NL1002141C2 - Landbouwmachine. - Google Patents

Landbouwmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL1002141C2
NL1002141C2 NL1002141A NL1002141A NL1002141C2 NL 1002141 C2 NL1002141 C2 NL 1002141C2 NL 1002141 A NL1002141 A NL 1002141A NL 1002141 A NL1002141 A NL 1002141A NL 1002141 C2 NL1002141 C2 NL 1002141C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame part
frame
machine according
agricultural machine
machine
Prior art date
Application number
NL1002141A
Other languages
English (en)
Inventor
Maarten Koorn
Alfonsus Jacobus Van Den Engel
Original Assignee
Maasland Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maasland Nv filed Critical Maasland Nv
Priority to NL1002141A priority Critical patent/NL1002141C2/nl
Priority to EP19970200049 priority patent/EP0784920B1/en
Priority to DE1997608464 priority patent/DE69708464T2/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1002141C2 publication Critical patent/NL1002141C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1007Arrangements to facilitate transportation specially adapted therefor
    • A01D78/1014Folding frames

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

LANDBOUWMACHINE
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een landbouwmachine met een langgerekt gestel, zoals is weergegeven in de aanhef van de navolgende hoofdconclusie.
5 Een dergelijke machine is bijvoorbeeld bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift DE 38 31 186. Bij de bekende machine bestaat, bij het vanuit de transportstand naar een werkstand bewegen, de kans dat een te verzwenken gesteldeel bij het passeren van een bepaalde zwenkhoek, onder invloed 10 van de zwaartekracht en als gevolg van de door het sleuf gat toegestane bewegingsvrijheid, in neerwaartse richting doorslaat. Het doorslaan gebeurt hetzij vanuit een bovenste aanslagpositie naar een onderste aanslagpositie van het betreffende gesteldeel, hetzij vanuit een bovenste aanslag-15 positie tot een door de bodem tegengehouden positie. Het doorslaan is een ongecontroleerde beweging die in de machine interne schokbelastingen veroorzaakt, hetgeen op den duur schadelijk is voor de machine.
Het doorslaan van een gesteldeel is theoretisch te 20 vermijden door een zodanige dimensionering van de betrokken onderdelen in de machine te kiezen dat bij een gegeven gewicht en transportpositie van de onderscheidelijke gestel-delen, het tweede gesteldeel, bij activering van het bedieningselement, neerwaarts wordt gezwenkt zonder dat de 25 positie van het door het sleufgat geleide verbindingselement wijzigt, ofwel zodanig dat het verbindingselement tegen het dichtst nabij het midden van de machine gelegen uiteinde van het sleufgat blijft aanliggen. Dit brengt echter constructieve beperkingen met zich mee en vereist onder meer 30 dat het gewicht van de gesteldelen niet wijzigt onder invloed van door de boer aangebrachte aanbouwdelen of door zware verontreiniging van een gesteldeel met gewas. Een belangrijk nadeel van de genoemde dimensioneringsmethode is dat de specifieke dimensionering bij machines van verschillende 35 afmetingen steeds verschillend is, zodat bij de fabricage van soortgelijke machines van verschillende afmetingen het gebruik van standaardcomponenten bemoeilijkt wordt.
10 0 2 1 A1; 2
De onderhavige uitvinding heeft tot doel de bekende machine te verbeteren, in het bijzonder te komen tot een constructie waarbij de zekerheid wordt verkregen dat gestel-delen bij het neerwaarts zwenken vanuit een transportstand 5 het verbindingselement zijn positie in het sleufgat vrijwel behoudt, en tot een constructie die een dergelijke zekerheid althans in vergaande mate behoudt bij verschillende afmetingen van hetzelfde type machine. Overeenkomstig de uitvinding wordt dit bereikt door toepassing van de constructie zoals is 10 weergegeven in het kenmerk van de navolgende hoofdconclusie.
Met een dergelijke constructie worden schokbelas-tingen onder de genoemde omstandigheden vermeden en wordt bij de fabricage van het bekende type machine de constructieve vrijheid verkregen om, met behoud van de goede werking van de 15 machine, althans in het bedieningsorgaan, standaardcomponenten toe te passen.
