NL9200539A - Landbouwmachine. - Google Patents

Landbouwmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL9200539A
NL9200539A NL9200539A NL9200539A NL9200539A NL 9200539 A NL9200539 A NL 9200539A NL 9200539 A NL9200539 A NL 9200539A NL 9200539 A NL9200539 A NL 9200539A NL 9200539 A NL9200539 A NL 9200539A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rake
agricultural machine
rake wheels
machine according
wheels
Prior art date
Application number
NL9200539A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL9200539A priority Critical patent/NL9200539A/nl
Priority to EP19930200735 priority patent/EP0562664B1/en
Priority to DE1993604966 priority patent/DE69304966T2/de
Publication of NL9200539A publication Critical patent/NL9200539A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1007Arrangements to facilitate transportation specially adapted therefor
    • A01D78/1014Folding frames
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B73/00Means or arrangements to facilitate transportation of agricultural machines or implements, e.g. folding frames to reduce overall width
    • A01B73/02Folding frames
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B73/00Means or arrangements to facilitate transportation of agricultural machines or implements, e.g. folding frames to reduce overall width
    • A01B73/02Folding frames
    • A01B73/06Folding frames foldable about a vertical axis
    • A01B73/067Folding frames foldable about a vertical axis to a position essentially rearward of the axis, in relation to the direction of travel

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

LANDBOUWMACHINE
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een landbouwmachine met door een trekker aandrijfbare harkwielen.
Dergelijke landbouwmachines zijn in velerlei soorten bekend. In het bijzonder de laatste jaren vertonen deze machines de neiging steeds grotere harkwielen te bezitten. Bij landbouwmachines met bijvoorbeeld twee relatief grote harkwielen doet zich daarbij het probleem voor dat de machine op de een of andere wijze in een voor transport geschikte stand dient te worden gebracht. De onderhavige uitvinding is dan ook gericht op het in een transportstand brengen van een landbouwmachine met dergelijke harkwielen.
Overeenkomstig de uitvinding heeft de landbouwmachine daartoe het kenmerk, dat de machine twee harkwielen omvat, die een diameter hebben die ongeveer overeenkomt met de transportbreedte van de machine, en de harkwielen, gekoppeld aan de hefinrichting van de trekker, zodanig vanuit een werkstand in een transportstand verzwenkbaar zijn dat de transportbreedte van de machine ongeveer overeenkomt met de diameter van één harkwiel.
In het bijzonder ligt daarbij het zwaartepunt van de machine in beide standen op ongeveer dezelfde afstand achter de trekker. In een bijzondere uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding zijn de harkwielen met behulp van een weegschaalconstructie bevestigd aan het gestel waarmee de machine aan de trekker kan worden gekoppeld. De uitvinding heeft dan ook voorts betrekking op een landbouwmachine met door een trekker aandrijfbare harkwielen, welke machine dan het kenmerk heeft dat de harkwielen met behulp van een weegschaalconstructie zijn bevestigd aan het gestel waarmee de machine aan de trekker kan worden gekoppeld. Bij deze uitvoeringsvorm wordt het mogelijk dat de twee harkwielen, met een gezamenlijke werkbreedte van ongeveer zeven meter, zodanig zijn aangebracht dat deze vanuit de werkstand, onder behoud van hun ruimtelijke oriëntatie, ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn in een transportstand met een transportbreedte van ongeveer drie meter.
De uitvinding heeft dan ook voorts nog betrekking op een landbouwmachine met door een trekker aandrijfbare harkwielen, welke machine dan het kenmerk heeft, dat twee harkwielen, met een gezamenlijke werkbreedte van ongeveer zeven meter, zodanig zijn aangebracht dat deze vanuit de werkstand, onder behoud van hun ruimtelijke oriëntatie, ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn in een transportstand met een transportbreedte van ongeveer drie meter. In het bijzonder kunnen daarbij de beide harkwielen vanuit de werkstand, onder behoud van hun ruimtelijke oriëntatie, in een transportstand worden gebracht, waarin zij boven elkaar zijn gelegen. Het ene harkwiel kan in de transportstand dan op het andere harkwiel afsteunen. Het verplaatsen van de harkwielen in een weegschaalconstructie, onder behoud van hun ruimtelijke oriëntatie, vanuit de werkstand in de transportstand en omgekeerd vergt zeer weinig vermogen en kan dan ook gemakkelijk met de hand worden verricht. In een concrete uitvoeringsvorm kan de weegschaalconstructie, met behulp waarvan de beide harkwielen zijn bevestigd aan het gestel waarmee de machine aan de trekker kan worden gekoppeld, zijn voorzien van een in een verticaal vlak loodrecht op de rijrichting beweegbare parallellogramconstructie, die in het midden zwenkbaar is verbonden met het gestel en waarbij aan of nabij elk van de zijwaartse uiteinden een harkwiel is aangebracht. Daarbij kan de parallellogramconstructie zodanig beweegbaar zijn dat de beide harkwielen, onder behoud van hun ruimtelijke oriëntatie, in tegengestelde richting op en neer beweegbaar zijn. Voorts kunnen de harkwielen elk met behulp van een draagstang aan de parallellogramconstructie zijn bevestigd, waarbij de draagstang scharnierbaar is in een althans ongeveer horizontaal vlak ten opzichte van de parallellogramconstructie, en wel zodanig dat, nadat eerst het ene harkwiel omhoog en daarmede het andere harkwiel omlaag is bewogen, de beide harkwielen naar elkaar toe en langs elkaar heen kunnen worden bewogen totdat zij, in bovenaanzicht gezien, althans ongeveer boven elkaar zijn gelegen. Eén van de draagstangen kan daarbij zijn voorzien van steunplaten, welke zodanig zijn aangebracht dat in de transportstand het bovenste harkwiel met zijn wielen op de steunplaten aan de draagstang van het onderste harkwiel afsteunt. Voorts kan elk van de draagstangen zijn voorzien van een vergrendelmechanisme om de beide harkwielen in de werkstand en in de transportstand te fixeren. In het bijzonder kunnen daarbij de harkwielen met behulp van het vergrendelmechanisme in meerdere werkstanden worden gefixeerd.
In een tweede uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding is elk van de beide harkwielen opklapbaar om een in de rijrichting gelegen as. In het bijzonder zijn daarbij de beide harkwielen symmetrisch ten opzichte van een verticaal zich in de rijrichting uitstrekkend vlak opklapbaar. In deze uitvoeringsvorm wordt het mogelijk gemaakt de beide harkwielen door middel van slechts één bedieningscilinder op te klappen. Verdere aspecten en voordelen van de uitvinding zullen hierna worden beschreven aan de hand van de in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.
Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een landbouwmachine met twee door een trekker aandrijfbare harkwielen overeenkomstig de uitvinding, en wel in een werkstand;
Figuur 2 toont een achteraanzicht van de in de Figuur 1 weergegeven landbouwmachine in de werkstand;
Figuur 3 toont een bovenaanzicht van de landbouwmachine in Figuur 1, doch nu weergegeven in de transportstand;
Figuur 4 toont een achteraanzicht van de in Figuur 1 weergegeven landbouwmachine, afgebeeld in de transportstand;
Figuur 5 toont een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een landbouwmachine met door een trekker aandrijfbare harkwielen overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 6 toont een achteraanzicht van de in Figuur 5 afgebeelde machine in de transportstand.
Het in de Figuren 1 t/m 4 afgebeelde uit-voeringsvoorbeeld laat een landbouwmachine, en wel in het bijzonder een hooimachine, zien met twee door een trekker 1 aandrijfbare harkwielen 2 en 3. De beide harkwielen 2 en 3 zijn gekoppeld aan een weegschaalconstructie 4 die met behulp van een gestel 5 weer gekoppeld is aan de hefinrichting 6 van de trekker 1. De weegschaalconstructie 4 omvat een in een verticaal vlak loodrecht op de rijrichting beweegbare parallellogramconstructie 7, opgebouwd uit in de werkstand van de machine vrijwel horizontale draagbalken 8 en 9, alsmede twee verbindingsbalken 10 en 11, die met behulp van scharnierassen 12 - 15 scharnierbaar zijn verbonden met de uiteinden van de draagbalken 8 en 9, en wel zodanig dat de laatstgenoemde draagbalken tezamen met de verbindingsbalken 10 en 11 een in een verticaal vlak loodrecht op de rijrichting vervormbaar parallellogram vormen. De parallellogramconstructie 7 is in het midden, en wel in de boven elkaar gelegen scharnierpunten 16 en 17, verbonden met het gestel 5. Het gestel 5 wordt gevormd door een raamvormige bok, welke aan de onderzijde is voorzien van zijwaarts uitstekende asdelen 18 en 19 en welke aan de bovenzijde is voorzien van een asdeel 20, met behulp van welke asdelen 18 - 20 het gestel koppelbaar is aan de onderste hefarmen 21 en 22, respectievelijk de topstang 23 van de hef inrichting 6. Met het gestel 5 is voorts een tandwielkast 24 vast verbonden, waarvan de ingangsas is aangesloten op de aftakas van de trekker 1 en waarvan de beide zijwaarts gerichte uitgangs-assen zijn aangesloten op de aandrijving van de afzonderlijke harkwielen 2 en 3.
Aan de zijwaartse uiteinden van de paral le llogram-constructie, en wel aan de verbindingsbalken 10 en 11, zijn scharnierbaar rond verticale scharnierassen 25 en 26 draag-stangen 27, respectievelijk 28 zwenkbaar in een vrijwel horizontaal vlak. Nabij het uiteinde van deze draagstangen 27 en 28 zijn de harkwielen 2, respectievelijk 3 aangebracht.
Elk van de harkwielen 2 en 3 heeft een diameter van ongeveer drie meter, terwijl de werkbreedte van de machine zoals deze is aangegeven in Figuur 1, ongeveer zeven meter bedraagt. Met behulp van de weegschaalconstructie 4 kan de machine zodanig in de transportstand worden geklapt dat de transportbreedte ongeveer overeenkomt met de diameter van een harkwiel, derhalve ongeveer drie meter. Dit opklappen vindt hier op zodanige wijze plaats, dat het zwaartepunt van de machine in beide standen, dus in zowel de werkstand als in de transportstand, op ongeveer dezelfde afstand achter de trekker ligt. Bij het verzwenken van de harkwielen 2 en 3 vanuit de werkstand naar de transportstand en omgekeerd blijft de ruimtelijke oriëntatie van de harkwielen 2 en 3 onveranderd; meer in het bijzonder kunnen de harkwielen 2 en 3 onder behoud van hun ruimtelijke oriëntatie vanuit een werkstand in een transportstand worde; gebracht, waarin de harkwielen boven elkaar zijn gelegen. ï. de werkstand steunen de beide harkwielen 2 en 3 met behulp van wielen 29, 30, respectievelijk 31, 32 af op de grond. Wanneer de machine vanuit de werkstand in de transportstand dient te worden gebracht, dan wordt de machine eerst met behulp van de hef-inrichting 6 opgeheven, waarna het door de weegschaal-constructie mogelijk wordt gemaakt om op gemakkelijke wijze met de hand het harkwiel 2 opwaarts te bewegen en waardoor het harkwiel 3 omlaag beweegt of om het harkwiel 3 omlaag te bewegen waardoor het harkwiel 2 omhoog beweegt. Hierna is het mogelijk om op even gemakkelijke wijze met de hand de beide harkwielen 2 en 3 naar elkaar toe en langs elkaar heen te bewegen totdat zij, in bovenaanzicht gezien, althans ongeveer boven elkaar zijn gelegen, zoals is afgebeeld in Figuur 4. Doordat bij deze beweging de verbindingsbalken 10 en 11 hun vrijwel verticale stand behouden en de draagstangen 27 en 28 tengevolge daarvan in een vrijwel horizontaal vlak bewegen, blijft de ruimtelijke oriëntatie van de beide harkwielen 2 en 3 onveranderd; anders gezegd, de harkwielen 2 en 3 zijn parallel aan elkaar verplaatst vanuit de werkstand in de transportstand. Doordat de beide harkwielen 2 en 3 vrijwel recht boven elkaar zijn gelegen in de transportstand, wordt de transportbreedte bepaald door de diameter van de harkwielen. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is de draag-stang 28 voorzien van een tweetal steunplaten 33 en 34. De plaats van deze steunplaten 33 en 34 aan de draagstang 28 is zodanig dat, wanneer de beide harkwielen 2 en 3 boven elkaar in de transportstand zijn gebracht, de wielen 29 en 30 van het harkwiel 2 zich bevinden boven de steunplaten 33, respec- tievelijk 34 aan de draagstang 28 van het onderste harkwiel 3. Door een geringe beweging van de weegschaalconstructie 4 kan het bovenste harkwiel 2 zover omlaag worden bewogen dat dit met de wielen 29 en 30 afsteunt op de steunplaten 33 en 34.
Met de verbindingsbalken 10 en 11 zijn tandwielkasten 35, respectievelijk 36 vast verbonden. De ingaande as van elk van deze tandwielkasten is met behulp van een tweetal kruiskoppelingen 37, 38, respectievelijk 39, 40 en een aandrijfas 41, respectievelijk 42 aangesloten' op de desbetreffende uitgaande as van de tandwielkast 24. Met behulp van kruiskoppelingen 43, 44, respectievelijk 45, 46 en aandrijfassen 47, respectievelijk 48 wordt elk van de harkwielen 2, respectievelijk 3 aangedreven. De aandrijfassen 41 en 42 lopen daarbij vrijwel parallel aan de weegschaalconstructie 4, terwijl de aandrijfassen 47 en 48 vrijwel parallel lopen aan de draagstangen 27 en 28. Doordat de tandwielkasten 35 en 36 vast zijn verbonden met de verbindingsbalken 10, respectievelijk 11 en deze laatsten bij het verzwenken van de werkstand naar de transportstand en omgekeerd hun verticale stand behouden, blijft derhalve de ruimtelijke oriëntatie van de tandwielkasten 35 en 36 eveneens onveranderd, zodat de aandrijfassen 47 en 48 in een vrijwel horizontaal vlak met de draagstangen 27 en 28 mee verzwenken; de aandrijfassen 47 en 48 zullen daarbij aan enige lengteverandering zijn onderworpen .
Om de harkwielen 2 en 3 in de werkstand en in de transportstand te kunnen fixeren, is een vergrendelmechanisme 49 aanwezig. Dit vergrendelmechanisme 49 omvat vast met de verbindingsbalken 10 en 11 verbonden plaatstukken 50, respectievelijk 51, alsmede een aan elk van de draagstangen 27 en 28 vast bevestigde strip 52, respectievelijk 53. Door middel van in de strippen 52 en 53 aangebrachte gaten en een in de plaatstukken 50 en 51 aangebracht gat en door de gaten te steken vergrendelpennen kan de plaats van de draagstangen 27 en 28 ten opzichte van de plaatstukken 50 en 51 worden gefixeerd. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn in de strippen 52 en 53 een dusdanig aantal gaten aangebracht en op zodanige plaatsen dat de beide harkwielen 2 en 3 in de transportstand kunnen worden gefixeerd, alsmede in een drietal werkstanden, waarbij de onderlinge afstand tussen de harkwielen 2 en 3 is in te stellen.
In de in de Figuren 5 en 6 weergegeven tweede uitvoeringsvorm van de landbouwmachine overeenkomstig de uitvinding zijn de beide harkwielen 2 en 3 middels draag-stangen 57, respectievelijk 58 scharnierbaar om vrijwel horizontaal in de rijrichting gelegen draaiingsassen 54, respectievelijk 55 verbonden met de bok 5, met behulp waarvan de machine is gekoppeld aan de hefinrichting 6 van de trekker 1. Met behulp van één enkele bedieningscilinder 56, welke werkzaam is tussen de beide draagstangen 57 en 58, kunnen de harkwielen 2 en 3 vanuit de in Figuur 5 weergegeven werkstand worden opgeklapt naar de in Figuur 6 afgebeelde transportstand. Tijdens het opklappen van de harkwielen 2 en 3 is de machine volledig gedragen in de hef inrichting 6 van de trekker 1. Alleen in de werkstand steunen de beide harkwielen 2 en 3 af op de grond; zij zijn daartoe voorzien van niet in de figuur weergegeven loopwielen, bijvoorbeeld op dezelfde wijze aangebracht als in de in de eerste uitvoeringsvorm. Ook hier vindt het opklappen weer op zodanige wijze plaats dat het zwaartepunt van de machine in beide standen, dus in zowel de werkstand als in de transportstand, op ongeveer dezelfde afstand achter de trekker ligt. Aan de bok 5 is een draagplaat 59 voor een tandwielkast 60 aangebracht. De ingaande as van deze tandwielkast 60 is aangesloten op de aftakas van de trekker, terwijl de uitgaande assen van de tandwielkast zijn aangesloten op de desbetreffende aandrijfassen 61 en 62 voor de harkwielen 2, respectievelijk 3.
De uitvinding is niet beperkt tot de hier aan de hand van de figuren beschreven uitvoeringsvoorbeelden, doch omvat allerlei modificaties hierop en allerlei andere mogelijke uitvoeringsvoorbeelden, voor zover deze vallen binnen de beschermingsomvang van de bijgaande conclusies.

Claims (18)

1. Landbouwmachine met door een trekker (1) aan-drijfbare harkwielen (2 en 3), met het kenmerk, dat de machine twee harkwielen (2 en 3) omvat, die een diameter hebben die ongeveer overeenkomt met de transportbreedte van de machine, en de harkwielen (2, 3), gekoppeld aan de hef-inrichting van de trekker (1), zodanig vanuit een werkstand in een transportstand verzwenkbaar zijn dat de transportbreedte van de machine ongeveer overeenkomt met de diameter van één harkwiel.
2. Landbouwmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het zwaartepunt van de machine in beide standen op ongeveer dezelfde afstand achter de trekker (1) ligt.
3. Landbouwmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de harkwielen (2 en 3) met behulp van een weeg-schaalconstructie (4) zijn bevestigd aan het gestel (5) waarmee de machine aan de trekker (1) kan worden gekoppeld.
4. Landbouwmachine met door een trekker (1) aan-drijfbare harkwielen (2 en 3), met het kenmerk, dat de harkwielen (2 en 3) met behulp van een weegschaalconstructie (4) zijn bevestigd aan het gestel (5) waarmee de machine aan de trekker (1) kan worden gekoppeld.
5. Landbouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de twee harkwielen (2 en 3), met een gezamenlijke werkbreedte van ongeveer zeven meter, zodanig zijn aangebracht dat deze vanuit de werkstand, onder behoud van hun ruimtelijke oriëntatie, ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn in een transportstand met een transportbreedte van ongeveer drie meter.
6. Landbouwmachine met door een trekker (1) aan-drijfbare harkwielen (2 en 3), met het kenmerk, dat twee harkwielen (2 en 3), met een gezamenlijke werkbreedte van ongeveer zeven meter, zodanig zijn aangebracht dat deze vanuit de werkstand, onder behoud van hun ruimtelijke oriëntatie, ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn in een transportstand met een transportbreedte van ongeveer drie meter.
7. Landbouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beide harkwielen (2 en 3) vanuit de werkstand, onder behoud van hun ruimtelijke oriëntatie, in een transportstand kunnen worden gebracht, waarin zij boven elkaar zijn gelegen.
8. Landbouwmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat in de transportstand het ene harkwiel (2) op het andere harkwiel (3) afsteunt.
9. Landbouwmachine volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat een weegschaalconstructie (4) aanwezig is, met behulp waarvan de beide harkwielen (2 en 3) zijn bevestigd aan het gestel (5) waarmee de machine aan de trekker (1) kan worden gekoppeld, welke weegschaalconstructie (4) een in een verticaal vlak loodrecht op de rijrichting beweegbare parallellogramconstructie (7) omvat, die in het midden zwenkbaar is verbonden met het gestel en waarbij aan of nabij elk van de zijwaartse uiteinden een harkwiel (2, respectievelijk 3) is aangebracht.
10. Landbouwmachine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de parallellogramconstructie (7) zodanig beweegbaar is dat de beide harkwielen {2 en 3), onder behoud van hun ruimtelijke oriëntatie, in tegengestelde richting op en-neer beweegbaar zijn.
11. Landbouwmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de harkwielen (2 en 3) elk met behulp van een draagstang (27, respectievelijk 28) aan de parallellogramconstructie (7) zijn bevestigd, waarbij de draagstang (27, 28) scharnierbaar is in een althans ongeveer horizontaal vlak ten opzichte van de parallellogramconstructie (7), en wel zodanig dat, nadat eerst het ene harkwiel (2) omhoog en daarmede het andere harkwiel (3) omlaag is bewogen, de beide harkwielen (2 en 3) naar elkaar toe en langs elkaar heen kunnen worden bewogen totdat zij, in bovenaanzicht gezien, althans ongeveer boven elkaar zijn gelegen.
12. Landbouwmachine volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat één van de draagstangen (28) is voorzien van steunplaten (33 en 34), welke zodanig zijn aangebracht dat in de transportstand het bovenste harkwiel (2) met zijn wielen (29, 30) op de steunplaten (33 en 34) aan de draagstang (28) van het onderste harkwiel (3) afsteunt.
13. Landbouwmachine volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat elk van de draagstangen (27, 28) is voorzien van een vergrendelmechanisme (49) om de beide harkwielen (2 en 3) in de werkstand en in de transportstand te fixeren.
14. Landbouwmachine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de harkwielen (2 en 3) met behulp van het vergrendelmechanisme (49) in meerdere werkstanden kunnen worden gefixeerd.
15. Landbouwmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elk van de beide harkwielen (2 en 3) opklapbaar is om een in de rijrichting gelegen as (54, respectievelijk 55).
16. Landbouwmachine volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de beide harkwielen (2 en 3) symmetrisch ten opzichte van een verticaal, zich in de rijrichting uitstrekkend vlak, opklapbaar zijn.
17. Landbouwmachine volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de beide harkwielen (2 en 3) door middel van één bedieningscilinder (56) opklapbaar zijn.
18. Landbouwmachine volgens een of meer der voorgaande conclusies en/of volgens de beschrijving en bijgaande figuren.
NL9200539A 1992-03-24 1992-03-24 Landbouwmachine. NL9200539A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9200539A NL9200539A (nl) 1992-03-24 1992-03-24 Landbouwmachine.
EP19930200735 EP0562664B1 (en) 1992-03-24 1993-03-12 An agricultural machine
DE1993604966 DE69304966T2 (de) 1992-03-24 1993-03-12 Landwirtschaftliche Maschine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9200539 1992-03-24
NL9200539A NL9200539A (nl) 1992-03-24 1992-03-24 Landbouwmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9200539A true NL9200539A (nl) 1993-10-18

