NL9100475A - Inrichting voor het weergeven van een muziekstuk van een magnetische registratiedrager (favourite tape position). - Google Patents

Inrichting voor het weergeven van een muziekstuk van een magnetische registratiedrager (favourite tape position). Download PDF

Info

Publication number
NL9100475A
NL9100475A NL9100475A NL9100475A NL9100475A NL 9100475 A NL9100475 A NL 9100475A NL 9100475 A NL9100475 A NL 9100475A NL 9100475 A NL9100475 A NL 9100475A NL 9100475 A NL9100475 A NL 9100475A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
record carrier
memory means
music
output
Prior art date
Application number
NL9100475A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL9100475A priority Critical patent/NL9100475A/nl
Priority to EP92200674A priority patent/EP0504973A1/en
Priority to KR1019920004241A priority patent/KR920018702A/ko
Priority to JP4057944A priority patent/JPH0574116A/ja
Publication of NL9100475A publication Critical patent/NL9100475A/nl
Priority to US08/212,331 priority patent/US5367413A/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • G11B15/05Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing features present on or derived from record carrier or container
    • G11B15/087Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing features present on or derived from record carrier or container by sensing recorded signals
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • G11B15/05Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing features present on or derived from record carrier or container
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/002Programmed access in sequence to a plurality of record carriers or indexed parts, e.g. tracks, thereof, e.g. for editing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/10Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
    • G11B27/102Programmed access in sequence to addressed parts of tracks of operating record carriers
    • G11B27/107Programmed access in sequence to addressed parts of tracks of operating record carriers of operating tapes
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/10Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
    • G11B27/11Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information not detectable on the record carrier
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/60Solid state media
    • G11B2220/65Solid state media wherein solid state memory is used for storing indexing information or metadata
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/90Tape-like record carriers

Landscapes

  • Indexing, Searching, Synchronizing, And The Amount Of Synchronization Travel Of Record Carriers (AREA)