Overeenkomstig een voorkeursuitvoering wordt het veerelement gevormd door een trekveer en is het veerelement werkzaam aangebracht tussen het tweede gesteldeel en het 20 bedieningsorgaan. Een dergelijke uitvoering heeft het voordeel dat de door het veerelement opgebrachte kracht slechts via één scharnierverbinding op de machine inwerkt en leidt er in de beschreven constructie toe dat bij activering van het bedieningsorgaan het derde gesteldeel in volgorde voor het 25 tweede gesteldeel opwaarts verzwenkt wordt. Dit effect is met name van belang tijdens de geheven bedrijfsstand van de machine op de kopakker. Kortstondige activering van het bedieningselement leidt met de weergegeven constructie tot opwaartse verzwenking van het derde gesteldeel. Dit voorkomt 30 dat het derde gesteldeel en eventuele verdere daaraan gekoppelde gesteldelen ten opzichte van de door de hefinrichting van een trekker geheven eerste gesteldeel ver in neerwaartse richting doorbuigt voordat een neerwaartse beweging van een gesteldeel door een aanslag wordt begrensd. Een dergelijke 35 toestand heeft tot gevolg dat de machine op deze plaats, reeds wanneer de trekker een geringe oneffenheid in het veld passeert, in contact met de grond kan komen en ontzet of anderszins beschadigd raakt. Contact van een meest naar 10 02 1 3 buiten gelegen deel van de machine met de grond tijdens het rijden op de kopakker kan ten opzichte van contact van een centraal gelegen deel van de machine met de grond des te grotere schade opleveren.
5 In weer een verdergaande voorkeursuitvoering omvat het bedieningsorgaan een trek- en/of duwstang die met het bedieningselement is gekoppeld via een zwenkbare, met het tweede gesteldeel verbonden, arm en is het sleufgat met behulp van een op het derde gesteldeel aangebrachte steun, 10 gezien in de langsrichting van het gestel en vanaf het eerste gesteldeel, althans in hoofdzaak voorbij de tussen het tweede en het derde gesteldeel aanwezige zwenkas, en op enige afstand daarboven aangebracht. Een dergelijke constructie staat toe, in het bijzonder wanneer aan weerszijden van het 15 eerste gesteldeel verdere gesteldelen zijn aangebracht, dat voor de bediening van de verdere gesteldelen een enkel verstelelement volstaat. Bovendien kan de totale lengte van de in de machine toegepaste sleufgaten verminderd worden, omdat bij zwenking van één gesteldeel voor het volgen van een 20 bodemoneffenheid gebruik gemaakt kan worden van alle in de machine aanwezige sleufgaten. Opgemerkt wordt hierbij dat de kans op het gelijktijdig in tegengestelde richting zwenken van twee buitenste gesteldelen bij het volgen van bodemonef-fenheden in de praktijk gering is. Tevens staat een der-25 gelijke constructie toe dat de machine ingezet wordt met behulp van minder geavanceerde of minder dure tractoren waarbij de mogelijkheid ontbreekt om de hydraulica in een dusdanige vrijstand te stellen dat het verstelelement, wanneer dit gevormd wordt door een hydraulische cilinder, 30 tijdens het bedrijf onder invloed van het gestel afkomstige krachten vrijelijk in lengte veranderbaar zou zijn.
Overeenkomstig de uitvinding is het veerelement in de bedrijfsstand van de machine voorts in hoofdzaak in de langsrichting van het gestel werkzaam. Een dergelijke opstel-35 ling voorkomt dat gewicht van het ene gesteldeel op het andere wordt overgedragen.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.
1002141; 4
Figuur 1 toont in een achteraanzicht een hooibouw-machine volgens de uitvinding, weergegeven in de transportstand;
Figuur 2 is een achteraanzicht van een deel van de 5 machine, weergegeven in een werkstand, de gestreepte lijnen geven de transportstand weer;
Figuur 3 is een bovenaanzicht volgens de pijl III in figuur 2.
Overeenkomstige delen in de figuren zijn met 10 gelijke verwijzingscijfers aangegeven. Verder is de uitvinding geenszins beperkt tot de hier afgebeelde en beschreven uitvoeringsvormen; deze dienen slechts ter illustratie van de uitvindingsgedachte.