Family

ID=19860599

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9200539A NL9200539A (nl) 1992-03-24 1992-03-24 Landbouwmachine.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0562664B1 (nl)
DE (1) DE69304966T2 (nl)
NL (1) NL9200539A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ATE222049T1 (de) * 1998-02-20 2002-08-15 Niemeyer Landmasch Gmbh Kreiselheuwerbungsmaschine
JP6288829B2 (ja) * 2014-02-06 2018-03-07 株式会社タカキタ ツインレーキ

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8314582U1 (de) * 1983-11-10 Albersinger, Georg, 8200 Rosenheim Kreiselschwader für Frontanbau
DE7318934U (de) * 1973-08-30 Stoll W Maschinenfabrik Gmbh Heuwerbungsmaschine
NL266524A (nl) * 1961-06-29
AT295913B (de) * 1969-05-22 1972-01-25 Poettinger Ohg Alois Schwadrechen
NL7200926A (nl) * 1972-01-24 1973-07-26
DE7835320U1 (de) * 1978-11-29 1986-07-17 Fella-Werke Gmbh, 8501 Feucht Heuwerbungsmaschine
FR2631208B1 (fr) * 1988-05-13 1990-08-31 Kuhn Sa Perfectionnement aux machines agricoles avec un chassis porte-outils articule
DE9010179U1 (nl) * 1990-07-04 1990-09-20 H. Niemeyer Soehne Gmbh & Co Kg, 4446 Hoerstel, De

Also Published As

Publication number Publication date
EP0562664A1 (en) 1993-09-29
DE69304966T2 (de) 1997-04-10
EP0562664B1 (en) 1996-09-25
DE69304966D1 (de) 1996-10-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2782943A (en) Mobile apparatus for harvesting crops
CN109515501B (zh) 一种物流箱运输物流架
US4026617A (en) Apparatus for storing and displaying articles
NL9200539A (nl) Landbouwmachine.
DE10108321A1 (de) Handhabungsvorrichtung insbesondere in einer Verpackungsmaschine
NL1029351C2 (nl) Hooibouwmachine en machine.
CN211029942U (zh) 一种新型多功能配电柜检测设备
NL1006945C2 (nl) Werktuigdrager.
NL8302688A (nl) Landbouwinrichting, in het bijzonder een inrichting voor het verspreiden van verspreidbaar materiaal.
NL8901359A (nl) Maaimachine.
NL8800409A (nl) Inrichting voor het verplaatsen van gewas.
NL9200062A (nl) Grondbewerkingsmachine.
JPH09175637A (ja) 運搬/分類装置とそれに使用する移送装置
NL9100572A (nl) Landbouwmachine.
NL8801040A (nl) Landbouwmachine.
SE8605179D0 (sv) Anordning for att hoja, senka och/eller snedstella foremal sasom bordskivor, lador och liknande
NL8801489A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL1006116C1 (nl) Inrichting voor het verplaatsen van zich op de grond bevindend gewas.
EP3854926A1 (en) A structure for supporting sewing machines
AU722253B3 (en) A planting machine with lifting means for lifting and carrying planting units with even distribution of units weight along the machine
NL9100855A (nl) Hefmechanisme.
RU2173198C1 (ru) Качели
RU2017363C1 (ru) Широкозахватный агрегат
NL1026025C2 (nl) Bok voor een binnenlader.
JP2553737Y2 (ja) 農産物収穫機

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed