NL1031873C1 - Hooibouwmachine. - Google Patents

Hooibouwmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL1031873C1
NL1031873C1 NL1031873A NL1031873A NL1031873C1 NL 1031873 C1 NL1031873 C1 NL 1031873C1 NL 1031873 A NL1031873 A NL 1031873A NL 1031873 A NL1031873 A NL 1031873A NL 1031873 C1 NL1031873 C1 NL 1031873C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drawbar
haymaking machine
wheel set
crop
hinged
Prior art date
Application number
NL1031873A
Other languages
English (en)
Inventor
Egbert Antonie Stremmelaar
Original Assignee
Maasland Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1031730A external-priority patent/NL1031730C2/nl
Application filed by Maasland Nv filed Critical Maasland Nv
Priority to NL1031873A priority Critical patent/NL1031873C1/nl
Priority to DE602007002518T priority patent/DE602007002518D1/de
Priority to EP07075307A priority patent/EP1852010B1/en
Priority to EP10075486.0A priority patent/EP2263441B1/en
Priority to EP09075292A priority patent/EP2113163B1/en
Priority to AT07075307T priority patent/ATE443435T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1031873C1 publication Critical patent/NL1031873C1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1085Having two rows of rotors on two different horizontal lines perpendicular to the advance direction of the machine
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1042Steering devices

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)
  • Harvesting Machines For Specific Crops (AREA)
  • Guiding Agricultural Machines (AREA)
  • Separation By Low-Temperature Treatments (AREA)
  • Window Of Vehicle (AREA)
  • Processes Of Treating Macromolecular Substances (AREA)

Description

«
HOOIBOUWMACHINE
De uitvinding heeft betrekking op een hooibouwmachine volgens de aanhef van conclusie 1.
5 Een dergelijke hooibouwmachine is bekend uit het EP-B1-0 559 024.
Hoewel een dergelijke hooibouwmachine in het algemeen bevredigend functioneert, bestaat er in het bijzonder bij erg zwaar gewas een behoefte aan het vergroten van de overlap van de rotoren, i.e. het verkleinen van de werkbreedte, om de op de rotoren werkzame krachten binnen werkbare grenzen te houden en kleinere zwaden te vormen. 10 Het is onder meer een doel van de onderhavige uitvinding om aan deze behoefte te voldoen.
Hiertoe bevat een hooibouwmachine van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding de in het kenmerk van conclusie 1 genoemde maatregelen. Doordat het ene uiteinde van de hydraulische cilinder ofwel met het ene uiteinde van de 15 stuurplaat ofwel met het andere uiteinde van de stuurplaat kan worden verbonden kan de werkbreedte van de hooibouwmachine worden ingesteld op een gewenste grootte. Hierbij is de hooibouwmachine volgens de uitvinding in vergelijking met de bekende hooibouwmachine door verandering van de bevestigingsplaats van het ene uiteinde van de hydraulische cilinder in een extra werkstand te plaatsen.
20 Bij voorkeur is de stuuras althans in hoofdzaak in het midden van de trekboom gelegen. In het bijzonder voordelig is het wanneer de stuuras is bevestigd in een aanslagzittingsplaat, die althans in hoofdzaak dwars op de stuuras is geplaatst, en die voorzien is van naar de aanslag gerichte aanslagzittingen.
Om te verhinderen dat bij het nemen van scherpere bochten op het 25 moment dat de aanslag al tegen de aanslagzitting aanligt, de stuurstang, of andere delen van de hooibouwmachine, overmatig belast wordt, is de hydraulische cilinder met een hydraulisch circuit verbonden waarin een overdrukventiel is opgenomen. Het zal duidelijk zijn dat naast een overdrukventiel ook equivalente middelen in het hydraulische circuit opgenomen kunnen zijn die een vergelijkbare functie uitoefenen, zoals een 30 volgordeventiel.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een hooibouwmachine voorzien van een trekboom die aan een voorste einde om een in hoofdzaak opwaarts gerichte verbindingsas schamierbaar aan een zich in hoofdzaak dwars op de trekboom uitstrekkende bok is bevestigd, en die aan het achterste einde is voorzien van een 35 ondersteunend wielstel, omvattende twee aan weerszijden van de trekboom geplaatste wielen, waarbij tussen het voorste en achterste einde een paar aan weerszijden van de 1031873 2 trekboom geplaatste, om in hoofdzaak opwaarts gerichte rotorassen draaibare, aandrijfbare gewasbewerkingsorganen aangebracht is, waarbij door een stuurinrichting de oriëntatie van de wielen ten opzichte van de trekboom instelbaar is, waarbij de stuurinrichting een stuurstang, die zowel schamierbaar met de bok als scharnierbaar met 5 het wielstel is verbonden, en een hydraulische cilinder omvat, die met één einde aan de stuurstang en met het andere einde aan het wielstel is verbonden, met het kenmerk, dat de hydraulische cilinder met een hydraulisch circuit is verbonden waarin een overdrukventiel is opgenomen.
Om de breedte van het afgelegde zwad verder te kunnen instellen is een 10 uitvoering van een hooibouwmachine volgens de uitvinding voorzien van een met de trekboom verbonden draaggestel voor het dragen van een gewasbewerkingsorgaan, waarbij het zwadbord is bevestigd aan een zwadbordgestel dat om een in hoofdzaak horizontaal gelegen as scharnierbaar met het draaggestel verbonden is, waarbij de hooibouwmachine in het bijzonder is voorzien van een zwadbordcilinder voor het 15 instellen van de oriëntatie van het zwadbord ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de hooibouwmachine. Hierbij is het voordelig wanneer één einde van de zwadbordcilinder met het zwadbord is verbonden en het andere einde van de zwadbordcilinder bevestigbaar is in één van een aantal op verschillende afstanden van de trekboom gelegen bevestigingspunten, waarbij de bevestigingspunten op het 20 zwadbordgestel en/of het draaggestel zijn voorzien.
De uitvinding heeft dan ook tevens betrekking op een hooibouwmachine voorzien van een trekboom die aan een voorste einde om een in hoofdzaak opwaarts gerichte verbindingsas scharnierbaar aan een zich in hoofdzaak dwars op de trekboom uitstrekkende bok is bevestigd, en die aan het achterste einde is voorzien van een 25 ondersteunend wielstel, omvattende twee aan weerszijden van de trekboom geplaatste wielen, waarbij tussen het voorste en achterste einde een paar aan weerszijden van de trekboom geplaatste, om in hoofdzaak opwaarts gerichte rotorassen draaibare, aandrijfbare gewasbewerkingsorganen aangebracht is, waarbij door een stuurinrichting de oriëntatie van de wielen ten opzichte van de trekboom instelbaar is, waarbij de 30 stuurinrichting een stuurstang, die zowel schamierbaar met de bok als schamierbaar met het wielstel is verbonden, en een hydraulische cilinder omvat, die met één einde aan de stuurstang en met het andere einde aan het wielstel is verbonden, met het kenmerk, dat de hooibouwmachine is voorzien van een met de trekboom verbonden draaggestel voor het dragen van een gewasbewerkingsorgaan, waarbij het zwadbord is bevestigd aan 35 een zwadbordgestel dat om een in hoofdzaak horizontaal gelegen as scharnierbaar met het draaggestel is verbonden.
3
Bij voorkeur is de hooibouwmachine voorzien van een zwadbordcilinder voor het instellen van de oriëntatie van het zwadbord ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de hooibouwmachine. In het bijzonder voordelig is het wanneer één einde van de zwadbordcilinder met het zwadbord is verbonden en het 5 andere einde van de zwadbordcilinder bevestigbaar is in één van een aantal op verschillende afstanden van de trekboom gelegen bevestigingspunten, waarbij de bevestigingspunten op het zwadbordgestel en/of het draaggestel zijn voorzien.
De uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld worden uitgelegd aan de 1 o hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm.
Figuur 1 toont schematisch een bovenaanzicht van een hooibouwmachine volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont schematisch in perspectief het achterste deel van de stuurinrichting volgens de uitvinding voor het instellen van de oriëntatie van het wielstel.
15 Figuur 3 toont schematisch in bovenaanzicht het achterste deel van de in
Figuur 2 getoonde stuurinrichting.
Figuur 4 toont schematisch in perspectief een detail van het achterste deel van de in Figuren 2 en 3 getoonde stuurinrichting, waarin de stuurplaat zichtbaar is, waarbij de hydraulische cilinder met één uiteinde van de stuurplaat is verbonden.
20 Figuur 5 toont schematisch in perspectief het achterste deel van de in
Figuren 2 en 3 getoonde stuurinrichting, waarin de stuurplaat zichtbaar is, waarbij de hydraulische cilinder met het andere uiteinde van de stuurplaat is verbonden.
Figuur 6 toont schematisch het hydraulische circuit met overdrukventiel waarin de hydraulische cilinder is opgenomen.
25 Figuur 7 toont schematisch in bovenaanzicht een gewasbewerkingsorgaan met een instelbaar zwadbord te gebruiken in een hooibouwmachine volgens de onderhavige uitvinding.
In Figuur 1 wordt schematisch in bovenaanzicht een uitvoeringsvorm van 30 een hooibouwmachine volgens de onderhavige uitvinding weergegeven. De hooibouwmachine is voorzien van een trekboom 1 die aan een voorste einde om een in hoofdzaak opwaarts gerichte verbindingsas 2 scharnierbaar aan een zich in hoofdzaak dwars op de trekboom 1 uitstrekkende bok 3 is bevestigd. Aan het achterste einde is de trekboom 1 voorzien van een ondersteunend wielstel 4, omvattende twee aan 35 weerszijden van de trekboom 1 geplaatste wielen 5, 6. Tussen het voorste en achterste einde van de trekboom 1 is een paar aan weerszijden van de trekboom 1 geplaatste, om 4 in hoofdzaak opwaarts gerichte rotorassen draaibare, aandrijfbare gewasbewerkingsorganen 7,8 aangebracht.
Door een stuurinrichting is de oriëntatie van de wielen 5, 6 ten opzichte van de trekboom 1 instelbaar. De stuurinrichting omvat een stuurstang 9, die zowel 5 schamierbaar met de bok 3 als schamierbaar met het wielstel 4 is verbonden, en een hydraulische cilinder 10, die met één einde aan de stuurstang 9 en met het andere einde aan het wielstel 4 is verbonden.
De hooibouwmachine is voorzien van een aan het achterste einde van de trekboom 1 bevestigde stuurplaat 11 (Figuur 4), die schamierbaar is om een in 10 hoofdzaak opwaarts gerichte stuuras 12, en die aan weerszijden van de in hoofdzaak opwaarts gerichte stuuras 12 gelegen uiteinden 13,14 bevat. De stuurstang 9 is met één uiteinde (13 volgens Figuur 4,14 volgens Figuur 5) van de stuurplaat 11 verbonden. Een aanslagplaat (in de Figuren gevormd door twee subplaten 15, 15'), is althans in hoofdzaak dwars op de opwaartse stuuras 12 geplaatst en is met de stuuras 12 15 verbonden. De aanslagplaat 15, 15' is voorzien van een boogvormige sleuf 16, 16', die aan de zijde van de stuuras 12 tegenover de bok 3 gelegen is. Het ene einde van de hydraulische cilinder 10 is met het ene (13) of andere uiteinde (14) van de stuurplaat 11 verbindbaar en het andere einde van de hydraulische cilinder 10, dat met het wielstel 4 is verbonden, is bevestigd aan een aanslag 17 die door de sleuf 16,16’ heen steekt en 20 beweegbaar in de sleuf 16, 16' is opgenomen. Zoals in Figuur 1 is te zien is de stuuras 12 althans in hoofdzaak in het midden van de trekboom 1 (of het verlengde daarvan) gelegen. Door de verbinding van het ene einde van de hydraulische cilinder 10 met het ene (13) einde van de stuurplaat 11 te veranderen in een verbinding van het ene einde van de hydraulische cilinder 10 met het andere einde (14), kan ervoor gezorgd worden 25 dat de hooibouwmachine een extra werkstand kan innemen. In deze extra werkstand bevinden de gewasbewerkingsorganen zich aan de andere zijde van het trekkende voertuig, waarbij twee zwaden worden gevormd. Het veranderen van de verbindingsplaats van de hydraulische cilinder 10 ten opzichte van de stuuras 12 kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door de stuurplaat 11 los te maken, om te draaien en 30 opnieuw vast te maken. Natuurlijk is het ook mogelijk de verbinding van het ene uiteinde van de hydraulische cilinder met het ene uiteinde los te maken en het ene uiteinde van de hydraulische cilinder aan het andere uiteinde van de stuurplaat te bevestigen.