Figuur 1 toont in achteraanzicht een hooibouw-15 machine, meer in het bijzonder een hooischudder. De machine omvat een langgestrekt gestel 1, waarin draaibaar om opwaarts gerichte draaiïngsassen bewerkingsorganen 2, in het onderhavige geval schudorganen, zijn gelegerd. Het gestel 1 omvat een centraal gesteldeel 3 met twee bewerkingsorganen 2 en, 20 nabij de uiteinden daarvan, laterale gesteldelen, die elk, via een overdwars ten opzichte van het gestel 1 en in hoofdzaak in de rijrichting A aangebrachte zwenkas 4, met het centrale gesteldeel 3 zijn verbonden. Elk van de laterale gesteldelen, ook wel met de term vleugel aangeduid, bestaat 25 uit ten minste één tussengesteldeel 5 en een, ten opzichte van een verticaal en in de rijrichting gedacht middenvlak M, buitenste gesteldeel 7. Een buitenste gesteldeel 7 is met een middelste gesteldeel 5 verbonden via een evenwijdig aan de zwenkas 4 aangebrachte zwenkas 6. Volgens de uitvinding 30 kunnen op analoge wijze tussen een buitenste gesteldeel 7 en het centrale gesteldeel 3 meerdere tussengesteldelen 5 zijn aangebracht. Het centrale gesteldeel is dan ook tevens aan te duiden als een eerste gesteldeel, waarbij het tussengesteldeel een tweede en het in het onderhavige geval buitenste 35 gesteldeel een derde gesteldeel vormt. Elk van de gesteldelen 3, 5, 7 is ten opzichte van een naburig gesteldeel in gelimiteerde mate vrij opwaarts en neerwaarts beweegbaar ten behoeve van het volgen van bodemongelijkmatigheden tijdens 10 02 1^1.
5 het bedrijf. Hiertoe zijn, voor de beperking van de bewegingsvrijheid, in neerwaartse richting aanslagen 8 aanwezig. Een bewerkingsorgaan 2 is via op zichzelf bekende wijze nabij het buitenste uiteinde van een gesteldeel 3, 5, 7 5 gelegerd in een tot het betreffende gesteldeel behorend huis 9 of een huis 10. In een huis 9 of 10 bevindt zich een haakse overbrenging van een zich door het gestel 1 uitstrekkende, eveneens plaatselijk scharnierbare aandrijfas, welke via een centraal aangebrachte transmissiekast 11 vanaf de trekker kan 10 worden aangedreven. Elk van de bewerkingsorganen 2 omvat een steunwiel 12, waarmee het bewerkingsorgaan 2 en het betreffende gesteldeel tijdens het bedrijf op de bodem steunt.
De machine is op enige afstand boven het gesteldeel 3, grotendeels evenwijdig daaraan verlopend, voorzien van een 15 bedieningselement 14, hier in de vorm van een hydraulische cilinder. Dite is met één uiteinde scharnierbaar verbonden met een eveneens zwenkbaar met een tussengesteldeel 5 verbonden arm 15 en aan het andere uiteinde eveneens scharnierbaar met een arm 16, welke op analoge wijze zwenkbaar is verbonden 20 met het het tegenovergelegen tussengesteldeel 5. Alle zwenkingen in dit verband vinden plaats om evenwijdig aan de zwenkassen 4 en 6 aangebrachte zwenkassen. In hoofdzaak evenwijdig aan een tussengesteldeel 5 verloopt een duw- en trekstang 17, welke met één uiteinde scharnierbaar verbonden 25 is met een arm 15, respectievelijk een arm 16, en met het andere uiteinde verbonden is met een plaatvormige steun 18, aangebracht aan een buitenste gesteldeel 7. Het bedieningselement 14, de zwenkarmen 15 en 16 en de duw- en trekstang 17 vormen tezamen een bedieningsorgaan voor het ten 30 opzichte van elkaar verzwenken van de laterale gesteldelen. Een steun 18 strekt zich over de zwenkas 6 tussen een buitenste en het betreffende binnenste gesteldeel 7, 6 uit. In de steun 18 is een in de werkstand horizontaal verlopend sleufgat 19 aangebracht, waarin een, eveneens een zwenkas 35 vormend, verbindingselement 20 in de vorm van een haaks omgezet uiteindedeel van de duw-trekstang 17 beweegbaar is. Tegen het vrije uiteinde van de steun 18 is een hier met rubber afgedekte stop 23 aangebracht, welke de opwaartse 10 0 2 14 1,.
