NL2011570C2 - Bumpereinddeel, alsmede bumper voorzien van bumpereinddelen en tractor voorzien van de bumper. - Google Patents

Description

Bumpereinddeel, alsmede bumper voorzien van bumpereinddelen en tractor voorzien van de bumper BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een bumpereinddeel voor bevestiging aan een bumpermiddendeel voor een tractor, welk bumpereinddeel zich bij toepassing op een tractor, voor een voorwiel van de tractor bevindt.

Tractoren zijn vaak voorzien van een gewichtsblok dat aan de voorzijde van de tractor uitsteekt. Dit gewichtsblok kan tevens fungeren als middendeel van een bumper. Hierdoor hoeft geen complete bumper aangebracht te worden maar kan volstaan worden met het vastmaken van bumpereinddelen aan het gewichtsblok.

Stand van de techniek

Een bumper voorzien van einddelen is algemeen bekend. De einddelen van de bekende bumper bevindt zich bij toepassing op een tractor op relatief grote afstand van de voorwielen. Bij het nemen van een bocht maakt het uiteinde van de bumper dat zich aan de buitenbocht bevindt een grotere draaicirkel dan het voorwiel dat zich aan de buitenbocht bevindt.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een bumpereinddeel van de in de aanhef omschreven soort dat, indien het bumpereinddeel is aangebracht op een tractor, het mogelijk maakt dat met de tractor een kleinere draaicirkel gerealiseerd kan worden dan met de bekende bumper. Hiertoe is het bumpereinddeel volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het bumpereinddeel een met het bumpermiddendeel verbindbaar koppelstuk omvat, alsmede een om een denkbeeldige verticale scharnieras, gezien in de rijrichting naar voren en naar achteren toe verdraaibaar daarmee verbonden einddeel dat ten opzichte van het koppelstuk ten minste in een naar achteren toe verdraaide stand gefixeerd kan worden door middel van fixeermiddelen. Hierdoor maakt het uiteinde van het bumpereinddeel een kleinere draaicirkel dan indien het op grotere afstand van de voorwielen aanwezig is.

Een belangrijk verder voordeel van het schamierbaar zijn van de einddelen is dat indien bij het achteruitrijden, en dan met name het in een bocht achteruitrijden, met een uiteinde van de bumper achter een obstakel (bijvoorbeeld een paal) gehaakt wordt, het einddeel naar voren weg kan klappen en niet de bumper beschadigd raakt.

Een uitvoeringsvorm van het bumpereinddeel volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het einddeel naar voren toe wegklapbaar is uitgevoerd om tijdens veldwerk niet in de weg te zitten.

Een verdere uitvoeringsvorm van het bumpereinddeel volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het einddeel twee ten opzichte van elkaar in- en uitschuifbare delen omvatten om bij veldwerk zo compact mogelijk gemaakt te kunnen worden en om naar voren weggedraaid te kunnen worden.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een bumper voor een tractor omvattende een middendeel met aan weerszijde daarvan twee einddelen, welke zich, bij toepassing van de bumper op een tractor, voor de voorwielen van de tractor bevinden. Voor wat betreft de bumper is de uitvinding gekenmerkt, doordat de einddelen scharnierend om een verticale scharnieras met het middendeel zijn verbonden en ten opzichte van het middendeel gefixeerd kunnen worden door middel van fixeermiddelen.

Bij voorkeur is de onderzijde van het middendeel voorzien van schuine vlakken, zodat indien het middendeel tijdens bedrijf in contact komt met de grond geen ploegwerking optreedt.

Aan het middendeel zijn bij voorkeur bumpersteunen bevestigd waarmee de bumper aan een tractor of aan een met een tractor te koppelen draagconstructie bevestigd kan worden, welke bumpersteunen een harmonicavorm bezitten om bij een botsing te kunnen vervormen en botsenergie op kunnen nemen. De bumpersteunen zijn bij voorkeur uit metalen platen gesneden of gelaserd.

Bij voorkeur zijn de bumpersteunen in paren aanwezig, waarbij de bumpersteunen van een paar onder elkaar en parallel aan elkaar zijn.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een tractor voorzien van bumpereinddelen of van een bumper volgens de uitvinding. Voor wat betreft de tractor is de uitvinding gekenmerkt, doordat de vrije uiteinden van de einddelen van de bumper nabij de voorwielen van de tractor aanwezig zijn en de voorzijde van het middendeel van de bumper op grotere afstand van de voorwielen van de tractor aanwezig is dan de vrije uiteinden van de einddelen. Hierdoor maken de uiteinden van de einddelen een kleinere draaicirkel dan indien zij op grotere afstand van de voorwielen aanwezig zijn.

Een uitvoeringsvorm van de tractor volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de afstand tussen de uiteinden van het middendeel en de voorwielen kleiner is dan de lengte van de einddelen, zodat het vrije uiteinde van een van de einddelen bij verdraaiing van het einddeel ten gevolge van een botsing met het voorwiel in aanraking komt. Het voorwiel voorkomt bij een botsing dat het einddeel verder wegdraait waardoor een voertuig dat met de tractor in botsing komt niet onder de tractor kan geraken.

Een verdere uitvoeringsvorm van de tractor volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de bumpersteunen met een armconstructie verbonden zijn en zich nabij de onderzijde van de tractor op een niveau bevinden onder dat van de koplampen en het sleepoog van de tractor. Deze armconstructie houdt de bumper nabij de onderzijde van de tractor op een niveau onder dat van de koplampen en het sleepoog van de tractor, zodat de lichtbundel van de koplampen niet afgeschermd wordt door de bumper en bij het slepen de bumper niet in de weg zit voor een met het sleepoog verbonden sleepkabel of sleepstang.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de bumper volgens de uitvinding. Hierin toont:

Figuur 1 een uitvoeringsvorm van de bumper volgens de uitvinding gekoppeld aan een tractor in bovenaanzicht;

Figuur 2 de draaicirkel s van de bumper volgens de uitvinding ten opzichte van die van de bekende bumper;

Figuur 3 de bumper met naar voren weggedraaide einddelen;

Figuur 4 een uitvoeringsvorm van een los bumpereinddeel dat aan een gewichtsblok vastgemaakt kan worden;

Figuur 5 een deel van de bumper van achteren waarbij de fixatie van een van de einddelen met het middeldeel zichtbaar is;

Figuur 6 een uitvoeringsvorm van de fixeermiddelen voor het fixeren van de het einddeel ten opzichte van het middendeel;

Figuur 7 een verdere uitvoeringsvorm van de fixeermiddelen voor het fixeren van de het einddeel ten opzichte van het middendeel in ontkoppelde toestand;

Figuur 8 de bumper met bumpersteunen kort voor het koppelen met de armconstructie van de tractor;

Figuur 9 de bumper met bumpersteunen in met de armconstructie gekoppelde toestand;

Figuur 10 een alternatieve uitvoering van de bumpersteunen, waarbij de bumpersteunen in paren aanwezig zijn;

Figuur 11 het middendeel van de bumper in doorsnede met de schuine vlakken aan de onderzijde duidelijk zichtbaar;

Figuur 12 de bumper in de met de tractor gekoppelde stand ter illustratie van het niveau van de bumper ten opzichte van de voorwielen van de tractor; en

Figuur 13 de bumper en de armconstructie met daarin gehangen een gereedschapskist.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van de bumper 1 volgens de uitvinding gekoppeld aan een tractor 3 in bovenaanzicht weergegeven. De bumper heeft een middendeel 5 met aan weerszijde daarvan scharnierbaar met het middendeel verbonden einddelen 7. Het middendeel is via een armconstructie 9 met de tractor verbonden. De einddelen zijn via verticale schamierassen 11 (dit kunnen ook twee afzonderlijke scharnieren aan de bovenzijde respectievelijk onderzijde van de bumper zijn, welke gevormd zijn door bouten die door openingen in de bumper steken) met het middendeel verbonden en zijn ten opzichte van het middendeel gefixeerd door middel van fixeermiddelen (zie figuren 4-7). Elk einddeel bestaat uit twee ten opzichte van elkaar in- en uitschuifbare delen 7a en 7b en kan daardoor in lengte gevarieerd worden.

Door het verdraaien van de einddelen 7 ten opzichte van het middendeel 5 en het in lengte instellen van de einddelen 7 kan de bumper 1 in een positie ten opzichte van de tractor 3 gebracht worden zoals in figuur 1 is getoond. In deze positie bevinden de einddelen 7 zich kort voor de voorwielen 13 van de tractor. De voorzijde 5b van het middendeel van de bumper bevindt zich op een grotere afstand y van de voorwielen 13 dan de vrije uiteinden 7c van de einddelen, afstand x in figuur 1. Hierdoor maken de uiteinden 7c van de einddelen een kleinere draaicirkel dan indien zij op grotere afstand van de voorwielen aanwezig zijn. Dit is geïllustreerd in figuur 2 waarin met onderbroken lijnen de positie van de einddelen 15 van de bekende bumper zijn weergegeven. Bij het nemen van een bocht is de draaicirkel van de vrije uiteinden 15c van de bekende bumper groter dan die van de bumper volgens de uitvinding. Aan de vrije uiteinden van de einddelen zijn nog lichten of reflectoren 17 aangebracht.

Voorts is de afstand tussen de uiteinden 5c van het middendeel en de voorwielen 13 kleiner is dan de lengte van de einddelen 7. Hierdoor zal het vrije uiteinde 7c van het einddeel bij verdraaiing van het einddeel ten gevolge van een botsing met het voorwiel 13 in aanraking komen. Het voorwiel voorkomt bij een botsing dat het einddeel verder wegdraait waardoor een voertuig dat met de tractor in botsing komt niet onder de tractor kan geraken.

De constructie van de scharnierende verbinding tussen het middendeel en de einddelen is zodanig uitgevoerd dat de einddelen 7 naar voren toe wegklapbaar zijn om tijdens veldwerk niet in de weg te zitten. Ter illustratie is in figuur 3 de bumper 1 met weg gedraaide einddelen 7 weergegeven.

In figuur 4 is een los bumpereinddeel 2 weergegeven dat aan een reeds aan een tractor bevestigd gewichtsblok 4 vastgemaakt kan worden. Dit gewichtsblok fungeert in dit geval als een middendeel van de bumper. Het bumpereinddeel 2 heeft een koppelstuk 6, dat in deze uitvoeringsvorm via bouten 8 losneembaar is verbonden met het gewichtsblok 4, alsmede een einddeel 7 dat scharnierbaar is verbonden met het koppelstuk 6.

In de figuren 5 tot en met 7 zijn verschillende uitvoeringen van de fixeermiddelen 19 waarmee de einddelen zijn gefixeerd ten opzichte van het middendeel van de bumper weergegeven. In figuur 5 is een deel van de bumper van achteren getoond zodat de fixatie van een van de einddelen 7 met het middeldeel 5 duidelijk zichtbaar is. Ten behoeve van deze fixatie zijn op het middendeel nabij de uiteinden platen 21 bevestigd en zijn nabij het midden op de einddelen steunen 23 aangebracht. De afstand tussen deze platen en steunen kan door middel van de fixeermiddelen 19 worden ingesteld en gefixeerd.

Bij de in figuur 6 weergegeven constructie zijn de fixeermiddelen 19 gevormd door een bus 25 met een daarin draaibare stang 27. Door de stang in of uit de bus te draaien kan de afstand tussen de op het middendeel bevestigde plaat 21 en de aan het einddeel bevestigde steun 23 ingesteld worden. De vrije uiteinden van de bus en de stang zijn schamierbaar met de plaat respectievelijk de steun verbonden door middel van koppelpennen 29 en 31.

Bij de in figuur 7 weergegeven constructie zijn de fixeermiddelen 19 gevormd door een van gaten 35 voorziene strip 33, die met een uiteinde via een bout 37 draaibaar is verbonden met de op het middendeel bevestigde plaat 21, en die via een draaibaar met de steun 23 verbonden koppelstuk 39 is verbonden met het einddeel. Hierbij kan de strip 33 ten opzichte van het koppelstuk 39 verschuiven en in een aantal verschillende posities door de pennen 41 gefixeerd worden ten opzichte van het koppelstuk. Zodoende kan ook hier de afstand tussen de op het middendeel bevestigde plaat 21 en de aan het einddeel bevestigde steun 23 ingesteld worden, zij het wel niet traploos zoals bij de in figuur 5 weergegeven constructie het geval is, maar in stappen.

In de figuren 8 en 9 is het koppelen van de armconstructie 9 van de tractor met de bumper 1 getoond. Aan het middendeel 5 van de bumper zijn paarsgewijs bumpersteunen 43 bevestigd waarmee de bumper aan een tractor of aan een met een tractor te koppelen draagconstructie bevestigd kan worden. Deze bumpersteunen 43 hebben een harmonicavorm waardoor zij tevens energie-absorberende middelen vormen om in geval van een botsing botsenergie te kunnen absorberen.

De bumpersteunen 43 zijn aan het vrije uiteinden aan de bovenzijde voorzien van een haak 45 en aan de onderzijde van een gat 47. Het vrije uiteinde van de armconstructie is aan de bovenzijde voorzien van een pen 49 die achter de haak gebracht kan worden aan de onderzijde van een verder gat 51. Bij het koppelen wordt eerst de pen 49 achter de haken 45 gebracht en vervolgens een losse pen 53 door de gaten in de uiteinden van de bumpersteun en de armconstructie gestoken.

Figuur 10 toont een alternatieve uitvoering van de bumpersteunen. Hierbij zijn de bumpersteunen 54 in paren onder elkaar in plaats van naast elkaar aanwezig. Ook hier zijn de bumpersteunen parallel aan elkaar. In deze figuren 8-10 is ook duidelijk zichtbaar dat de beide delen 7a en 7b van de einddelen 7 ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn en door middel van pennen of bouten 55 ten opzichte van elkaar vastgezet kunnen worden.

In figuur 11 is het middendeel 5 van de bumper in doorsnede weergegeven. In deze figuur is duidelijk te zien dat de onderzijde van de bumper is voorzien van schuine vlakken 57, zodat indien de bumper tijdens bedrijf in contact komt met de grond geen ploegwerking optreedt.

In de figuren 12 en 13 is de bumper 1 in met de tractor 3 gekoppelde stand weergegeven, waarbij met name de positie van de bumper in verticale richting ten opzichte van de tractor duidelijk zichtbaar is. De bumper is hierbij in dwarsdoorsnede getoond om de koppeling met de tractor zichtbaar te laten zijn. De bumpersteunen 45 zijn verbonden met de armconstructie 9 die deel uitmaakt van of gekoppeld kan worden met de tractor. Deze armconstructie houdt de bumper nabij de onderzijde van de tractor op een niveau onder dat van de koplampen 59 en het sleepoog (niet zichtbaar in de figuren) van de tractor, zodat de lichtbundel van de koplampen niet afgeschermd wordt door de bumper en bij het slepen de bumper niet in de weg zit voor een met het sleepoog verbonden sleepkabel of sleepstang.

Ook geven deze figuren een duidelijk beeld van de afstand tussen het middendeel 5 van de bumper en de voorwielen 13 van de tractor. Deze afstand is zodanig dat eventueel een gereedschapskist 61 tussen de bumper en de voorzijde van de tractor in de armconstructie 9 gehangen kan worden.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (10)

1. Bumpereinddeel voor bevestiging aan een bumpermiddendeel voor een tractor, welk bumpereinddeel zich bij toepassing op een tractor, voor een voorwiel van de tractor bevindt, met het kenmerk, dat het bumpereinddeel een met het bumpermiddendeel verbindbaar koppelstuk omvat, alsmede een om een denkbeeldige verticale schamieras, gezien in de rijrichting naar voren en naar achteren toe verdraaibaar daarmee verbonden einddeel dat ten opzichte van het koppelstuk ten minste in een naar achteren toe verdraaide stand gefixeerd kan worden door middel van fixeermiddelen.

2. Bumpereinddeel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het einddeel naar voren toe wegklapbaar is uitgevoerd.

3. Bumpereinddeel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het einddeel twee ten opzichte van elkaar in- en uitschuifbare delen omvatten.

4. Bumper voor een tractor omvattende een middendeel met aan weerszijde daarvan twee einddelen, welke zich, bij toepassing van de bumper op een tractor, voor de voorwielen van de tractor bevinden, met het kenmerk, dat de einddelen scharnierend om een denkbeeldige verticale schamieras met het middendeel zijn verbonden en ten opzichte van het middendeel gefixeerd kunnen worden door middel van fixeermiddelen.

5. Bumper volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de onderzijde van het middendeel is voorzien van schuine vlakken.

6. Bumper volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat aan het middendeel bumpersteunen zijn bevestigd waarmee de bumper aan een tractor of aan een met een tractor te koppelen draagconstructie bevestigd kan worden, welke bumpersteunen een harmonicavorm bezitten.

7. Bumper volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bumpersteunen in paren aanwezig zijn, waarbij de bumpersteunen van een paar onder elkaar en parallel aan elkaar zijn.

8. Tractor voorzien van bumpereinddelen of van een bumper volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vrije uiteinden van de einddelen van de bumper nabij de voorwielen van de tractor aanwezig zijn en de voorzijde van het middendeel van de bumper op grotere afstand van de voorwielen van de tractor aanwezig is dan de vrije uiteinden van de einddelen.

9. Tractor volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de afstand tussen de uiteinden van het middendeel en de voorwielen kleiner is dan de lengte van de einddelen, zodat het vrije uiteinde van een van de einddelen bij verdraaiing van het einddeel ten gevolge van een botsing met het voorwiel in aanraking komt.

10. Tractor volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de bumpersteunen met een armconstructie verbonden zijn en zich nabij de onderzijde van de tractor op een niveau bevinden onder dat van de koplampen en het sleepoog van de tractor.