NL8103725A - GRAPER RODS OR GRAPHER BELT DRIVE DEVICE OF A WEAVING MACHINE. - Google Patents

GRAPER RODS OR GRAPHER BELT DRIVE DEVICE OF A WEAVING MACHINE. Download PDF

Info

Publication number
NL8103725A
NL8103725A NL8103725A NL8103725A NL8103725A NL 8103725 A NL8103725 A NL 8103725A NL 8103725 A NL8103725 A NL 8103725A NL 8103725 A NL8103725 A NL 8103725A NL 8103725 A NL8103725 A NL 8103725A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gripper
unit
logic
linear motor
output
Prior art date
Application number
NL8103725A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Textima Veb K
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Textima Veb K filed Critical Textima Veb K
Publication of NL8103725A publication Critical patent/NL8103725A/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D39/00Pile-fabric looms
    • D03D39/10Wire-tapestry looms, e.g. for weaving velvet or Brussels or Wilton carpets, the pile being formed over weftwise wires
    • D03D39/12Mechanisms for operating the pile wires
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/271Rapiers
    • D03D47/272Rapier bands
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/271Rapiers
    • D03D47/273Rapier rods
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/275Drive mechanisms
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/002Climatic conditioning or removing lint or dust
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/008Cooling systems

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Electric Propulsion And Braking For Vehicles (AREA)

Description

-1--1-

Grijperstangen- of grijperbandaandrijfinrichting van een weefmachine.Gripper rod or rapier belt drive device of a weaving machine.

De uitvinding heeft betrekking op een grijperstangen-of grijperbandaandrijfinrichting van een weefmachine met tenminste één buiten het weefvak geplaatst in'slaginvoer-systeem en met een dwars op de weefselvoorbewegingsbaan 5 heen en weer beweegbare grijperstang of grijperband, die met de grijperaandrijfinrichting is verbonden.The invention relates to a rapier rod or rapier belt drive device of a weaving machine with at least one impact feed system placed outside the weaving compartment and with a rapier rod or rapier belt which is reciprocally movable transversely to the tissue advancing path 5 and which is connected to the rapier driving device.

Uit het Duitse Octrooischrift 1059849 is een mechanische grijperstangenaandrijfinrichtingen bekend, waarbij een rechtlijnige uitvoering van de grijperstangen door 10 middel van een drukaandrijving en een hefbomen- en stangen-stelsel mogelijk wordt gemaakt.From the German Patent Specification 1059849 a mechanical gripper rod driving devices is known, whereby a rectilinear design of the gripper rods is made possible by means of a pressure drive and a lever and rod system.

Verder zijn uit het Duitse Auslegeschrift 15354-91 mechanische aandrijfinrichtingen voor grijperstangen bekend, waarbij een krukkoppelwielendrijfwerk een tandwiel in voor-15 waartse en achterwaartse richting drijft. De tandwiel grijpt in een tandstang in, die verbonden is met een als hol profiel uitgevoerd grijperstangenlichaam.Furthermore, German Auslegeschrift 15354-91 discloses mechanical gripper rod drive devices in which a crank-gear wheel drive drives a gear in the forward and reverse directions. The gear meshes with a rack, which is connected to a gripper rod body constructed as a hollow profile.

De uit het Duitse Offenlegungsschrift 2707687 een elektromechanische aandrijfinrichting voor een grijperstang 20 of een grijperband bekend, waarbij bij elk van de beide in tegengestelde richting bewogen grijperstang of grijperbanden een sch^ijfrotormotor is aangebracht.The German Offenlegungsschrift 2707687 discloses an electromechanical driving device for a gripper rod 20 or a gripper belt, wherein a disc rotor motor is arranged in each of the two gripper rod or gripper belts moved in the opposite direction.

Elke schijfrotormotor drijft direkt een rondsel aan, de ingrijpt in de vertanding van de grijperstangen of grij-25 perbanden.Each disc rotor motor directly drives a pinion, which engages the teeth of the gripper rods or gripper belts.

De sehijfrotormotoren worden gestuurd door een gemeenschappelijke processor volgens een ingevoerd programma.The disk rotor motors are controlled by a common processor according to an input program.

Via toegevoegde regelkringen is de processor met de schijfrotormotor, respektievelijk machine-aandrijfinrichting 30 t-eruggekoppeld.The processor is coupled back to the disc rotor motor and machine drive device 30 via additional control circuits.

Al deze bekende uitvoeringsvormen hebben gemeen, dat de lineaire beweging van de grijperstangen of de grijperband in het weefvak slechts indirekt met behulp van meer of minder kostbare mechanismen kan worden tot stand gebracht, 35 dat wil zeggen de aandrijvende kracht is niet direkt werkzaam op de grijperstanden of grijperbanden.All these known embodiments have in common that the linear movement of the gripper rods or the gripper belt in the weaving section can only be effected indirectly by means of more or less expensive mechanisms, ie the driving force does not act directly on the gripper positions. or gripper belts.

Hierdoor moeten bij deze bekende aandrijfinrichtingen 81 0 3 7 2 5 « ί 4 ^ -2- aanzienlijke massa's in versnelde beweging worden gebracht en weer worden afgeremd. Derhalve brengen deze inrichtingen extra kosten, alsmede een verhoogde slijtage met zich mede. Hierdoor wordt de betrouwbaarheid van deze grijperstangen-5 of grijperbandaandrijfinrichting aanzienlijk verminderd.As a result, in these known drive devices 81 0 3 7 2 5 4 4 -2 substantial masses have to be accelerated and braked again. Therefore, these devices entail additional costs as well as increased wear. As a result, the reliability of these gripper rods or gripper belt drive device is considerably reduced.

Uit het Duitse Offenlegungsschrift 24-204-33 is een grijper-schietspoelweefmachine bekend, waarbij de het weefvak doorlopende en het invoeren van de inslagdraad bewerkstelligende schietspoelen worden gedreven door aan weerszijden van de 10 weefvak opgestelde asynchrone lineaire motoren. Binnen het weefvak vindt de geleiding van de schietspoel plaats door op de weeflade aangebrachte geleidingslamellen.From the German Offenlegungsschrift 24-204-33 a rapier-shuttle-weaving machine is known, wherein the continuous shunts and the insertion of the weft thread effecting firing coils are driven by asynchronous linear motors arranged on either side of the weaving compartment. Within the weaving compartment, the shuttle is guided by guide strips mounted on the weaving drawer.

Deze grijperschietspoelaandrijfinrichting heeft het nadeel, dat de beweging van de "afgeschoten" schietspoel 15 binnen het weefvak niet meer beïnvloedbaar is. Een verder nadeel is de stootsgewijze versnelling of afremming van de schietspoel, die een negatieve invloed heeft op de draad-breukfrekwentie.This rapier shooting coil drive device has the drawback that the movement of the "fired" shooting coil 15 within the weaving section can no longer be influenced. A further drawback is the impulse acceleration or deceleration of the shuttle, which has a negative influence on the wire breakage frequency.

Verder zijn door de inslagdraadvoorraad in de weef-20 spoel relatief grote massa's te versnellen en af te remmen, hetwelk leidt tot een overmatig grote verwarming van het inslagdraadinvoersysteem, waarbij door het massaverlies van de weefspoel als gevolg van de voortdurend kleiner wordende inslagdraadvoorraad onderling verschillende weefspoelbewer-25 kingssnelheden optreden, die niet overeenkomen met de optimale snelheid, waarbij de meest ontziende behandeling van de inslagdraad plaatsvindt. Wanneer de lineaire motor direkt als versnellings- of afremorgaan van de weefspoel moet werken, moet hiertoe de weefspoel volledig in de luchtspleet 30 van de lineaire motor duiken. Dit brengt ongunstige constructieve voorwaarden met zich mede voor zowel de lineaire'motor als voor de uitvoering van de weefspoel.Furthermore, the weft thread stock in the spool can accelerate and decelerate relatively large masses, which leads to an excessively large heating of the weft thread feeding system, whereby the mass loss of the weaving spool as a result of the continuously decreasing weft thread stock differs from one another to the other. -25 king speeds that do not correspond to the optimum speed occur, with the most gentle handling of the weft thread taking place. If the linear motor is to act directly as an accelerator or braking member of the weaving coil, the weaving coil must therefore fully dive into the air gap 30 of the linear motor. This entails unfavorable constructional conditions for both the linear motor and the design of the weaving coil.

De uitvinding heeft ten doel de grijperstangen- of grijperbandaandrijfinrichting te vereenvoudigen en de be-35 trouwbaarheid hiervan te verhogen.The object of the invention is to simplify the gripper rod or gripper belt drive device and to increase its reliability.

Volgens de uitvinding wordt er naar gestreefd om de grijperstangen, respektievelijk grijperbanden direkt en volgens een gestuurd bewegingsverloop aan te drijven.According to the invention the aim is to drive the gripper rods or gripper belts directly and according to a controlled movement sequence.

Volgens de uitvinding is hierbij elke grijperstang, 4-0 respektievelijk elke grijperband door een lineaire motor- 8103725 ir * -3- aandrijfbaar en via een elektronische stuureenheid bestuurbaar.According to the invention, each gripper rod, 4-0 and each gripper belt can be driven by a linear motor 8103725 ir * -3 and can be controlled via an electronic control unit.

In een gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft de opening van de stator van een meervoudig-solenoïde-5 vormige lineaire motor een cirkelvormige, ovale, vierkante of rechthoekige doorsnede, waarbij in deze opening tenminste een grijperstang, respektievelijk een grijperband of een dergelijk aandrijfmiddel met een aan de dwarsdoorsnede van de opening van de stator aangepast profiel aandrijfbaar 10 is.In a favorable embodiment according to the invention, the opening of the stator of a multi-solenoid-shaped linear motor has a circular, oval, square or rectangular cross-section, in which at least one gripper rod or a similar drive means with a gripper belt or the like profile adapted to the cross section of the opening of the stator is drivable.

Verder zijn volgens de uitvinding twee of meer grijper-stangen, respektievelijk grijperbanden gestoken door de stator van de lineaire motor en hierdoor aandrijfbaar.Furthermore, according to the invention, two or more gripper rods and gripper belts are respectively inserted through the stator of the linear motor and can be driven thereby.

Verder is volgens de uitvinding in elke lineaire motor 15 tenminste één stang of een dergelijke rotor van aluminium of koper aandrijfbaar, waarbij het uiteinde van deze rotor een verbinding heeft met tenminste één grijperstang of grijperband.Furthermore, according to the invention, at least one rod or such a rotor of aluminum or copper can be driven in each linear motor 15, the end of this rotor having a connection with at least one gripper rod or gripper belt.

In een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting 20 volgens de uitvinding is aan weerszijden van de grijper-weefmachine een meervoudig-solenoïdevormige lineaire motor aangebracht, die telkens met een hierdoorheen stekende tot het midden van het weefvak reikende grijperstang of grijperband aandrijfmatig is verbonden, waarbij elke lineaire 25 motor stuurbaar is door een elektronische stuureenheid.In a further embodiment of the device 20 according to the invention, a multiple solenoid-shaped linear motor is arranged on either side of the rapier-weaving machine, each of which is connected in a drive-driven manner with a gripper rod or rapier belt extending through it to the center of the weaving section, each linear 25 motor is steerable by an electronic control unit.

De inrichting volgens de uitvinding is zodanig uitgevoerd, dat slechts aan één zijde van de grijperweefmachine een meervoudig-solenoïde-vormige lineaire motor is aangebracht, waarmede de hierdoorheen stekende grijperstang, 30 respektievelijk grijperband door het gehele weefvak beweegbaar is. Volgens de uitvinding bestaat de grijperstang uit een buis van aluminium of koper, respektievelijk de grijperband uit een spiraalband van aluminium, koper, respektievelijk uit een kopervlechtwerk.The device according to the invention is designed in such a way that only a single solenoid-shaped linear motor is arranged on one side of the rapier weaving machine, with which the gripper rod and the gripper belt respectively extending through it can be moved throughout the weaving compartment. According to the invention, the gripper rod consists of a tube of aluminum or copper, respectively, the gripper belt consists of a spiral belt of aluminum, copper and copper braid, respectively.