6 bewegingsmogelijkheid van een gesteldeel 7 ten opzichte van het naburig tussengesteldeel 5 begrenst.
Tussen het verbindingselement 20 en het met het betreffende buitenste gesteldeel 7 verbonden tussengesteldeel 5 5 is een veerelement 21 in de vorm van een trekveer aan gebracht. In de onderhavige uitvoering is hiertoe een lip 22 op het tussengesteldeel 5 aangebracht, en is de veer 21 verstelbaar aangebracht met behulp van een in lengte en ten opzichte van de lip 22 verstelbaar verbindingselement 34. Het 10 verbindingselement 34 omvat in de onderhavige uitvoering een oog, waarin de veer 21 is gehaakt, en een van schroefdraad voorzien deel dat met behulp van een moer 35 en contramoer 35 ten opzichte van de lip 22 verstelbaar is.
Eén van beide duw- en trekstangen 17 is zodanig 15 verzwenkbaar met de arm 16 verbonden dat de afstand van de zwenkas uit deze verbinding tot de as van het scharnierpunt tussen de arm 16 en het betreffende tussengesteldeel 5, ongeveer het dubbele bedraagt van de soortgelijke afstand tussen de onderhavige duw- en trekstang 17 en het 20 bedieningselement 14. Nabij zijn andere uiteinde is het bedieningselement 14 met de arm 15 verbonden op een punt waarbij de afstand tussen de scharnieras van de betreffende duw- en trekstang 17 tot de scharnieras tussen de arm 15 en het betreffend tussengesteldeel 5 ongeveer vier keer zo groot 25 is als de afstand tussen de plaatselijke zwenkas van de treken duwstang 17 en de zwenkas tussen het bedieningselement 14 en de arm 15.
Het centrale gesteldeel 3 is voorts voorzien van een opbouw 24, bestaande uit een bovenste dwarsbalk 25, welke 30 via twee paar schoren 26 met het centrale gesteldeel 3 is verbonden. Nabij elk uiteinde van de dwarsbalk 25 is een passende opening voorzien, waarin in de transportstand een op een betreffend tussengesteldeel 5 aangebrachte pen 27 steekt. De pen 27 ligt daarbij, althans met een ten opzichte van de 35 rijrichting A voorste en achterste zijde, tegen een randdeel van de opening in het uiteinde van de dwarsbalk aan. In de transportstand rust het tussengesteldeel 5 tegen een aanslag 36 van de opbouw 24. Voorts is een via een koord 31 vanaf de 10 02 1 41 , 7 bestuurdersplaats bedienbaar en om een as 29 verzwenkbaar vergrendelelement 28 op een uiteinde van de dwarsbalk 25 aangebracht, welk element 28 ten behoeve van de vergrendeling van de transportstand van de machine op een pen 30 van het 5 betreffende tussengesteldeel 5 aangrijpt. Het centrale gesteldeel is in figuur 3 gedeeltelijk te zien en is via een bok 32 met de hefinrichting van een trekker koppelbaar. Voor zover in de onderhavige beschrijving niet anders is weergegeven omvat de machine voorts de constructie-elementen en 10 functioneert de machine zoals is weergegeven in de Nederlandse octrooiaanvrage 9401502. De hierin weergegeven machine vormt tevens een uitgangspunt voor de huidige constructie.
De werking van de constructie is als volgt.
