NL2004859C2 - Werkvoertuig. - Google Patents

Description

Werkvoertuig

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkvoertuig omvattende een verrijdbaar gestel en een draagarm waaraan een werkmodule is gekoppeld om daarmee 5 werk te verrichten waarbij de draagarm schamierbaar aan het gestel is gekoppeld en stelbaar is tussen een laterale werkstand waarin de draagarm zich lateraal van het gestel uitstrekt en een opgerichte transportstand. Onder een werkvoertuig moet voor de onderhavige uitvinding ondermeer worden begrepen ieder aangedreven, voortgetrokken of zelfstandig voertuig dat in staat en ingericht is om werkzaamheden aan een 10 ondergrond te verrichten, zoals bijvoorbeeld een landbouwvoertuig.

Een werkvoertuig van de in de aanhef genoemde soort is bekend uit de Amerikaanse octrooiaanvrage US 2009/0133372. Het daarin beschreven werkvoertuig gaat uit van een maaimachine dat een verrijdbaar gestel omvat waarvan een aantal draagarmen 15 uitgaan die nabij een vrij uiteinde zijn voorzien van een werkmodule om daarmee een ondergrond te bewerken. De draagarmen zijn schamierbaar aan het gestel gekoppeld en strekken zich in een werkstand lateraal van het gestel uit om het voertuig een relatief grote werkbreedte te geven. De draagarmen zijn vanuit de relatief brede werkstand stelbaar in een transportstand, waarbij de draagarmen van het gestel omhoog richten.

20 Hierdoor voldoet het voertuig in de transportstand aan de veelal wettelijk maximaal toegestane breedte om het voertuig over een openbare weg te mogen verrijden.

Om tegen te gaan dat de in de transportstand omhoog gerichte draagarmen van het werkvoertuig een maximaal toegestane hoogte voor vervoer over een openbare weg 25 overschrijden, zijn in het bekende werkvoertuig schuifiniddelen voorzien waarmee een vrij uiteinde van de draagarmen in de transportstand naar beneden kan worden geschoven. Aan het bekende werkvoertuig kleeft het bezwaar dat de schuifiniddelen het stellen van de draagarmen tussen de werkstand en de transportstand compliceren.

30 Met de onderhavige uitvinding wordt aldus onder meer beoogd een werkvoertuig te verschaffen dat aan het genoemde bezwaar tegemoet komt.

Om het beoogde doel te bereiken heeft een werkvoertuig van de in de aanhef genoemde RA1639NL00.nl.wpd -2- soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de draagarm een eerste armdeel omvat dat schamierbaar aan het gestel is gekoppeld en althans een tweede armdeel omvat waaraan de werkmodule is gekoppeld en dat schamierbaar aan het eerste armdeel is gekoppeld waarbij het eerste armdeel en het tweede armdeel in de werkstand zich althans nagenoeg 5 in eikaars verlengde uitstrekken en in de transportstand zich althans nagenoeg coaxiaal uitstrekken.

Door de twee onderling schamierbare armdelen langs een schamieras te roteren is de draagarm aldus eenvoudig tussen de werkstand met een relatief grote werkbreedte en de transportstand stelbaar. Doordat de armdelen zich daarbij in de transportstand coaxiaal 10 uitstrekken blijft tevens een hoogte van het voertuig binnen de daaraan gestelde regels voor vervoer over de openbare weg.

Voor een efficiënte bewerking van een ondergrond is het werkvoertuig volgens de onderhavige uitvinding in een voorkeursuitvoeringsvorm gekenmerkt doordat een 15 verdere werkmodule aan het eerste armdeel is gekoppeld. Aldus kan een ondergrond gelijktijdig met de werkmodule en de verdere werkmodule worden bewerkt, zodat een groter oppervlak kan worden bestreken met een gang van het werkvoertuig.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het werkvoertuig volgens de onderhavige 20 uitvinding gekenmerkt doordat van het gestel aan weerszijden ten minste twee draagarmen uitgaan waarbij een achterste van de ten minste twee draagarmen een werkmodule aan het tweede armdeel en een verdere werkmodule aan het eerste armdeel omvat en waarbij een voorste van de ten minste twee draagarmen is voorzien van een tweede verdere werkmodule die in de werkstand zich in een laterale richting gezien 25 tussen de werkmodule en de verdere werkmodule bevindt. Doordat de tweede verdere werkmodule zich in de laterale richting gezien tussen de werkmodule en de verdere werkmodule bevindt, vormen de werkmodules in de laterale richting een ononderbroken werkoppervlak waarmee een ondergrond over nagenoeg de volledige breedte van het werkvoertuig kan worden bewerkt.

30 -3-

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het werkvoertuig volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de werkmodule en de verdere werkmodule ieder een werkvlak omvatten, welke werkvlakken in de werkstand naar een ondergrond zijn gericht en in de transportstand naar elkaar zijn gericht. Met een werkvlak wordt voor de 5 onderhavige uitvinding bedoeld de actieve zijde van de werkmodule waaraan een werktuig bloot ligt om daarmee werk aan de ondergrond te kunnen verrichten. Door de werkvlakken van de werkmodule en de verdere werkmodule in de transportstand naar elkaar te richten worden de werktuigen tijdens transport beschermd. Hierdoor wordt vermeden dat de veelal kwetsbare werktuigen worden aangetast of juist zelf 10 beschadigingen aan de omgeving veroorzaken.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het werkvoertuig volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de draagarm een hydraulische cilinder omvat die een onderlinge rotatie van het eerste armdeel en het tweede armdeel langs een schamieras 15 aandrijft. Door uit te gaan van een hydraulische aandrijving kunnen de armdelen onderling traploos worden gesteld. Bovendien maakt een dergelijke hydraulische cilinder een volledig automatische aansturing van de draagarm mogelijk.

Het werkvoertuig volgens de onderhavige uitvinding is in het bijzonder zeer geschikt als 20 een maaimachine waarbij de werkmodule een maaiwerktuig omvat zoals een maaidek. Echter, de onderhavige uitvinding is hiertoe geenszins beperkt, maar is ook voordeligerwijs toepasbaar op andersoortige werkvoertuigen en in het bijzonder op werkvoertuigen waarbij de werkmodule een werktuig omvat gekozen uit de groep van: hark, (gras)schudder, cultivator, (schijven)eg, en borstel.

25

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont:

Figuur IA een bovenaanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld van een werkvoertuig volgens de uitvinding in een werkstand; 30 Figuur 1B een achteraanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld van een werkvoertuig volgens de uitvinding in de werkstand; -4-

Figuur 1C een achteraanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld van een werkvoertuig volgens de uitvinding in de transportstand;

Figuur 1D een zij aanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld van een werkvoertuig volgens de uitvinding in de transportstand.

5

De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen, ter wille van de duidelijkheid, sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

10

Zoals in figuur IA in een werkstand wordt getoond omvat het werkvoertuig 1 een gestel 2 met wielen 3 om daarmee boven een ondergrond te worden verreden. Hoewel het werkvoertuig in dit uitvoeringsvoorbeeld een aanhanger vormt die kan worden voortgedreven of voortgetrokken door een apart voertuig zoals bijvoorbeeld een tractor, 15 strekt de onderhavige uitvinding zich uit tot ieder werkvoertuig, waaronder ook zelfstandig rijdende werkvoertuigen. Aan weerszijden van het gestel 2 gaat een tweetal draagarmen lateraal uit, een achterste draagarm 10 en een voorste draagarm 20. De voorste draagarmen 20 omvatten een eerste armdeel 24 dat aan een eerste uiteinde schamierbaar aan het gestel is bevestig en aan een tegenoverliggend uiteinde 20 schamierbaar aan een tweede armdeel 23 is gekoppeld. Het tweede armdeel 23 draagt een werkmodule 21 nabij een vrij lateraal uiteinde. Het eerste armdeel 24 draagt een verdere werkmodule 22 die zich in een laterale richting tussen het gestel en de werkmodule 21 bevindt. De achterste draagarmen 10 omvatten een tweede verdere werkmodule 11 die aan een tweede armdeel 13 nabij een vrij lateraal uiteinde is 25 gekoppeld. Het tweede armdeel 13 is schamierbaar met een eerste armdeel 14 verbonden. De achterste draagarm 10 strekt zich lateraal minder ver van het gestel uit dan de voorste draagarm 20. De tweede verdere werkmodule 11 bevindt zich vanuit een achteraanzicht bezien (zie figuur 1B) in laterale richting aldus ter hoogte van een scharnierpunt tussen de werkmodule 21 en de verdere werkmodule 22 van de voorste 30 draagarm 20.

-5-

Hoewel het werkvoertuig 1 in dit uitvoeringsvoorbeeld is getoond met achterste draagarmen 10 die een onderling schamierbare eerste en tweede armdeel omvatten, hoort ook een uitvoeringsvoorbeeld van een werkvoertuig met een achterste draagarm uit één deel tot de mogelijkheden, indien een lengte-afmeting van de achterste draagarm 5 de voor vervoer over de openbare weg geldende regels niet overschrijdt.

Tenslotte omvat het werkvoertuig 1 nog een derde verdere werkmodule 12 die aan een achterzijde van het werkvoertuig 1 onder het gestel is voorzien. Deze derde verdere werkmodule 12 bevindt zich vanuit het achteraanzicht bezien (zie figuur 1B) in laterale 10 richting dus ter hoogte van het gestel tussen de twee aan weerszijden van het gestel voorziene verdere werkmodules 22.

Zoals in figuur 1B nader wordt getoond liggen de werkmodules 21, de verdere werkmodules 22, de tweede verdere werkmodules 11 en de derde verdere werkmodule 15 12 in de transportstand in een laterale richting aldus op lijn en vormen daarmee een aaneengesloten werkvlak waarmee een ondergrond kan worden bewerkt. Hiermee wordt tegen gegaan dat bij een gang van het werkvoertuig 1 over de ondergrond delen van de ondergrond ter hoogte van de scharnierpunten en het gestel niet worden bewerkt. In dit uitvoeringsvoorbeeld vormt het werkvoertuig 1 een grasmaaier en omvatten de 20 werkmodules een maaidek om daarmee een veld te maaien. Doordat de werkmodules in de laterale richting op lijn liggen kan het veld over nagenoeg een volledige breedte van het werkvoertuig ineens worden gemaaid.

Zoals in figuur 1C nader wordt getoond kunnen de draagarmen 10,20 vanuit de 25 werkstand in een transportstand worden gesteld. Hiertoe worden de eerste armdelen 14,24 langs een rotatieas in een opgerichte stand geroteerd terwijl de tweede armdelen 13,23 juist langs een verdere rotatieas tussen de eerste armdelen en tweede armdelen naar beneden worden geroteerd. Een rotatie van de armdelen wordt door middel van hydraulische cilinders aangedreven. De hydraulische cilinders grijpen daarbij met een 30 eerste uiteinde aan op het gestel en met een tegenoverliggend tweede uiteinde op een lateraal uiteinde van het eerste armdeel, nabij de schamieras tussen het eerste armdeel -6- en het tweede armdeel. Een zuigerstang in de cilinder is door middel van hydraulische druk uitstelbaar om het eerste armdeel in de werkstand te drukken. Omgekeerd kan het eerste armdeel omhoog worden gericht in de transportstand door een hydraulische druk in de cilinder te verlagen. Om tegen te gaan dat een lateraal uiteinde van de draagarmen 5 bij het stellen daarvan tussen de werkstand en de transportstand in contact kan komen met de ondergrond, met alle daaraan verbonden nadelen, is een rotatie van het tweede armdeel ten opzichte van het eerste armdeel nauwkeurig afgestemd op een rotatie van het eerste armdeel ten opzichte van het gestel.

10 De resulterende transportstand is tevens in een zijaanzicht nader getoond in figuur 1D. Zoals duidelijk wordt getoond in figuren 1C en 1D neemt het werkvoertuig 1 in de transportstand een relatief compacte vorm aan, waarbij de draagarmen zowel in de laterale richting als in een hoogterichting zijn ingeklapt, en is aldus in staat en ingericht om te voldoen aan de toegestane afmetingen voor vervoer over de openbare weg.

15 Bovendien worden in de transportstand de actieve werkvlakken van de werkmodules naar elkaar gericht, zodat de aan het werkvlak blootliggende werktuigen tijdens transport afgeschermd worden. Aldus voorziet de onderhavige uitvinding in een buitengewoon efficiënt werkvoertuig 1 dat eenvoudig vanuit een relatief brede werkstand in een compacte en veilige transportstand kan worden gesteld.

20

Hoewel de uitvinding aan de hand van louter enkele uitvoeringsvoorbeelden nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

Claims (7)

1. Werkvoertuig omvattende een verrijdbaar gestel en een draagarm waaraan een werkmodule is gekoppeld om daarmee werk te verrichten waarbij de draagarm 5 schamierbaar aan het gestel is gekoppeld en stelbaar is tassen een laterale werkstand waarin de draagarm zich lateraal van het gestel uitstrekt en een opgerichte transportstand, met het kenmerk dat de draagarm een eerste armdeel omvat dat schamierbaar aan het gestel is gekoppeld en althans een tweede armdeel omvat waaraan de werkmodule is gekoppeld en dat schamierbaar aan het eerste armdeel is gekoppeld 10 waarbij het eerste armdeel en het tweede armdeel in de werkstand zich althans nagenoeg in eikaars verlengde uitstrekken en in de transportstand zich althans nagenoeg coaxiaal uitstrekken.

2. Werkvoertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk dat een verdere werkmodule 15 aan het eerste armdeel is gekoppeld.

3. Werkvoertuig volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de werkmodule en de verdere werkmodule ieder een werkvlak omvatten, welke werkvlakken in de werkstand naar een ondergrond zijn gericht en in de transportstand naar elkaar zijn gericht. 20

4. Werkvoertuig volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de draagarm een hydraulische cilinder omvat die een onderlinge rotatie van het eerste armdeel en het tweede armdeel langs een scharnieras aandrijft.

5. Werkvoertuig volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat van het gestel aan weerszijden ten minste twee draagarmen uitgaan waarbij een voorste van de ten minste twee draagarmen een werkmodule aan het tweede armdeel en een verdere werkmodule aan het eerste armdeel omvat en waarbij een achterste van de ten minste twee draagarmen is voorzien van een tweede verdere werkmodule die in de 30 werkstand zich in een laterale richting gezien tussen de werkmodule en de verdere werkmodule bevindt. -8-

6. Werkvoertuig volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de werkmodule, de verdere werkmodule en de tweede verdere werkmodule een werktuig omvatten gekozen uit de groep van: maaidek, hark, (gras)schudder, cultivator, (schijven)eg, en borstel. 5

7. Werkvoertuig volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het werkvoertuig een maaimachine is.