Description

Inrichting voor het weergeven van een muziekstuk van een magnetische registratiedrager (favourite tape position)
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het weergeven van een muziekstuk uit een spoor op een magnetische registratiedrager die is opgenomen in een kassette, voorzien van - uitleesmiddelen voor het bij een weergavetransportsnelheid uit het spoor uitlezen van het muziekstuk, welke uitleesmiddelen een weergavekop bevatten, - positiebepalingsmiddelen, voor het bepalen van de positie van de weergavekop ten opzichte van de registratiedrager, gezien in de lengterichting van deze registratiedrager, en voor het afgeven van een positiesignaal dat in relatie staat tot deze positie, - komparatormiddelen, met een eerste en een tweede ingang en een uitgang, voor het vergelijken van het positiesignaal toegevoerd aan de eerste ingang met een begin-positiesignaal, dat in relatie staat tot de beginpositie van een muziekstuk op de registratiedrager en dat is toegevoerd aan de tweede ingang, en voor het aan de uitgang afgeven van een stuursignaal in afhankelijkheid van het positiesignaal en het beginpo-sitiesignaal, - transportmiddelen, voor het in een weergeefmode met de weergavetransportsnelheid transporteren van de registratiedrager langs de weergavekop, en voor het in een tweede mode, onder invloed van het stuursignaal van de komparatormiddelen, met een verhoogde transportsnelheid transporteren van de registratiedrager naar een zodanige positie dat de weergavekop zich ongeveer bevindt op de beginpositie van het muziekstuk.
Een dergelijke inrichting is bekend uit in de vorm van de huidige op de markt verkrijgbare magneetband kassette rekorders.
Door het via een toetsenbord ingeven van een positiebeginsignaal, dat bij voorbeeld kan zijn in de vorm van een tellerstand van een in de inrichting aanwezige bandteller, is het mogelijk een zeker muziekstuk te selekteren. De registratiedrager wordt vervolgens bij de verhoogde snelheid naar het beginpunt van dit muziekstuk op de registratiedrager getransporteerd, waarna kan worden overgeschakeld naar de weergavetransportsnelheid en het muziekstuk kan worden weergegeven. Een dergelijke inrichting heeft het nadeel dat het transporteren naar het begin van een weer te geven muziekstuk soms lang duurt, in het bijzonder indien de huidige positie van de weergavekop ten opzichte van de registratiedrager en de beginpositie ver van elkaar liggen. Dit in tegenstelling tot de bekende compact-disc-digital-audio spelers, waarmee in praktisch alle gevallen een veel snellere access mogelijk is.
De uitvinding beoogt een magneetband weergeefinrichting te verschaffen waarmee het mogelijk is een favoriet muziekstuk na het inschakelen van de inrichting snel te kunnen weergeven, zodat op dat moment geen lange zoektijd nodig is.
De inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van - niet vluchtige geheugenmiddelen voor het, voor twee of meer registratiedragers, opslaan van een beginpositiesignaal voor één muziekstuk op elk van die registratiedragers, - bedieningsmiddelen, voor het op bediening van de bedieningsmiddelen genereren van een aküveringssignaal, - adressignaalgeneratormiddelen, welke generatormiddelen zijn ingericht voor het genereren van een adressignaal overeenkomstig de in de inrichting ingelegde registratiedrager, voor toevoer van het adressignaal aan de geheugenmiddelen, dat de geheugenmiddelen zijn ingericht voor het onder invloed van het adressignaal aan een uitgang afgeven van het beginpositiesignaal opgeslagen in de geheugenmiddelen voor het genoemde ene muziekstuk op de in de inrichting ingelegde registratiedrager, dat een uitgang van de geheugenmiddelen is gekoppeld met de tweede ingang van de komparatormiddelen, voor toevoer van het beginpositiesignaal aan de komparatormiddelen, en dat de transportmiddelen zijn ingericht voor het, onder invloed van het stuursignaal van de komparatormiddelen en het aktiveringssignaal bij de verhoogde transportsnelheid transporteren van de registratiedrager naar de beginpositie van het muziekstuk, en voor het, na het bereiken van de beginpositie van het muziekstuk, afschakelen van het transport. De uitvinding gaat uit van het inzicht dat een gebruiker, bij het inschakelen van de inrichting en na het inleggen van een registratiedrager, bij voorkeur als eerste een favoriet muziekstuk wil kunnen afluisteren waarbij hij niet lang behoeft te wachten voordat de weergeefinrichting het beginpunt van het favoriete muziekstuk heeft gevonden. Om dit te kunnen realiseren moet de in een kassette opgenomen registratiedrager reeds zodanig in de kassette zijn opgewikkeld dat de weergavekop bij het inleggen van de registratiedrager reeds in een zodanige positie ten opzichte van de registratiedrager staat dat deze positie ongeveer overeenkomt met de beginpositie van het favoriete muziekstuk. De inrichting kan dan direkt in de weergeefmode geschakeld worden, zodat het favoriete muziekstuk direkt kan worden weergegeven.
Om dit te bereiken dient de gebruiker, nadat hij een registratiedrager heeft afgeluisterd, de bedieningsmiddelen te bedienen. In de geheugenmiddelen bevindt zich het beginpositiesignaal behorend bij het favoriete muziekstuk van de gebruiker dat zich bevindt op deze registratiedrager. In deze geheugenmiddelen bevinden zich nog andere beginpositiesignalen behorend bij andere favoriete muziekstukken van de gebruiker die zich op andere registratiedragers bevinden, één voor elke registratiedrager. Na het bedienen van de bedieningsmiddelen zullen de geheugenmiddelen onder invloed van het stuursignaal en het adressignaal het beginpositiesignaal voor het favoriete muziekstuk afgeven, en de inrichting zal de registratiedrager vervolgens naar deze positie transporteren. Het transport wordt vervolgens afgeschakeld. De inrichting zou vervolgens de kassette kunnen uitwerpen. De in een kassette opgenomen registratiedrager kan nu, indien deze een volgende keer moet worden afgeluisterd, in de inrichting worden ingelegd, en de inrichting kan direkt op weergave worden geschakeld, waarna het favoriete muziekstuk wordt weergegeven. Er is dus in dit geval geen zoektijd nodig, voor het vinden van de beginpositie van het favoriete muziekstuk.
Het genereren van het adressignaal in de adressignaalgeneratormiddelen kan bij voorbeeld gerealiseerd worden doordat de gebruiker via een toetsenbord een de kassette kenmerkende kode ingeeft. De gebruiker weet namelijk welke kassette is ingelegd en kan dus de bijbehorende kode ingeven. Deze kode kan bij voorbeeld een uniek nummer zijn, dat behoort bij die kassette.