Tijdens het bedrijf is het gestel 1 van de machine 15 in een langgerekte toestand gesteld, zoals is weergegeven in de figuren 2 en 3. Het bedieningselement 14 is bij voorkeur in een vrije stand gesteld zodat het, zij het onder enige, onder andere interne weerstand, in het onderhavige geval de stromingsweerstand van olie in een hydraulisch circuit, in 20 lengte veranderbaar is. Hierdoor zijn de bewerkingsorganen 2 van de beide vleugels, onder zwenking van de respectieve gesteldelen 5 en 7 om een betreffende zwenkas 4 en 6, in staat het grondoppervlak, dat wil zeggen de ongelijkmatigheden of welvingen daarin, te volgen. Het volgen 25 van het grondoppervlak door de met het centrale gesteldeel 3 verbonden bewerkingsorgaan 2 is bij normaal gebruik mogelijk door de hef inrichting van de trekker in een zogenaamde zweefstand te stellen, analoog aan de vrije instelling van het bedieningselement 14. Wanneer de machine wordt ingezet 30 met behulp van een trekker waarvan het hydraulische systeem geen vrijstand van het bedieningselement 14 toelaat, laat het tussen twee zwenkbare armen 15, 16 aangebracht zijn van het bedieningselement 14 toe, dat de bewegingsruimte van beide sleufgaten 19 benut wordt. Hierdoor laat de machine alsnog 35 een ruime zwenking van de laterale gesteldelen toe.
Desgewenst kan, bijvoorbeeld aan het kopeinde van een veld, de machine worden geheven door het activeren van de hefinrichting van de trekker. In deze toestand neemt het 1002141a 8 gestel 1, na aanraken van de gesteldelen 5 en 7 tegen een betreffende aanslag 8, de vorm van een boog aan, waarbij het buitenste uiteinde van de machine zich dichter bij het grondoppervlak bevindt dan één van beide, met het centrale 5 gesteldeel 3 verbonden, steunen 12. Het op deze wijze doorbuigen van het gestel 1 kan in de onderhavige machine enigermate worden opgeheven door het bedieningselement 14 gedurende korte tijd te activeren. Door de aanwezigheid van de trek-veren 21 worden dan de buitenste gesteldelen 7 opwaarts 10 gezwenkt voordat één van beide tussengesteldelen 5 in opwaartse richting zwenkt. Deze volgorde treedt op doordat de veer 21 tijdens het activeren van het bedieningselement 14 een gewichtsontlastend effect op het buitenste gesteldeel 7 heeft. Omdat de trekveer 21 op de trekstang 17 aanhaakt en in 15 de werkstand grotendeels in de richting voor de trek- en duwstang 17 werkt, is de door het bedieningselement 14 voor het heffen van de beide buitenste gesteldelen 7, gezamenlijk dan wel na elkaar, op te brengen kracht relatief gering ten opzichte van de, voor het heffen van één van beide vleugels 20 benodigde kracht.
In de transportstand maakt de lengte-as van een tussengesteldeel 5 een geringe hoek van enkele graden met een verticaal, zodanig dat het gesteldeel naar het gedachte verticale middenvlak M van de machine wijst. Wanneer de steun 25 18 tegen het tussengesteldeel 5 aanligt, maken de respectieve langsassen van gesteldelen 5 en 7 een hoek van ongeveer 30° met elkaar.
Het eerder omschreven effect dat, bij activering van het bedieningselement 14, door de werking van de trek-30 veren 21, allereerst beide buitenste gesteldelen 7 tot aan hun begrenzing in opwaartse richting zwenken, treedt eveneens op bij het voluit, dat wil zeggen tot aan de uiteindelijke transportstand toe, activeren van het bedieningselement 14. Nadat beide buitenste gesteldelen 7 tot aan hun bovenste 35 begrenzing zijn gezwenkt, zwenkt door het zoeken naar de weg van de minste weerstand automatisch eerst het tussengesteldeel 5, waarbij het bedieningselement 14 met de grootste afstand in verticale richting tot de betreffende zwenkas 4 10 0 2 H h 9 met het betreffende tussengesteldeel 5 is verbonden. In de onderhavige uitvoering is dit het gesteldeel 5 waaraan de in aanzicht meest asymmetrisch gevormde arm 15 is verbonden. Door deze met het verschil tussen de armen 15 en 16 5 gerealiseerde volgorde in het naar de transportstand toe zwenken van de machine wordt bereikt dat de bedieningscilinder 14 relatief licht uitgevoerd kan worden, omdat steeds slechts de kracht voor het heffen van slechts één lateraal gesteldeel in plaats van twee laterale gestel-10 delen tegelijk opgebracht hoeft te worden. Ook wordt bereikt dat de eerstgeheven vleugel automatisch volledig naar zijn door de grendelhaken 28 automatisch vergrendelde transportstand wordt gezwenkt, voordat de andere vleugel wordt geheven. Hierdoor wordt de mogelijkheid uitgesloten 15 dat, wanneer beide vleugels halverwege, dat wil zeggen tot ongeveer 45', gezwenkt zijn, de vleugels onverwachts zodanig doorslaan dat één van beide doorzwenkt naar de uiteindelijke transportstand onder het, door de zwaartekracht terug naar de grond zwenken van de andere vleugel.
