NL1029351C2 - Hooibouwmachine en machine. - Google Patents
Hooibouwmachine en machine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1029351C2 NL1029351C2 NL1029351A NL1029351A NL1029351C2 NL 1029351 C2 NL1029351 C2 NL 1029351C2 NL 1029351 A NL1029351 A NL 1029351A NL 1029351 A NL1029351 A NL 1029351A NL 1029351 C2 NL1029351 C2 NL 1029351C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- balance arm
- machine
- arm parts
- working position
- wheel
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B73/00—Means or arrangements to facilitate transportation of agricultural machines or implements, e.g. folding frames to reduce overall width
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D78/00—Haymakers with tines moving with respect to the machine
- A01D78/08—Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
- A01D78/10—Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
- A01D78/105—Ground support for rotors
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
- Soil Working Implements (AREA)
- Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)
- Processes Of Treating Macromolecular Substances (AREA)
- Preparation Of Compounds By Using Micro-Organisms (AREA)
- Saccharide Compounds (AREA)
Description
HOOIBOUWMACHINE EN MACHINE
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hooibouwmachine volgens de aanhef van conclusie 1.
5 Een dergelijke hooibouwmachine is bekend uit EP-B1-0 857 413. Deze inrichting is voorzien van een verbindingsbalk waarin de opwaarts gerichte as is opgenomen, waarbij aan elk van de uiteinden van de verbindingsbalk een steuninrichting is aangebracht. Elke steuninrichting bevat aan één uiteinde van de balansarm één wiel. Tijdens bedrijf is een cilinder zodanig bediend dat beide wielen 10 van een steuninrichting de hooibouwmachine ondersteunen. Voor transport wordt de cilinder zodanig bediend dat één wiel van een steuninrichting opgetild wordt, waardoor de balansarm een schuine stand inneemt. Hoewel deze inrichting naar behoren functioneert, is de spelingruimte tussen de rotor, het bewerkingsorgaan, en de bodem tijdens transport voor verbetering vatbaar. De schuine stand van de 15 balansarm wordt namelijk beperkt doordat bij een te schuine stand van de balansarm het wiel aan het opgetilde einde van de balansarm in de rotor terecht zou kunnen komen.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een alternatieve inrichting te verschaffen, die tijdens transport van de hooibouwmachine een 2 0 voldoende spelingruimte tussen bodem en rotor verschaft.
Hiertoe bevat een hooibouwmachine van de boven beschreven soort volgens de uitvinding de maatregelen van het kenmerkende deel van conclusie 1. De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat bij de bekende hooibouwmachine de problemen veroorzaakt worden doordat de balansarm een starre arm is. Door nu 25 volgens de uitvinding twee ten opzichte van elkaar beweegbare balansarmdelen te gebruiken, kan tijdens transport van de hooibouwmachine een grotere afstand tussen bodem en rotor, en het bewerkingsorgaan, worden verkregen, terwijl in de werkstand, i.e. tijdens het bewerken van het op de bodem liggende gewas, de balansarm althans tenminste nagenoeg horizontaal ligt voor het realiseren van een 30 correcte gewasbewerking.
Hoewel de onderlinge beweging van de balansarmdelen gestuurd kan zijn, bijvoorbeeld door hydraulische of pneumatische cilinders, heeft het vanwege eenvoud van bediening de voorkeur wanneer de balansarmdelen bij het verplaatsen 1 0 2 9 3 5 1 i 2 van de hooibouwmachine van de werkstand, waarin op de grond liggend gewas bewerkt wordt, naar de transportstand vrij ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn.