35 Verder is volgens de uitvinding de uit het van het weefvak afgekeerde uiteinde van de lineaire motor gevoerde grijperband boogvormig geleid.Furthermore, according to the invention, the gripper belt fed from the end of the linear motor remote from the weaving compartment is arcuate.

Een verder kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding bestaat hierin, dat aan tenminste één grijperstang, 4-0 respektievelijk grijperband van elke lineaire motor een 8103725 t % t * - -A- wegmeetsysteem is toegevoegd, dat voor het verder geleiden van pulsen van de grijperstang-, respektievelijk grijper-bandbeweging is verbonden met de ingangen van de elektronische stuureenheid.A further feature of the device according to the invention consists in that an 8103725 t% t * - -A- path measuring system is added to at least one gripper rod, 4-0 or gripper belt of each linear motor, which is used to further conduct pulses of the gripper rod and gripper belt movement, respectively, is connected to the inputs of the electronic control unit.

5 Daar de aandrijving van de grijperstangen of grijper- banden door de lineaire motor direkt plaatsvindt, worden de anders aan een snelle slijtage onderhevige mechanische aanvullende elementen overbodig. In plaats van de tot nu toe kostbare afzonderlijke profielen kan gebruik worden gemaakt 10 van een aanzienlijk vereenvoudigde grijperstang-, respek-tievelijk grijperbandprofiel.Since the gripper rods or gripper belts are driven directly by the linear motor, the mechanical additional elements which are otherwise subject to rapid wear are superfluous. Instead of the previously expensive individual profiles, use can be made of a considerably simplified gripper bar or gripper belt profile.

Deze grijperstangaandrijfinrichting kost aanzienlijk minder materiaal, bezit een geringe massa, heeft een geringe plaatsruimte nodig, vraagt weinig energie en geringere ver-15 vaardigingskosten. Een verder voordeel is de eenvoudige montage en verwisselbaarheid van het aandrijfsysteem, respektievelijk van delen van het aandrijfsysteem. In tegenstelling tot de mechanische uitvoeringsvormen met aandrijf-werken is de instelbaarheid van de grijperstangen of grijper-20 banden met behulp van het wegmeetsysteem en de besturing aan beide zijde relatief nauwkeurig mogelijk. Hiermede is de toepassing voor alle bekende inslaginvoerwerkwijzen met dwangmatige invoer op basis van het grijperprincipe mogelijk.This gripper rod drive device costs considerably less material, has a low mass, requires little space, requires little energy and less manufacturing costs. A further advantage is the simple mounting and interchangeability of the drive system and parts of the drive system, respectively. In contrast to the mechanical embodiments with driving works, the adjustability of the gripper rods or gripper-belts with the aid of the distance measuring system and the control on both sides is relatively accurate. This makes it possible to use it for all known impact input methods with forced input based on the gripper principle.

Met behulp van de elektronische stuureenheid is een 25 continue snelheidsregeling van de grijperstangen mogelijk.Continuous speed control of the gripper rods is possible with the aid of the electronic control unit.

De wijze van aandrijving maakt in tegenstelling tot vele mechanische aandrijvingen een grijperbeweging mogelijk, die buiten het weefvak naar nul gaat, hetwelk gunstig is voor de benodigde plaatsruimte.The drive mode, unlike many mechanical drives, enables a gripper movement that goes to zero outside the weaving compartment, which is favorable for the space required.

30 Door een controle van de zijdelings juiste bewerking van de grijperstangen, verbonden met een storingssignalering die leidt tot een direkt stilzetten van de grijperweefmachine, worden beschadigingen aan de grijperstangen, respektievelijk grijperbanden en aan het weefkamblad, respektievelijk 35 het textielmateriaal vermeden.By checking the laterally correct machining of the rapier rods, connected to a malfunction signal which leads to a direct shutdown of the rapier weaving machine, damage to the rapier rods, rapier belts and the weaving comb blade and the textile material, respectively, is avoided.

Een verder voordeel is de versnelling en afremming van de grijperstangen of grijperbanden via een krachtveld, waardoor aanzienlijk minder slijtage optreedt dan bij de bekende mechanische aandrijfinrichtingen.A further advantage is the acceleration and braking of the gripper rods or gripper belts via a force field, whereby considerably less wear occurs than with the known mechanical drive devices.

4-0 Voor het zoeken van de inslag is het gunstig, wanneer 8103725 i * -5- de grijperstangen of grijperbanden niet in het weefvak worden ingevoerd. Hiertoe is bij mechanische aandrijfinrichtingen een relatief kostbare synchroonkoppeling op bekende wijze vereist. Bij de aandrijfinrichting door middel van 5 buislineaire motoren is daarentegen een eenvoudig onderbreken van de startpuls op bekende wijze voldoende, waardoor de inslaginvoerorganen niet in het weefvak worden bewogen.4-0 It is advantageous for finding the weft if the gripper rods or rapier belts are not fed into the weaving compartment. For this purpose, a relatively expensive synchronous coupling is required in known manner with mechanical drive devices. In the drive device by means of tubular linear motors, on the other hand, a simple interruption of the starting pulse in a known manner is sufficient, so that the weft input members are not moved in the weaving compartment.

In een gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat elke elektronische stuurinrichting uit een start-10 eenheid voor de lineaire motoren, uit een logische synehro-nisatie-eenheid voor de lineaire motoren en de hoofdaandrijving, uit een afremeenheid voor de lineaire motoren, uit een gemeenschappelijke logische omzeteenheid van de lineaire motoren, uit een gemeenschappelijke kruipbedrijfeenheid van 15 de lineaire motoren en uit een vermogenseenheid voor elke lineaire motor, waarbij de ingang van de starteenheid met een pulsgeversysteem van de hoofdaandrijfas en de uitgang hiervan met de vermogenseenheid van de lineaire motor is verbonden, de eerste ingang van de logische synehronisatie-20 eenheid met het wegmeetsysteem, haar tweede ingang met het pulsgeversysteem, een eerste uitgang met de remeenheid, een tweede uitgang met de hoofdaandrijving van de weefmachine is verbonden, een eerste ingang van de remeenheid met de logische synchronisatie-eenheid, een tweede ingang met 25 de kruipbedrijfeenheid, haar eerste uitgang met de vermogenseenheid, haar tweede uitgang met de logische omzeteenheid is verbonden, een eerste uitgang van de kruipbedrijfeenheid naar de betreffende remeenheid, haar tweede uitgang naar de vermogenseenheid voert, de logische omzeteenheid 30 met de ingang met de betreffende remeenheid en met een uitgang met de betreffende vermogenseenheid is verbonden en de vermogenseenheid een eerste ingang voor de starteenheid, een tweede eenheid voor de remeenheid, een derde ingang voor de kruipbedrijfeenheid, een vierde ingang voor de logische 35 omzeteenheid, en een uitgang voor de lineaire motor heeft.In a favorable embodiment according to the invention, each electronic control device consists of a starting unit for the linear motors, a logic synchronization unit for the linear motors and the main drive, a braking unit for the linear motors, a common logic converter of the linear motors, from a common creep operation unit of the linear motors and from a power unit for each linear motor, the input of the starter unit being connected to a pulse generator system of the main drive shaft and its output to the power unit of the linear motor, the first input of the logic synchronization unit 20 with the path measurement system, its second input with the pulse generator system, a first output with the braking unit, a second output with the main drive of the weaving machine, a first input of the brake unit with the logic synchronization unit, a second entrance with 25 th creep operation unit, its first output is connected to the power unit, its second output is connected to the logic converter, a first output from the creep operation unit to the relevant braking unit, its second output to the power unit, the logic converter 30 to the input to the relevant brake unit, and connected to an output to the respective power unit and the power unit has a first input for the starting unit, a second unit for the braking unit, a third input for the creep operation unit, a fourth input for the logic converter, and an output for the linear motor .

In een gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat de starteenheid uit een logische startketen en uit een onderbreker hiervoor. Een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat hierin, dat de logische synchro- 4.0 nisatie-eenheid bestaat uit een konstante waarde-geheugen, 8103725 i ΐ -6- uit een vergelijker en uit een logische interpretatie-eenheid, die door de uitgangen zijn verbonden, dat zij verder voorzien is van een pulsteller, dat een ingang van de logische interpretatie-eenheid is verbonden met het puls-5 geversysteem, een uitgang van de logische interpretatie- eenheid is verbonden met de hoofdaandrijving, dat een ingang van de pulsteller is verbonden met het wegmeetsysteem en dat. haar uitgang is verbonden met de vergelijker.In a favorable embodiment according to the invention, the starting unit consists of a logic starting circuit and an interrupter for this. A further embodiment according to the invention consists in that the logic synchronization unit consists of a constant value memory, 8103725 i ΐ -6-, of a comparator and of a logic interpretation unit, which are connected by the outputs, further comprising a pulse counter, an input of the logic interpretation unit connected to the pulse generator system, an output of the logic interpretation unit connected to the main drive, an input of the pulse counter connected to the road measurement system and that. its output is connected to the comparator.

Verder is de inrichting volgens de uitvinding zodanig 10 uitgevoerd, dat de remeenheid voorzien is van een logische aanschakelketen en een logische remketen, waarbij de logische aanschakelketen bestaat uit een werkgeheugen, uit een kon-stante waarde-geheugen, uit een vergelijker en uit een logische interpretatieketen, waarbij de uitgang van het werk-15 geheugen en de uitgang van het konstante waarde-geheugen zijn verbonden met de vergelijker, de uitgang van de vergelijker is verbonden met de uitgang van de logische interpretatieketen, de ingang van het werkgeheugen is verbonden met de pulsteller van de logische synchronisatieketen en 20 de uitgang van de logische interpretatieketen is verbonden met een werkgeheugen van de logische remketen en de logische remketen verder uit een vergelijker en een remstuurketen bestaat, waarbij een verdere ingang van het werkgeheugen is verbonden met de logische kruipbedrijfketen, de uitgang van 25 het werkgeheugen is verbonden met de vergelijker, een ingang van de vergelijker is verbonden met de pulsteller, een uitgang van de vergelijker is verbonden met de logische omzet-keten, alsook met de remstuurketen en de uitgang van de remstuurketen is gevoerd naar het vermogensdeel van de 30 lineaire motor.The device according to the invention is further embodied such that the braking unit is provided with a logic switch circuit and a logic brake circuit, the logic switch circuit consisting of a working memory, a constant value memory, a comparator and a logic interpretation circuit, the output of the working memory and the output of the constant value memory are connected to the comparator, the output of the comparator is connected to the output of the logic interpretation chain, the input of the working memory is connected to the pulse counter of the logic synchronization circuit and the output of the logic interpretation circuit is connected to a working memory of the logic brake circuit and the logic brake circuit further comprises a comparator and a brake control circuit, a further input of the working memory being connected to the logic creep operating chain, the The output of the working memory is connected to the comparator, an i Input of the comparator is connected to the pulse counter, an output of the comparator is connected to the logic converter circuit, as well as to the brake control circuit, and the output of the brake control circuit is fed to the power portion of the linear motor.

In een gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat de kruipbedrijfeenheid uit de logische kruipbedrijf-keten, uit een konstante waarde-geheugen, uit een invoer-eenheid en uit een frekwentie-omzetter, waarbij de ingang 35 van de logische kruipbedrijfeenheid is verbonden met het konstante waarde-geheugen, haar uitgangen zijn verbonden met het betreffende werkgeheugen en de remeenheid, een verdere ingang van de logische kruipbedrijfketen is verbonden met de invoereenheid, de uitgang van de invoereenheid is verbon- 4.0 den met de frekwentie-omzetter en de uitgang hiervan is 8103725 > 4 -7- verbonden met de vermogenseenheid van de lineaire motor.In a favorable embodiment according to the invention, the creep operating unit consists of the logic creep operating chain, a constant value memory, an input unit and a frequency converter, the input 35 of the logic creep operating unit being connected to the constant value. memory, its outputs are connected to the respective working memory and the braking unit, a further input of the logic creep operating chain is connected to the input unit, the output of the input unit is connected to the frequency converter and its output is 8103725> 4 -7- connected to the power unit of the linear motor.

Verder is volgens de uitvinding de logische omzetketen met haar ingangen verbonden met de betreffende remeenheid en met haar uitgangen met de betreffende vermogenseenheid 5 van de korresponderende lineaire motor.Furthermore, according to the invention, the logic conversion chain is connected with its inputs to the relevant braking unit and with its outputs to the respective power unit 5 of the corresponding linear motor.

In een gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de afremming van de grijperstangen, respektievelijk van de grijperband in het midden van het weefvak, respektievelijk buiten het weefvak met gelijkstroom te bewerkstelligen, 10 waarbij de slag van elke grijperstang, respektievelijk van elke grijperband door telkens een aanslag is begrensd.In a favorable embodiment according to the invention, the braking of the gripper rods, respectively of the gripper belt in the middle of the weaving compartment and outside the weaving compartment, can be effected with direct current, wherein the stroke of each gripper rod and each gripper belt, respectively, by a stop is limited.

Een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat hierin, dat de magnetische terugkoppeling van elke lineaire motor is uitgevoerd als vaststaande, zich buiten 15 het weefvak bevindende en tot aan de lineaire motor reikende ijzerstang, waarop de grijperstang, respektievelijk de grijperband is gevoerd.A further embodiment according to the invention consists in that the magnetic feedback of each linear motor is designed as a fixed iron rod located outside the weaving compartment and extending to the linear motor, on which the gripper rod and the gripper belt are respectively guided.

Verder is volgens de uitvinding zorggedragen, dat de de magnetische terugkoppeling vormende ijzerstang aan haar 20 ene zijde aan het freem en aan haar andere zijde in de lineaire motor is gelegerd.Furthermore, according to the invention it is ensured that the iron rod forming the magnetic feedback is mounted on one side on the frame and on the other side in the linear motor.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding voor een grijperbandaandrijving bestaat hierin, dat de magnetische terugkoppeling van de lineaire motor is uitgevoerd 25 als vaststaande, recht in de lineaire motor gestoken, doch buiten de lineaire motor gebogen uitgevoerde ijzerstang, waarop de grijperband van buigzaam aluminium of koperspiraal-band, respektievelijk buigzaam koperdraadvlechtwerk buiten het weefvak is gevoerd, terwijl deze grijperband binnen het 30 weefvak door rechtlijnig geplaatste geleidingslamellen is gevoerd.A favorable embodiment of the invention for a gripper belt drive consists in that the magnetic feedback of the linear motor is in the form of a fixed iron rod inserted straight into the linear motor, but curved outside the linear motor, on which the gripper belt is made of flexible aluminum or copper coil. -belt, respectively flexible copper wire braid, has been passed outside the weaving compartment, while this gripper band has been passed within the weaving compartment by rectilinear guide strips.

Een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat hierin, dat de grijperstang is opgebouwd uit telescopisch samengestelde afzonderlijke delen, waarbij het over 35 de magnetische terugkoppeling geleidende afzonderlijke element alsmede de terugkoppeling tenminste dubbel zo lang is als de lineaire motor en waarbij de overige afzonderlijke delen tenminste zo lang zijn als de lineaire motor.A further embodiment according to the invention consists in that the gripper rod is built up of telescopically assembled separate parts, the separate element conducting over the magnetic feedback and the feedback being at least twice as long as the linear motor and the other separate parts at least as long as the linear motor.

Tenslotte is volgens de uitvinding zorggedragen, dat 4-0 de koellucht van elke lineaire motor voor het reinigen van 8103725 i t -8- de grijperkop aftakbaar is.Finally, according to the invention it is ensured that 4-0 the cooling air of each linear motor can be branched for cleaning the gripper head.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld enige gunstige uitvoeringsvormen van de inrichting volgens .The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, in which, by way of example, some favorable embodiments of the device according to.

5 de uitvinding zijn weergegeven.5 the invention are shown.

Hierin toont; fig.1 een schematische voorstelling van de grijper-stangenaandrijfinrichting met elektronische stuurketen, fig.2 een schema van de elektronische stuurketen met 10 inslaginvoersysteem, fig.3 een verdere uitvoeringsvorm van de grijperstang-aandrijfinrichting, fig. 4- een lineaire motor, met dubbele rotor, fig.5 een bandgrijperaandrijfinrichting met een buis-15 lineaire motor, en fig.6 een grijperstangaandrijfinrichting met telescopisch uitgevoerde, grijperstangen.Herein shows; Fig. 1 is a schematic representation of the gripper rod driving device with an electronic control circuit, fig. 2 is a schematic of the electronic control chain with a weft input system, fig. 3 is a further embodiment of the gripper rod driving device, fig. 4- a linear motor, with double rotor, fig. 5 a belt gripper driving device with a tube-15 linear motor, and fig. 6 a gripper rod driving device with telescopic gripper rods.

Bij de in fig.1 weergegeven grijperstangenaandrijf-inrichting volgens de uitvinding werden overzichtelijkheids-20 halve de bekende delen van gebruikelijke grijperstangaandrijf-werken niet nader weergegeven. Aan beide zijden van de grijperweefmachine is buiten het weefvak aan het machine-freem een op zichzelf bekende asynchrone cilindrische linea-aire motor (polysolenoïde), in het gegeven uitvoeringsvoor-25 beeld een buislineaire motor 1,2 bevestigd. Deze buislineaire motor 1,2 is op bekende wijze voorzien van een cilindrische stator 3» 4-· De opening van de stator 3, 4- heeft in het gegeven uitvoeringsvoorbeeld een cirkelvormige dwarsdoorsnede, doch zij. kan ook een ovale, vierkante of rechthoekige dwars-30 doorsnede hebben. De rotor van elke buislineaire motor 1, 2 die in het eenvoudigste geval bestaat, uit een aluminium of koper buis (fig.1) dient tevens als grijperstang 5» 6 en geleid over de een grote massa hebbende en derhalve vaste magnetische terugkoppeling 7, 8 . De uit een ijzerstang 35 bestaande magnetische terugkoppeling 7, 8 wordt aan de freemzijde vastgezet door legerstoelen 9 » 8.Zij wordt binnen de lineaire motor 1, 2 op haar plaats gehouden met legers 11T, 12’. De grijperstangen 5» 6 dragen aan hun naar het weefvak gekeerde uiteinden telkens een grijperkop 13» 14- 4.0 en aan hun van het weefvak afgekeerde uiteinde telkens een 8103725 O' ·* -9- stootsehijf 15» 16. De lengte van de grijperstangen 5, 6 met de grijperkoppen 13» 14· is zodanig gedimensioneerd, dat tenminste bij de inslaginvoer een draadoverdraeht in het weef vak door de grijperkoppen 13» 14- kan plaatsvinden en 5 hierbij de stootschijven 15» 16 nog niet in zijn aanslag, tegen de stator 3» 4- van de korresponderende buislineaire motor 1, respektievelijk 2 en ten tweede bij het van vak verwisselende grijperkoppen 13, 14- het weef vak geheel hebben verlaten.In the gripper rod drive device according to the invention shown in Fig. 1, the known parts of conventional gripper rod drive assemblies are not shown in more detail. On both sides of the rapier weaving machine, a per se known asynchronous cylindrical linear motor (polysolenoid), a tubular linear motor 1,2, is attached to the machine frame outside the weaving compartment. This tubular linear motor 1,2 is provided in a known manner with a cylindrical stator 3, 4- The opening of the stator 3, 4- has a circular cross-section in the given exemplary embodiment, but they. can also have an oval, square or rectangular cross-section. The rotor of each tubular linear motor 1, 2, which in the simplest case, consists of an aluminum or copper tube (fig. 1) also serves as a gripper rod 5 »6 and guided over the large mass and therefore fixed magnetic feedback 7, 8 . The magnetic rod 7, 8 consisting of an iron rod 35, is secured on the frame side by army seats 9 "8. It is held in place within the linear motor 1, 2 with bearings 11T, 12". The gripper rods 5 »6 each bear a gripper head 13» 14-4.0 at their ends facing the weaving compartment and an 8103725 0 * * -9- impact bumper 15 »16 at their end remote from the weaving compartment. The length of the gripper rods 5 , 6 with the gripper heads 13 »14 · is dimensioned in such a way that at least at the weft input a thread can be threaded into the weaving compartment through the gripper heads 13» 14- and the impact discs 15 »16 not yet in its stop, against the stator 3, 4- of the corresponding tubular linear motor 1 and 2, respectively, and secondly at the box-changing gripper heads 13, 14- have completely left the weaving box.

10 De grijperkoppen 13» 14- zijn geometrisch zodanig uitge voerd, dat bij een aanslag van de stootschijven 15, 16 liggende stator 3, respektievelijk 4- van de betreffende buislineaire motor 1, respektievelijk 2 geen beschadiging hiervan plaatsvindt. Boven elke lineaire motor 1, respek-15 tievelijk 2 bevindt zich een luchtkoeling 17, 18 die enerzijds dient voor het koelen van de korresponderende buislineaire motor 1,2 en die anderzijds met telkens een lucht-aftakleiding 19, 20 de reiniging van de betreffende grijper-kop 13, respektievelijk 14· bewerkstelligt.The gripper heads 13, 14- are geometrically designed in such a way that the stator 3 and 4- of the respective tubular linear motor 1 and 2 respectively do not damage the impact plates 15, 16. Above each linear motor 1 and 15 respectively, there is an air cooling 17, 18 which serves, on the one hand, for cooling the corresponding tubular linear motor 1,2 and, on the other hand, with an air branch pipe 19, 20 for cleaning the relevant gripper. -head 13, respectively 14 ·.

20 Voor het constateren van de positie van de grijper- stangen 5, 6 dient telkens een weglaatsysteem 21, respektievelijk 22, dat aan het naar het weefvak toegekeerde uiteinde van de magnetische terugkoppeling 7, 8 aan de ge-leidingsbout 11, respektievelijk 12 is bevestigd. De weg-25 maatsystemen 21, 22 bestaan op bekende wijze uit foto- elektronische systemen, die bij het bewegen van de grijper-stangen 5» 6 pulsen leveren, die via de ingangen 23, 24-van een elektronische stuurketen 25» respektievelijk 26 toevoerbaar zijn op niet nader weergegeven bekende wijze 30 worden de weeflade en de weefvak-openen»de organen door de hoofdaandrijfeenheid 27, een kooiankermotor in beweging gebracht. De hoofdaandrijfas 28 draagt een codeschijf 29, die op bekende wijze wordt afgetast door een pulsgever-systeem 30, bijvoorbeeld een inductieve starter of een licht-35 kast en die hiermee de ladestand, respektievelijk de openings-toestand van het weefvak via een leiding 31 signaleert aan de ingangen 32, 33» respektievelijk 34-, 35 van de elektronische stuurketen 25, respektievelijk 26. Elk van de elektronische stuurketens 25 en 26 heeft een uitgang 36, res- 4-0 pektievelijk 37, die voert naar de hoofdaandrijfeenheid 27 8103725 i -> -10- van de grijperweefmachine, alsmede een uitgang 38, respek-tievelijk 39» die voert naar de buislineaire motor 1, res-pektievelijk 2. Hiermee is de elektronische stuurketen 25 aan het in fig.1 links weergegeven inslaginvoersysteem toege-5 voegd en de elektronische stuurketen 26 aan het rechter inslaginvoersysteem. De constructie van de elektronische stuurketen 25 komt overeen met die van de elektronische stuurketen 26.20 In order to determine the position of the gripper rods 5, 6, an elimination system 21 and 22, respectively, is attached to the guide bolt 11 and 12, respectively, at the end of the magnetic feedback 7, 8 facing the weaving section. . The path-measuring systems 21, 22 consist in known manner of photo-electronic systems, which deliver pulses during movement of the gripper rods 5 »6, which can be supplied via the inputs 23, 24 of an electronic control circuit 25 and 26 respectively In its known manner, not shown in detail, the weaving drawer and the weaving compartment opening elements are moved by the main drive unit 27, a squirrel-cage motor. The main drive shaft 28 carries a code disc 29, which is sensed in a known manner by a pulse generator system 30, for example an inductive starter or a light box, and thereby signals the drawer position or the opening state of the weaving compartment via a line 31 at the inputs 32, 33, 34, 35, respectively, of the electronic control circuits 25 and 26, respectively. Each of the electronic control circuits 25 and 26 has an output 36, 4-0, 37 respectively, which leads to the main drive unit 27 8103725 i -> -10- of the rapier weaving machine, as well as an output 38 and 39, respectively, which leads to the tubular linear motor 1 and 2, respectively. With this, the electronic control circuit 25 is connected to the weft input system shown on the left in fig. and the electronic control circuit 26 to the right weft input system. The construction of the electronic control circuit 25 is similar to that of the electronic control circuit 26.