20 Vanuit de in figuur 1 weergegeven transportstand wordt, bij normaal gebruik, aanvankelijk slechts één van beide vleugels, bij voorkeur de vleugel met de arm 16 ontgrendeld, en wordt voor het bereiken van de werkstand het bedieningselement 14 zodanig geactiveerd dat deze in lengte 25 uitzet en daardoor de ontgrendelde vleugels naar de werkstand wordt geduwd. Door het veerelement 21 wordt vervolgens bewerkstelligd dat de minste weerstand ondervonden wordt in het zwenken van het gesteldeel 5 om zijn zwenkas 4 en dat het haakse deel 20 van de duw- en trekstang 17 tegen het meest 30 nabij het gesteldeel 5 gelegen uiteinde van het sleufgat 19 wordt gehouden. Dit heeft, nadat het steunwiel 12 van het gesteldeel 5 het grondoppervlak heeft bereikt, het effect dat vervolgens het buitenste gesteldeel 7 op gecontroleerde wijze verder verzwenkt. Hierna kan op analoge wijze het andere 35 laterale gesteldeel in zijn werkstand worden gebracht.
De uitvinding is niet beperkt tot hetgeen hiervoor is beschreven, maar heeft ook betrekking op alle details in 10 02 14, 10 de tekeningen. De uitvinding heeft verder betrekking op allerlei alternatieven in de constructie, uiteraard vallende binnen de bewoordingen van de hiernavolgende conclusies.
10 02 1 41,

Claims (15)

1. Landbouwmachine met een langgestrekt gestel (1), met ten minste een eerste, een tweede en een derde gesteldeel (3, 5, 7), welk eerste en tweede (3, 5) en welk tweede en 5 derde gesteldeel (5, 7) onderling verzwenkbaar verbonden zijn via in de rijrichting opgestelde scharnierassen (4, 6), welk derde gesteldeel (7) ten opzichte van althans het eerste gesteldeel (3) verzwenkbaar is met behulp van een in hoofdzaak in de langsrichting van het gestel (1) in de 10 machine opgenomen, een bedieningselement (14) omvattend bedieningsorgaan, dat via een, een sleuf gat (19) en een daardoor geleid verbindingselement (20) omvattende verbinding (19, 20), zwenkbaar op het tweede of verder gelegen gesteldeel (5, 7) aangrijpt, met het kenmerk, dat de machine een 15 veerelement (21) omvat dat tussen het gestel (1) en het bedieningsorgaan (14, 15, 16, 17) in de richting van het eerste gesteldeel (3) werkzaam is.
2. Landbouwmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het veerelement (21) wordt gevormd door een 20 trekveer.
3. Landbouwmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het veerelement (21) werkzaam is aangebracht tussen het tweede gesteldeel (5) en het bedieningsorgaan (14, 15, 16, 17).
4. Landbouwmachine volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan (14 - 17) een trek- en duwstang (17) omvat, welke met het bedieningselement (14) is gekoppeld via een verzwenkbaar met het tweede gesteldeel (5) verbonden arm (15, 16).
5. Landbouwmachine volgens één der conclusies, met het kenmerk, dat het gestel (1) aan beide uiteinden van het eerste gesteldeel (3) is voorzien van een tweede en een derde gesteldeel (5, 7), waarop op analoge wijze het bedieningsorgaan (14 - 17) aangrijpt.
6. Landbouwmachine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine een hooibouw- machine, in het bijzonder een hooischudder is. 1 0 0; -
7. Landbouwmachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de machine aan elk gesteldeel (3, 5, 7) is voorzien van ten minste één om een opwaarts gerichte as aandrijfbaar schudorgaan (2).