De werkhoogte van de hooibouwmachine kan volgens de uitvinding op | eenvoudige manier worden ingesteld wanneer één van de balansarmdelen is 5 voorzien van een aanslag, wanneer het andere van de balansarmdeel is voorzien van een uitsteeksel, waarbij tijdens het bewerken van op de grond liggend gewas het uitsteeksel door het gewicht van de hooibouwmachine op de aanslag rust, waarbij de positie van de aanslag op het ene balansarmdeel instelbaar is. Alternatief kan de i positie van het uitsteeksel op het andere balansarmdeel instelbaar zijn. | 10 Wanneer nabij elk uiteinde van de verbindingsbalk een aanslag is aangebracht, en wanneer elk ander balansarmdeel van een verder uitsteeksel is voorzien, zodat tijdens transport van de hooibouwmachine het verdere uitsteeksel van het andere balansarmdeel op de betreffende aanslag van de verbindingsbalk rust, kan door juiste onderlinge opstelling ervoor worden gezorgd dat het vrij van de 15 bodem liggende wiel op voldoende afstand van de rotor en het andere wiel en/of de bodem ligt.
Bij voorkeur wordt de aanslag nabij elk uiteinde van de verbindingsbalk gevormd door de betreffende rand van een sleufgat.
Wanneer de verbindingsbalk is voorzien van hulpuitsteeksels, die 20 tijdens het bewerken van op de grond liggend gewas door de hooibouwmachine, als gevolg van het gewicht van de hooibouwmachine op ten minste één van de balansarmdelen drukken, wordt het gewicht van de hooibouwmachine verdeeld tussen de aanslag van het eerste balansarmdeel en het balansarmdeel zelf, hetgeen tot minder slijtage van de afzonderlijke betreffende onderdelen aanleiding geeft.
25 De uitvinding heeft tevens betrekking op een machine volgens conclusie 12 omvattende een steuninrichting voor het van de bodem afsteunen van de machine, waarbij de steuninrichting is voorzien van ten minste één balansarm, die is gemonteerd op een in hoofdzaak horizontale zwenkas en is voorzien van wielen, waarbij de steuninrichting verder is voorzien van een middel voor het ten behoeve 30 van transport van de machine bewegen van de balansarm rond zijn zwenkas tot in een schuine stand waarin ten minste één van de wielen, maar niet alle, op afstand van de bodem ligt, zodat de machine van een werkstand, waarin de wielen op de bodem rusten, tot in een transportstand, waarin ten minste één van de wielen op afstand van de bodem ligt, bewogen wordt, met het kenmerk, dat de balansarm twee 1 0 2 9 3 5 1 3 ten opzichte van elkaar beweegbare balansarmdelen bevat, waarbij elk balansarmdeel een eerste uiteinde en een tweede uiteinde heeft, waarbij de balansarmdelen aan het eerste uiteinde het betreffende wiel dragen en aan het tweede uiteinde onderling verbonden zijn, zodat de hoek tussen de balansarmdelen 5 in de werkstand verschilt van de hoek tussen de balansarmdelen in de transportstand. Dit aspect van de uitvinding berust op het inzicht dat de inventieve steuninrichting naast op een hooibouwmachine ook toepasbaar is op andere landbouwmachines, en andere machines, die via een steuninrichting, die ten minste één balansarm, die is gemonteerd op een in hoofdzaak horizontale zwenkas, omvat, 10 van de bodem wordt afgesteund. Het zal duidelijk zijn dat de maatregelen van de voorkeursuitvoeringen van de hooibouwmachine, zoals beschreven in de afhankelijke conclusies 2 tot 11 eveneens toepasbaar zijn op de machine volgens conclusie 12.
15 De uitvinding zal nu bij wijze van voorbeeld aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een hooibouwmachine worden beschreven. Hierin toont:
Figuur 1 schematisch een zijaanzicht van een onderdeel van een 20 hooibouwmachine volgens de uitvinding in werktoestand, omvattende twee steuninrichtingen, die elk aan een uiteinde van een verbindingsbalk zijn aangebracht,
Figuur 2 schematisch een zijaanzicht van een onderdeel van een hooibouwmachine volgens de uitvinding in transporttoestand, omvattende twee 25 steuninrichtingen, die elk aan een uiteinde van een verbindingsbalk zijn aangebracht,
Figuur 3 een zijaanzicht van Figuur 2,
Figuur 4 een bovenaanzicht van Figuur 1, en
Figuur 5 een zijaanzicht van Figuur 4.