Een andere mogelijkheid is dat de inrichting zelf automatisch het adressignaal genereert. De inrichting kan daartoe zijn gekenmerkt, doordat de adressignaalgeneratormiddelen herkenningsmiddelen bevatten, ingericht voor het herkennen van de in de inrichting ingelegde registratiedrager, en voor het genereren van een adressignaal overeenkomstig de door de herkenningsmiddelen herkende registratiedrager. Het herkennen van een registratiedrager kan op verschillende manieren gerealiseerd worden. Men zou kunnen denken aan een unieke kode aangebracht op de kassette die met mechanische, optische of magnetisch/elektrische middelen door de inrichting gedetekteerd zou kunnen worden. Een andere mogelijkheid is het katalogusnummer of een identifikatiekode voor de registratiedrager dat kan zijn opgenomen in het subcodesignaal op de registratiedrager. Te denken valt hierbij aan registratiedragers waarop het audiosignaal in een digitaal formaat, volgens het RDAT of het SDAT principe, of een ander formaat, zoals het DCC format, zijn opgetekend. Nog een andere mogelijkheid is dat een bepaald aantal bytes uit de inhoudsopgave (TOC), die eveneens in de subcode is opgenomen, en wel zodanige bytes dat zij uniek zijn, als herkenningssignaal wordt gébruikt. Een uitgebreide beschrijving van een dergelijke herkenningsmethode van registratiedragers is te vinden in EP 169.597 (PHN 11.078).
Voor het geval dat de inrichting door twee gebruikers wordt gebruikt, kan deze verder zijn gekenmerkt, doordat de niet vluchtige geheugenmiddelen bevatten - eerste niet vluchtige geheugenmiddelen voor het, voor de genoemde twee of meer registratiedragers, opslaan van het beginpositiesignaal voor één muziekstuk op elk van die registratiedragers, - tweede niet vluchtige geheugenmiddelen, eveneens voor het, voor twee of meer registratiedragers, opslaan van een beginpositiesignaal voor één muziekstuk op elk van die registratiedragers, welke eerste en tweede geheugenmiddelen zijn ingericht voor het onder invloed van het adressignaal aan een uitgang kunnen afgeven van het beginpositiesignaal voor het als eerste respektievelijk tweede genoemde ene muziekstuk op de in de inrichting ingelegde registratiedrager, dat de inrichting verder is voorzien van - selektiesignaalgeneratormiddelen, met een uitgang voor het afgeven van een eerste of een tweede selektiesignaal, welke uitgang is gekoppeld met een ingang van tot de geheugenmiddelen behorende - selektiemiddelen, welke selektiemiddelen zijn ingericht voor het, onder invloed van het eerste of het tweede selektiesignaal, aan de uitgang van de geheugenmiddelen aanbieden van het beginpositiesignaal opgeslagen in de eerste respektievelijk tweede niet vluchtige geheugenmiddelen op een geheugenpositie overeenkomstig het adressignaal toegevoerd aan de geheugenmiddelen. In de tweede niet vluchtige geheugenmiddelen kunnen dan de beginposities van de favoriete muzieknummers van de tweede gebruiker voor de verschillende registratiedragers worden opgeslagen, weer één voor elke registratiedrager. In dit geval kan het voorkomen dat de eerste gebruiker een registratiedrager in de inrichting inlegt, die door de tweede gebruiker het laatst is afgespeeld. In dat geval kan het verkeerde favoriete muziekstuk voorstaan. De eerste gebruiker dient nu de selekdesignaalgeneratormiddelen en de bedieningsmiddelen te bedienen, zodat de registratiedrager alsnog naar de beginpositie van het favoriete muziekstuk van de eerste gebruiker gespoeld kan worden.
Het spreekt natuurlijk voor zich dat de inrichting eventueel zou kunnen worden uitgebreid met een derde of nog meer niet vluchtige geheugenmiddelen, zodat nog meer gebruikers hun favoriete muziekstuk voor twee of meer registratiedragers in de inrichting kunnen opslaan. Wel is het duidelijk dat, naarmate meer gebruikers hun favoriete muziekstukken in de inrichting kunnen opslaan, het doel, zoals door de uitvinding nagestreefd, te weten het snel kunnen weergeven van een muziekstuk, steeds minder uit de verf komt. Wel blijft het voordeel behouden dat het voor de gebruikers mogelijk is voor een registratiedrager een favoriet muziekstuk aan te wijzen en de informatie daarover in de inrichting op te slaan.
Voor het laden van de beginpositie van een favoriet muziekstuk op een registratiedrager in de niet vluchtige geheugenmiddelen, kan de inrichting zijn gekenmerkt, doordat de inrichting verder is voorzien van - derde geheugenmiddelen, voor het opslaan van een inhoudstabel, bevattende volgordeinformatie van muziekstukken op een in de inrichting ingelegde registratiedrager, en beginpositiesignalen die in relatie staan tot de beginposities van de muziekstukken op de registratiedrager, welke derde geheugenmiddelen een uitgang bevatten die is gekoppeld met een ingang van de niet vluchtige geheugenmiddelen, - tweede bedieningsmiddelen, voor het op bediening van deze bedieningsmiddelen genereren van een keuzesignaal dat in relatie staat tot de volgordeinformatie behorend bij één van de muziekstukken op de registratiedrager, voor toevoer van dit keuzesignaal aan de derde geheugenmiddelen, dat de derde geheugenmiddelen zijn ingericht voor het onder invloed van het keuzesignaal aan de uitgang afgeven van het beginpositiesignaal van één van de muziekstukken en dat de niet vluchtige geheugenmiddelen zijn ingericht voor het onder invloed van een laadsignaal opslaan van het beginpositiesignaal in een positie in de geheugenmiddelen die overeenkomt met het adressignaal van de adressignaalgeneratormiddelen. Wordt de inrichting weer door meer dan één gebruiker gebruikt, dan kan de inrichting zijn gekenmerkt, doordat de niet vluchtige geheugenmiddelen zijn ingericht voor het onder invloed van het laadsignaal en het eerste of het tweede selektiesignaal opslaan van het beginpositiesignaal in de geselekteerde eerste respektievelijk tweede niet vluchtige geheugenmiddelen.
Het zij nog vermeld, dat uit de gepubliceerde Nederlandse oktrooiaanvrage nr. 7207887 een magneetband weergeefïnrichting bekend is waarin de magneetband na het weergeven van de daarop aanwezige informatie automatisch in een beginstand wordt gebracht en daar tot stilstand komt. In de bekende inrichting wordt daartoe gebruik gemaakt van op de registratiedrager aangebrachte markeringen.
De uitvinding zal in de hierna volgende figuurbeschrijving aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden nader worden uiteengezet. Onderdelen in de verschillende figuren die hetzelfde referentiecijfer bezitten zijn dezelfde. In de figuurbeschrijving toont figuur 1 een eerste, en figuur 2 een tweede, en figuur 3 een derde uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting,
Figuur 1 toont schematisch de inrichting volgens de uitvinding. De inrichting is voorzien van uitleesmiddelen, bevattende een weergavekop 1, voor het uitlezen van muziekstukken uit een magnetische registratiedrager 2 die in een kassette 14 is opgenomen. De weergavekop 1 is elektrisch gekoppeld met een versterkerschakeling 3. Aan de uitgang 4-4’ van de versterkerschakeling kan dan een luidspreker 5 worden aangesloten, zodat de uit de registratiedrager uitgelezen muziekstukken hoorbaar gemaakt kunnen worden.