Door bediening van de hydraulische cilinder is de trekboom, en zijn dientengevolge de gewasbewerkingsmachines, op een op zich bekende manier in een 35 werkstand brengbaar.
5
Aldus zijn er onder behoud van dezelfde rotatierichting van de gewasbewerkingsorganen drie werkstanden te realiseren. De eerste is een werkstand waarbij de trekboom 1, in normale bewegingsrichting gezien, recht achter het trekkende voertuig is geplaatst, zodat de gewasbewerkingsorganen 7, 8 symmetrisch achter de 5 trekboom 1 zijn gelegen. In deze stand met de grootste werkbreedte, wordt een enkel zwad afgelegd. In de tweede werkstand bevindt de trekboom 1 zich, in normale bewegingsrichting gezien, rechts achter het trekkende voertuig, en heeft een kleinere werkbreedte dan in de eerste werkstand. Deze tweede werkstand is bijvoorbeeld geschikt voor zwaarder gewas. De derde werkstand is te realiseren door het omdraaien 1 o van de stuurplaat 11, of door andere middelen, zoals bijvoorbeeld hydraulische cilinders, waarbij, zoals boven beschreven, de gewasbewerkingsorganen 7, 8 zich aan de andere zijde van het trekkende voertuig, dat is in normale rijrichting gezien, links achter het trekkende voertuig bevinden, waarbij twee zwaden worden gevormd. De werkbreedte in deze derde werkstand is gelegen tussen de werkbreedte van de eerste en tweede 15 werkstand.
De stuuras 12 is bevestigd in een aanslagzittingsplaat (in de Figuren gevormd door twee sub-aanslagzittingsplaten 18, 18’), die althans in hoofdzaak dwars op de stuuras 12 is geplaatst, en die is voorzien van naar de aanslag 17 gerichte aanslagzittingen (19,19'; 20, 20').
20 De hydraulische cilinder 10 heeft een eerste 21 en een tweede 22 aansluiting voor een hydraulisch circuit zoals in Figuur 6 in meer detail is weergegeven. De eerste aansluiting 21 is via een overdrukventiel 24 met het hydraulische circuit van een de hooibouwmachine trekkend voertuig verbonden. Tussen het overdrukventiel 24 en de eerste aansluiting 21 is een aftakking verbonden die naar een dubbel gestuurd 25 terugslagventiel 25 leidt, welk terugslagventiel 25 ook naar het hydraulische circuit van het trekkende voertuig leidt. Tevens is dit dubbel gestuurde terugslagventiel 25 met de tweede aansluiting 22 van de hydraulische cilinder 10 verbonden. Dit hydraulische circuit zorgt voorde verplaatsing van de zuiger 23 in de hydraulische cilinder 10.
Wanneer in het geval dat de aanslag 17 tegen de aanslagzittingen 19,19'; 30 20, 20' aanligt er een aanvullende kracht op de cilinder wordt uitgeoefend, bijvoorbeeld doordat het trekkende voertuig een nog scherpere bocht neemt, dan zorgt het overdrukventiel 24 er voor dat hydraulische vloeistof (drukloos) terug naar het trekkende voertuig wordt verplaatst, waardoor in feite de zuiger 23 wordt ingetrokken. Hierdoor wordt een overbelasting op de stuurstang 9, en eventueel andere onderdelen van de 35 hooibouwmachine verhinderd.
6
Op zich is het uit EP-A1-0 709 019 bekend om een opklapbaar zwadbord voor het vormen van een zwad op te nemen in een hooibouwmachine, waarbij het zwadbord via een cilinder, welke in het hydraulische circuit van de opklapcilinder van de gewasbewerkingsorganen is opgenomen, naar zijn uiterste stand kan worden verplaatst.
5 In een in Figuur 7 weergegeven uitvoering van de uitvinding is de hooibouwmachine voorzien van een met de trekboom 1 verbonden draaggestel 26 voor het dragen van een gewasbewerkingsorgaan 8, waarbij een zwadbord 27 is bevestigd aan een zwadbordgestel 28, in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bij voorkeur geïntegreerd met de beschermbeugel 29 voor het gewasbewerkingsorgaan 8, dat om 10 een in hoofdzaak horizontaal gelegen as 30 scharnierbaar met het draaggestel 26 is verbonden. Door middel van een zwenkplaat 31 voorzien van een sleuf 32 is de oriëntatie van het zwadbord 27 ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de hooibouwmachine in te stellen. Hiertoe kan voorafgaand aan gebruik van de machine de oriëntatie ingesteld worden, bijvoorbeeld door middel van niet weergegeven bouten en 15 moeren. Eén einde van de zwadbordcHinder 33 is met het zwadbord 27 verbonden en het andere einde van de zwadbordcilinder 33 is bevestigbaar in één van een aantal op verschillende afstanden van de trekboom 1 gelegen bevestigingspunten 34 tot en met 38, waarbij de bevestigingspunten 34, 35, 36 op het zwadbordgestel 28 en de bevestigingspunten 37, 38 op het draaggestel 26 zijn voorzien. Wanneer de 20 zwadbordcilinder 33 in één van de bevestigingspunten 34, 35, 36 is bevestigd, kan het zwadbord (samen met de beschermbeugel 29 afzonderlijk van het gewasbewerkingsorgaan 8 worden opgeklapt), terwijl deze afzonderlijke opklapbeweging, wanneer de cilinder 33 in de bevestigingspunten 37, 38 is bevestigd, niet kan worden uitgevoerd. Door bevestiging in de verschillende bevestigingspunten 34 25 tot en met 38 is een andere zwadbreedte instelbaar.
103 1873 '

Claims (13)

1. Hooibouwmachine voorzien van een trekboom (1) die aan een voorste einde om een in hoofdzaak opwaarts gerichte verbindingsas (2) scharnierbaar aan een 5 zich in hoofdzaak dwars op de trekboom (1) uitstrekkende bok (3) is bevestigd, en die aan het achterste einde is voorzien van een ondersteunend wielstel (4) omvattende twee aan weerszijden van de trekboom (1) geplaatste wielen (5,6), waarbij tussen het voorste en achterste einde een paar aan weerszijden van de trekboom (1) geplaatste, om in hoofdzaak opwaarts gerichte rotorassen draaibare, aandrijfbare 10 gewasbewerkingsorganen (7, 8) aangebracht is, waarbij door een stuurinrichting de oriëntatie van de wielen (5, 6) ten opzichte van de trekboom (1) instelbaar is, waarbij de stuurinrichting een stuurstang (9), die zowel scharnierbaar met de bok (3) als scharnierbaar met het wielstel (4) is verbonden, en een hydraulische cilinder (10) omvat, die met één einde aan de stuurstang (9) en met het andere einde aan het wielstel (4) is 15 verbonden, met het kenmerk, dat de hooibouwmachine is voorzien van een aan het achterste einde van de trekboom (1) bevestigde stuurplaat (11), die scharnierbaar is om een in hoofdzaak opwaarts gerichte stuuras (12), en die aan weerszijden van de in hoofdzaak opwaarts gerichte stuuras (12) gelegen uiteinden (13, 14) bevat, waarbij de stuurstang (9) met één uiteinde (13, 14) van de stuurplaat (11) is verbonden, dat een 20 aanslagplaat (15, 15’), die althans in hoofdzaak dwars op de opwaartse stuuras (12) geplaatst is, met de stuuras (12) verbonden is, welke aanslagplaat (15, 15') is voorzien van een boogvormige sleuf (16, 16’), die aan de zijde van de stuuras (12) tegenover de bok (3) is gelegen en waarbij het ene einde van de hydraulische cilinder (10) met het ene of andere uiteinde (13,14) van de stuurplaat (11) verbindbaar is en het andere einde van 25 de hydraulische cilinder (10), welk ander einde met het wielstel (4) is verbonden, bevestigd is aan een aanslag (17) die door de sleuf (16,16’) heen steekt en beweegbaar in de sleuf (16,16’) is opgenomen.
2. Hooibouwmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stuuras (12) althans in hoofdzaak in het midden van de trekboom (1) is gelegen.
3. Hooibouwmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de stuuras (12) is bevestigd in een aanslagzittingsplaat (18, 18’), die althans in hoofdzaak dwars op de stuuras (12) is geplaatst, en die voorzien is van naar de aanslag (17) gerichte aanslagzittingen (19,19’: 20,20’).
4. Hooibouwmachine volgens een van de voorgaande conclusies, met het 35 kenmerk, dat de hydraulische cilinder (10) met een hydraulisch circuit is verbonden waarin een overdrukventiel (24) is opgenomen. 1031873
5. Hooibouwmachine voorzien van een trekboom (1) die aan een voorste einde om een in hoofdzaak opwaarts gerichte verbindingsas (2) schamierbaar aan een zich in hoofdzaak dwars op de trekboom (1) uitstrekkende bok (3) is bevestigd, en die aan het achterste einde is voorzien van een ondersteunend wielstel (4), omvattende 5 twee aan weerszijden van de trekboom (1) geplaatste wielen (5, 6), waarbij tussen het voorste en achterste einde een paar aan weerszijden van de trekboom (1) geplaatste, om in hoofdzaak opwaarts gerichte rotorassen draaibare, aandrijfbare gewasbewerkingsorganen (7, 8) aangebracht is, waarbij door een stuurinrichting de oriëntatie van de wielen (5, 6) ten opzichte van de trekboom (1) instelbaar is, waarbij de 10 stuurinrichting een stuurstang (9), die zowel schamierbaar met de bok (3) als schamierbaar met het wielstel (4) is verbonden, en een hydraulische cilinder (10) omvat, die met één einde aan de stuurstang (9) en met het andere einde aan het wielstel (4) is verbonden, met het kenmerk, dat de hydraulische cilinder (10) met een hydraulisch circuit is verbonden waarin een overdrukventiel (24) is opgenomen.
6. Hooibouwmachine volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hooibouwmachine is voorzien van een met de trekboom (1) verbonden draaggestel (26) voor het dragen van een gewasbewerkingsorgaan (7, 8), waarbij het zwadbord (27) is bevestigd aan een zwadbordgestel (28) dat om een in hoofdzaak horizontaal gelegen as (30) schamierbaar met het draaggestel (26) is verbonden.
7. Hooibouwmachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de oriëntatie van het zwadbord (27) instelbaar is ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de hooibouwmachine.
8. Hooibouwmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat één einde van de zwadbordcilinder (33) met het zwadbord (27) is verbonden en het andere einde 25 van de zwadbordcilinder (33) bevestigbaar is in één van een aantal op verschillende afstanden van de trekboom (1) gelegen bevestigingspunten (34, 35, 36, 37, 38), waarbij de bevestigingspunten op het zwadbordgestel (28) en/of het draaggestel (26) zijn voorzien.