30
In de Figuren wordt voor de duidelijkheid slechts een deel van de hooibouwmachine volgens de onderhavige uitvinding weergegeven, welk deel relevant is voor de onderhavige uitvinding. Het gewasbewerkingsorgaan, dat een om een verticale as, welke in de opening 1 voor het opnemen van de as is 1029351 ί 4 aangebracht, roteerbare rotor omvat, is niet weergegeven. Verder is onder meer het bedieningsorgaan, bijvoorbeeld een hydraulische of pneumatische cilinder, voor de steuninrichting om deze van een werkstand naar een transportstand te brengen niet weergegeven. Deze en andere onderdelen zijn bijvoorbeeld 5 beschreven in EP-B1-0 857 413.
Een deel van het gestel van een hooibouwmachine is in Figuur 1 in perspectief getoond, waarin de situatie is weergegeven wanneer de hooibouwmachine de gewasbewerking aan het uitvoeren is. In de opening 1 is een (niet weergegeven) as opgenomen waaromheen een (niet weergegeven) 10 bewerkingsorgaan roteerbaar is voor het bewerken van op de grond liggend gewas. Het gestel is voorzien van een verbindingsbalk 2 waarin de opening 1 voor het opnemen van de opwaarts gerichte as is aangebracht.
Aan elk uiteinde van de verbindingsbalk 2 is een steuninrichting 3, 3' aangebracht. Elke steuninrichting 3, 3' bevat een balansarm 4,4', die is gemonteerd 15 op een in hoofdzaak horizontale zwenkas 5, 5'. Elke balansarm 4, 4' bevat twee ten opzichte van elkaar beweegbare balansarmdelen 6, 7; 6', 7', waarbij elk balansarmdeel een eerste uiteinde en een tweede uiteinde heeft. De balansarmdelen dragen aan hun eerste uiteinde het betreffende wiel 8, 9; 8', 9'. Aan hun tweede uiteinde zijn de balansarmdelen 6, 7; 6’, 7' onderling verbonden, bij 20 voorkeur ter plaatse van de zwenkas 5, 5', zodat de balansarmdelen 6, 7; 6’, 7' rond de zwenkas 5, 5' ten opzichte van elkaar zwenkbaar zijn gemonteerd. Bij voorkeur is het wiel aan ten minste één van de uiteinden van de balansarmen een dubbelwiel, in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is het wiel 8 een dubbelwiel.
Een bedieningselement (niet weergegeven), bijvoorbeeld een 25 hydraulische of pneumatische cilinder, grijpt op het ene balansarmdeel 6, 6' aan, zodat de steuninrichting 3, 3' door bediening van het bedieningselement van een werkstand, zoals weergegeven in Figuren 1, 4 en 5, naar een transportstand, zoals weergegeven in Figuren 2 en 3, brengbaar is (in analogie met EP-B1-0 857 413). In de transportstand neemt de balansarm een andere stand in (de schuine stand 30 genoemd) dan in de werkstand, waarin de balansarmdelen althans tenminste nagenoeg horizontaal zijn. Doordat de balansarmdelen 6, 7; 6', 7' ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn is de hoek die gevormd wordt tussen de balansarmdelen 6, 7; 6', 7' in de werkstand verschillend van de hoek tussen de balansarmdelen 6,7; 6’, 7' in de transportstand. Bij voorkeur is het verschil tussen de hoek tussen de 1 0 2 9 3 5 1 5 balansarmdelen in de werkstand en de hoek tussen de balansarmdelen in de transportstand gelegen tussen ongeveer 30° en ongeveer 90°. Dit verschil is door Figuren 3 en 5 met elkaar te vergelijken duidelijk te zien.