Voor bepaalde funkties maken de elektronische stuur-10 ketens 25 en 26 gebruik van gemeenschappelijke eenheden.For certain functions, the electronic control circuits 25 and 26 use common units.

Daar de constructie van de elektronische stuurketen 25 overeenkomt met die van de elektronische stuurketen 26, zal hieronder alleen die van de elektronische stuurketen 25 worden beschreven. Elk van de elektronische stuurketens 25 15 en 26 bestaat uit een starteenheid 4-0, uit een logische synchronisatieketen 4-1, uit een remeenheid 4-2, uit een gemeenschappelijke logische omzetketen 4-3, uit een gemeenschappelijke kruipbedrijfseenheid 4-4- en uit een vermogenseenheid 45. De starteenheid 40 heeft een ingang 32 (33), die verbon-20 den is met het pulsgeversysteem 30 van de hoofdaandrijfas 28. Zij heeft een uitgang 46’, die voert naar de ingang 46’ van de vermogenseenheid 45 van de buislineaire motor 1, respektievelijk 2. De starteenheid-40 bestaat uit de logische startketen 47 en uit een. onderbreker 48 voor de 25 logische startketen 47 zoals het blokschema volgens fig.2 toont. De logische synchronisatieketen 41 heeft een ingang 34 (35)» die verbonden is met het pulsgeversysteem 30 van de hoofdaandrijfas 28. Zij heeft een verdere ingang 23 (24)> die voert naar het wegmeetsysteen 21 (22). Een eerste uit-30 gang 36 van de logische synchronisatieketen 41 is verbonden met de hoofdaandrijfeenheid 27, terwijl een tweede uitgang 49 hiervan is verbonden met de remeenheid 42. De logische synchronisatie-eenheid 41 bestaat uit een konstante waarde-geheugen 50, uit een vergelijker 51, uit een logische inter-35 pretatieketen 52 en uit een pulsteller 53 zoals in fig.2 is voorgesteld. Het konstante waarde-geheugen 50 is met haar uitgang 54 aangesloten op de vergelijker 51» die met haar uitgang 55 is aangesloten op de logische interpretatie-keten 52. De uitgang 36, respektievelijk 37 van de logische 40 interpretatie-eenheid 52 voert naar de hoofdaandrijfeenheid 8103725 -11- 27. De ingang 34 van de logische interpretatieketen 42 is afkomstig van het pulsgeversysteem 30. De pulsteller 53 is met haar ingang 23» respektievelijk 24 aangesloten op het wegmeetsysteem 21, respektievelijk 22. De uitgang 5 56 van de pulsteller 53 verkiest een uitgangstak 49» die voert naar de remeenheid 42. Haar andere tak voert naar de ingang 57 van de vergelijker 51. De remeenheid 42 bestaat uit een logische aanschakelketen en uit een logische rem-keten. De logische aanschakelketen bevat een werkgeheugen 10 58, een konstante waarde-geheugen 59, een vergelijker 60 en een logische interpretatieketen 61. De logische remketen bestaat uit een werkgeheugen 62, uit een vergelijker 64 en uit een remstuurketen 64. De ingang 65 van het werkgeheugen 58 is verbonden met de logische synchronisatie-* 15 keten 41» terwijl de uitgang 66 van het werkgeheugen 58 is verbonden met de vergelijker 60.Since the construction of the electronic control circuit 25 corresponds to that of the electronic control circuit 26, only that of the electronic control circuit 25 will be described below. Each of the electronic control circuits 25 and 26 consists of a starting unit 4-0, a logic synchronization circuit 4-1, a braking unit 4-2, a common logic conversion chain 4-3, a common creep operating unit 4-4 and from a power unit 45. The starting unit 40 has an input 32 (33), which is connected to the pulse generator system 30 of the main drive shaft 28. It has an output 46 ', which leads to the input 46' of the power unit 45 of the tubular linear motor 1 and 2, respectively. The starting unit 40 consists of the logic starting circuit 47 and one. circuit breaker 48 for logic start circuit 47 as shown in the block diagram of FIG. The logic synchronization circuit 41 has an input 34 (35) which is connected to the pulse generator system 30 of the main drive shaft 28. It has a further input 23 (24) which leads to the path measuring system 21 (22). A first output 36 of the logic synchronization circuit 41 is connected to the main drive unit 27, while a second output 49 thereof is connected to the brake unit 42. The logic synchronization unit 41 consists of a constant value memory 50, from a comparator 51, from a logic interpretation circuit 52 and from a pulse counter 53 as shown in FIG. The constant value memory 50 is connected with its output 54 to the comparator 51 which is connected with its output 55 to the logic interpretation circuit 52. The output 36 and 37 respectively of the logic 40 interpretation unit 52 leads to the main drive unit 27. The input 34 of the logic interpretation circuit 42 originates from the pulse generator system 30. The pulse counter 53 with its input 23 and 24, respectively, is connected to the path measuring system 21 and 22. The output 5 56 of the pulse counter 53 prefers. an output branch 49 which leads to the brake unit 42. Its other branch leads to the input 57 of the comparator 51. The brake unit 42 consists of a logic switch circuit and a logic brake circuit. The logic switch circuit includes a working memory 10 58, a constant value memory 59, a comparator 60 and a logic interpretation circuit 61. The logic braking circuit consists of a working memory 62, a comparator 64 and a brake control circuit 64. The input 65 of the working memory 58 is connected to the logic synchronization circuit 41, while the output 66 of the working memory 58 is connected to the comparator 60.

De uitgang 68 van de vergelijker 60 voert naar de logische interpretatieketen 61. De uitgang 69 van de logische interpretatieketen 61 is aangesloten op het werkgeheugen 20 62, terwijl een verdere uitgang 70 hiervan is aangesloten op de vergelijker 63. Een ingang 71 van het werkgeheugen 62 is aangesloten op de logische kruipbedrijfketen 72. De vergelijker 63 heeft verder een ingang 73, die afkomstig is van de pulsteller 53, en een uitgang 74» die voert naar de 25 logische omschakelketen 53 en naar de remstuurketen 64. De uitgang 76 van de remstuurketen 64 is aangesloten op de ingang 76’ van de vermogenseenheid 45 van de lineaire 1, respektievelijk 2. Aan de beide elektronische stuurlijnen 25 en 26 is een gemeenschappelijke kruipbedrijfeenheid 44 30 toegevoegd. De kruipbedrijfeenheid 44 bestaat uit de logische kruipbedrijfketen 72, het konstante waarde-geheugen 77, de invoereenheid 78 en de frekwentie-omzetter 79. De logische kruipbedrijfketen 72 is met haar ingang 80 aangesloten op het konstante waarde-geheugen 77 en met een verdere ingang 35 81 aangesloten op de invoereenheid 78. De uitgangen 82 en 83 van de logische kruipbedrijfketen 72 voeren naar de betreffende werkgeheugens 62. De uitgang 84 van de invoereenheid 78 is aangesloten op de frekwentie-omzetter 79» waarvan een uitgang 85 is aangesloten op de ingang 85' van de 40 betreffende vermogenseenheid 45 van de korresponderende li- 8103725 ..... -12- neaire motor 1, respektievelijk 2. Aan de elektronische stuurlijnen 25 en 26 is verder een gemeenschappelijke logische omschakeleenheid 4-3 toegévoegd, waarvan de ingangen 86 zijn aangesloten op de betreffende remeenheid 4-2, terwijl 5 de uitgang 87 is aangesloten op de ingang 87* van de vermo-genseenheid 4-5 van de korresponderende lineaire motor 1, respektievelijk 2. Fig.3 toont een verdere uitvoeringsvorm, waarbij in de buis lineaire motor 2 een stang 88 aandrijf-baar is. De buisvormige stang 88 wordt geleid over de mag-10 netische terugkoppeling 8. De stang 88 is gezien van een scharnier 88a, die een verbinding maakt met een of meer. grijperstangen 6. Voor deze uitvoeringsvorm is ook een ander type lineaire motor geschikt, bijvoorbeeld een vlakke uitvoering, die een overeenkomstig uitgevoerde rotor van 15 aluminium of koper in beweging brengt.The output 68 of the comparator 60 leads to the logic interpretation circuit 61. The output 69 of the logic interpretation circuit 61 is connected to the working memory 62, while a further output 70 thereof is connected to the comparator 63. An input 71 of the working memory 62 is connected to the logic creep operating circuit 72. The comparator 63 further has an input 73, which comes from the pulse counter 53, and an output 74, which leads to the logic switching circuit 53 and to the brake control circuit 64. The output 76 of the brake control circuit 64 is connected to the input 76 'of the power unit 45 of the linear 1 and 2 respectively. A common creep operating unit 44 is added to the two electronic control lines 25 and 26. The creep operation unit 44 consists of the logic creep operation circuit 72, the constant value memory 77, the input unit 78 and the frequency converter 79. The logic creep operation circuit 72 is connected with its input 80 to the constant value memory 77 and with a further input 35. 81 connected to the input unit 78. The outputs 82 and 83 of the logic creep operating circuit 72 lead to the respective working memories 62. The output 84 of the input unit 78 is connected to the frequency converter 79, an output 85 of which is connected to the input 85 Of the 40 concerning power unit 45 of the corresponding linear motor 1 and 2, respectively. 2. A common logic switching unit 4-3 is further added to the electronic control lines 25 and 26, the inputs of which 86 are connected to the relevant brake unit 4-2, while the output 87 is connected to the input 87 * of the power unit 4-5 of the corresponding linear The motor 1 and 2, respectively. Fig. 3 shows a further embodiment, wherein a rod 88 can be driven in the tube linear motor 2. The tubular rod 88 is guided over the magnetic feedback 8. The rod 88 is seen from a hinge 88a connecting to one or more. gripper rods 6. Another type of linear motor is also suitable for this embodiment, for instance a flat design, which moves a correspondingly designed rotor of aluminum or copper.

Fig.4 t oont een verdere uitvoeringsvorm, waarbij door een buislineaire motor 89 in een dubbele rotor-uitvoering twee grijperstangen 90 en 91 van aluminium of koperbuis direkt door het krachtveld van de dubbele rotor-stator 92 20 worden aangedreven. De magnetische terugkoppeling 93, respektievelijk 94- is door de aan de aanslag 103, respektievelijk 104- vast ingespannen houdstaaf 95, respektievelijk 96 en het scharnier 97, respektievelijk 98 vastgezet in haar langsasriehting. De grijpstangen 90 en 91 worden 25 buiten het weefvak door de legers 99 en 100 extra geleid en zijn onderling verbonden door tussenkomst van het vaste doch verstelbare verbindingsdeel 101 buiten het weefvak.Fig. 4 shows a further embodiment in which two gripper rods 90 and 91 of aluminum or copper tube are driven directly through the force field of the double rotor stator 92 by a tubular linear motor 89 in a double rotor design. The magnetic feedback 93 and 94, respectively, is secured in its longitudinal axis by the holding rod 95 and 96, respectively, and the hinge 97 and 98, which are tightly clamped on the stops 103 and 104, respectively. The gripping rods 90 and 91 are extra guided outside the weaving compartment by the bearings 99 and 100 and are interconnected by means of the fixed but adjustable connecting part 101 outside the weaving compartment.

Dit verbindingsdeel 101 dient tevens als aanslag, die in aanslag komt tegen de aanslag 102 van de dubbele rotor-stator 30 92 of tegen de verstelbare aanslagdelen 103 , 104-.This connecting part 101 also serves as a stop, which comes into stop against the stop 102 of the double rotor stator 92 or against the adjustable stop parts 103, 104.

Fig.5 toont een verdere uitvoeringsvorm, waarbij een grijperband 105, gevormd uit een buigzame buis, bijvoorbeeld uit een koperdraadvlechtwerk of een spiraalband van koper of aluminium direkt wordt aangedreven door de buislineaire 35 motor 2. De terugkoppeling 106 van ijzer steekt hierbij weer r echt in de buislineaire motor 1, doch wordt buiten de buislineaire motor 2 als gebogen ijzerstang 107 uitgevoerd, die met het machinefreem, respektievelijk het fundament 108 is verbonden. Aan het uiteinde van de ijzerstang 107 bevindt 4-0 zich de aanslag 109. Over de terugkoppeling 106 glijdt de 8103725 -13- buigzame grijperband 105 buiten het weefvak. Binnen het weefvak vindt een rechtlijnige geleiding van de grijperband 105 plaats door middel van bekende geleidingslamellen 110, die bevestigd zijn aan de weefplaat 111. Aan de grijper-5 kop 112 bevindt zich nog een aanslag 113» waarmede de weg van de grijperband 105 buiten het weefvak door tussenkomst van een tweede aanslag 114· wordt begrensd.Fig. 5 shows a further embodiment, in which a gripper belt 105, formed of a flexible tube, for instance of a copper wire braid or a spiral belt of copper or aluminum, is directly driven by the tubular linear motor 2. The feedback 106 of iron again protrudes real in the tubular linear motor 1, but outside the tubular linear motor 2, it is designed as a bent iron rod 107, which is connected to the machine frame and the foundation 108, respectively. At the end of the iron rod 107, 4-0 is the stop 109. Over the feedback 106, the 8103725 -13 flexible gripper belt 105 slides outside the weaving compartment. Within the weaving compartment, a rectilinear guidance of the gripper belt 105 takes place by means of known guide strips 110, which are attached to the weaving plate 111. At the gripper head 112 there is also a stop 113, with which the path of the gripper belt 105 is outside the weaving compartment is limited by means of a second stop 114 ·.

Bij de in fig.6 weergegeven uitvoeringsvorm van de grij-perstangaandrijfinrichting wordt binnen de buislineaire 10 motor 1 een telescopisch uitgevoerde grijperstang 115 aangedreven. Deze bestaat uit meerdere buisvormige afzonderlijke delen 116» 117 van aluminium of koper, die telescopisch zijn verbonden. Het direkt over de magnetische terugkoppeling 118 gevoerde afzonderlijke deel 117 is tweemaal zo 15 lang als de buislineaire motor 1. Evenlang is de uit een ijzeren stang bestaande magnetische terugkoppeling 118. De overige afzonderlijke delen zijn tenminste zo lang als de buislineaire motor 1. Het afzonderlijke deel 117 is voorzien van een aanslag 119· Wanneer de afzonderlijke delen 116 en 20 117 in het weefvak worden bewogen komt de aanslag 119 aan te liggen tegen de buislineaire motor 1.In the embodiment of the gripper rod driving device shown in Fig. 6, a telescopic gripper rod 115 is driven within the tubular linear motor 1. It consists of several tubular individual parts 116 »117 of aluminum or copper, which are telescopically connected. The separate part 117 passed directly over the magnetic feedback 118 is twice as long as the tubular linear motor 1. The magnetic feedback 118 consisting of an iron rod is equally long. The other separate parts are at least as long as the tubular linear motor 1. The separate part 117 is provided with a stop 119 · When the individual parts 116 and 20 117 are moved in the weaving section, the stop 119 comes to bear against the tubular linear motor 1.

Bij het uit het weefvak bewegen van de afzonderlijke delen 116, 117 komt de aanslag 119 aan te liggen tegen de geleiding 120.When the individual parts 116, 117 move out of the weaving compartment, the stop 119 comes to rest against the guide 120.

25 Terwijl hierbij de halve lengte van het afzonderlijke deel 117 in de buislineaire motor 1 blijft, blijven de overige afzonderlijke delen 116 met hun volle lengte in de buislineaire motor 1. De terugkoppeling 118 wordt vóór de lineaire motor 1 door een bout 120* gevoerd. Het afzonder-30 lijke deel 117 is korresponderend gegleufd. In plaats van de aan weerszijden buiten het weefvak aan het machinefreem aangebrachte buislineaire motoren 1 en 2 kan ook slechts een buislineaire motor 1, respektievelijk 2, respektievelijk 89 worden gebruikt. In dit geval is de door de buislineaire 35 motor 1, respektievelijk 2, respektievelijk 89 stekende grijperstang 5» respektievelijk 6, respektievelijk 90, 91 of de grijperband zo lang, dat zij door het gehele weefvak beweegbaar zijn. In het voorgaande geval werd de aandrijving van de grijperstangen 5, 6, 90, 91 of grijperbanden 105 van 40 een grijperweefmachine beschreven. Het is uiteraard ook 8103725 t V 4 -n- denkbaar deze aandrijving bij andere textielmachines toe te passen teneinde hetzelfde bewegingsverloop te bereiken. De in fig.3 weergegeven uitvoeringsvorm is bijvoorbeeld zeer geschikt om met behulp van lineaire motoren via een scharnier-5 deel 88a de roede van een roedenweefmachine in het vak en uit het vak te doen bewegen.While the half-length of the separate part 117 remains in the tubular linear motor 1, the other separate parts 116 remain at full length in the tubular linear motor 1. The feedback 118 is fed in front of the linear motor 1 through a bolt 120 *. The separate part 117 is slit correspondingly. Instead of the tubular linear motors 1 and 2 mounted on the machine frame on either side outside the weaving compartment, it is also possible to use only a tubular linear motor 1, 2 and 89 respectively. In this case, the gripper rod 5, respectively 6 and 90, 91 or the gripper belt, which protrudes through the tubular linear motor 1 and 2 and 89 respectively, is long enough to be movable throughout the weaving compartment. In the previous case, the drive of the gripper rods 5, 6, 90, 91 or gripper belts 105 of 40 a rapier weaving machine has been described. It is of course also conceivable to use this drive with other textile machines in order to achieve the same course of movement. The embodiment shown in Fig. 3 is very suitable, for example, for moving the rod of a rod weaving machine in the compartment and out of the compartment by means of linear motors via a hinge part 88a.

Hieronder volgt' een uiteenzetting van de werkingswijze van de grijperstangen- of grijperbandaandrijfinrichting aan de hand van fig.1 en 2.The following explains the mode of operation of the gripper rod or gripper belt drive device with reference to FIGS. 1 and 2.

10 Op bekende - (niet nader weergegeven) wijze worden de weeflade, alsmede de het weefvak openende organen door de hoofdaandrijfeenheid 27 in beweging gebracht. Aan de hoofdaandrijfas 28 wordt door het pulsgeversysteem 30 doorlopend de stand van de codeschijf 29 opgevraagd en hiermede de 15 buighoek van de hoofdaandrijfeenheid 27, respektievelijk de weefladestand en de openingstoestand van het weefvak. Bij een bepaalde krukhoek, waarbij de weeflade zich in haar achterste stand bevindt, respektievelijk het weefvak is geopend, en de grijperstangen 5, 6 zich in hun buitenste 20 aanslagstand, dit is buiten het weefvak bevinden, verkrijgt de aan elk van de buislineaire motoren 1 en 2 toegevoegde starteenheid 4-0 vanuit de pulsgevereenheid 30 een puls toegevoerd via de ingangen 32 en 33. De versterkte puls wordt via de vermogenseenheid 4-5 toegevoerd aan de buislineaire motor 25 1, respektievelijk 2. Deze worden met hun bewegend veld direkt werkzaam op de grijperstangen 5, respektievelijk 6 en doen deze in het geopende weefvak bewegen. Met de onderbreker 4-8 van de starteenheid kan deze beweging worden onderbroken.In a known manner (not shown in more detail), the weaving drawer and the members opening the weaving compartment are moved by the main drive unit 27. The position of the code disc 29 and the bending angle of the main drive unit 27, respectively, the weaving drawer position and the opening position of the weaving compartment, are continuously queried by the pulse generator system 30 on the main drive shaft 28. At a certain crank angle, in which the weaving drawer is in its rearmost position and the weaving compartment is opened, respectively, and the gripper rods 5, 6 are in their outer stop position, which is outside the weaving compartment, the 1 on each of the tubular linear motors obtains and 2 additional starting unit 4-0 from the pulse generator unit 30 a pulse is applied via the inputs 32 and 33. The amplified pulse is supplied via the power unit 4-5 to the tubular linear motor 25 1 and 2, respectively. These are immediately active with their moving field on the gripper rods 5 and 6, respectively, and cause them to move in the opened weaving compartment. This movement can be interrupted with the breaker 4-8 of the starter.