9. Hooibouwmachine voorzien van een trekboom (1) die aan een voorste 30 einde om een in hoofdzaak opwaarts gerichte verbindingsas (2) schamierbaar aan een zich in hoofdzaak dwars op de trekboom(1) uitstrekkende bok (3) is bevestigd, en die aan het achterste einde is voorzien van een ondersteunend wielstel (4), omvattende twee aan weerszijden van de trekboom (1) geplaatste wielen (5, 6), waarbij tussen het voorste en achterste einde een paar aan weerszijden van de trekboom (1) geplaatste, 35 om in hoofdzaak opwaarts gerichte rotorassen draaibare, aandrijfbare gewasbewerkingsorganen (7, 8) aangebracht is, waarbij door een stuurinrichting de oriëntatie van de wielen (5, 6) ten opzichte van de trekboom (1) instelbaar is, waarbij de stuurinrichting een stuurstang (9), die zowel scharnierbaar met de bok als scharnierbaar met het wielstel (4) is verbonden, en een hydraulische cilinder (10) omvat, die met één einde aan de stuurstang (9) en met het andere einde aan het wielstel (4) is verbonden, 5 met het kenmerk, dat de hooibouwmachine is voorzien van een met de trekboom (1) verbonden draaggestel (26) voor het dragen van een gewasbewerkingsorgaan (7, 8), waarbij het zwadbord (27) is bevestigd aan een zwadbordgestel (28) dat om een in hoofdzaak horizontaal gelegen as (30) scharnierbaar met het draaggestel (26) is verbonden.
10. Hooibouwmachine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de oriëntatie van het zwadbord (27) instelbaar is ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de hooibouwmachine.
11. Hooibouwmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat één einde van de zwadbordcilinder (33) met het zwadbord (27) is verbonden en het andere einde 15 van de zwadbordcilinder (33) bevestigbaar is in één van een aantal op verschillende afstanden van de trekboom (1) gelegen bevestigingspunten (34, 35, 36, 37, 38), waarbij de bevestigingspunten op het zwadbordgestel (28) en/of het draaggestel (26) zijn voorzien.
12. Hooibouwmachine voorzien van een trekboom (1) die aan een 20 voorste einde om een in hoofdzaak opwaarts gerichte verbindingsas (2) scharnierbaar aan een zich in hoofdzaak dwars op de trekboom (1) uitstrekkende bok (3) is bevestigd, en die aan het achterste einde is voorzien van een ondersteunend wielstel (4) omvattende twee aan weerszijden van de trekboom (1) geplaatste wielen (5, 6), waarbij tussen het voorste en achterste einde een paar aan weerszijden van de trekboom (1) 25 geplaatste, om in hoofdzaak opwaarts gerichte rotorassen draaibare, aandrijfbare gewasbewerkingsorganen (7, 8) aangebracht zijn, waarbij door een stuurinrichting de oriëntatie van de wielen (5, 6) ten opzichte van de trekboom (1) instelbaar is, waarbij de stuurinrichting een stuurstang (9), die zowel scharnierbaar met de bok (3) als scharnierbaar met het wielstel (4) is verbonden, en een hydraulische cilinder (10) omvat, 30 die met één einde aan de stuurstang (9) en met het andere einde aan het wielstel (4) is verbonden, met het kenmerk, dat de hooibouwmachine bij gelijke rotatierichting van de gewasbewerkingsorganen (7, 8) in drie werkstanden instelbaar is: een eerste werkstand met een eerste werkbreedte waarin de trekboom (1) met gewasbewerkingsorganen (7, 8) in normale rijrichting gezien, recht achter een trekkend voertuig gelegen is en waarin 35 één zwad wordt afgelegd, een tweede werkstand met een tweede werkbreedte die kleiner is dan de eerste werkbreedte, waarin de trekboom (1) met gewasbewerkingsorganen (7, 8) zich, in normale rijrichting gezien, rechts achter het trekkende voertuig bevindt en waarin één zwad wordt afgelegd, en een derde werkstand met een derde werkbreedte die gelegen is tussen de eerste en tweede werkbreedte, waarin de trekboom (1) met gewasbewerkingsorganen (7, 8) zich in normale rijrichting 5 gezien links achter het trekkende voertuig bevindt en waarin twee zwaden worden afgelegd.
13. Hooibouwmachine volgens conclusie 12 onder verwijzing naar conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de hooibouwmachine van de tweede in de derde werkstand plaatsbaar is door het omdraaien van de stuurplaat (11). 1031873
NL1031873A 2006-05-02 2006-05-24 Hooibouwmachine. NL1031873C1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031873A NL1031873C1 (nl) 2006-05-02 2006-05-24 Hooibouwmachine.
DE602007002518T DE602007002518D1 (de) 2006-05-02 2007-04-24 Heuerntemaschine
EP07075307A EP1852010B1 (en) 2006-05-02 2007-04-24 A haymaking machine
EP10075486.0A EP2263441B1 (en) 2006-05-02 2007-04-24 A haymaking machine
EP09075292A EP2113163B1 (en) 2006-05-02 2007-04-24 A haymaking machine
AT07075307T ATE443435T1 (de) 2006-05-02 2007-04-24 Heuerntemaschine

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031730A NL1031730C2 (nl) 2006-05-02 2006-05-02 Hooibouwmachine.
NL1031730 2006-05-02
NL1031873A NL1031873C1 (nl) 2006-05-02 2006-05-24 Hooibouwmachine.
NL1031873 2006-05-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1031873C1 true NL1031873C1 (nl) 2007-11-05

Family

ID=38326144

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1031873A NL1031873C1 (nl) 2006-05-02 2006-05-24 Hooibouwmachine.

Country Status (4)

Country Link
EP (3) EP1852010B1 (nl)
AT (1) ATE443435T1 (nl)
DE (1) DE602007002518D1 (nl)
NL (1) NL1031873C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113228853A (zh) * 2021-05-24 2021-08-10 扬州和益电动工具有限公司 一种把手180度调换的旋耕机

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FI120815B (sv) * 2007-08-28 2010-03-31 El Ho Ab Oy Bogserad strängläggare
DE202009003439U1 (de) 2009-03-11 2010-07-22 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Gmbh Heuwerbungsmaschine
DE202010006406U1 (de) 2010-05-04 2011-10-12 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Gmbh Landmaschine
DE102014013888A1 (de) * 2014-09-18 2016-03-24 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H. Landwirtschaftliches Anbaugerät
KR102449662B1 (ko) * 2022-04-25 2022-09-29 김주영 집초용 반전기

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2844235A1 (de) * 1978-10-11 1980-04-24 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Heuwerbungsmaschine
DK156531B (da) * 1979-10-23 1989-09-11 Lely Nv C Van Der Rivemaskine
DE8807385U1 (nl) * 1988-06-07 1988-07-28 Wilhelm Stoll Maschinenfabrik Gmbh, 3325 Lengede, De
FR2648983B1 (fr) * 1989-06-28 1991-10-04 Kuhn Sa Machine agricole munie de deux bras telescopiques portant chacun un rotor
NL9100572A (nl) * 1991-04-03 1992-11-02 Lely Nv C Van Der Landbouwmachine.
FR2678804B1 (fr) * 1991-07-11 1998-09-18 Kuhn Sa Machine de fenaison comportant au moins une roue rateleuse, un dispositif de protection et un deflecteur reglable.
FR2686481B1 (fr) * 1992-01-24 1999-01-22 Kuhn Sa Machine de fenaison comportant un chassis avec des roues porteuses commandees.
DE4201881A1 (de) * 1992-01-24 1993-07-29 Krone Bernhard Gmbh Maschf Heuwerbungsmaschine
DE4206504C2 (de) * 1992-03-02 1996-06-05 Krone Bernhard Gmbh Maschf Heuwerbungsmaschine
DE9417375U1 (de) 1994-10-29 1995-01-19 Claas Saulgau Gmbh Kreiselschwader
DE19916759B4 (de) * 1999-04-14 2005-08-25 Gebr. Pöttinger GmbH Kreiselschwader
DE19918194A1 (de) * 1999-04-22 2000-10-26 Claas Saulgau Gmbh Heuwerbungsmaschine mit verstellbarem Prallelement
DE20321819U1 (de) * 2003-04-16 2010-10-07 Claas Saulgau Gmbh Fahrwerkslenkung für eine landwirtschaftliche Arbeitsmaschine

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113228853A (zh) * 2021-05-24 2021-08-10 扬州和益电动工具有限公司 一种把手180度调换的旋耕机
CN113228853B (zh) * 2021-05-24 2023-10-27 扬州和益电动工具有限公司 一种把手180度调换的旋耕机

Also Published As

Publication number Publication date
EP1852010B1 (en) 2009-09-23
EP2113163B1 (en) 2012-06-20
DE602007002518D1 (de) 2009-11-05
EP1852010A3 (en) 2007-12-12
EP2113163A3 (en) 2010-02-10
EP2113163A2 (en) 2009-11-04
EP2263441B1 (en) 2017-10-11
EP1852010A2 (en) 2007-11-07
EP2263441A2 (en) 2010-12-22
ATE443435T1 (de) 2009-10-15
EP2263441A3 (en) 2012-07-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1031873C1 (nl) Hooibouwmachine.
NL8800065A (nl) Hooibouwmachine.
US6336313B1 (en) Swivel device for support wheels
US5956934A (en) Folding finger wheel V-rake
EP2042025B1 (en) A mower with a lateral conveyor
EP3811766A1 (en) Improved agricultural implement
EP2057890B1 (en) Haymaking machine
NL1031730C2 (nl) Hooibouwmachine.
NL1029351C2 (nl) Hooibouwmachine en machine.
NL1011989C2 (nl) Hooibouwmachine.
NL9301441A (nl) Maaimachine.
EP0579573B1 (en) A lift-suspended mower
EP0524131B1 (en) Lift suspended mower
NL2015453B1 (nl) Landbouwaankoppelwerktuig.
EP0769895B1 (en) A lift-suspended mowing machine
EP2140748A1 (en) Tractor hitches
NL2003140C2 (nl) Landbouwmachine.
CZ102194A3 (en) Supporting frame for rotary cutting apparatus of large working width
NL1017549C2 (nl) Hooiverzamelinrichting
NL1022564C2 (nl) Hooibouwmachine.
NL1011401C2 (nl) Aan een landbouwtrekker of dergelijk voertuig aan te koppelen machine.
US20220159895A1 (en) Agriculteral machine with additional axle
EP3639641B1 (en) Improved agricultural apparatus
NL1018601C2 (nl) Hooibouwmachine.
NL8602334A (nl) Voertuig voorzien van voorwielbesturing en een pendelende maai-inrichting.

Legal Events

Date Code Title Description
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20120524