Het is mogelijk ook een bedieningselement op het andere 5 balansarmdeel 7,7' aan te laten grijpen, welk bedieningselement afzonderlijk van het bedieningselement voor het ene balansarmdeel 6, 6' werkzaam kan zijn. Door j correcte bediening van de bedieningselementen zijn dus de balansarmdelen 6, 7; 6', 7' ten opzichte van elkaar beweegbaar, zodat de hoek tussen de balansarmdelen | instelbaar is. Echter heeft het de voorkeur de balansarmdelen vrij beweegbaar ten 10 opzichte van elkaar te maken zodat alleen een bedieningselement nodig is voor het van werkstand naar transportstand brengen van de hooibouwmachine, waarbij dan de balansarmdelen 6, 7; 6', 7' automatisch ten opzichte van elkaar bewegen.
In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt deze vrije onderlinge beweging als volgt gerealiseerd. Het ene balansarmdeel 6, 6' is voorzien van een 15 aanslag 10,10'. In werkstand ligt tegen deze aanslag 10,10' een uitsteeksel van het andere balansarmdeel 7, 7' en/of een eerste hulpuitsteeksel 11, 11’, dat aan het uiteinde op de verbindingsbalk 2 is aangebracht, aan, waarbij het gewicht van de hooibouwmachine ervoor zorgt dat de betreffende uitsteeksels op de aanslagen rusten. Hierbij is de positie van de aanslag 10, 10’ op het ene balansarmdeel 6, 6' 20 instelbaar zodat de werkhoogte van de hooibouwmachine is aan te passen. In het in de Figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt de instelling bereikt door een aantal gaten die zijn aangebracht op een (eventueel geïntegreerde) plaat op het ene balansarmdeel, door welke gaten een pen, die als aanslag fungeert, te plaatsen is.
Een tweede hulpuitsteeksel 12, 12' ligt in de werkstand van de 25 hooibouwmachine op het andere balansarmdeel 7, 7' en vangt aldus ook een deel van het gewicht van de hooibouwmachine op. De tweede hulpuitsteeksels 12, 12' kunnen zodanig gedimensioneerd zijn, dat ze ook op het ene balansarmdeel 6, 6' rusten. Verder kunnen de eerste hulpuitsteeksels 11, 11' ook zodanig gedimensioneerd zijn dat ze op het andere balansarmdeel 7, 7' rusten wanneer de 3 0 hooibouwmachine in werkstand is.
Een verdere aanslag wordt gevormd door een pen 13 welke door een sleufgat 14 steekt, dat is aangebracht in een op de verbindingsbalk 2 aangebrachte plaat 15 (Figuur 2). Wanneer de hooibouwmachine zich in de werkstand bevindt, ligt de pen 13, 13' tegen de bovenrand van het sleufgat 14, 14' aan. Wanneer het wiel 9 1029351 i i
6 S
in een kuil in de bodem terechtkomt, is dit wiel vrij om in de kuil te zakken, afhankelijk van de lengte van het sleufgat. Hierdoor kan een betere spoorvolging worden verkregen. Wanneer door activering van het bedieningselement, dat op het ene balansarmdeel 6, 6' aangrijpt, de hooibouwmachine van de werkstand naar de 5 transportstand wordt gebracht, wordt het wiel 8 van de positie, getoond in Figuur 5, tot naar voren in de normale bewegingsrichting van de hooibouwmachine bewogen.
Hierdoor komt het wiel meer, in zijaanzicht gezien, onder de opening 1 voor het opnemen van de rotoras te liggen. Gelijktijdig met het in de transportstand heffen, beweegt de pen 13 zich vrijelijk in het sleufgat 14 totdat deze tegen de onderrand 10 van het sleufgat 14 komt te liggen. De lengte van het sleufgat 14 is zo gekozen dat het bovengenoemde hoekverschil wordt gerealiseerd. Hierdoor komt het wiel 8 dus, in zijaanzicht gezien, onder de in de verfoindingsbalk 2 aangebrachte opening 1 te liggen, waardoor een hogere transporthoogte wordt gerealiseerd, waarbij het wiel 9, vanwege het door de onderlinge beweegbaarheid van de balansarmdelen 15 veroorzaakte hoekverschil, niet in aanraking komt met het bewerkingsorgaan.
Hierdoor wordt een uitermate stabiele en veilige transportstand verkregen.
Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot het boven onder verwijzing naar de figuren beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Zo is de uitvinding niet alleen toepasbaar op een hooibouwmachine, zoals een hark of 20 schudder, maar op alle landbouw- en andere machines, die door middel van een steuninrichting, die ten minste één balansarm omvat, die is gemonteerd op een in hoofdzaak horizontale zwenkas en aan elk van zijn uiteinden is voorzien van een wiel, van de bodem wordt afgesteund. Verder is in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld de beweging van de balansarmdelen gerealiseerd doordat 25 beide balansarmdelen rond een gemeenschappelijke zwenkas roteerbaar zijn. Het zal echter duidelijk zijn dat er voor elk balansarmdeel een afzonderlijke zwenkas aanwezig kan zijn, waarbij het zelfs niet noodzakelijk is dat een van deze afzonderlijke zwenkassen samenvalt met de zwenkas 5, 5’. Verder is beschreven dat wielen aan het uiteinde van een balansarmdeel zijn voorzien. Het zal echter duidelijk 30 zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot wielen die precies aan het uiteinde van de balansarmdelen zijn aangebracht, maar dat de uitvinding zich tevens uitstrekt tot wielen die op enige afstand van, i.e. nabij, de uiteinde van de balansarmen zijn aangebracht.
1 02 93 5 1
Claims (12)
1. Hooibouwmachine omvattende een gestel, met ten minste één om een opwaarts gerichte as roteerbaar bewerkingsorgaan voor het in werkstand 5 bewerken van op de grond liggend gewas, waarbij het bewerkingsorgaan met het gestel verbonden is en van de bodem is afgesteund via een steuninrichting, die ten minste één balansarm, die is gemonteerd op een in hoofdzaak horizontale zwenkas en aan elk van zijn uiteinden is voorzien van een wiel, waarbij de wielen in de werkstand op de bodem rusten, waarbij de steuninrichting verder is voorzien van een 10 middel voor het ten behoeve van transport van de hooibouwmachine bewegen van de balansarm rond zijn zwenkas tot in een schuine stand waarin het wiel aan één van de uiteinden van de balansarm op afstand van de bodem ligt, met het kenmerk, dat de balansarm twee ten opzichte van elkaar beweegbare balansarmdelen bevat, waarbij elk balansarmdeel een eerste uiteinde en een tweede uiteinde heeft, waarbij 15 de balansarmdelen aan het eerste uiteinde het betreffende wiel dragen en aan het tweede uiteinde onderling verbonden zijn, zodat de hoek tussen de balansarmdelen in de werkstand verschilt van de hoek tussen de balansarmdelen in de transportstand.
2. Hooibouwmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 20 balansarmdelen bij het verplaatsen van de machine van de werkstand naar de transportstand vrij ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, zodat de hoek tussen de balansarmdelen in de werkstand verschilt van de hoek tussen de balansarmdelen in de transportstand.
3. Hooibouwmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het 25 verschil tussen de hoek tussen de balansarmdelen in de werkstand en de hoek tussen de balansarmdelen in de transportstand gelegen is tussen ongeveer 30° en ongeveer 90°.
4. Hooibouwmachine volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de balansarmdelen rond de zwenkas ten opzichte van elkaar 3. zwenkbaar gemonteerd zijn.
5. Hooibouwmachine volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat één van de balansarmdelen is voorzien van een aanslag, dat het andere van de balansarmdeel is voorzien van een uitsteeksel, waarbij in de werkstand het uitsteeksel door het gewicht van de machine op de aanslag rust. 1 0 2 9 3 5 1
6. Hooibouwmachine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de positie van de aanslag op het ene balansarmdeel instelbaar is.
7. Hooibouwmachine volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de positie van het uitsteeksel op het andere balansarmdeel instelbaar is.
8. Hooibouwmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het gestel is voorzien van een verbindingsbalk, waarbij aan elk van de uiteinden van de verbindingsbalk een steuninrichting is aangebracht, met het kenmerk, dat nabij elk uiteinde van de verbindingsbalk een aanslag is aangebracht, dat elk ander balansarmdeel van een verder uitsteeksel is voorzien, waarbij tijdens transport van 10 de machine het verdere uitsteeksel van het andere balansarmdeel op de betreffende aanslag van de verbindingsbalk rust.
9. Hooibouwmachine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de aanslag nabij elk uiteinde van de verbindingsbalk wordt gevormd door de betreffende rand van een sleufgat.
10. Hooibouwmachine volgens een van de conclusies 7 tot 9, met het kenmerk, dat de verbindingsbalk is voorzien van hulpuitsteeksels, die in werkstand van de machine, als gevolg van het gewicht van de machine op ten minste één van de balansarmdelen drukken.
11. Hooibouwmachine volgens een van de voorgaande conclusies, met het 2. kenmerk, dat het wiel aan ten minste één van de uiteinden van de balansarmen een dubbelwiel is.
12. Machine omvattende een steuninrichting voor het van de bodem afsteunen j van de machine, waarbij de steuninrichting is voorzien van ten minste één ! i balansarm, die is gemonteerd op een in hoofdzaak horizontale zwenkas en is 25 voorzien van wielen, waarbij de steuninrichting vérder is voorzien van een middel voor het ten behoeve van transport van de machine bewegen van de balansarm rond zijn zwenkas tot in een schuine stand waarin ten minste één van de wielen, maar niet alle, op afstand van de bodem ligt, zodat de machine van een werkstand, j waarin de wielen op de bodem rusten, tot in een transportstand, waarin ten minste 30 één van de wielen op afstand van de bodem ligt, bewogen wordt, met het kenmerk, dat de balansarm twee ten opzichte van elkaar beweegbare balansarmdelen bevat, j waarbij elk balansarmdeel een eerste uiteinde en een tweede uiteinde heeft, waarbij | de balansarmdelen aan het eerste uiteinde het betreffende wiel dragen en aan het | tweede uiteinde onderling verbonden zijn, zodat de hoek tussen de balansarmdelen ' j 1029351 in de werkstand verschilt van de hoek tussen de balansarmdelen in de transportstand. 1 0 2 9 3 5 1
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1029351A NL1029351C2 (nl) | 2005-06-28 | 2005-06-28 | Hooibouwmachine en machine. |
AT06075986T ATE387085T1 (de) | 2005-06-28 | 2006-05-01 | Heuwerbungsmaschine und maschine |
DE602006000584T DE602006000584T2 (de) | 2005-06-28 | 2006-05-01 | Heuwerbungsmaschine und Maschine mit einer Stützvorrichtung zum Abstützen der Maschine auf dem Boden |
EP06075986A EP1738635B1 (en) | 2005-06-28 | 2006-05-01 | A haymaking machine and a machine |
US11/475,215 US7398983B2 (en) | 2005-06-28 | 2006-06-27 | Haymaking machine and a machine |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1029351A NL1029351C2 (nl) | 2005-06-28 | 2005-06-28 | Hooibouwmachine en machine. |
NL1029351 | 2005-06-28 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1029351C2 true NL1029351C2 (nl) | 2007-01-02 |
Family
ID=35781288
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1029351A NL1029351C2 (nl) | 2005-06-28 | 2005-06-28 | Hooibouwmachine en machine. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US7398983B2 (nl) |
EP (1) | EP1738635B1 (nl) |
AT (1) | ATE387085T1 (nl) |
DE (1) | DE602006000584T2 (nl) |
NL (1) | NL1029351C2 (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
IL200903A0 (en) * | 2008-09-22 | 2010-05-17 | Avraham Levi | Vehicle conversion |
US8291997B2 (en) * | 2008-10-08 | 2012-10-23 | Cnh America Llc | Pivoting gauge wheel |
US8261845B2 (en) * | 2009-04-14 | 2012-09-11 | Agco Corporation | Walking beam assembly and lift system for tillage implements |
US11778937B2 (en) * | 2018-04-17 | 2023-10-10 | Dennis Anderson | Modular agricultural toolbar |
GB201811406D0 (en) * | 2018-07-12 | 2018-08-29 | Agco Feucht Gmbh | Towed agricultural implement |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0383120A1 (de) * | 1989-02-14 | 1990-08-22 | Alois Pöttinger Maschinenfabrik GmbH | Landwirtschafliche Erntemaschine mit einer Tast-und Stützrädervorrichtung |
DE9109324U1 (de) * | 1991-07-27 | 1991-09-19 | Fella-Werke Gmbh, 8501 Feucht | Landwirtschaftliche Maschine |
EP0876751A1 (en) * | 1997-04-08 | 1998-11-11 | Maasland N.V. | An implement for displacing crop lying on the soil |
FR2798817A1 (fr) * | 1999-09-23 | 2001-03-30 | Kuhn Sa | Machine de fenaison, notamment une andaineuse avec plusieurs rotors s'appuyant sur le sol au moyen de roues porteuses |
EP1125491A1 (de) * | 2000-02-15 | 2001-08-22 | Claas Saulgau Gmbh | Landwirtschaftliche Arbeitsmaschine |
EP0857413B1 (fr) | 1997-02-11 | 2003-04-16 | Kuhn S.A. | Machine de fenaison |
Family Cites Families (13)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2141805A (en) * | 1937-01-27 | 1938-12-27 | Deere & Co | Transport truck |
US3756619A (en) * | 1971-06-08 | 1973-09-04 | Speed Cut Inc | Adjustable wheel suspension units for vehicles |
US3870107A (en) * | 1973-06-11 | 1975-03-11 | Orthman Manufacturing | Tool bar lift assist wheel |
US4026365A (en) * | 1975-11-10 | 1977-05-31 | International Harvester Company | Caster wheel supported agricultural implement with self-locking caster wheel |
US4317489A (en) * | 1978-11-27 | 1982-03-02 | Deere & Company | Ground-working implement and lift linkage therefor |
US4397473A (en) * | 1981-08-18 | 1983-08-09 | The Regents Of The University Of California | Rough terrain vehicle |
US4529215A (en) * | 1983-02-03 | 1985-07-16 | Tci, Inc. | Hydraulic cylinder safety lock |
US4840394A (en) * | 1988-04-21 | 1989-06-20 | The United States Of America As Represented By The Administrator Of The National Aeronautics And Space Administration | Articulated suspension system |
US4974684A (en) * | 1990-02-26 | 1990-12-04 | Deere & Company | Walking beam retainer |
US5086847A (en) * | 1990-11-02 | 1992-02-11 | Meiners Elmo R | Height adjustment mechanism for farm implements |
US5655615A (en) * | 1994-01-06 | 1997-08-12 | Mick; Jeffrey | Wheeled vehicle for distributing agricultural materials in fields having uneven terrain |
IL108376A (en) * | 1994-01-19 | 1997-01-10 | Levi Avraham | Apparatus providing a pivot axis to rear wheels |
FR2782949B1 (fr) * | 1998-09-08 | 2000-11-17 | Idass Sa | Dispositif de roulement pour engin agricole |
-
2005
- 2005-06-28 NL NL1029351A patent/NL1029351C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2006
- 2006-05-01 AT AT06075986T patent/ATE387085T1/de not_active IP Right Cessation
- 2006-05-01 DE DE602006000584T patent/DE602006000584T2/de active Active
- 2006-05-01 EP EP06075986A patent/EP1738635B1/en not_active Ceased
- 2006-06-27 US US11/475,215 patent/US7398983B2/en active Active
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0383120A1 (de) * | 1989-02-14 | 1990-08-22 | Alois Pöttinger Maschinenfabrik GmbH | Landwirtschafliche Erntemaschine mit einer Tast-und Stützrädervorrichtung |
DE9109324U1 (de) * | 1991-07-27 | 1991-09-19 | Fella-Werke Gmbh, 8501 Feucht | Landwirtschaftliche Maschine |
EP0857413B1 (fr) | 1997-02-11 | 2003-04-16 | Kuhn S.A. | Machine de fenaison |
EP0876751A1 (en) * | 1997-04-08 | 1998-11-11 | Maasland N.V. | An implement for displacing crop lying on the soil |
FR2798817A1 (fr) * | 1999-09-23 | 2001-03-30 | Kuhn Sa | Machine de fenaison, notamment une andaineuse avec plusieurs rotors s'appuyant sur le sol au moyen de roues porteuses |
EP1125491A1 (de) * | 2000-02-15 | 2001-08-22 | Claas Saulgau Gmbh | Landwirtschaftliche Arbeitsmaschine |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US7398983B2 (en) | 2008-07-15 |
ATE387085T1 (de) | 2008-03-15 |
DE602006000584D1 (de) | 2008-04-10 |
DE602006000584T2 (de) | 2009-03-19 |
EP1738635B1 (en) | 2008-02-27 |
US20060288684A1 (en) | 2006-12-28 |
EP1738635A1 (en) | 2007-01-03 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1029351C2 (nl) | Hooibouwmachine en machine. | |
BE1022622B1 (nl) | Maaiermontageframe | |
RU2006118343A (ru) | Сельскохозяйственная машина для валкования и подборки скошенной массы, находящейся на земле | |
NL193713C (nl) | Landbouwwerktuig, in het bijzonder een cirkelmaaier. | |
BE1024333B1 (nl) | Maaibordsteun voor een oogstmachine | |
NL1028890C1 (nl) | Zwanenhals met geïntegreerde as (sen) voor een oplegger. | |
NL1031873C1 (nl) | Hooibouwmachine. | |
US11672204B2 (en) | Agricultural haymaking implement with operating elements movable between an operating position and a transport position | |
NL1034636C2 (nl) | Getrokken landbouwmachine. | |
US11330755B2 (en) | Agricultural implement | |
NL1011989C2 (nl) | Hooibouwmachine. | |
NL1037632C2 (nl) | Inrichting en samenstel voor het uitvoeren van werkzaamheden op een landbouwgrond. | |
NL2008876C2 (nl) | Landbouwwerktuig. | |
NL1033509C2 (nl) | Inrichting voor het maaien van gras. | |
NL8503156A (nl) | Maaiinrichting. | |
NL2007296C2 (nl) | Landbouwmachine. | |
NL8005681A (nl) | Oefentoestel. | |
NL1002141C2 (nl) | Landbouwmachine. | |
NL9401502A (nl) | Landbouwmachine. | |
NL1007596C1 (nl) | Opklapbare inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas. | |
NL7907081A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
CZ241395A3 (en) | Rotor-type windrower | |
NL2003140C2 (nl) | Landbouwmachine. | |
EP2141978B1 (en) | Device for frontmounting of an implement on a vehicle | |
CZ303051B6 (cs) | Zarízení pro sklápení |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20120101 |