30 Bij het bewegen van de grijperstangen 5 en 6 in het weefvak zullen hierdoor in het wegmeetsysteem 21, 22 pulsen worden voortgebracht. Deze pulsen worden in de pulsteller 53 van de logische synchronisatieketen 4-1 geteld en via de uitgang 4-9 toegevoerdAan het werkgeheugen 58 van de remeen-heid 4-2. Hiermee wordt het bij het bewerkingsproces van de 35 inslaginvoer met de grijperstangen 5, 6 maximum bereikte aantal pulsen ingeschreven in het werkgeheugen 58. Het werkgeheugen 58 bevat derhalve telkens het aantal rempulsen, dat bij de juist plaatsvindende slag van de grijperstangen 5 en 4-0 6 onder in aanmerkingname van de onderling verschillende 8103725 -15- wrijvingswaarde en de hiermee onderling verschillende na-loopwegen van de grijperstangen 5 en 6 vereist was. Het konstante waarde-geheugen 59 bevat het optimale aantal pulsen voor het invoeren van de inslag. Beide waarden worden 5 door de vergelijker 60 opgevraagd en toegevoerd aan een logische interpretatieketen 61. Bij afwijkingen van het optimale aantal pulsen wordt door de logische interpretatieketen 61 een gecorrigeerd aantal rempulsen in het werkgeheugen 62 ingeschreven, dat het optimale remproees mogelijk 10 maakt. Op deze wijze vindt een aanpassing van het inslagin-voersysteem plaats aan vele externe parameters zoals veranderde glij-eigenschappen voor slijtage of temperatuursveranderingen, netspanningschommelingen en hiermee veranderende aandrijfsnelheden, onderling verschillende aftrek-15 krachten van de inslagdraden en de invloed van onderling verschillende inslagdraadmaterialen op het invoersysteem. Deze aanpassing maakt een nauwkeurige instelling van de grijperkoppen 13 en 14- in het midden van het weef vak moge-lijk. De pulsen van de pulsteller 53 worden verder via een 20 ingang 73 aan een vergelijker 63 toegevoerd. Wanneer door deze vergelijker 63 een overeenstemming wordt vastgesteld tussen het via de ingang 73 toegevoerde aantal pulsen van de pulsteller 53 en het via de uitgang 70 van het werkgeheugen 72 toegevoerde aantal rempulsen, zal de rembesturing 25 eenheid 64. in werking worden gesteld. Hetzelfde proces vindt uiteraard ook plaats in de elektronische stuureenheid 26. Hiermee worden via de vermogens eenheden 4-5 de buisline-aire motoren 1 en 2 volgens het principe van de gelijkstroom-remming afgeremd en hiermede de grijperstangen 5 en 6, tel-30 kens overeenkomstig hun afgelegde weg en hun overloopweg, stopgezet. Nadat beide grijperstangen 5 en 6 zijn ingesteld en de draadoverdracht door de grijperkoppen 13 en 14- heeft plaatsgevonden, zal door een vanuit de vergelijker 63 via de ingang 86 aan de logische omschakeleenheid 53 toegevoerde 35 puls bewerkstelligen, dat deze eenheid 53 via de uitgang 87 en de vermogenseenheden 4-5 de buislineaire motoren 1 en 2 doet omschakelen. Hierdoor worden de grijperstangen 5 en 6 uit het weefvak bewogen. Hierdoor zullen de wegmeetsyste-men 21 en 22 weer pulsen leveren, die op dezelfde wijze als 4-0 bij de bovenbeschreven inslaginvoer worden verwerkt. Wanneer 8103725As the gripper rods 5 and 6 move in the weaving compartment, pulses will hereby be generated in the path measuring system 21, 22. These pulses are counted in the pulse counter 53 of the logic synchronization circuit 4-1 and are applied via the output 4-9 to the working memory 58 of the brake unit 4-2. In this way, the maximum number of pulses reached in the working process of the weft input with the gripper rods 5, 6 is written into the working memory 58. The working memory 58 therefore always contains the number of brake pulses, which, at the correct stroke of the gripper rods 5 and 4-0 6, taking into account the mutually different frictional value and the different after-run paths of the gripper rods 5 and 6. The constant value memory 59 contains the optimum number of pulses for entering the weft. Both values are queried by the comparator 60 and applied to a logic interpretation circuit 61. In the event of deviations from the optimum number of pulses, a corrected number of brake pulses is written into the working memory 62 by the logic interpretation circuit 61, which enables the optimal braking test. In this way, the weft feed system is adapted to many external parameters, such as changed sliding properties for wear or temperature changes, mains voltage fluctuations and thus changing drive speeds, mutually different pull-off forces of the weft threads and the influence of mutually different weft thread materials on the input system. This adjustment allows for precise adjustment of the gripper heads 13 and 14- in the center of the weaving box. The pulses from the pulse counter 53 are further applied to a comparator 63 via an input 73. When a correspondence is determined by this comparator 63 between the number of pulses of the pulse counter 53 supplied via the input 73 and the number of brake pulses supplied via the output 70 of the working memory 72, the brake control unit 64 will be activated. Of course, the same process also takes place in the electronic control unit 26. With this, the tubular motors 1 and 2 are braked according to the principle of direct current braking via the power units 4-5, and thereby the gripper rods 5 and 6, counting 30. in accordance with their traveled route and their overflow route. After both gripper rods 5 and 6 have been adjusted and the wire transfer has taken place through the gripper heads 13 and 14, a pulse supplied from the comparator 63 via the input 86 to the logic switching unit 53 will cause this unit 53 to be output via the output 87. and causing the power units 4-5 to switch the tubular linear motors 1 and 2. The gripper rods 5 and 6 are hereby moved out of the weaving compartment. As a result, the path measurement systems 21 and 22 will again supply pulses, which are processed in the same manner as 4-0 at the above-described weft input. When 8103725

' > » VV

-16- de grijperstangen 5 en 6 hun eindstand buiten het weefvak hebben bereikt, beginnen de remeenheden 4-2 weer te werken.The gripper rods 5 and 6 have reached their end position outside the weaving section, the braking units 4-2 start to work again.

De buislineaire motoren worden door middel, van gelijkstroom-remming stilgezet. Nadat de grijperstangen 5 en 6 uit het • 5 weefladegebied zijn getreden, kunnen deze zich bewegen en de zoeven ingetrokken inslagdraad doen aanslaan aan het weef-' ‘ sel. Na de aanslag vindt het openen van het nieuwe weefvak ......plaats en wordt het pulsgeversysteem 30 zoals reeds beschreven aan elke logische starteenheid 4-0 in gereedheid voor het 10 invoeren van een nieuwe inslagdraad gesignaleerd. Hiermee begint de beschreven inslaginvoercyclus van voren af aan.The tubular linear motors are stopped by means of DC braking. After the gripper rods 5 and 6 have exited the weaving drawer area, they can move and cause the just-drawn-in weft thread to catch on the fabric. After the stop, the new weaving compartment ...... takes place and the pulse generator system 30 is signaled as already described to each logic starting unit 4-0 in readiness for insertion of a new weft thread. This starts the described weft input cycle from the beginning.

Voor het controleren van de synchronisatie tussen de omdraaiing van de hoofdaandrijfeenheid 27 en de aandrijf-- inrichting van de grijperstangen 5 en 6 worden bepaalde af-15 gelegde wegtrajecten van de grijperstangen 5 en 6 met' behulp van het wegmeetsysteem 21, 22 gecontroleerd. Dit vindt plaats doordat de pulsen van de pülsteller 53 worden toegevoerd aan de vergelijker 51. De vergelijker 51 stelt de overeenstemming vast tussen het momentele aantal pulsen en 20 het in het konstante waarde-geheugen 50 ingevoerde referentie-pulsaantal. Door de logische interpretatieketen 52 wordt op bepaalde tijdstippen de vergelijker 51 afgetast. De af-tasttijdstippen worden bij bepaalde krukhoeken van de hoofdaandrijf eenheid 27 vanuit het pulsgeversysteem 30 door pul-·-25 sen bepaald, die via de ingangen 34- en 35 van de logische interpretatieketen 52 aan de betreffende logische synchro-nisatie-eenheid 51 worden toegevoerd. Wanneer dit synchroon-lopen door storingen niet gewaarborgd is, wordt aan de hoofdaandrijfeenheid 27 een stoppuls vanuit de logische in-30 terpretatieketen 52 via de uitgang 36, respektievelijk 37 hiervan toegevoerd, waarmede de hoofdaandrijfeenheid 27 wordt stopgezet, respektievelijk de grijperweefmachine van de hoofdaandrijfmotor wordt afgekoppeld. Wanneer de synchro-nisatie-eenheid 4-1 een tevoren bepaald aantal pulsen vanuit 35 het wegmeetsysteem 21, respektievelijk 22 heeft verkregen, wordt van hieruit via de uitgang 4-9 de remeenheid 4-2 bediend, waarmede de buislineaire motoren 1, 2 door gelijkstroomrem-ming worden stilgezet. Wanneer beide grijperstangen 5 en 6 in het weefvak zijn en de overdracht heeft plaatsgevonden, 4-0 is de logische omsehakeleenheid op de reeds beschreven 8103725 -17- werkzaam.In order to check the synchronization between the rotation of the main driving unit 27 and the driving device of the gripper rods 5 and 6, certain trajectories of the gripper rods 5 and 6 traveled by means of the displacement measuring system 21, 22 are checked. This takes place in that the pulses from the pulse counter 53 are supplied to the comparator 51. The comparator 51 determines the correspondence between the current number of pulses and the reference pulse number entered in the constant value memory 50. Due to the logic interpretation circuit 52, the comparator 51 is scanned at certain times. The scan times are determined at certain crank angles of the main drive unit 27 from the pulse generator system 30 by pulses -25, which are applied via the inputs 34 and 35 of the logic interpretation circuit 52 to the relevant logic synchronization unit 51 supplied. If this synchronization due to malfunctions is not ensured, a stop pulse is supplied to the main drive unit 27 from the logic interpretation circuit 52 via the output 36 and 37 respectively, thereby stopping the main drive unit 27 and the rapier weaving machine of the main drive motor, respectively. disconnected. When the synchronizing unit 4-1 has obtained a predetermined number of pulses from the path measuring systems 21 and 22, respectively, the braking unit 4-2 is operated from here via the output 4-9, with which the tubular linear motors 1, 2 are DC braking is stopped. When both gripper rods 5 and 6 are in the weaving compartment and the transfer has taken place, 4-0, the logical switchover unit on the already described 8103725-17 operates.

Wanneer de grijperweefmachine in kruipbedrijf werkzaam is, wordt dit via de invoereenheid 78 bewerkstelligd. Het kruipbedrijf wordt door frekwentie-omzetting door middel 5 van de frekwentie-omzetter 79 bereikt, die verbonden is met de vermogenseenheden 4-5. Daar in het kruipbedrijf de voor het tot stand brengen van de afremming vereiste aantal rem-pulsen afwijkt van het normale bedrijf, treedt het konstante waarde-geheugen 77 in werking. De besturing van het remproces 10 vindt nu via de logische kruipbedrijfeenheid 72 plaats via de uitgangen 82 en 83 hiervan. De volgende afremming, respektievelijk omschakeling van de buislineaire motoren 1 en 2 werd reeds beschreven. Voor de werkingswijze van de in fig.3-6 beschreven .uitvoeringsvormen van de lineaire 15 motor, respektievelijk van de gebruikte motoren zijn geen nadere bijzonderheden te vermelden. Meer gebruik wordt gemaakt van slechts één lineaire motor, wordt nu één van de beschreven elektronische stuureenheden 25 of 26 gebruikt.When the rapier weaving machine is operating in creep mode, this is effected via the input unit 78. Creep operation is achieved by frequency conversion by means of the frequency converter 79, which is connected to the power units 4-5. Since in creep mode the number of brake pulses required to effect the braking deviates from normal operation, the constant value memory 77 is activated. The braking process 10 is now controlled via the logic creep operating unit 72 via its outputs 82 and 83. The following deceleration and switching of the tubular linear motors 1 and 2, respectively, has already been described. For the mode of operation of the embodiments of the linear motor described in FIGS. 3-6 and of the motors used, no further details can be given. More use is made of only one linear motor, now one of the described electronic control units 25 or 26 is used.

20 -conclusies- ( 810372520 Conclusions (8103725

Claims (20)

1. Grijperstang- of grijperbandaandrijfinrichting van een weefmachine met tenminste één buiten het weefvak opgesteld inslaginvoersy'steem en met een dwars op de weefbaan 5 heen en weer beweegbare grijperstang of grijperband, die met de grijperaandrijfinrichting is verbonden, met het kenmerk, dat elke grijperstang (5, 6, 90, 91» 115), respektievelijk elke grijperband (105) door een lineaire motor (1, 2, 89) aandrijfbaar is en deze lineaire 10 motoren (1, 2, 89) via een elektronische stuurketen (25, 26) stuurbaar zijn.A rapier rod or rapier belt drive device of a weaving machine with at least one weft feed system arranged outside the weaving compartment and with a rapier rod or rapier belt movable to and fro transverse to the weaving web, which is connected to the rapier drive device, characterized in that each rapier rod ( 5, 6, 90, 91 »115) and each gripper belt (105) can be driven by a linear motor (1, 2, 89) and these linear motors (1, 2, 89) via an electronic control chain (25, 26 ) are steerable. 2. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de opening van de stator (3, 4·) 15 van een polysolenoïdevormige lineaire motor (1, 2, 89) een cirkelvormige, ovale, vierkante of rechthoekige dwarsdoor-• snede heeft, waarbij in deze opening tenminste één grijperstang (5, 6, 90, 91» 115), respektievelijk een grijperband (105) of een dergelijk werkmiddel met een aan de doorsnede 20 van de opening van de stator (3, 4·) aangepast profiel aandrijfbaar is.Drive device according to claim 1, characterized in that the opening of the stator (3, 4) of a polysolenoid-shaped linear motor (1, 2, 89) has a circular, oval, square or rectangular cross section, wherein in this opening at least one gripper rod (5, 6, 90, 91 »115) or a gripper belt (105) or a similar working means with a profile adapted to the cross-section of the opening of the stator (3, 4 ·) can be driven is. 3. Aandrijfinrichting volgens conclusie .1 of 2, met het kenmerk, dat twee of meer grijperstangen 25 (5, 6, 90, 91, 115), respektievelijk grijperbanden (105) door de stator (3, 4·) van de lineaire motor (1, 2, 89) zijn gestoken en door deze motor aandrijfbaar zijn.Drive device according to claim 1 or 2, characterized in that two or more gripper rods 25 (5, 6, 90, 91, 115) and gripper belts (105) respectively through the stator (3, 4 ·) of the linear motor (1, 2, 89) are plugged and can be driven by this motor. 4·. Aandrijf inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, 30 met het kenmerk, dat in elke lineaire motor (1, 2, 89) tenminste één stang (88) of een dergelijk be-wegingsorgaan van aluminium of koper aandrijfbaar is en dat het uiteinde van dit bewegingsorgaan een verbinding maakt met tenminste één grijperstang (5, 6, 90, 91, 115) 35 of grijperband (105).4 ·. Drive device according to claim 1, 2 or 3, 30, characterized in that in each linear motor (1, 2, 89) at least one rod (88) or a similar movement member of aluminum or copper is drivable and that the end of this movement member connects to at least one gripper rod (5, 6, 90, 91, 115) or gripper belt (105). 5. Aandrijf inrichting volgens conclusie.. 1, 2 of 3» 8103725 -19- met het kenmerk, dat aan weerszijden van de grijperweefmachine een polysolenoïdevormige lineaire motor (1, 2,89) is opgesteld, die telkens met de hierdoorheen ge-stoken en tot het midden van het weefvak reikende grijper-5 stang (5, 6, 90, 91, 115) of grijperband (105) aandrijfs-matig is verbonden, waarbij elke lineaire motor (1, 2, 89) stuurbaar is door een elektronische stuureenheid (25, resp. 26).Drive device according to claim 1, 2 or 3 »8103725-19, characterized in that a polysolenoid-shaped linear motor (1, 2.89) is arranged on either side of the rapier weaving machine, each of which has been passed through and the gripper-5 rod (5, 6, 90, 91, 115) or the gripper belt (105) reaching to the center of the weaving section is connected in drive mode, each linear motor (1, 2, 89) being controllable by an electronic control unit (25 or 26). 6. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat slechts aan één zijde van de grijperweefmachine een polysolenoïdevormige lineaire motor (1, 2, 89) is opgesteld, waarmede de hierdoorheen gestoken grijperstang (5, 6, 90, 91, 115), respektievelijk 15 grijperband (105) door het gehele weefvak beweegbaar is.Drive device according to claim 1, 2 or 3, characterized in that a polysolenoid-shaped linear motor (1, 2, 89) is arranged on only one side of the rapier weaving machine, with which the gripper rod (5, 6, 90, 91) passed through it. , 115) and the gripper belt (105), respectively, can be moved through the entire weaving compartment. 7. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de grijperstang (5,6, 90, 91, 115) bestaat uit een buis van aluminium of koper, respek-20 tievelijk de grijperband (105) bestaat uit een spiraalband van aluminium of koper, respektievelijk uit een kopervlecht-werkt.Drive device according to claim 1 or 2, characterized in that the gripper rod (5,6, 90, 91, 115) consists of a tube of aluminum or copper, respectively the gripper belt (105) consists of a spiral belt of aluminum or copper, respectively, from a copper braid. 8. Aandrijfinrichting volgens een der voorgaande eon-25 clusies, met het kenmerk, dat de aan het van het weefvak afgekeerde uiteinde van de lineaire motor (2) een naar buiten gevoerde grijperband (105) boogvormig geleid is.Drive device according to one of the preceding claims, characterized in that the gripper belt (105) guided outwards at the end of the linear motor (2) facing away from the weaving compartment is arcuate. 9. Aandrijfinrichting volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat uit tenminste een grijperstang (5,6, 115),respektievelijk grijperband (105) van elk van de lineaire motor (1,2, 89) een wegmeetsysteem (21, 22) is toegevoegd., dat voor het verder geleiden van 35 de pulsen van de grijperstang- , respektievelijk grijper-bandbeweging is verbonden met de ingangen (23, 24) van de elektronische stuureenheid (25, 26).Drive device according to any one of claims 1 to 5, characterized in that a path measuring system (21) is formed from at least one gripper rod (5,6,15) and gripper belt (105) of each of the linear motor (1,2,89), respectively. , 22), that for further guiding the pulses of the gripper rod and gripper belt movement, respectively, is connected to the inputs (23, 24) of the electronic control unit (25, 26). 10. Aandrijfinrichting volgens één der conclusies 1, 5, 4-0 6, 7 of 9, m e t het k e n me r k, dat elke elektro- 8103725 -20- nische stuureenheid (25, 26) bestaat uit een starteenheid (4.0) voor de lineaire motoren (1 , 2 89)» uit een logische synchronisatieketen (4.1) voor de lineaire motoren (1, 2, 89) en de hoofdaandrijfeenheid (27) van een eenheid (4-2) voor 5 de lineaire motoren (1., 2, 89)» uit een gemeenschappelijk logische omschakeleenheid (4-3) van de lineaire motoren (1, 2, 89), uit een gemeenschappelijke kruipbedrijfeenheid (4-4·) voor de lineaire motoren (1,2, 89) en uit een vermogens-eenheid (4-5) voor elke lineaire motor (1, 2, 89), waarbij 10 de ingang (32, 33) van de starteenheid (4-0) is verbonden met een pulsgeversysteem (30) van de.hoofdaandrijfas (28) en de uitgang (4-6) hiervan is verbonden met de vermogens- .... eenheid (45) van de lineaire motor (1, 2, 89), de eerste ingang (23) van de logische synchronisatieketen (41) is 15 verbonden met het wegmeetsysteem (21, resp» 22), de tweede ingang (34) hiervan is verbonden met het pulsgeversysteem (30), een eerste uitgang (49) hiervan is verbonden met de remeenheid. (42) en een tweede uitgang (36) hiervan is verbonden met de hoofdaandrijfeenheid (27) van de weefmachine, 20 een eerste ingang (73) van de remeenheid (42) is verbonden met de logische synchronisatieketen (41), een tweede ingang (71) hiervan is verbonden met de kruipbedrijfeenheid (43), een eerste uitgang (76) hiervan is verbonden met de ver-mogenseenheid (45) en de tweede uitgang (74) hiervan is 25 verbonden met de logische omschakelketen (43), een eerste uitgang (82) van de kruipbedrijfeenheid (44) is verbonden met de betreffende remeenheid (42), de tweede uitgang (85) hiervan voert naar de vermogenseenheid (45), de logische 30 omschakelketen (43) met een uitgang (86) is verbonden met de betreffende remeenheid (42) en met een uitgang (87) is verbonden met de betreffende remeenheid (45) een eerste ingang (46’) heeft voor de starteenheid (40), een tweede ingang (76’) heeft voor de remeenheid (42), een derde 35 ingang (85') heeft voor de kruipbedrijfeenheid (44), een vierde ingang (87’) heeft voor de logische omschakelketen (43) en een uitgang (38, resp. 39) heeft voor de lineaire motor (1, 2, 89).Drive device according to any one of claims 1, 5, 4-0 6, 7 or 9, characterized in that each electronic control unit (25, 26) consists of a starter unit (4.0) for the linear motors (1, 2 89) »from a logic synchronization chain (4.1) for the linear motors (1, 2, 89) and the main drive unit (27) of a unit (4-2) for 5 the linear motors (1., 2, 89) »from a common logic switching unit (4-3) of the linear motors (1, 2, 89), from a common creep operation unit (4-4 ·) for the linear motors (1, 2, 89) and from a power unit (4-5) for each linear motor (1, 2, 89), wherein the input (32, 33) of the starting unit (4-0) is connected to a pulse drive system (30) of the main drive shaft (28) and its output (4-6) is connected to the power unit (45) of the linear motor (1, 2, 89), the first input (23) of the logic synchronization circuit (41 ) 15 is connected to the distance measuring system (2 1 and 22 respectively, the second input (34) thereof is connected to the pulse generator system (30), a first output (49) thereof is connected to the brake unit. (42) and a second output (36) thereof is connected to the main drive unit (27) of the weaving machine, a first input (73) of the braking unit (42) is connected to the logic synchronization circuit (41), a second input ( 71) thereof is connected to the creep operation unit (43), a first output (76) thereof is connected to the power unit (45) and the second output (74) thereof is connected to the logic switching circuit (43), a first output (82) of the creep control unit (44) is connected to the relevant brake unit (42), the second output (85) of which leads to the power unit (45), the logic switching circuit (43) is connected to an output (86) with the relevant brake unit (42) and with an output (87) connected to the respective brake unit (45) has a first input (46 ') for the starter unit (40), has a second input (76') for the brake unit ( 42), a third input (85 ') for the creep control unit (44), a fourth input (87') for the logic switching circuit (43) and has an output (38, resp. 39) for the linear motor (1, 2, 89). 11. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, 5, 9 of 10, met het kenmerk, dat de starteenheid (40) 8103725 « C -¾1 -21- bestaat uit een logische startketen (4-7) en een onder-breker (4-8) voor de logische startketen (4-?)·Drive device according to claim 1, 5, 9 or 10, characterized in that the starting unit (40) 8103725 «C -¾1 -21- consists of a logic starting circuit (4-7) and an interrupter (4-8) ) for the logical starting chain (4 -?) 12. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, 5» 9» 10 5 of 11,met het kenmerk, dat de logische synchronisatieketen (4-1) bestaat uit een konstante waarde-geheugen (50), uit een vergelijker (51) en uit een logische interpretatieketen (52), die door de uitgangen (54-» 55) onderling zijn verbonden, dat de logische synchronisatieketen 10 (4-1) verder een pulsteller (53) bevat, dat een ingang (34·) van de logische interpretatieketen (4-1) is verbonden met het pulsgeversysteem (30), en een uitgang (36, 37) van de logische interpretatieketen (4-1) is verbonden met de hoofd-aandrijfeenheid (27), dat een ingang (23, resp. 24.) van de 15 pulsteller (53) is verbonden met het wegmeetsysteem (21, resp. 22) en dat haar uitgang (56) is verbonden met de vergelijker (51).Drive device according to claim 1, 5, 9, 10, 5 or 11, characterized in that the logic synchronization circuit (4-1) consists of a constant value memory (50), of a comparator (51) and of a logic interpretation circuit (52), which are interconnected by the outputs (54- »55), that the logic synchronization circuit 10 (4-1) further includes a pulse counter (53), which contains an input (34 ·) of the logic interpretation circuit (4 -1) is connected to the pulse generator system (30), and an output (36, 37) of the logic interpretation circuit (4-1) is connected to the main drive unit (27), which has an input (23, 24 respectively). ) of the pulse counter (53) is connected to the displacement measuring system (21, 22 respectively) and that its output (56) is connected to the comparator (51). 13. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, 5, 9» 10, 20 11 of 12,met het kenmerk, dat de remeenheid (4-2) bestaat uit een logische aanschakelketen en uit een logische remketen, waarbij de logische aanschakelketen bestaat uit een werkgeheugen (58), uit een konstante waarde-geheugen (59), uit een vergelijker (60) en uit een lo^gische 25 interpretatieketen (61), waarbij de uitgang (66) van het werkgeheugen (58) en de uitgang (67) van het konstante waarde-geheugen. (59) zijn verbonden met de vergelijker (60), de uitgang (68) van de vergelijker (6Ó) is verbonden met de logische interpretatieketen (61), dat de ingang (65) van 30 het werkgeheugen (58) is verbonden met de pulsteller (53) van de logische synchronisatieketen (4-1) en de uitgang (69) van de logische interpretatieketen (61) is verbonden met het werkgeheugen (62) van de logische remketen, en dat de logische remketen verder bestaat uit de vergelijker (63) 35 en uit de remstuurketen (64), waarbij een verdere ingang (71) van het werkgeheugen (62) is verbonden met de logische kruipbedrijfketen (72), de uitgang (70) van het werkgeheugen (63) is verbonden met de vergelijker (63), een ingang (73) van de vergelijker (63) is verbonden met de pulsteller (53), 40 een uitgang (74) van de vergelijker (63) is verbonden met 8103725 * V < t -22- een schakelketen (4-3) en let-de reistuurketen (64.) en de uitgang (76) van. de remstuurketen (64.) is gevoerd naar de vermogenseenheid (4-5) van de lineaire motor (1, 2). 5 14-· Aandrijf inrichting volgens conclusie 1,5, 9, 10, 11 12 of 13,met het kenmer k,dat de kruipbedrijf-eenheid (4.4.) bestaat'uit een logische kruipbedrijf keten (72), uit een konstante waarde-geheugen (77), uit een invoereen-heid (78), en uit een frekwentie-omzetter (79), waarbij een 10 ingang (80) van de logische kruipbedrijfketen (72) is ver- ( bonden met het' konstante waarde-geheugen (77) haar uitgang (82, 83) is verbonden met het betreffende werkgeheugen (62), een verdere ingang (81) van de logische kruipbedrijfeenheid (72) is verbonden met de invoereenheid (78), de uitgang (84.) 15 van de invoereenheid (78) is verbonden met de frekwentie-omzetter (79) en de uitgang (85) is verbonden met de vermogenseenheid (4-5) van de lineaire motor (1, 2, 89).Drive device according to claim 1, 5, 9, 10, 20, 11 or 12, characterized in that the braking unit (4-2) consists of a logic switch circuit and a logic brake circuit, the logic switch circuit consisting of a working memory ( 58), from a constant value memory (59), from a comparator (60) and from a logical interpretation chain (61), the output (66) of the working memory (58) and the output (67) of the constant value memory. (59) are connected to the comparator (60), the output (68) of the comparator (6Ó) is connected to the logic interpretation circuit (61), that the input (65) of the working memory (58) is connected to the pulse counter (53) of the logic synchronization circuit (4-1) and the output (69) of the logic interpretation circuit (61) is connected to the working memory (62) of the logic brake circuit, and that the logic brake circuit further comprises the comparator ( 63) 35 and from the brake control circuit (64), wherein a further input (71) of the working memory (62) is connected to the logic creep operating circuit (72), the output (70) of the working memory (63) is connected to the comparator (63), an input (73) of the comparator (63) is connected to the pulse counter (53), 40 an output (74) of the comparator (63) is connected to 8103725 * V <t -22- a switching circuit ( 4-3) and let the travel duration chain (64.) and the exit (76) of. the brake control circuit (64.) is fed to the power unit (4-5) of the linear motor (1, 2). Drive device according to claim 1, 5, 9, 10, 11, 12 or 13, characterized in that the creep operation unit (4.4.) Consists of a logic creep operation circuit (72), of a constant value memory (77), from an input unit (78), and from a frequency converter (79), wherein an input (80) of the logic creep operating circuit (72) is connected to the constant value memory (77) its output (82, 83) is connected to the respective working memory (62), a further input (81) of the logic creep operating unit (72) is connected to the input unit (78), the output (84.) of the input unit (78) is connected to the frequency converter (79) and the output (85) is connected to the power unit (4-5) of the linear motor (1, 2, 89). 15. Aandrijfinrichting volgens één der conclusies 1, 5, 20 9, 10, 11 , 12, 13 of 14-, m,e t het kenmerk, dat de logische omschakelketen (4.3) met haar ingangen (86) is verbonden met de betreffende remeenheid (4-2) en met haar uitgangen. (87) is verbonden met de betreffende vermogenseenheid (4-5) van de korresponderende lineaire motor (1, 2, 25 89).Drive device according to any one of claims 1, 5, 20, 9, 10, 11, 12, 13 or 14-, m, characterized in that the logic switching circuit (4.3) is connected with its inputs (86) to the respective brake unit (4-2) and with its exits. (87) is connected to the respective power unit (4-5) of the corresponding linear motor (1, 2, 25 89). 16. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afremming van de grijperstangen (5, 6, 90, 91, 115), respektievelijk van 30 de grijperband (105) in het midden van het weefvak, respektievelijk buiten het weefvak met gelijkstroom bewerkstellig-baar is, waarbij de slag van elke grijperstang (5, 6, 90, 91, 115), respektievelijk van elke grijperband (105) is begrensd door aanslagmiddelen (15, 16, 102, 103, 104-, 109, 113, 114·» 35 119).Drive device according to any one of the preceding claims, characterized in that the braking of the gripper rods (5, 6, 90, 91, 115) and of the gripper belt (105) respectively in the center of the weaving compartment and outside the weaving compartment can be achieved with direct current, the stroke of each gripper rod (5, 6, 90, 91, 115) and of each gripper belt (105) being limited by stop means (15, 16, 102, 103, 104-, 109, 113, 114 (35 119). 17. Aandrijfinrichting volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de magnetische terugkoppeling (7, 8, 93, 94·» 106, 118).van elke lineaire motor (1, 2, 4-0 89) als vaststaande, buiten het weefvak zich bevindende 8103725 -- 'At -23- en tot in de lineaire motor (1,2» 89) reikende ijzerstang is uitgevoerd, waarover de grijperstang (5,6, 90, 91» 115) respektievelijk de grijperband (105) is geleid.Drive device according to any one of claims 1 to 7, characterized in that the magnetic feedback (7, 8, 93, 94 · 106, 118) of each linear motor (1, 2, 4-0 89) is fixed 8103725 - 'At -23-, which is located outside the weaving compartment and has an iron rod reaching into the linear motor (1,2 »89), over which the gripper rod (5,6, 90, 91» 115) and the gripper belt ( 105). 18. Aandrijfinrichting volgens één der conclusies 1-7 of 17, met het kenmerk, dat de de magnetische terugkoppeling (7, 8, 93, 94, 118) vormende ijzerstang enerzijds aan het freem en anderzijds in de lineaire motor (1, 2, 89) is gelegerd. 10Drive device according to any one of claims 1 to 7 or 17, characterized in that the iron rod forming the magnetic feedback (7, 8, 93, 94, 118) on the one hand on the frame and on the other hand in the linear motor (1, 2, 89) is stationed. 10 19. Aandrijfinrichting volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de magnetische terugkoppeling (106) van elke lineaire motor (2) is uitgevoerd als vaststaande, juist in de lineaire motor (2) ingestoken, 15 doch buiten de lineaire motor (1) als gebogen ijzerstang waarover een grijperband (105) van buigzaam aluminium- of koperspiraalband, respektievelijk van buigzaam koperdraad-vlechtwerk buiten het weefvak is gevoerd, terwijl deze grijperband (105) binnen het weefvak door rechtlijnig 20 geplaatste geleidingslamellen (110) is gevoerd.Drive device according to any one of claims 1 to 7, characterized in that the magnetic feedback (106) of each linear motor (2) is designed as fixed, just inserted in the linear motor (2), but outside the linear motor (1) as a bent iron rod over which a gripper belt (105) of flexible aluminum or copper spiral tape or of flexible copper wire braiding is passed outside the weaving section, while this gripper band (105) is guided within the weaving section by guide strips (110) arranged in a straight line . 20. Aandrijfinrichting volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de grijperstang (115) wordt gevormd door telescopisch samengestelde afzonderlijke 25 segmenten (116, 117), waarbij het over de magnetische terugkoppeling (118) geleidende afzonderlijke segment (117), alsmede de terugkoppeling (118) tenminste twee maal zo lang is als de lineaire motor (1) en de overige afzonderlijke segmenten (116) tenminste zo lang zijn als de lineaire motor (1). 30Drive device according to any one of claims 1 to 7, characterized in that the gripper rod (115) is formed by telescopically assembled separate segments (116, 117), the separate segment (117) passing over the magnetic feedback (118) and the feedback (118) is at least twice as long as the linear motor (1) and the other separate segments (116) are at least as long as the linear motor (1). 30 21. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de koellucht van elke lineaire motor (1,2, 89) voor het reinigen van de grijperkoppen (13, 14-, 112) aftakbaar zijn. 35 8103725Drive device according to one of the preceding claims, characterized in that the cooling air of each linear motor (1, 2, 89) can be tapped for cleaning the gripper heads (13, 14-, 112). 35 8103725
NL8103725A 1980-10-03 1981-08-06 GRAPER RODS OR GRAPHER BELT DRIVE DEVICE OF A WEAVING MACHINE. NL8103725A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DD22430180 1980-10-03
DD80224301A DD153398A1 (en) 1980-10-03 1980-10-03 GRIPPER OR GRIPPER BELT DRIVE OF A WEAVING MACHINE

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8103725A true NL8103725A (en) 1982-05-03

Family

ID=5526574

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8103725A NL8103725A (en) 1980-10-03 1981-08-06 GRAPER RODS OR GRAPHER BELT DRIVE DEVICE OF A WEAVING MACHINE.

Country Status (8)

Country Link
BE (1) BE890586A (en)
CH (1) CH655139A5 (en)
CS (1) CS244526B1 (en)
DD (1) DD153398A1 (en)
DE (1) DE3127542A1 (en)
FR (1) FR2491508A1 (en)
GB (1) GB2085039A (en)
NL (1) NL8103725A (en)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0526390B1 (en) * 1991-07-24 1996-09-11 Sulzer RàœTi Ag Gripper loom with an insert device which is adjustable according to the thread properties
DE19601074A1 (en) * 1996-01-13 1997-07-17 Frank Reiter Drive for pile wires on carpet loom
DE29713979U1 (en) * 1997-07-04 1997-10-16 Textilma Ag, Hergiswil Warp knitting machine, in particular crochet galloon machine
DE10154940A1 (en) * 2001-11-08 2003-06-05 Dornier Gmbh Lindauer Direct drive electric motor for weaving loom weft thread pick-up
DE10154821C1 (en) * 2001-11-08 2003-12-04 Dornier Gmbh Lindauer Electromotor drive system, for a gripper loom, has the rotor of the first motor as the carrier for the weft grip, with a link to a second motor rotor and a third linked motor to give the reed movements
DE10154817C1 (en) * 2001-11-08 2003-10-02 Dornier Gmbh Lindauer Electromotor drive for the weft grip carriers in a gripper loom, has a direct linear drive action using the carriers as rotors with stators and a coupled electromotor drive, with space savings
IT1396568B1 (en) * 2009-10-21 2012-12-14 Comez Gestioni S P A ELECTRO-PNEUMATIC TEXTILE MACHINE
CN103757802B (en) * 2014-01-22 2015-08-12 东华大学 A kind of weft insertion system of magic tape loom

Also Published As

Publication number Publication date
CS682381A1 (en) 1985-06-13
DE3127542A1 (en) 1982-07-08
GB2085039A (en) 1982-04-21
CH655139A5 (en) 1986-03-27
DD153398A1 (en) 1982-01-06
FR2491508A1 (en) 1982-04-09
BE890586A (en) 1982-02-01
CS244526B1 (en) 1986-07-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8103725A (en) GRAPER RODS OR GRAPHER BELT DRIVE DEVICE OF A WEAVING MACHINE.
US5241842A (en) Warp knitting machine with individually movable yarn guides arranged on a guide bar
US5111672A (en) Weft thread insertion arrangement
US3817067A (en) Stock supply system
EP0573121B1 (en) Method and device for controlling a combing machine
US5253404A (en) Apparatus for drawing warp yarns into a weaving reed
US4529016A (en) Apparatus for inserting weft wires in a weaving loom
GB2210642A (en) Leasing arrangements in cone warping machine
JPH08300425A (en) Apparatus for ejecting molded product
JP6708405B2 (en) Weft insertion system for weaving machines
CN101795951A (en) Reciprocator
US5099555A (en) Thread separating device with sensor controlled distance travel
NL8000533A (en) IMPOSITION PRESENT FOR LOOMS.
US4361017A (en) Pattern mechanism
SU449494A3 (en) The mechanism of pulling fluff tuft machines
US5441085A (en) Warp thread insertion device for series-shed looms
JPH0423613B2 (en)
BE1010389A3 (en) Yarn brake for braking a weft thread in a weaving machine.
BE1009899A6 (en) Controlled edging device for looms
RU1794116C (en) Weaving loom
JPH09268453A (en) Weft selector in loom
EP0452082A2 (en) A straight bar knitting machine
SU1440972A1 (en) Apparatus for monitoring the process of winding continuous material into package
BE1009678A3 (en) Gripper loom with a thread brake
JP2696717B2 (en) Reed wing position detector for cut warp yarn

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed