NL1030109C2 - Aan een landbouwtrekker of dergelijk voertuig aan te koppelen machine en giekdeel. - Google Patents

Description

AAN EEN LANDBOUWTREKKER OF DERGELIJK VOERTUIG AAN TE KOPPELEN MACHINE EN GIEKDEEL

De uitvinding heeft betrekking op een aan een landbouwtrekker of 5 dergelijk voertuig aan te koppelen machine volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke machine is bekend uit NL-A-1011401. De bij deze dergelijke machine toegepaste werktuigen worden bijvoorbeeld gebruikt voor sloot- en bermonderhoud, waarbij het werktuig wordt gevormd door bijvoorbeeld een maai-inrichting of een maaikorf met een verhoudingsgewijs grote lengte, welk 10 werktuig zich tijdens bedrijf dwars op het tweede giekdeel kan uitstrekken. Het werktuig is zodanig door een eerste bedieningscilinder met het tweede giekdeel verbonden dat activering van de eerste bedieningscilinder ervoor zorgt dat het werktuig van een positie dwars op het giekdeel naar een positie in hoofdzaak evenwijdig aan het giekdeel wordt bewogen. Het eerste giekdeel is met een 15 verdere bedieningscilinder aan een tweede giekdeel verbonden, waardoor het tweede giekdeel samen met het werktuig in de voor transportstand nodige positie ten opzichte van het eerste giekdeel brengbaar is. In transportstand ligt de lengterichting van het werktuig evenwijdig aan de horizontaal. Bovendien draait bij deze bekende machine de maaikorf over de cabine van het trekkende voertuig, 20 waardoor verontreinigingen die uit de maaikorf op de ruit van de cabine vallen de verkeersveiligheid nadelig kunnen beïnvloeden.

Het is een doel van de uitvinding om een machine met een groot werkbereik te verschaffen, welke tot in een compacte transportstand, die aan de geldende transportvereisten voldoet, brengbaar is, met gebruik van zo weinig 25 mogelijk componenten.

Hiertoe bevat een aan een landbouwtrekker of dergelijk voertuig gekoppelde of koppelbare machine, die is voorzien van een gelede giek, van de in de aanhef genoemde soort de maatregelen van het kenmerkende deel van conclusie 1. Door gebruik te maken van een dergelijk, schuin scharnier kan door 30 de bediening van één bedieningscilinder het werktuig samen met het tweede giekdeel van de werkstand tot in de voor transportstand nodige positie ten opzichte van het eerste giekdeel worden gebracht. Hierbij wordt, in tegenstelling tot het zwenken van het werktuig in de bekende machine, het werktuig in lengterichting gedraaid. Een en ander is zodanig ingericht dat het werktuig na 1030109- 2 activering van de bedieningscilinder aan de zijkant van de giek terechtkomt, waardoor uiteindelijk de uitsteeklengte van het werktuig geminimaliseerd kan worden.

Hierbij wordt opgemerkt dat uit EP 0 600 304 op zich een schuin 5 scharnier voor het van werkstand naar transportstand brengen van een werktuig bekend is. Dit scharnier bevindt zich echter niet tussen giekdelen, en tevens ligt het werktuig in transportstand niet althans gedeeltelijk boven de landbouwtrekker of dergelijk voertuig.

Voor het in een transportstand althans gedeeltelijk boven de 10 landbouwtrekker of dergelijk voertuig brengen van het werktuig is het voordelig wanneer het eerste giekdeel via een derde en vierde giekdeel aan de bevestigingssteun gekoppeld of koppelbaar is. Een en ander is zodanig ingericht dat de maaikorf niet over de cabine van het trekkende voertuig draait, waardoor verontreiniging van de ruiten van de cabine door uit het werktuig vallend materiaal 15 geminimaliseerd wordt, waardoor de verkeersveiligheid wordt verbeterd.

Bij voorkeur maakt de lengterichting van het werktuig in transportstand een hoek met de horizontaal, waarbij de hoek bij voorkeur gelegen is tussen ongeveer 5° en ongeveer 30°. Hierdoor kan in vergelijking met de bekende machine, waar het werktuig in transportstand evenwijdig aan de 20 horizontaal ligt, een langer werktuig worden gebruikt dat na opklappen in de transportstand nog voldoet aan de door de verkeersregels gestelde afmetingen. Hierdoor kan een machine met een grote werkcapaciteit worden verkregen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een giekdeel met een aan een ander giekdeel of een bevestigingssteun koppelbaar scharnier dat zowel een 25 hoek maakt met de lengterichting van het giekdeel als een hoek maakt met de normaal op de lengterichting van het giekdeel, waarbij het giekdeel een bevestigingspunt voor een bedieningscilinder omvat, welk bevestigingspunt zijdelings op het giekdeel is aangebracht.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand 30 van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvorm van een combinatie van landbouwtrekker en machine volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een zijaanzicht van een kraanwagen met een op een gelede giek aangebrachte maaikorf in werkstand; 1Q3Q1Q9- 3 »

Figuur 2 toont een zijaanzicht van de kraanwagen volgens Figuur in transportstand;

Figuur 3 toont een vooraanzicht van Figuur 2.

5 In Figuur 1 is een kraanwagen weergegeven, die is voorzien van ee gelede giek, die tenminste een eerste giekdeel 1 en een tweede giekdeel 2 omva die door middel van een bedieningscilinder 4, die met een eerste einde aan h< eerste giekdeel 1 en met een tweede einde aan het tweede giekdeel 2 bevestigd en zijdelings aan de gelede giek is aangebracht, om een zwenkas 3 te 10 opzichte van elkaar verstelbaar zijn. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld het eerste giekdeel 1 via een derde giekdeel 5 en vierde giekdeel 6 aan ee bevestigingssteun 7 van de kraanwagen gekoppeld of koppelbaar. De uit de vi< giekdelen opgebouwde gelede giek is ten opzichte van de bevestigingssteun draaibaar.

15 Aan een vrij uiteinde van het tweede giekdeel 2 is een werktuig, i het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een maaikorf 8, gekoppeld, waarbij d maaikorf 8 van een in Figuur 1 weergegeven werkstand tot in een in Figuren 2 e 3 getoonde transportstand brengbaar is, waarbij de maaikorf 8 althans gedeelteli boven de kraanwagen is gelegen.

20 De zwenkas 3, waardoor het eerste giekdeel 1 en het tweed giekdeel 2 met elkaar verbonden zijn, is een scharnier dat zowel een hoek maa met de lengterichting van het tweede giekdeel 2 als een hoek met de normaal c de lengterichting van het tweede giekdeel 2. Door activering van de zijdelinc geplaatste bedieningscilinder 4 wordt de maaikorf 8 bij het van de werkstand na< 25 de transportstand brengen in lengterichting gedraaid, zodat, na geschikl bediening van de andere giekdelen, de maaikorf in een transportstand althar tenminste gedeeltelijk boven de kraanwagen komt te liggen (Figuren 2 en 3).

In transportstand maakt de lengterichting 9 (onderbroken lijn Figuur 2) van de maaikorf 8 een hoek α met de horizontaal 10 (doorgetrokken li.

30 in Figuur 2 evenwijdig aan de bodem waarop de kraanwagen staat). Door de2 constructie kan door activering van slechts een enkele bedieningscilinder 4 h< tweede giekdeel 2 samen met de maaikorf 8 ten opzichte van het eerste giekde 1 worden gedraaid. Door de schuine transportstand van de maaikorf 8 kan c lengte van de maaikorf 8 met een factor cos'1a verlengd worden ten opzichte vg 1030109- --------- 4 de maaikorf volgens de stand der techniek, waarin de maaikorf in transportstand evenwijdig aan de horizontaal ligt, hierdoor wordt een machine met vergrote capaciteit verkregen, die in transportstand aan de verkeersregels blijft voldoen. Opgemerkt wordt hierbij, dat de hoek α ook negatief zou kunnen zijn. Het zal 5 duidelijk zijn, dat in afhankelijkheid van de opstelling van alle giekdelen de hoek ook nul graden kan zijn, hoewel dit niet de voorkeur heeft. Tijdens transport wordt de maaikorf 8 ondersteund in een paar steunen die op de gelede giek zijn gemonteerd. Verder wordt in het weergegeven voorbeeld de gelede giek nabij de zwenkas 3 op de kraan afgesteund.

10 Zoals in Figuur 3 duidelijk zichtbaar is, is een en ander, i.e. de positie van de cabine van de kraanwagen en de plaatsing van de giekdelen ten opzichte van de cabine, zodanig opgesteld dat de maaikorf 8 bij het draaien van de werkstand naar de transportstand niet over de cabine van de kraanwagen heen bewogen wordt, zodat er geen verontreinigingen (zoals slootmateriaal) op de 15 ruiten van de cabine terechtkomt, wat de verkeersveiligheid verbetert.

Hoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van een kraanwagen, is de uitvinding ook toepasbaar op een aan een landbouwtrekker of dergelijk voertuig gekoppelde of koppelbare machine, waarbij de machine een eerste en een tweede giekdeel omvat die met het boven beschreven scharnier 20 verbonden zijn. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een giekdeel met een aan een ander giekdeel of een bevestigingssteun koppelbaar scharnier dat zowel een hoek maakt met de lengterichting van het giekdeel als een hoek maakt met de normaal op de lengterichting van het giekdeel, waarbij het giekdeel een bevestigingspunt voor een bedieningscilinder omvat, welk bevestigingspunt 25 zijdelings op het giekdeel is aangebracht.

1030109-

Claims (4)

1. Aan een landbouwtrekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder een kraanwagen, gekoppelde of koppelbare machine, die is voorzien van een gelede 5 giek, die tenminste een eerste en een tweede om een zwenkas ten opzichte van elkaar verstelbare giekdelen (1, 2) omvat, waarbij het eerste giekdeel (1) met een einde is gekoppeld met een aan de landbouwtrekker of dergelijk voertuig gekoppelde of koppelbare bevestigingssteun (7), zodanig, dat de giek ten opzichte van de bevestigingssteun (7) draaibaar is, waarbij aan een vrij uiteinde van het 10 tweede giekdeel (2) een werktuig (8), zoals bijvoorbeeld een maaikorf, is gekoppeld, waarbij het werktuig (8) van een werkstand in een transportstand althans gedeeltelijk boven de landbouwtrekker of dergelijk voertuig brengbaar is, met het kenmerk, dat het eerste giekdeel (1) en het tweede giekdeel (2) door middel van een scharnier (3), dat zowel een hoek maakt met de lengterichting van 15 het tweede giekdeel als een hoek maakt met de normaal op de lengterichting van het tweede giekdeel, met elkaar verbonden zijn, en dat een bedieningscilinder (4) met een eerste einde aan het eerste giekdeel (1) en met een tweede einde aan het tweede giekdeel (2) is bevestigd en zijdelings aan de gelede giek is aangebracht.

2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste giekdeel (1) via een derde (5) en vierde (6) giekdeel aan de bevestigingssteun (7) gekoppeld of koppelbaar is.

3. Machine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in transportstand de lengterichting van het werktuig (8) een hoek (a) met de 25 horizontaal maakt.

4. Giekdeel (2) met een aan een ander giekdeel of een bevestigingssteun koppelbaar scharnier (3) dat zowel een hoek maakt met de lengterichting van het giekdeel (2) als een hoek maakt met de normaal op de lengterichting van het giekdeel (2), waarbij het giekdeel (2) een bevestigingspunt 30 voor een bedieningscilinder omvat, welk bevestigingspunt zijdelings op het giekdeel (2) is aangebracht. 1030109- - --- ---