8. Landbouwmachine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het sleufgat (19) met behulp van een op het derde gesteldeel (1) aangebrachte steun (18), gezien in de langsrichting vanaf het gestel (1) en vanaf het eerste gesteldeel (3), althans in hoofdzaak voorbij de tussen 10 het tweede (5) en het derde (7) gesteldeel aanwezige zwenkas (6) en op enige afstand daarboven is aangebracht.
9. Landbouwmachine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat direct met elkaar zwenkbaar verbonden gesteldelen (3, 5; 5, 7) met behulp van aanslagen 15 (8, 23, 36) beperkt ten opzichte van elkaar zwenkbaar zijn, althans zodanig dat in de transportstand van de machine de gesteldelen (3 - 5), althans de helft van een pentogram vormen.
10. Landbouwmachine volgens één der voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat de duw- en/of trekstang (17) een ten opzichte van zijn langsrichting haaks omgebogen, het verbindingselement vormend, uiteindedeel (20) omvat, waarop het veerelement (21) aangrijpt.
11. Landbouwmachine volgens één der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de trekveer (21) althans in de werkstand van de machine een in de langsrichting van de duw- en trekstang (17) overwegende richtingscomponent bezit.
12. Landbouwmachine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het veerelement (21) is aan- 30 gebracht met behulp van een in lengte verstelbaar verbindingselement (34).
13. Landbouwmachine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het veerelement (21) zodanig in de machine is opgenomen dat deze in de transportstand van 35 de machine een voorspanning heeft.
14. Landbouwmachine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het veerelement (21) in de werkstand van de machine een spanning heeft die groter is dan 10 0 2 141.' de spanning daarvan in de transportstand.
15. Landbouwmachine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan (14 -17) een bedieningselement (14) omvat dat met beide uiteinden 5 werkzaam verbonden is met een trek- en duwstang (17). toe;' i '
NL1002141A 1996-01-22 1996-01-22 Landbouwmachine. NL1002141C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002141A NL1002141C2 (nl) 1996-01-22 1996-01-22 Landbouwmachine.
EP19970200049 EP0784920B1 (en) 1996-01-22 1997-01-09 An agricultural machine
DE1997608464 DE69708464T2 (de) 1996-01-22 1997-01-09 Landwirtschaftliche Maschine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002141 1996-01-22
NL1002141A NL1002141C2 (nl) 1996-01-22 1996-01-22 Landbouwmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1002141C2 true NL1002141C2 (nl) 1997-07-25

Family

ID=19762187

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1002141A NL1002141C2 (nl) 1996-01-22 1996-01-22 Landbouwmachine.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0784920B1 (nl)
DE (1) DE69708464T2 (nl)
NL (1) NL1002141C2 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2838284B1 (fr) * 2002-04-16 2004-06-18 Kuhn Sa Machine de fenaison avec des bras porteurs de rotors pouvant etre verrouilles en position de transport
DE10330384A1 (de) * 2003-07-04 2005-05-19 Maschinenfabrik Bernard Krone Gmbh Heuwerbungsmaschine
DE10337596A1 (de) * 2003-08-16 2005-03-10 Deere & Co Parkvorrichtung und Mähgerät
DE202006003320U1 (de) 2006-03-02 2006-04-20 Fella-Werke Gmbh & Co. Kg Kreiselschwader
DE102010046940A1 (de) * 2010-09-29 2012-03-29 Claas Saulgau Gmbh Vorrichtung zur Verhinderung des Auseinanderfaltens eines Kreiselschwaders bei unebenen Bodenverhältnissen
DE102014112499B4 (de) * 2014-08-29 2023-06-29 Claas Saulgau Gmbh Landwirtschaftliches Arbeitsgerät

Citations (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2057239A (en) * 1979-08-24 1981-04-01 Lely Nv C Van Der Drive coupling
US4512416A (en) * 1982-09-30 1985-04-23 Hesston Corporation Flat fold implement frame
DE8803365U1 (nl) * 1988-03-12 1988-05-05 Wilhelm Stoll Maschinenfabrik Gmbh, 3325 Lengede, De
EP0291810A1 (de) * 1987-05-20 1988-11-23 GREENLAND GMBH & CO. KG Heuwerbungsmaschine
EP0300937A1 (fr) * 1987-07-15 1989-01-25 Kuhn S.A. Machine de fenaison munie de plusieurs roues râteleuses basculables en vue d'un repliement pour le transport ou le remisage
DE3831186A1 (de) * 1987-09-15 1989-03-30 Fella Werke Gmbh Heuwerbungsmaschine
EP0407757A1 (de) * 1989-07-08 1991-01-16 Claas Saulgau Gmbh Kreiselheumaschine
EP0429433A2 (de) * 1987-04-22 1991-05-29 H. Niemeyer Söhne GmbH & Co. KG Heuwerbungsmaschine
EP0454602A1 (fr) * 1990-04-27 1991-10-30 Kuhn S.A. Machine de fenaison avec plusieurs rotors
DE4026032A1 (de) * 1990-08-17 1992-01-02 Amazonen Werke Dreyer H Landwirtschaftliche verteilmaschine
EP0526365A1 (fr) * 1991-07-11 1993-02-03 Kuhn S.A. Machine de fenaison, notamment une andaineuse de végétaux coupés
EP0551948A1 (en) * 1992-01-15 1993-07-21 C. van der Lely N.V. A soil cultivating machine

Patent Citations (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2057239A (en) * 1979-08-24 1981-04-01 Lely Nv C Van Der Drive coupling
US4512416A (en) * 1982-09-30 1985-04-23 Hesston Corporation Flat fold implement frame
EP0429433A2 (de) * 1987-04-22 1991-05-29 H. Niemeyer Söhne GmbH & Co. KG Heuwerbungsmaschine
EP0291810A1 (de) * 1987-05-20 1988-11-23 GREENLAND GMBH & CO. KG Heuwerbungsmaschine
EP0300937A1 (fr) * 1987-07-15 1989-01-25 Kuhn S.A. Machine de fenaison munie de plusieurs roues râteleuses basculables en vue d'un repliement pour le transport ou le remisage
DE3831186A1 (de) * 1987-09-15 1989-03-30 Fella Werke Gmbh Heuwerbungsmaschine
DE8803365U1 (nl) * 1988-03-12 1988-05-05 Wilhelm Stoll Maschinenfabrik Gmbh, 3325 Lengede, De
EP0407757A1 (de) * 1989-07-08 1991-01-16 Claas Saulgau Gmbh Kreiselheumaschine
EP0454602A1 (fr) * 1990-04-27 1991-10-30 Kuhn S.A. Machine de fenaison avec plusieurs rotors
DE4026032A1 (de) * 1990-08-17 1992-01-02 Amazonen Werke Dreyer H Landwirtschaftliche verteilmaschine
EP0526365A1 (fr) * 1991-07-11 1993-02-03 Kuhn S.A. Machine de fenaison, notamment une andaineuse de végétaux coupés
EP0551948A1 (en) * 1992-01-15 1993-07-21 C. van der Lely N.V. A soil cultivating machine

Also Published As

Publication number Publication date
DE69708464T2 (de) 2002-09-05
EP0784920A1 (en) 1997-07-23
EP0784920B1 (en) 2001-11-28
DE69708464D1 (de) 2002-01-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2014372572B2 (en) Agricultural machine
EP3370499B1 (en) Carrier arm assembly
AU2016335152B2 (en) Carrier assembly
NL1002141C2 (nl) Landbouwmachine.
NL1032946C2 (nl) Bewerkingsinrichting.
NL1036352C2 (nl) Tophef aankoppeling.
NL1034636C2 (nl) Getrokken landbouwmachine.
EP2614697B3 (en) Agricultural machine having an impact protection
FI104687B (fi) Nostoripustettu niittokone
NL8001263A (nl) Landbouwwerktuig, in het bijzonder grondbewerkingsmachine.
NL8902527A (nl) Landbouwmachine.
NL1006969C2 (nl) Getrokken landbouwmachine.
NL9300362A (nl) Landbouwwerktuig, in het bijzonder een grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040801