevoerd.
20. Aandrijfinrichting volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de grijperstang (115) wordt gevormd door telescopisch samengestelde afzonderlijke 25 segmenten (116, 117), waarbij het over de magnetische terugkoppeling (118) geleidende afzonderlijke segment (117), alsmede de terugkoppeling (118) tenminste twee maal zo lang is als de lineaire motor (1) en de overige afzonderlijke segmenten (116) tenminste zo lang zijn als de lineaire motor (1). 30
21. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de koellucht van elke lineaire motor (1,2, 89) voor het reinigen van de grijperkoppen (13, 14-, 112) aftakbaar zijn. 35 8103725
NL8103725A 1980-10-03 1981-08-06 Grijperstangen- of grijperbandaandrijfinrichting van een weefmachine. NL8103725A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DD22430180 1980-10-03
DD80224301A DD153398A1 (de) 1980-10-03 1980-10-03 Greiferstangen-oder greiferbandantrieb einer webmaschine

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8103725A true NL8103725A (nl) 1982-05-03

Family

ID=5526574

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8103725A NL8103725A (nl) 1980-10-03 1981-08-06 Grijperstangen- of grijperbandaandrijfinrichting van een weefmachine.

Country Status (8)

Country Link
BE (1) BE890586A (nl)
CH (1) CH655139A5 (nl)
CS (1) CS244526B1 (nl)
DD (1) DD153398A1 (nl)
DE (1) DE3127542A1 (nl)
FR (1) FR2491508A1 (nl)
GB (1) GB2085039A (nl)
NL (1) NL8103725A (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE59207102D1 (de) * 1991-07-24 1996-10-17 Rueti Ag Maschf Greiferwebmaschine mit auf Fadeneigenschaften einstellbarer Schusseintragsvorrichtung
DE19601074A1 (de) * 1996-01-13 1997-07-17 Frank Reiter Rutenwebmaschine
DE29713979U1 (de) * 1997-07-04 1997-10-16 Textilma Ag, Hergiswil Kettenwirkmaschine, insbesondere Häkelgalonmaschine
DE10154940A1 (de) * 2001-11-08 2003-06-05 Dornier Gmbh Lindauer Elektromotorischer Direktantrieb für Tragorgane der Schussfadengreifer einer Webmaschine
DE10154817C1 (de) * 2001-11-08 2003-10-02 Dornier Gmbh Lindauer Elektromotorischer Direktantrieb für die Tragorgane der Schussfadengreifer einer Webmaschine
DE10154821C1 (de) * 2001-11-08 2003-12-04 Dornier Gmbh Lindauer Elektromotorisches Antriebssystem für Webmaschinen
IT1396568B1 (it) * 2009-10-21 2012-12-14 Comez Gestioni S P A Macchina tessile elettro-pneumatica
CN103757802B (zh) * 2014-01-22 2015-08-12 东华大学 一种粘扣带织机的引纬系统

Also Published As

Publication number Publication date
GB2085039A (en) 1982-04-21
CH655139A5 (de) 1986-03-27
DE3127542A1 (de) 1982-07-08
DD153398A1 (de) 1982-01-06
FR2491508A1 (fr) 1982-04-09
CS682381A1 (en) 1985-06-13
BE890586A (fr) 1982-02-01
CS244526B1 (en) 1986-07-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8103725A (nl) Grijperstangen- of grijperbandaandrijfinrichting van een weefmachine.
US5241842A (en) Warp knitting machine with individually movable yarn guides arranged on a guide bar
US3817067A (en) Stock supply system
EP0573121B1 (en) Method and device for controlling a combing machine
US5253404A (en) Apparatus for drawing warp yarns into a weaving reed
US4529016A (en) Apparatus for inserting weft wires in a weaving loom
GB2210642A (en) Leasing arrangements in cone warping machine
JPH08300425A (ja) 成形品取出装置
JP6708405B2 (ja) 織機における横糸の挿入システム
CN101795951A (zh) 往复运动装置
SK281096B6 (sk) Svorkový podávač kovových pásikov
US5099555A (en) Thread separating device with sensor controlled distance travel
NL8000533A (nl) Inslagpresenteerinrichting voor weefgetouwen.
SU449494A3 (ru) Механизм отт жки ворсовых нитей тафтинг-машины
US5441085A (en) Warp thread insertion device for series-shed looms
JPH0423613B2 (nl)
BE889255A (nl) Inslagvoorbereidingsinrichting voor luchtgetouwen
BE1010389A3 (nl) Draadrem voor het remmen van een inslagdraad bij een weefmachine.
BE1009899A6 (nl) Gestuurde kanteninrichting voor weefmachines.
RU1794116C (ru) Ткацкий станок
JPH09268453A (ja) 織機における緯糸選択装置
EP0452082A2 (en) A straight bar knitting machine
SU1440972A1 (ru) Устройство дл контрол процесса намотки длинномерного материала в паковку
BE1009678A3 (nl) Grijperweefmachine met een draadrem.
BE1007849A3 (nl) Grijperweefmachine met lansgeleiding.

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed