NL1011401C2 - Aan een landbouwtrekker of dergelijk voertuig aan te koppelen machine. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Aan een landbouwtrekker of dergelijk voertuig aan te koppelen machine.

De uitvinding heeft betrekking op een aan een landbouw-5 trekker of dergelijk voertuig aan te koppelen machine, die is voorzien van een gelede giek die tenminste twee om een horizontale zwenkas ten opzichte van elkaar verstelbare giekdelen omvat, terwijl de giek met een einde gekoppeld is met een aan de landbouwtrekker of dergelijke te koppelen bevestigingssteun, zodanig, dat de giek ten opzichte van de 10 bevestigingssteun zowel om een verticale als om een horizontale zwenkas verdraaibaar is, terwijl aan het andere vrije uiteinde van de giek een werktuig is gekoppeld, dat ten opzichte van de giek verstelbaar is om een zich dwars op de lengte-as van de giek uitstrekkende zwenkas en een deel van de giek waaraan het werktuig is gekoppeld ten 15 opzichte van het overige deel van de giek verstelbaar is om een zwenkas, die de horizontale zwenkas tussen de giekdelen kruist.

Een dergelijke machines is bekend uit US-A-5775075. De bij een dergelijke machine toegepaste v/erktuigen worden bijvoorbeeld gebruikt voor sloot- en bermonderhoud, waarbij het werktuig wordt 20 gevormd door bijvoorbeeld een maalinrichting of een maaikorf met een verhoudingsgewijs grote lengte, welk werktuig zich tijdens bedrijf dwars op de giek kan uitstrekken.

Om een groot werkbereik te hebben, bijvoorbeeld bij het reinigen van sloten, het maaien van taluds en dergelijke heeft ook de 25 giek een verhoudingsgewijs grote lengte.

Een probleem dat hierbij ontstaat is het transport van een dergelijke combinatie van landbouwtrekker en aan de landbouwtrekker gekoppelde machine over de weg. Bij de huidige machines kunnen daarbij de afmetingen van de machine, in het bijzonder de lengte van de giek 30 en/of van het werktuig zodanig zijn, dat een dergelijke combinatie niet meer valt onder de wettelijk toegestane maten voor over de openbare weg te verplaatsen voertuigen.

Om aan dit bezwaar tegemoet te komen zou men de machine van de landbouwtrekker of dergelijke kunnen loskoppelen en meenemen op een 35 aanhangwagen, maar het zal duidelijk zijn, dat hieraan meerdere nadelen zijn verbonden, zoals het tijdrovend loskoppelen en later weer 1011401 2 aanbouwen van de machine en het gebruik van een extra aanhangwagen of dergelijke.

Met de uitvinding wordt beoogd een machine van bovengenoemde soort te verkrijgen, waarbij de aan de tot nu toe gebruike-5 lijke machines klevende nadelen kunnen worden verminderd of opgeheven.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de giek van de aan een zijkant van de landbouwtrekker of dergelijke aan te koppelen machine een drietal om horizontale zwenkassen ten opzichte van elkaar verzwenkbare delen omvat waarvan het giekdeel, dat aansluit 10 op het met de bevestigingssteun gekoppelde giekdeel ten opzichte van dit laatstgenoemde giekdeel verzwenkbaar is tussen een tweetal aan weerszijden van dit giekdeel gelegen standen.

Door toepassing van een dergelijke constructie kan een deel van de giek van de aan een landbouwtrekker of dergelijke gekoppelde 15 machine voor transport zeer compact worden samengevouwen in een nabij een zijkant van de landbouwtrekker of dergelijke gelegen stand terwijl gezien in een bovenaanzicht op de landbouwtrekker of dergelijke het het werktuig dragende deel van de giek voor transport kan worden gebracht in een stand, waarin dit giekdeel zich dwars op de lengte-20 richting van de landbouwtrekker uitstrekt, waardoor de mogelijkheid wordt geschapen tot een verkleining van de afmetingen van eventueel buiten de omtrek van de landbouwtrekker uitstekende delen van de machine.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de 25 hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvorm van een combinatie van landbouwtrekker en machine volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een achteraanzicht op een landbouwtrekker en een aan een zijkant van deze landbouwtrekker gekoppelde machine in een 30 voor bedrijf geschikte stand.

Figuur 2 toont een zijaanzicht cp de combinatie van 1andbouwtrekker en machine in een voor transport geschikte stand.

Figuur 3 toont een bovenaanzicht op figuur 2.

In figuur 1 is een landbouwtrekker 1 weergegeven aan een 35 zijkant waarvan met behulp van een bevestigingssteun 2 een machine 3 is gekoppeld.

1011401 3

De machine 3 omvat een giek, die is opgebouwd uit een viertal giekdelen 5-8. Het giekdeel 5 is aan een uiteinde met behulp van een horizontaal verlopende zwenkas 9 verzwenkbaar met de be-vestigingssteun 2 gekoppeld. Voor het verzwenken van het giekdeel 5 5 met de verdere daaraan gekoppelde giekdelen 6-8 is tussen de be- vestigingssteun 2 en het van de zwenkas 9 afgekeerde einde van het giekdeel 5 een op zichzelf bekende verstelcilinder 10 aangebracht, welke verstelcilinder in de in figuur 1 afgebeelde bedrijfsstand onder het giekdeel 5 is gelegen.

10 Het giekdeel 6 is met behulp van een zich evenwijdig aan de zwenkas 9 uitstrekkende zwenkas 11 gekoppeld met het van de zwenkas 9 afgekeerde uiteinde van het giekdeel 5. Voor het verzwenken van het giekdeel 6 met de daaraan gekoppelde giekdelen 7 en 8 ten opzichte van het giekdeel 5 is een zich gezien in figuur 1 boven het giekdeel 6 15 uitstrekkende verstelcilinder 12 tussen de beide giekdelen 5 en 6 aangebracht.

Aan het van het giekdeel 5 afgekeerde uiteinde van het giekdeel 6 is met behulp van een zich evenwijdig aan de zwenkassen 9 en 11 uitstrekkende zwenkas 13 een uiteinde van het giekdeel 7 be-20 vestigd. Voor de verzwenking van het giekdeel 7 en het daarmede verbonden giekdeel 8 is tussen het giekdeel 6 en het giekdeel 7 een zich gezien in figuur 1 onder het giekdeel 6 uitstrekkende verstelcil inder 14 aangebracht.

De beide giekdelen 7 en 8 zijn met behulp van een zich 25 loodrecht op de lengterichting van deze beide giekdelen 7 en 8 uit strekkende zv/enkas 15, die de zwenkassen 9, 11 en 13 loodrecht kruist, scharnierend met elkaar verbonden. Daarbij is het giekdeel 8 ten opzichte van het giekdeel 7 om de zwenkas verdraaibaar met behulp van een verstelcilinder 8’ (figuur 3) en tegen verdraaiing om de zwenkas 30 15 met behulp van niet nader weergegeven middelen te borgen in de in figuur 1 weergegeven stand waarin beide giekdelen 7 en 8 in eikaars verlengde liggen en een stand, zoals weergegeven in figuren 2 en 3, waarin het giekdeel 8 zich loodrecht op het giekdeel 7 uitstrekt.

Aan het vrije uiteinde van het giekdeel 8 is een koppelstuk 35 16 aangebracht dat met behulp van een tussen dit giekdeel 8 en het koppelstuk 16 aangebrachte verstelcilinder 17 verzwenkbaar is om een

101140T

4 zwenkas 18. In de in figuur 1 weergegeven werkstand van de combinatie landbouwtrekker 1 en machine 3 is de verstelcilinder 17 boven het giekdeel 8 gelegen, terwijl de zwenkas 18 zich daarbij evenwijdig aan de zwenkassen 9, 11 en 13 uitstrekt.

5 Met behulp van een de zwenkas 18 loodrecht kruisende zwenkas 19 is een werktuig 20 met het koppelstuk 16 verbonden. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt dit werktuig 20 gevormd door een op zich bekende langgestrekte maaikorf, die gebruikt wordt voor het reinigen van sloten en dergelijke. Hiertoe is de maaikorf voorzien 10 van een zich in de lengterichting van de maaikorf uitstrekkende messenbalk waarmede in de sloot of dergelijk aanwezig gewas kan worden afgemaaid om vervolgens in de korf te worden opgenomen. Uiteraard is echter ook het gebruik van andere werktuigen denkbaar.

Het zal duidelijk zijn, dat door manipuleren met de 15 verschillende verstelcilinders 10, 12, 14 en/of 17 tijdens bedrijf de maaikorf kan worden bewogen langs de begrenzingen van een sloot of greppel 21 of dergelijke.

Zoals weergegeven in figuren 2 en 3 kan voor transport de machine 3 ten opzichte van de landbouwtrekker 1 en de aan deze land-20 bouwtrekker bevestigde bevestigingssteun 2 worden verzwenkt in een stand, waarin het aan de bevestigingssteun 2 gekoppelde giekdeel 5 zich tenminste nagenoeg loodrecht omhoog uitstrekt en de giekdelen 6 en 7 zich tenminste nagenoeg evenwijdig aan de lengterichting van de landbouwtrekker 1 uitstrekken. Daarbij is het giekdeel 6 verzwenkt 25 vanuit een stand waarin dit giekdeel 6, zoals weergegeven in figuur 1, in de bedrijfsstand aan een zijde van het giekdeel 5 is gelegen, naar een tweede stand, waarin dit giekdeel 6 aan de andere zijde van dit giekdeel 5 is gelegen. Deze verzwenking van het giekdeel 6 ten opzichte van het giekdeel 5 kan worden bewerkstelligd met behulp van 30 de verstelcilinder 12. Het giekdeel 7 is verder in de richting van het giekdeel 6 verzwenkt, zodanig, dat deze beide giekdelen 6 en 7 gezien in de transportstand boven elkaar en bij benadering evenwijdig aan elkaar verlopen.

Verder is het giekdeel 8 vanuit de bedrijfsstand waarin dit 35 giekdeel 8 in het verlengde van het giekdeel 7 is gelegen ten opzichte van dit giekdeel 7 verzwenkt over een hoek van 90°, zodat het giekdeel f011401 5 8 zich dwars op de lengterichting van de trekker boven de trekker 1 uitstrekt. In deze stand strekt het 1anggestrekte werktuig 20, dat aan het uiteinde van de giek is gekoppeld, zich tenminste nagenoeg evenwijdig aan de lengterichting van de trekker uit, terwijl zowel het 5 giekdeel 8 als het werktuig 20 op een voldoend grote hoogte is gelegen om de bestuurder van de landbouwtrekker een onbelemmerd uitzicht te geven tijdens transport van de machine.

Door de bovenbeschreven opbouw van de machine, welke de eveneens hierboven beschreven opstelling van de machine in een voor 10 transport geschikte stand mogelijk maakt kan op eenvoudige wijze in de transportstand een opstelling worden verkregen waarin de combinatie van landbouwtrekker en machine binnen de wettelijk toelaatbare grenzen voor transport over de weg blijft.

1011401

Claims (3)

1. Aan een landbouwtrekker of dergelijk voertuig aan te koppelen machine, die is voorzien van een gelede giek, die tenminste 5 twee om een horizontale zwenkas ten opzichte van elkaar verstelbare giekdelen omvat, terwijl de giek met een einde is gekoppeld met een aan de landbouwtrekker of dergelijke te koppelen bevestigingssteun, zodanig, dat de giek ten opzichte van de bevestigingssteun zowel om een verticale als om een horizontale zwenkas verdraaibaar is, terwijl 10 aan het andere vrije uiteinde van de giek een werktuig is gekoppeld, dat ten opzichte van de giek verstelbaar is om een zich dwars op de lengterichting van de giek uitstrekkende zwenkas en een deel van de giek waaraan het werktuig is gekoppeld ten opzichte van het overige deel van de giek verstelbaar is om een zwenkas, die de horizontale 15 zv/enkas tussen de giekdelen kruist, met het kenmerk, dat de giek van de aan een zijkant van de landbouwtrekker of dergelijke aan te koppelen machine een drietal om horizontale zwenkassen ten opzichte van elkaar verzwenkbare giekdelen omvat waarvan het giekdeel, dat aansluit op het met de bevestigingssteun gekoppelde giekdeel ten 20 opzichte van dit laatstgenoemde giekdeel verzwenkbaar is tussen een tweetal aan weerszijden van dit laatstgenoemde giekdeel gelegen standen.

2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor transport het met de bevestigingssteun gekoppelde giekdeel in een zich 25 omhoog uitstrekkende stand kan worden gebracht, het op dit giekdeel aansluitende verdere giekdeel kan worden gebracht in een stand, waarin dit giekdeel ongeveer loodrecht op het zich omhoog uitstrekkende giekdeel aansluit, terwijl een derde giekdeel kan worden gebracht in een boven dit verdere giekdeel gelegen stand.

3. Machine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat boven het middelste van een drietal giekdelen een verstelci1inder is gelegen, die dit middelste giekdeel verbindt met het met de bevestigingssteun gekoppelde giekdeel, terwijl onder het middelste giekdeel een verstelcilinder is aangebracht, die zich uitstrekt tussen dit 35 middelste giekdeel en een giekdeel dat aansluit op het uiteinde van 1011401 dit middelste giekdeel, dat afgekeerd is van het uiteinde dat aangekoppeld is aan het met de bevestigingssteun gekoppelde giekdeel. 5 T011401