In de toepassing van de inrichting in de vorm van een weergeefinrichting volgens het SDAT type of het DCC type, is de weergavekop uitgevoerd als een meerspoors weergavekop, die is ingericht voor het uitlezen van informatie uit een aantal in de lengterichting van de registratiedrager naast elkaar liggende sporen. In het bijzonder in de uitvoering volgens de nieuwe DCC digitale kompakt kassette standaard, zoals die bij voorbeeld in de Nederlandse oktrooiaanvrage nr 90.00.039 (PHN 13.209) staat beschreven, zijn op elke zijde van de registratiedrager acht parallelle sporen voor het optekenen van een digitaal audiosignaal, en een additioneel hulpspoor voor het optekenen van additionele informatie, zoals een subcode, aangébracht. De digitale audioinformatie wordt uit de acht sporen uitgelezen en via de meervoudige leiding 19 aan de versterker 3 die dan bovendien een dekodeereenheid bevat voor het dekoderen van de digitale audioinformatie.
De inrichting bevat verder bandtransportmiddelen, met haspelmotoren 7 en 8 en een stuurschakeling 9. In dit voorbeeld is aangenomen dat het bandtransport enkel plaatsvindt door middel van de motoren 7 en 8. Het is echter ook mogelijk dat een kaapstaander 13, die samenwerkt met een aandrukrol 16, aanwezig is, waarbij de weergavetransportsnelheid door middel van de rotatie van de kaapstaander 13 wordt gerealiseerd.
De registratiedrager wordt tijdens het transport van een haspel, bij voorbeeld de haspel 10, via de geleidingsrollen 12 en 18, getransporteerd naar de tweede haspel 11. De inrichting kan van het auto reverse type zijn. In dat geval zal de registratiedrager in de tegengestelde richting langs de weergavekop worden getransporteerd.
Positiedetektiemiddelen 15,16,17 zijn aangebracht voor het detekteren van de positie van de weergavekop 1, gezien in de lengterichting van de registratiedrager 2. Deze detektiemiddelen kunnen op verschillende manieren worden gerealiseerd. Figuur 1 toont een meeloopwiel 16, dat meeloopt met het transport van de registratiedrager 2, en dat samenwerkt met een tachogenerator (niet getoond). Een dergelijke tachogenerator levert tachopulsen op de rotatie van het wiel 16. Deze tachopulsen worden via de leiding 17 toegevoerd aan een teller die is opgenomen in het blok 15.
Indien de teller bij het begin van de registratiedrager op nul is gezet dan is de tellerstand vervolgens een maat voor de positie van de weergavekop 1, gezien in de lengterichting van de registratiedrager, ten opzichte van deze registratiedrager.
Andere positiedetektiemiddelen zijn bij voorbeeld beschreven in de Duitse oktrooiaanvragen 27.30.134, 28.53.025 en 29.51.816 (Staar). In al deze gevallen worden tachopulsen geteld afkomstig van tachogeneratoren die zijn gekoppeld met de beide haspels. Nog een andere positiedetekdemethode is, om bij voorbeeld in een inrichting van het SDAT type of het DCC type, de tijdkodeinformatie die in de subcode in een spoor op de registratiedrager is opgenomen, uit te lezen, en daaruit de positie van de weergavekop ten opzichte van de registratiedrager af te leiden. Deze tijdkodeinformatie kan bij voorbeeld zijn in de vorm van een absolute tijd aangevende de transporttijd benodigd om vanaf het begin van de registratiedrager bij de weergavetransportsnelheid te komen bij een zekere positie in de lengterichting van de registratiedrager.
De inrichting is verder voorzien van geheugenmiddelen 6, voor het daarin opslaan van een inhoudstabel (TOC), bevattende volgordenummers van de muziekstukken op de registratiedrager (de tracknummers) en bevattende beginpositiesignalen die in relatie staan tot de beginposities van de muziekstukken op de registratiedrager. Deze inhoudstabel kan bij voorbeeld op de registratiedrager 2 zelf zijn opgetekend. In de eerder genoemde Nederlandse oktrooiaanvrage nr 90.00.039 (PHN 13.209) staat bij voorbeeld beschreven dat de inhoudstabel in de subcode in een negende spoor op de registratiedrager is opgenomen. Door uitlezing van de additionele informatie uit dit negende spoor kan de inhoudstabel daaruit worden afgeleid en aan het geheugen 6 worden aangeboden.
De inrichting bevat verder komparatormiddelen 20, met een eerste ingang 21 gekoppeld met de uitgang van de positiedetektiemiddelen 15, en een tweede ingang 22 die is gekoppeld met een uitgang 37 van eerste geheugenmiddelen 25. De geheugenmiddelen 25 zijn niet vluchtige geheugenmiddelen. De geheugenmiddelen 25 bevatten twee of meer geheugenplaatsen, voor het in een geheugenplaats opslaan van een beginpositiesignaal van één muziekstuk van een in een kassette opgenomen registratiedrager. Bevatten de geheugenmiddelen 25 dus n geheugenplaatsen, dan kan dus voor maximaal n kassettes een beginpositiesignaal in een geheugenplaats in het geheugen 25 worden opgeslagen. Volgens de uitvinding betreft het de beginposities van een favoriet muziekstuk op elk van die registratiedragers.
Adressignaalgeneratormiddelen 27 zijn aanwezig, die aan een uitgang 30 een adressignaal afgeven, voor toevoer van dit adressignaal aan een adressignaalingang 31 van het geheugen 25. De generatormiddelen 27 zijn ingericht voor het afgeven van een adressignaal overeenkomstig de in de inrichting ingelegde kassette 14 met registratiedrager 2. Er zijn verschillende manieren waarop de adresgeneratormiddelen een adressignaal overeenkomstig de ingelegde kassette kunnen genereren. In de inrichting van figuur 1 zijn daartoe herkenningsmiddelen 28 aangebracht. De herkenningsmiddelen 28 zijn met een ingang 35 gekoppeld met een uitgang 36 van het geheugen 6. De herkenningsmiddelen leiden uit de inhoudstabel het eerder genoemde bepaalde aantal bytes af, waarna de adressignaalgenerator, door middel van een stuursignaal op de leiding 36 een adressignaal overeenkomstig de ingelegde kassette aan de uitgang 30 afgeeft. Onder invloed van dit adressignaal aangeboden aan de ingang 31 van het geheugen 25 wordt aan de uitgang 37 het beginpositiesignaal van het favoriete muziekstuk op de ingelegde kassette afgegeven, en toegevoerd aan de tweede ingang 22 van de komparator 20. In de komparator 20 wordt de aktuele positie van de weergavekop, gerepresenteerd door het positiesignaal dat door de middelen 15 aan de ingang 21 wordt aangeboden, vergeleken met een beginpositiesignaal zoals dat door het geheugen 25 aan de ingang 22 wordt aangeboden. In afhankelijkheid van beide signalen genereert de komparator 20 aan zijn uitgang 43 een stuursignaal dat via de leiding 42 aan een centrale besturingseenheid 21 wordt toegevoerd.
Heeft een gebruiker van de inrichting de kassette afgeluisterd, dan zal hij de STOP toets op een tot de inrichting behorend toetsenbord 38 indrukken, waarna het transport stopt. Vervolgens kan hij de EJECT toets bedienen zodat de kassette wordt uitgeworpen. De bediening van het toetsenbord 38 levert stuursignalen op die via een leiding 40 worden toegevoerd aan de centrale besturingseenheid 45, die onder invloed van deze stuursignalen de diverse onderdelen in de inrichting op de juiste wijze bestuurt. Als de gebruiker de kassette tot aan het eind van een zijde heeft afgeluisterd, dan is de registratiedrager geheel op één van de haspels gewikkeld. Heeft de gebruiker op een willekeurig moment tijdens het weergeven van de kassette de STOP toets ingedrukt dan is de registratiedrager over een willekeurig gedeelte op de ene haspel en voor de rest op de andere haspel gewikkeld. Als de kassette op een later moment weer wordt ingelegd om de kassette opnieuw af te luisteren, dan wordt bij het indrukken van de PLAY toets met weergeven begonnen, daar waar de vorige keer met weergeven was geëindigd. Dit kan betekenen dat in het algemeen op een ongewenste plaats met weergeven wordt begonnen. Als men als eerste een favoriet muziekstuk op die registratiedrager wil weergeven, zal men eerst naar de beginpositie van dat muziekstuk moeten spoelen, voordat met de weergave kan worden begonnen.
De inrichting is verder nog voorzien van bedieningsmiddelen 39, in de vorm van een additionele toets FTP op het toetsenbord 38, waarmee de inrichting in een FTP (favourite tape position) mode kan worden geschakeld. De bediening van deze toets 39 genereert een aktiveringssignaal dat via de leiding 40 ook naar de besturingseenheid 45 wordt toegevoerd. De gebruiker kan nu, nadat hij de kassette heeft afgeluisterd, de FTP toets bedienen. Onder invloed daarvan, en mede in afhankelijkheid van het stuursignaal op de leiding 42, zal de besturingseenheid 45 de transportmiddelen 9 zodanig aansturen dat de registratiedrager bij een verhoogde snelheid wordt getransporteerd naar de beginpositie van het favoriete muziekstuk, zoals gerepresenteerd door het beginpositiesignaal, door het geheugen 25 aan de komparator 20 geleverd. Vervolgens wordt het bandtransport gestopt, en kan de kassette eventueel automatisch worden uitgeworpen.
Als de kassette een volgende keer wordt ingelegd staat het favoriete muziekstuk precies voor de weergavekop en kan dus direkt begonnen worden met weergeven.
Het programmeren van het geheugen 25 en de herkenningsmiddelen 28 zodanig dat het beginpositiesignaal van een favoriet muziekstuk op de registratiedrager in een kassette in het geheugen 25 is opgeslagen en de kassette kan worden herkend, gaat als volgt.
Tijdens het weergeven van een kassette wordt via de kop 1 de subcode, en daarmee de inhoudsopgave van de registratiedrager 2 uitgelezen en in het geheugen 6 opgeslagen. Als de gebruiker nu voor deze kassette een favoriet nummer in het geheugen 25 wil opslaan dient de gebruiker de toets 51 op het toetsenbord 38 in te drukken. Onder invloed daarvan genereert de besturingseenheid 45 via de leiding 52 een stuursignaal dat wordt toegevoerd aan de herkenningsmiddelen 28, die onder invloed van dat stuursignaal het eerder genoemde de kassette karakteriserende aantal bytes uit de inhoudsopgave afleidt. Dit leidt tot een adressignaal aan de uitgang 30, dat wordt toegevoerd aan het geheugen 25. Vervolgens typt de gebruiker op het nummertoetsenbordgedeelte 53 het volgordenummer van het favoriete muziekstuk in, waarna hij de toets 39 indrukt. Het ingetoetste volgordenummer levert op de leiding 50 een stuursignaal voor het geheugen 6 op dat ertoe leidt dat het geheugen 6 het beginpositiesignaal in de inhoudsopgave behorend bij het gekozen muziekstuk toevoert aan de uitgang 36. Via de leiding 54 wordt dit beginpositiesignaal toegevoerd aan een ingang 55 van het geheugen 25. Onder invloed van een laadsignaal dat via de leiding 56 door de besturingseenheid 45 aan het geheugen 25 wordt toegevoerd, wordt het beginpositiesignaal in het geheugen 25 opgeslagen op de positie aangegeven door het adressignaal van de generator 29. Voor andere kassettes kan op dezelfde wijze een beginpositiesignaal in het geheugen 25 worden opgeslagen.
Zoals al in de inleiding is gezegd, kan de kassette ook op een andere wijze dan zoals hiervoor beschreven worden herkend. Er kan daarbij gedacht worden aan het katalogusnummer of een andere identifikatiekode voor de kassette die in de subcode is opgenomen. Een andere mogelijkheid is dat op mechanische of optische wijze een op de kassette aangebrachte kodering wordt gedetekteerd.
In alle gevallen is er sprake van een automatische herkenning van de kassette, zonder dat de gebruiker hiervoor een bepaalde handeling hoeft te verrichten.
In een tweede uitvoeringsvoorbeeld zoals in figuur 2 is weergegeven, dient de gebruiker een additionele handeling te verrichten ter realisering van de funktie dat de registratiedrager na het indrukken van de toets 39 naar de beginpositie van het favoriete muziekstuk wordt getransporteerd.
In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2 zijn de adressignaalgeneratormiddelen 27’ daartoe anders uitgevoerd, en zijn in dit geval niet voorzien van de herkenningsmiddelen 28 uit figuur 1. Verder is een stuursignaalleiding 60 aangebracht van de besturingseenheid 45 naar een ingang 61 van de generator 27’.
Stel nu dat de gebruiker, nadat hij een kassette heeft afgeluisterd, de STOP toets op het bedieningspaneel 38 bedient, waarna hij de band in de FTP mode wil laten spoelen naar de beginpositie van zijn favoriete muziekstuk. De gebruiker weet welke kassette in de inrichting is ingelegd, en weet dus welke kode, bij voorbeeld een identifikatienummer, hij op een eerder moment aan deze kassette heeft toegekend. Dit identifïkatienummer heeft de gebruiker bij voorbeeld met een pen op de kassette aangebracht. Na het indrukken van de toets 39 dient de gebruiker vervolgens met behulp van de nummertoetsen op het nummertoetsenbordgedeelte 53 het identifikatienummer van de kassette in te geven. Dit identifikatienummer wordt vervolgens via de leiding 40 aan de besturingseenheid 45 toegevoerd. Deze besturingseenheid leidt vervolgens op de leiding 60 een stuursignaal overeenkomstig het identifikatienummer af, dat wordt toegevoerd aan de adresgenerator 27’. De adresgenerator 27’ genereert overeenkomstig dit stuursignaal, en dus overeenkomstig het identifikatienummer een adres af aan de uitgang 30. Met dit adres wordt de geheugenplaats in het geheugen 25 aangegeven waarin het beginpositiesignaal van het favoriete muziekstuk op de ingelegde kassette is opgeslagen. Dit positiesignaal wordt toegevoerd aan de ingang 22 van de komparator 20. De verdere werkwijze is vervolgens gelijk aan de werkwijze zoals bij figuur 1 beschreven.
Het programmeren van het geheugen 25 gaat hier als volgt. Als de gebruiker nu voor een kassette een favoriet nummer in het geheugen 25 wil opslaan dient de gebruiker de toets 62 op het toetsenbord 38 in te drukken. De gebruiker heeft al eerder een uniek identifikatienummer aan de kassette toegekend. Men zou daarbij kunnen denken aan identifikatienummers 1 tot en met n, aangezien in het geheugen 25 voor maximaal n kassettes een beginpositiesignaal in het geheugen kan worden opgeslagen. Vervolgens toetst de gebruiker het identifikatienummer via de nummertoetsen 53 in. Onder invloed daarvan genereert de besturingseenheid 45, na het vervolgens intypen van de toets 51, via de leiding 60 een stuursignaal dat wordt toegevoerd aan de generator 27’, die onder invloed van dat stuursignaal het eerder genoemde adressignaal afleidt, dat via de uitgang 30, wordt toegevoerd aan het geheugen 25. Vervolgens typt de gebruiker op het nummertoetsenbordgedeelte 53 het volgordenummer van het favoriete muziekstuk in, waarna hij de toets 39 indrukt. Het ingetoetste volgordenummer levert op de leiding 50 een stuursignaal voor het geheugen 6 op dat ertoe leidt dat het geheugen 6 het beginpositiesignaal in de inhoudsopgave behorend bij het gekozen muziekstuk toevoert aan de uitgang 36. Via de leiding 54 wordt dit beginpositiesignaal toegevoerd aan een ingang 55 van het geheugen 25. Onder invloed van een laadsignaal dat via de leiding 56 door de besturingseenheid 45 aan het geheugen 25 wordt toegevoerd, wordt het beginpositiesignaal in het geheugen 25 opgeslagen op de positie aangegeven door het adressignaal van de generator 27’.
Figuur 3 toont een derde uitvoeringsvoorbeeld, waarbij de inrichting van figuur 1 verder is voorzien van tweede niet vluchtige geheugenmiddelen. Figuur 3 toont de niet vluchtige geheugenmiddelen 25 bevattende de eerste niet vluchtige geheugenmiddelen 25’ en de tweede niet vluchtige geheugenmiddelen 25”. Het adressignaal van de adresgenerator 29 wordt via de ingang 31 aan de beide geheugens 25’ en 25” toegevoerd, voor het adresseren van een geheugenpositie in de beide geheugens. Verder is de ingang 55 van de geheugenmiddelen 25 gekoppeld met een ingang van beide geheugens 25’ en 25”. Het laadsignaal dat via de leiding 56 aan de geheugenmiddelen 25 wordt toegevoerd wordt zowel aan het eerste als aan het tweede geheugen 25’ en 25” toegevoerd. Een eerste of een tweede selektiesignaal wordt door de besturingseenheid 45 gegenereerd onder invloed van het door de gebruiker indrukken van de toets 73 respektievelijk de toets 74. Via de leiding 72 wordt het eerste of het tweede selektiesignaal toegevoerd aan een ingang 71 van de geheugenmiddelen 25. Onder invloed van het selektiesignaal wordt door middel van tot de geheugenmiddelen behorende selektiemiddelen (niet getekend) één van de twee geheugens 25’ of 25” geselekteerd.
Het programmeren door een eerste gebruiker gaat als volgt. Het programmeren gaat hoofdzakelijk op de wijze zoals bij figuur 1 beschreven. Eerst dient de gebruiker echter de toets 73 in te drukken. Het indrukken van de toets 73 geeft feitelijk aan dat de favoriete muziekstukken van de eerste gebruiker in het geheugen 25’ zijn/worden opgeslagen. De inrichting weet dus dat de gebruiker een favoriete beginpositie in het eerste geheugen op wil slaan. Vervolgens drukt de gebruiker de toets 51 in en verloopt de procedure verder op de wijze zoals bij figuur 1 beschreven. Wil een tweede gebruiker de inrichting programmeren, dan dient hij de toets 74 in te drukken en daarna de toets 51, waarna de procedure weer op de reeds beschreven wijze verloopt. Het selektiesignaal dat aan de ingang 71 wordt aangeboden selekteert dus één van de twee geheugens, zodat op het laadsignaal dat wordt aangeboden aan de beide geheugens, het beginpositiesignaal aanwezig aan de ingang 55 in het geselekteerde geheugen wordt opgeslagen, op een geheugenpositie overeenkomstig het adres gegenereerd door de generator 29.
Heeft de eerste gebruiker een kassette afgeluisterd en wil hij de inrichting in de FTP mode schakelen om vöör het uitnemen van de kassette, de registratiedrager naar het begin van het favoriete muziekstuk te laten spoelen, dan dient hij ook hier eerst de toets 73 in te drukken, waarna de procedure verder weer verloopt volgens de bij figuur 1 reeds beschreven procedure. Wil de tweede gebruiker de FTP mode inschakelen dan gaat dat op dezelfde wijze, waarbij eerst de toets 74 in plaats van de toets 73 ingedrukt dient te worden. Door het indrukken van de toets 73 of 74 genereert de besturingseenheid 45 een eerste respektievelijk een tweede selektiesignaal dat via de leiding 72 aan de geheugenmiddelen 25 wordt aangeboden. Onder invloed van dit selektiesignaal en het adressignaal zal één van de twee geheugens 25’ of 25” een beginpositiesignaal aan de uitgang 37 aanbieden. De selektie van de twee geheugens kan bij voorbeeld plaats vinden, doordat de uitgangen van de geheugens 25’ en 25” via selektiemiddelen in de vorm van een multiplexer (niet getekend) met de uitgang 37 zijn gekoppeld. Het selektiesignaal wordt dan toegevoerd aan een stuursignaalingang van deze multiplexer, die dan onder invloed van het eerste of het tweede selektiesignaal het beginpositiesignaal dat door het geheugen 25’ respektievelijk het geheugen 25” aan de multiplexer wordt aangeboden doorgeeft aan de uitgang 37. Een andere mogelijkheid is dat de uitgangen van de beide geheugens 25’ en 25” rechtstreeks met de uitgang 37 zijn gekoppeld. Onder invloed van het eerste of het tweede selektiesignaal, dat in dit geval aan het eerste respektievelijk het tweede geheugen wordt aangeboden, wordt het eerste (of juist het tweede) geheugen in werking gesteld en het tweede (of juist het eerste) geheugen buiten werking gesteld, zodat het beginpositiesignaal aan de uitgang van het geheugen 25’ (of juist het geheugen 25”) aan de uitgang 37 van de geheugenmiddelen 25 wordt aangeboden.
Een verdere uitbreiding van de beschreven inrichtingen kan daarin bestaan dat, indien uitgevoerd als autoreverse inrichtingen, na het afspelen van het favoriete muziekstuk het weergeven van daaropvolgende op de registratiedrager aangebrachte muziekstukken wordt voortgezet. Als het einde van een zijde van de registratiedrager is bereikt kan door middel van een autoreverse aktie worden omgeschakeld naar weergave op de andere zijde. Vervolgens wordt deze zijde geheel afgespeeld totdat aan het eind van die zijde een volgende autoreverse aktie optreedt en de inrichting begint met het weergeven van de zijde waarop zich het favoriete muziekstuk bevindt. Op het moment dat de beginpositie van het favoriete muziekstuk wordt bereikt genereren de komparatormiddelen 20 een stopsignaal via de leiding 42 naar de centrale besturingseenheid 45. Onder invloed daarvan kan het bandtransport worden afgeschakeld en de kassette eventueel worden uitgewoipen.

Claims (6)

1. Inrichting voor het weergeven van een muziekstuk uit een spoor op een magnetische registratiedrager die is opgenomen in een kassette, voorzien van - uitleesmiddelen voor het bij een weergavetransportsnelheid uit het spoor uitlezen van het muziekstuk, welke uitleesmiddelen een weergavekop bevatten, - positiebepalingsmiddelen, voor het bepalen van de positie van de weergavekop ten opzichte van de registratiedrager, gezien in de lengterichting van deze registratiedrager, en voor het afgeven van een positiesignaal dat in relatie staat tot deze positie, - komparatormiddelen, met een eerste en een tweede ingang en een uitgang, voor het vergelijken van het positiesignaal toegevoerd aan de eerste ingang met een begin-positiesignaal, dat in relatie staat tot de beginpositie van een muziekstuk op de registratiedrager en dat is toegevoerd aan de tweede ingang, en voor het aan de uitgang afgeven van een stuursignaal in afhankelijkheid van het positiesignaal en het beginpo-sitiesignaal, - transportmiddelen, voor het in een weergeefmode met de weergavetransportsnelheid transporteren van de registratiedrager langs de weergavekop, en voor het in een tweede mode, onder invloed van het stuursignaal van de komparatormiddelen, met een verhoogde transportsnelheid transporteren van de registratiedrager naar een zodanige positie dat de weergavekop zich ongeveer bevindt op de beginpositie van het muziekstuk, met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van - niet vluchtige geheugenmiddelen voor het, voor twee of meer registratiedragers, opslaan van een beginpositiesignaal voor één muziekstuk op elk van die registratiedragers, - bedieningsmiddelen, voor het op bediening van de bedieningsmiddelen genereren van een aktiveringssignaal, - adressignaalgeneratormiddelen, welke generatormiddelen zijn ingericht voor het genereren van een adressignaal overeenkomstig de in de inrichting ingelegde registratiedrager, voor toevoer van het adressignaal aan de geheugenmiddelen, dat de geheugenmiddelen zijn ingericht voor het onder invloed van het adressignaal aan een uitgang afgeven van het beginpositiesignaal opgeslagen in de geheugenmiddelen voor het genoemde ene muziekstuk op de in de inrichting ingelegde registratiedrager, dat een uitgang van de geheugenmiddelen is gekoppeld met de tweede ingang van de komparatormiddelen, voor toevoer van het beginpositiesignaal aan de komparatormiddelen, en dat de transportmiddelen zijn ingericht voor het, onder invloed van het stuursignaal van de komparatormiddelen en het aktiveiingssignaal bij de verhoogde transportsnelheid transporteren van de registratiedrager naar de beginpositie van het muziekstuk, en voor het, na het bereiken van de beginpositie van het muziekstuk, afschakelen van het transport.
2. Inrichting volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting verder is ingericht voor het, onder invloed van het aktiveringssignaal, vervolgens uitwerpen van de kassette.
3. Inrichting volgens konklusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de adressignaalgeneratormiddelen herkenningsmiddelen bevatten, ingericht voor het herkennen van de in de inrichting ingelegde registratiedrager, en voor het genereren van een adressignaal overeenkomstig de door de herkenningsmiddelen herkende registratiedrager.
4. Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, met het kenmerk, dat de niet vluchtige geheugenmiddelen bevatten - eerste niet vluchtige geheugenmiddelen voor het, voor de genoemde twee of meer registratiedragers, opslaan van het beginpositiesignaal voor één muziekstuk op elk van die registratiedragers, - tweede niet vluchtige geheugenmiddelen, eveneens voor het, voor twee of meer registratiedragers, opslaan van een beginpositiesignaal voor één muziekstuk op elk van die registratiedragers, welke eerste en tweede geheugenmiddelen zijn ingericht voor het onder invloed van het adressignaal aan een uitgang kunnen afgeven van het beginpositiesignaal voor het als eerste respektievelijk tweede genoemde ene muziekstuk op de in de inrichting ingelegde registratiedrager, dat de inrichting verder is voorzien van - selektiesignaalgeneratormiddelen, met een uitgang voor het afgeven van een eerste of een tweede selektiesignaal, welke uitgang is gekoppeld met een ingang van tot de geheugenmiddelen behorende - selektiemiddelen, welke selektiemiddelen zijn ingericht voor het, onder invloed van het eerste of het tweede selektiesignaal, aan de uitgang van de geheugenmiddelen aanbieden van het beginpositiesignaal opgeslagen in de eerste respektievelijk tweede niet vluchtige geheugenmiddelen op een geheugenpositie overeenkomstig het adressignaal toegevoerd aan de geheugenmiddelen.
5. Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van - derde geheugenmiddelen, voor het opslaan van een inhoudstabel, bevattende volgordeinformatie van muziekstukken op een in de inrichting ingelegde registra-tiedrager, en beginpositiesignalen die in relatie staan tot de beginposities van de muziekstukken op de registratiedrager, welke derde geheugenmiddelen een uitgang bevatten die is gekoppeld met een ingang van de niet vluchtige geheugenmiddelen, - tweede bedieningsmiddelen, voor het op bediening van deze bedieningsmiddelen genereren van een keuzesignaal dat in relatie staat tot de volgordeinformatie behorend bij één van de muziekstukken op de registratiedrager, voor toevoer van dit keuzesignaal aan de derde geheugenmiddelen, dat de derde geheugenmiddelen zijn ingericht voor het onder invloed van het keuzesignaal aan de uitgang afgeven van het beginpositiesignaal van één van de muziekstukken en dat de niet vluchtige geheugenmiddelen zijn ingericht voor het onder invloed van een laadsignaal opslaan van het beginpositiesignaal in een positie in de geheugenmiddelen die overeenkomt met het adressignaal van de adressignaalgeneratormiddelen.
6. Inrichting volgens konldusie 5, voor zover afhankelijk van konklusie 4, met het kenmerk, dat de niet vluchtige geheugenmiddelen zijn ingericht voor het onder invloed van het laadsignaal en het eerste of het tweede selektiesignaal opslaan van het beginpositiesignaal in de geselekteerde eerste respektievelijk tweede niet vluchtige geheugenmiddelen.
NL9100475A 1991-03-18 1991-03-18 Inrichting voor het weergeven van een muziekstuk van een magnetische registratiedrager (favourite tape position). NL9100475A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100475A NL9100475A (nl) 1991-03-18 1991-03-18 Inrichting voor het weergeven van een muziekstuk van een magnetische registratiedrager (favourite tape position).
EP92200674A EP0504973A1 (en) 1991-03-18 1992-03-10 Device for reproducing a piece of music from a magnetic record carrier (Favourite tape position)
KR1019920004241A KR920018702A (ko) 1991-03-18 1992-03-16 음악 소절 재생 장치
JP4057944A JPH0574116A (ja) 1991-03-18 1992-03-16 磁気記録担体再生装置
US08/212,331 US5367413A (en) 1991-03-18 1994-03-14 Device for reproducing a piece of music from a magnetic record carrier (favorite tape position)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100475A NL9100475A (nl) 1991-03-18 1991-03-18 Inrichting voor het weergeven van een muziekstuk van een magnetische registratiedrager (favourite tape position).
NL9100475 1991-03-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9100475A true NL9100475A (nl) 1992-10-16

Family

ID=19859029

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100475A NL9100475A (nl) 1991-03-18 1991-03-18 Inrichting voor het weergeven van een muziekstuk van een magnetische registratiedrager (favourite tape position).

Country Status (5)

Country Link
US (1) US5367413A (nl)
EP (1) EP0504973A1 (nl)
JP (1) JPH0574116A (nl)
KR (1) KR920018702A (nl)
NL (1) NL9100475A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0646796B1 (en) * 1993-09-30 1999-12-08 Koninklijke Philips Electronics N.V. Device for optically measuring the angular velocity of an object.
BE1007606A3 (nl) * 1993-09-30 1995-08-22 Philips Electronics Nv Inrichting voor het langs optische weg meten van de hoeksnelheid van een voorwerp.
US5569912A (en) * 1993-09-30 1996-10-29 U.S. Philips Corporation Optical velocity measuring with efficient use of radiation passing through patterns on discs
JP3997570B2 (ja) * 1997-09-12 2007-10-24 ソニー株式会社 テープ記録及び/又は再生装置、及びテープ記録及び/又は再生方法

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3938190A (en) * 1974-08-15 1976-02-10 Direct Access Corporation Storage and retrieval system for magnetic tape cassettes
FR2517863B1 (fr) * 1981-12-09 1992-03-13 Moulene Daniel Appareil de traitement d'informations
JPS6093656A (ja) * 1983-10-25 1985-05-25 Sony Corp キユ−アツプ装置
NL8703086A (nl) * 1987-12-21 1989-07-17 Philips Nv Inrichting voor het weergeven van op een registratiedrager opgetekende informatie.
NL8402095A (nl) * 1984-07-02 1986-02-03 Philips Nv Inrichting voor het weergeven van informatie van een registratiedrager.
JPS62138327U (nl) * 1986-02-20 1987-09-01
US4870515A (en) * 1986-12-05 1989-09-26 Stokes Richard A Music memory data recording, storage and playback system for magnetic recording and/or reproducing apparatus
JPH0535491Y2 (nl) * 1987-04-20 1993-09-08
EP0346979B1 (en) * 1988-06-15 1995-11-22 Koninklijke Philips Electronics N.V. Reproducing and/or recording apparatus
AT395787B (de) * 1989-05-26 1993-03-25 Philips Nv System zum auswerten von markierungen

Also Published As

Publication number Publication date
KR920018702A (ko) 1992-10-22
JPH0574116A (ja) 1993-03-26
EP0504973A1 (en) 1992-09-23
US5367413A (en) 1994-11-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5390052A (en) Method of recording/reproducing table of contents in digital magnetic tape recording/reproducing apparatus
US4301482A (en) Programmable multi-channel audio playback system for reel-to-reel tapes
US5426534A (en) Multiple-deck magnetic information recording reproducer
JP3621715B2 (ja) 映像付きカラオケ装置
NL9100475A (nl) Inrichting voor het weergeven van een muziekstuk van een magnetische registratiedrager (favourite tape position).
JPS5923036B2 (ja) 情報ブロツク表題再生表示装置
JP2996789B2 (ja) n曲の音楽を発生する信号源およびこれにより発生したn曲の音楽を磁気記録キャリアに記録する記録装置の組合せ配置
JPS6228990A (ja) 磁気テ−プ記憶装置
JP2929724B2 (ja) ビデオテープレコーダ
EP0555562B1 (en) Overload detection in an arrangement for recording an analog signal on a record carrier or in a digital memory
GB2242302A (en) Automatic search apparatus and method for a record/play or play system
JPS6233304A (ja) 磁気テ−プの記録再生方法
EP0485020A1 (en) Device for random-order reproduction of a number of pieces of music recorded on a magnetic record carrier
JP2527928B2 (ja) 磁気テ−プカラオケシステム
KR100276447B1 (ko) 오디오시스템의 테이프 레코딩방법
KR100229707B1 (ko) 자기기록/재생기의 반복 재생장치
JPS61170976A (ja) デジタルテ−プレコ−ダ−
JPH0388161A (ja) 記録媒体再生装置
JPH0233790A (ja) 磁気記録再生装置の飛び越し選曲方法
JPH08221961A (ja) 自動磁気テープ編集装置
JPS6171489A (ja) デ−タ検索装置
JPS59110082A (ja) ビデオデイスク装置
JPS63112887A (ja) 磁気記録再生装置
JPH0620337A (ja) 磁気記録再生装置
JPH01116947A (ja) 記録/再生装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed