NL9002666A - Samenstelling van een etheen-koolmonoxide-copolymeer. - Google Patents

Samenstelling van een etheen-koolmonoxide-copolymeer. Download PDF

Info

Publication number
NL9002666A
NL9002666A NL9002666A NL9002666A NL9002666A NL 9002666 A NL9002666 A NL 9002666A NL 9002666 A NL9002666 A NL 9002666A NL 9002666 A NL9002666 A NL 9002666A NL 9002666 A NL9002666 A NL 9002666A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
copolymer
mixture
component
phenol
composition
Prior art date
Application number
NL9002666A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stamicarbon
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stamicarbon filed Critical Stamicarbon
Priority to NL9002666A priority Critical patent/NL9002666A/nl
Priority to EP92900417A priority patent/EP0513304B1/en
Priority to DE69132608T priority patent/DE69132608T2/de
Priority to JP50178292A priority patent/JP3169961B2/ja
Priority to PCT/NL1991/000248 priority patent/WO1992010524A1/en
Priority to CA002075190A priority patent/CA2075190A1/en
Publication of NL9002666A publication Critical patent/NL9002666A/nl
Priority to US08/226,412 priority patent/US5475083A/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D01NATURAL OR MAN-MADE THREADS OR FIBRES; SPINNING
    • D01FCHEMICAL FEATURES IN THE MANUFACTURE OF ARTIFICIAL FILAMENTS, THREADS, FIBRES, BRISTLES OR RIBBONS; APPARATUS SPECIALLY ADAPTED FOR THE MANUFACTURE OF CARBON FILAMENTS
    • D01F6/00Monocomponent artificial filaments or the like of synthetic polymers; Manufacture thereof
    • D01F6/28Monocomponent artificial filaments or the like of synthetic polymers; Manufacture thereof from copolymers obtained by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds
    • D01F6/30Monocomponent artificial filaments or the like of synthetic polymers; Manufacture thereof from copolymers obtained by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds comprising olefins as the major constituent
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08GMACROMOLECULAR COMPOUNDS OBTAINED OTHERWISE THAN BY REACTIONS ONLY INVOLVING UNSATURATED CARBON-TO-CARBON BONDS
    • C08G67/00Macromolecular compounds obtained by reactions forming in the main chain of the macromolecule a linkage containing oxygen or oxygen and carbon, not provided for in groups C08G2/00 - C08G65/00
    • C08G67/02Copolymers of carbon monoxide and aliphatic unsaturated compounds
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08KUse of inorganic or non-macromolecular organic substances as compounding ingredients
    • C08K5/00Use of organic ingredients
    • C08K5/0008Organic ingredients according to more than one of the "one dot" groups of C08K5/01 - C08K5/59

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Compositions Of Macromolecular Compounds (AREA)
  • Artificial Filaments (AREA)
  • Manufacture Of Macromolecular Shaped Articles (AREA)

Description

SAMENSTELLING VAN EEN ETHEEN-KOOLMONOXIDE-COPOLYMEER
De uitvinding heeft betrekking op een samenstellingomvattende een etheen-koolmonoxide-copolymeer als eerstecomponent en een tweede component.
Een dergelijke samenstelling in de vorm van eenoplossing is bekend uit EP-A-360.358. Hierin wordtbeschreven hoe deze oplossing wordt versponnen tot eenvezel, die vervolgens wordt onderworpen aan een behandelingter verwijdering van het oplosmiddel en tenslotte in oplos-middelvrije toestand wordt verstrekt, waarbij een vezel meteen hoge sterkte en modulus wordt verkregen. Als oplos¬middelen voor het copolymeer worden in genoemde aanvragem-cresol, hexafluorisopropanol en mengsels daarvan genoemd.Deze oplosmiddelen hebben als nadeel dat zij een hoge graadvan giftigheid bezitten, hetgeen ook tot uitdrukking komt inhun lage MAC-waarde, die bijvoorbeeld voor m-cresol 5 ppmbedraagt. Voor hexafluorisopropanol komen hierbij nog alsextra nadelen de zeer hoge prijs en de beperkte beschikbaar¬heid van deze stof, die de toepassing ervan als oplosmiddelvoor CO-copolymeer op commerciële schaal ernstig belemmerenen economisch zeer onaantrekkelijk maken. Verder zijn alsoplosmiddelen voor etheen-koolmonoxide-copolymeren nogslechts 2-chloorfenol en 3-chloorfenol bekend.
Omdat etheen-koolmonoxide-copolymeer, in hetvervolg aangeduid als CO-copolymeer, in het algemeen reedsthermische degradatie vertoont bij temperaturen, die rondzijn smeltpunt zijn gelegen, is het vervaardigen vanvoorwerpen uit een smelt van CO-copolymeer slechts beperkt mogelijk. Het vervaardigen van voorwerpen uit CO-copolymeervanuit geschikte samenstellingen, bijvoorbeeld vanuitoplossingen van het polymeer, kan daarentegen reeds plaats¬vinden bij temperaturen, die aanmerkelijk onder het smelt¬punt van het polymeer zijn gelegen en dus zonder gevaar voorthermische degradatie. Het beschikbaar komen van goedverwerkbare samenstellingen van een CO-copolymeer zal deverwerkings- en toepassingsmogelijkheden van CO-copolymerenaanmerkelijk verruimen.
Gevonden werd nu, dat samenstellingen waarin detweede component is gekozen uit de groep, bestaande uitbenzaldehyde, nitrobenzeen, benzylalcohol, anisol, cyclo-hexanon, cyclohexanol, γ-butyrolacton, dimethylftalaat,Ν,Ν-dimethylacetamide, fenylhydrazine, o-dichloorbenzeen,caprolactam, fenol, pyridine, benzoëzuur, mierezuur,N-methylpyrrolidon, aniline, fenoxyethanol, N-methyl-imidazole en een mengsel van twee of meer van deze stoffengoed verwerkbaar zijn beneden het smeltpunt vanCO-copolymeer.
Onder CO-copolymeer wordt verstaan een alternerendcopolymeer, dat is opgebouwd uit afwisselend een eenheidwelke afkomstig is van een olefinisch onverzadigde monomereeenheid en een koolmonoxide-eenheid. Het aandeel van elk dercomponenten bedraagt dus 50 mol%. Dit is tevens het maximaalmogelijke aandeel van de CO-eenheden in een dergelijkcopolymeer. In het kader van de uitvinding wordt ook van eenalternerend copolymeer gesproken wanneer het copolymeer voorten minste 48 mol% uit CO-eenheden bestaat. Als olefinischonverzadigd monomeer kunnen bijvoorbeeld etheen of mengselsvan etheen en andere alkenen, bij voorkeur propeen ofocteen, worden toegepast of mengsels van etheen en een anderolefinisch onverzadigd monomeer. CO-copolymeren waarinalleen etheen als olefinisch onverzadigd monomeer wordttoegepast bezitten een hoger smeltpunt, tot maximaal 257° C,dan die, waarin andere onverzadigde monomeren of mengselsaanwezig zijn, en zij genieten daarom de voorkeur wanneer detoepassing van een uit het CO-copolymeer vervaardigd product een hoge temperatuurbestendigheid vereist. Methoden voor hetvervaardigen van CO-copolymeren van dit type zijn op zich¬zelf bekend uit bijvoorbeeld EP-A-121.965 en EP-A-239.145.
Een geschikte, goed verwerkbare samenstellingvoldoet ten minste aan de eis, dat deze onder het smeltpuntvan het CO-copolymeer met de bekende vormgevingstechniekenkan worden omgezet in CO-copolymeer bevattende voorwerpenvan de gewenste vorm. Hiervoor is in het algemeen nodig datde tweede component geschikt is om met CO-copolymeer eeneenvoudig vervormbare en bij voorkeur homogene en in wezenenkelfasige samenstelling te vormen. Een dergelijkesamenstelling kan het karakter hebben van een copolymeer,dat is gezwollen in de tweede component, en dat bijvoorbeeldis gevormd door oorspronkelijk droog copolymeer in poeder-vorm, zonodig bij verhoogde temperatuur innig te mengen metde tweede component. Hierdoor gaat het droge en onder zijnsmeltpunt moeilijk vorm te geven poeder over in een, uitgezwollen poederdeeltjes bestaande, kneedbare massa, waaraanook onder het smeltpunt van het polymeer de gewenste vormkan worden gegeven en waarin de aanwezigheid van de tweedecomponent zorgt voor een goede onderlinge samenhang van degezwollen poederdeeltjes, die ook na verwijdering van detweede component behouden blijft. Dergelijke technieken zijnop zichzelf bekend, bijvoorbeeld uit EP-A-292 074. Voor eengoede verwerkbaarheid dient de samenstelling, indien deze devorm heeft van een gezwollen copolymeer voor ten minste 20gew.% te bestaan uit de tweede component en bij voorkeurbestaat deze voor ten minste 50 gew.% uit de tweedecomponent. Een samenstelling in de vorm van een gezwollenpolymeer kan worden vormgegeven met behulp van vaste-stof-verwerkingstechnieken, zoals pasta- en ramextrusie en koudeen warme vervormingstechnieken. Een tweede component, dievoldoende affiniteit met CO-copolymeer vertoont om dit tedoen zwellen, zoals hierboven beschreven, maar waarmee hetCO-copolymeer geen homogene oplossing kan vormen onderatmosferische druk en bij temperaturen gelegen tussen hetsmeltpunt van de tweede component en het laagste van 1) het smeltpunt van het CO-copolymeer en 2) het kookpunt van detweede component, zal in het vervolg worden aangeduid alszwelmiddel. Een tweede component, waarmee CO-copolymeeronder de bovenbeschreven condities wel een homogeneoplossing kan vormen, zal in het vervolg worden aangeduidals oplosmiddel. In het algemeen is een mengsel van twee ofmeer zwelmiddelen ook een zwelmiddel, zoals ook een mengselvan twee oplosmiddelen als regel een oplosmiddel is. Hetgedrag van een mengsel van een oplosmiddel en een zwelmiddelhangt sterk af van de gekozen combinatie en de verhouding,waarin de twee stoffen in het mengsel aanwezig zijn. Slechtsin een beperkt verhoudings-gebied blijkt een dergelijkmengsel een oplosmiddel te zijn, in het algemeen gedraagteen dergelijk mengsel zich als een zwelmiddel.
Samenstellingen van CO-copolymeer in de vorm vaneen gezwollen copolymeer zijn zeer geschikt voor het makenvan vormstukken en grotere voorwerpen maar zijn mindergeschikt voor het vervaardigen van voorwerpen met in tenminste één richting zeer kleine afmetingen, zoals vezels entapes of films. CO-copolymeer is evenwel zeer geschikt voortoepassing in warmtebestendige vezels en films en dergelijkevoorwerpen worden bij voorkeur vervaardigd met behulp vanspin- en extrusietechnieken. Het spinnen en extruderen vanCO-copolymeer vindt bij voorkeur vanuit oplossingen plaats,in verband met de reeds eerder genoemde thermischedegradatie van het polymeer boven zijn smeltpunt. Daaromwordt de tweede component bij voorkeur gekozen uit de groep,bestaande uit fenol, pyridine, benzoëzuur, mierezuur,N-methylpyrrolidon, aniline, fenoxyethanol, N-methyl-imidazole en een mengsel van twee of meer van deze stoffen,een mengsel van 40-45 gew% fenol en 60-55 gew% benzaldehydeen een mengsel van 25-35 gew.% caprolactam en 75-65 gew.%fenol. Deze hebben als gemeenschappelijk kenmerk, dat zijoplosmiddelen voor het CO-copolymeer zijn.
De concentratie van het CO-copolymeer in dezeoplossingen kan binnen ruime grenzen variëren. Uit samen¬stellingen met concentraties aan CO-copolymeer van minder dan 0,5 gew.% blijken slechts oplosmiddelvrije voorwerpen tevervaardigen die door hun onvoldoende samenhang niet verderverwerkbaar zijn. De concentratie CO-copolymeer in de samen¬stelling volgens de uitvinding bedraagt dan ook bij voorkeurten minste 0,5 gew.%. Vanuit economisch gezichtspunt zijnsamenstellingen met lage concentraties aan CO-copolymeer,bijvoorbeeld van minder dan 2 gew.%, minder aantrekkelijkdoor de relatief grote hoeveelheid oplosmiddel, die moetworden verwijderd en verder verwerkt bij het vervaardigenvan voorwerpen, bestaande uit CO-copolymeer onder gebruik¬making van de samenstelling. Bij voorkeur worden dan ookoplossingen toegepast met een concentratie aan CO-copolymeervan ten minste 2 gew.% en met de meeste voorkeur van tenminste 5 gew.%. Samenstellingen in de vorm van eenoplossing, waarin de concentratie CO-copolymeer tot ca 50gew.% bedraagt zijn nog goed verwerkbaar met technieken voorhet verwerken van oplossingen, zoals verspinnen, uitgietenof extruderen. Bij toenemende concentratie van hetcopolymeer verandert het karakter van de samenstellinggeleidelijk van dat van een oplossing tot dat van eengezwollen polymeer, ook wanneer een oplosmiddel als tweedecomponent wordt toegepast. De vakman zal echter in staatzijn bij elke samenstelling volgens de uitvinding de meestgeschikte vormgevingstechniek te kiezen.
Toepassingen van oplossingen van CO-copolymeer zijnonder meer gelegen in het verspinnen, extruderen, uitgietenof op andere wijze vormgeven van de samenstelling, gevolgddoor het verwijderen van het oplosmiddel, veelal incombinatie met verdere vervolgbewerkingen, zoals persen ofverstrekken. Op deze wijze worden volgens de werkwijze vanEP-A-360.358 vezels uit CO-copolymeer vervaardigd met eenhoge modulus en en hoge treksterkte.
Sommige van de genoemde oplosmiddelen blijken metCO-copolymeer een samenstelling in de vorm van een oplossingte vormen, die bij afkoeling tot onder het gelpunt van deoplosing overgaat in een thermoreversibele gel. Dit gedragvan polymeeroplossingen is op zichzelf bekend, bijvoorbeeld uit Keiler en Barham, Plastics and Rubber international,
Vol. 6, No. 1 (1981) pagina 25 en de daar genoemdereferenties. Het thermoreversibel gelerend gedrag van dezeoplossingen maakt het mogelijk om daaruit gelvoorwerpen tevervaardigen, die blijken te worden gekenmerkt door een hogegraad van verstrekbaarheid en waarin tijdens het verstrekkeneen voortgaande opbouw van treksterkte en elasticiteits-modulus optreedt tot zeer hoge waarden. Het vervaardigen vangelvoorwerpen uit polymeersamenstellingen door thermo-reversibele gelering en de daarmee gepaard gaande hoge graadvan verstrekbaarheid zijn bekend voor een aantal anderepolymeren dan CO-copolymeer, bijvoorbeeld uitGB-B-2.042.414, GB-B-2.051.667, EP-A-105.169 enEP-B-144.983. Het vervaardigen van gelvoorwerpen vindt inhet algemeen plaats door het verspinnen of extruderen vaneen thermoreversibel gelerende oplossing van het polymeerbij een temperatuur boven de oplostemperatuur, gevolgd doorafkoeling van het uit de oplossing bestaande voorwerp totonder het gelpunt, waarbij een gelvoorwerp ontstaat met debovenbeschreven goede verstrekbaarheid, al of niet na geheleof gedeeltelijke verwijdering van het oplosmiddel. Bijvoorkeur wordt daarom de tweede component gekozen uit degroep, bestaande uit benzoëzuur, mierezuur, N-methyl-pyrrolidon, aniline, fenoxyethanol, N-methylimidazole en eenmengsel van twee of meer van deze stoffen, een mengsel van40-45 gew% fenol en 60-55 gew% benzaldehyde en een mengselvan 25-35 gew.% caprolactam en 75-65 gew.% fenol, welke metCO-copolymeer een gelerende oplossing vormen.
Met bijzondere voorkeur worden benzoëzuur enmierezuur toegepast als gelerende oplosmiddelen. Deze hebbenals voordeel dat ze, in tegenstelling tot het grootste deelvan de gevonden zwel- en oplosmiddelen, niet of slechts inzeer geringe mate giftig zijn en daarom met slechts minimalemaatregelen voor bescherming en beveiliging van de omgevingen de bij de verwerking betrokken personen kunnen wordentoegepast.
Een aanvullend voordeel van de toepassing van gelerende oplosmiddelen boven de bekende en andere in dezeaanvrage genoemde oplosmiddelen, is gelegen in het feit, datCO-copolymeer pas oplost in deze tweede componenten bijtemperaturen, die aanmerkelijk boven het smeltpunt van detweede component zijn gelegen. Bij vele, waaronder debekende, oplosmiddelen blijkt CO-copolymeer op te lossen bijvrijwel elke temperatuur waarbij het oplosmiddel vloeibaaris en bovendien blijkt CO-copolymeer een zeer sterkeaffiniteit met deze bekende oplosmiddelen te vertonen,hetgeen reeds bij lage concentraties tot uitdrukking komt ineen zeer hoge viscositeit van de oplossingen. Met de bekendeoplosmiddelen zijn daarom slechts samenstellingen met lageconcentraties te bereiden en oplossingen met een hogereconcentratie aan CO-copolymeer dan 1-8 gew%, afhankelijk vanhet molecuulgewicht van het polymeer, zijn dan ook nietbekend. De aanwezigheid van een temperatuurgebied, waarinCO-copolymeer niet oplost in de genoemde oplosmiddelen,maakt het mogelijk om met de gebruikelijke techniekensamenstellingen van CO-copolymeer en deze oplosmiddelen alstweede component te vervaardigen met hogere concentraties,dan met de bekende oplosmiddelen is te realiseren. Een opzich bekende en voor het bereiden van deze hogergeconcentreerde samenstellingen volgens de uitvindingtoepasbare werkwijze is het aanmaken van een suspensie vande op te lossen stof in het oplosmiddel bij een temperatuur,waarbij de stof nog niet in het oplosmiddel oplost en hetdaarna verhogen van de temperatuur van de suspensie totboven het oplospunt, waarbij dan een oplossing met deovereenkomstige concentratie ontstaat. Bij de andereoplosmiddelen voor CO-copolymeer is deze techniek niet ofzeer moeilijk toepasbaar, omdat het polymeer daarin directoplost bij toevoeging aan het oplosmiddel waarbij dan reedsbij lage concentraties een sterk visceuze samenstellingontstaat, waarin verder toegevoegd polymeer niet meerhomogeen te verdelen en op te lossen is. Dit effect treedtbij toenemend molecuulgewicht reeds bij lage concentratiesop.
De samenstelling volgens de uitvinding vindt zijnvoornaamste toepassing in het vervaardigen van voorwerpenuit CO-copolymeer uitgaande van deze samenstelling en deuitvinding heeft daarom tevens betrekking op toepassing vandeze samenstelling bij het vervaardigen van CO-copolymeerbevattende voorwerpen.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van denavolgende voorbeelden, zonder daartoe evenwel beperkt tezijn. Als CO-copolymeren worden alternerende copolymeren vankoolmonoxide en etheen gebruikt, waarin het aandeel van elkder componenten 50 mol% bedraagt. Deze copolymeren zijngesynthetiseerd volgens de werkwijze beschreven in EP-A-239145. De Intrinsieke Viscositeit (IV) wordt bepaald inm-cresol bij 100°C.
Voorbeeld I
Voor een aantal stoffen wordt nagegaan of zijzwelmiddel of oplosmiddel voor CO-copolymeer zijn.
Hiertoe wordt steeds een hoeveelheid CO-copolymeer met eenIV van 9.9 dl/g in poedervorm bij kamertemperatuur in eenbekerglas toegevoegd aan 4 ml van de te onderzoeken stof. Dehoeveelheid copolymeer wordt zo gekozen, dat het aandeeldaarvan in de samenstelling 2 gew.% bedraagt.
Het geheel wordt onder voortdurend roeren verwarmd in eenstikstofmilieu tot een waarneembaar effect optreedt maar tenhoogste tot vlak onder het kookpunt van de stof.Geconstateerd wordt dat bij een eerste groep stoffen geenwisselwerking tussen het copolymeer en de stof optreedt. Inde stoffen behorend tot een tweede groep blijkt het poly-meerpoeder duidelijk waarneembaar op te zwellen tot het ingezwollen toestand ten minste 10% van het oorspronkelijkevolume van polymeer en stof inneemt. Naast het gezwollenpolymeer blijft niet opgenomen vloeistof aanwezig. Naafkoelen zonder roeren scheidt het gezwollen polymeer zichaf van de niet-opgenomen vloeistof, zodat duidelijk tweelagen waarneembaar zijn. Het volume van het gezwollenpolymeer bedraagt nog steeds ten minste 10% van het totale volume.
In een derde groep stoffen blijkt het copolymeer op telossen tot een heldere, homogene oplossing, hetzij direct,in het geval de stof reeds bij kamertemperatuur vloeibaaris, hetzij zodra de stof boven zijn smeltpunt is gebracht endus vloeibaar is geworden. In een vierde groep stoffenblijkt het copolymeer pas op te lossen, wanneer het mengselvan vloeibare stof en copolymeerpoeder boven een zekeretemperatuur, de oplostemperatuur, is verhit. Bij afkoelingvan de oplossing tot onder het gelpunt, dat nagenoegsamenvalt met de oplostemperatuur ontstaat dan een gel-voorwerp.
In Tabel 1 worden de vier genoemde groepen achtereenvolgensaangeduid met de symbolen indien noch zwellen nochoplossen optreedt, '0' indien zwellen optreedt, 'x' indienhet copolymeer bij elke temperatuur boven kamertemperatuuren boven het smeltpunt van de stof daarin oplost en '+'indien een duidelijke oplostemperatuur aanwezig is voor hetmengsel van copolymeer en stof. Bij mengsels is dehoeveelheid van elk der componenten aangegeven ingewichtsprocenten.
Tabel 1
Figure NL9002666AD00101
Figure NL9002666AD00111
Voorbeeld II
0,5 gram CO-copolymeer met een IV van 1,1 dl/gwordt samen met 9,5 gram aniline in een erlenmeyer onderroeren en in stikstof-atmosfeer verwarmd tot 150° C tot eenhomogene visceuze oplossing. Deze oplossing werd over¬gebracht in een spinvat op 150° C en door een spinopeningvan 0,5 mm gedrukt. De zo ontstane vezel wordt gequenched inwater van 25° C, waarbij de vezel geleert. Na extraheren vande aniline wordt de vezel naverstrekt bij 200°C enopgewikkeld.
Voorbeeld III
In een mengsel van 45 gram fenol en 55 gram benzal-dehyde wordt 4 gram CO-copolymeer met een IV van 9,9 dl/gtoegevoegd. Het mengsel wordt onder roeren in een stikstof-atmosfeer opgewarmd tot 90°C. Bij 84°C gaat het polymeer inoplossing. De oplossing wordt gehomogeniseerd door dezeonder voortdurend roeren 10 minuten te laten staan bij 90°C.Daarna wordt de oplossing uitgegoten in een glazen schaal enafgekoeld tot kamertemperatuur, waardoor een stevige gelontstaat. Het oplosmiddel wordt verwijderd door verdampen,waarbij een zelfdragende film achterblijft.
Voorbeeld IV
10 gram CO-copolymeer met een IV van 9,9 dl/g wordtin een erlenmeyer gemengd met 90 gram fenol. Het mengselwordt onder voortdurend roeren en in een stikstofmilieuopgewarmd tot 50°C. Hierdoor ontstaat een homogene visceuzeoplossing. Bij afkoelen tot kamertemperatuur wordt deoplossing vast door kristalliseren van het oplosmiddel. Doorverwijdering van het fenol door sublimatie wordt een zeerporeuze structuur verkregen.
Voorbeeld V
5 gram CO-copolymeer met een IV van 9,9 dl/g wordtgemengd met 95 gram cyclohexanon. Het mengsel wordt onderroeren en in stikstofmilieu verwarmd tot 150eC. Hierdoor ontstaat een sterk gezwollen polymeer. Het mengsel wordtgekoeld tot kamertemperatuur en het gezwollen polymeer wordtdoor middel van filtratie uit het oplosmiddel verwijderd.
Het met cyclohexanon gezwollen polymeer wordt in een persbij 150°C en 25 bar geperst tot een coherente film.
Het oplosmiddel wordt verwijderd door verdamping en erblijft een zelfdragende film achter.
Voorbeeld VI
2.5 gram CO-copolymeer met een IV van 9,9 dl/gwordt met 2,5 gram benzoëzuur in vloeibare stikstof gemengdtot een homogene dispersie. Na verdamping van de vloeibarestikstof blijft een poedervormig homogeen mengsel achter.
Dit mengsel wordt in een stalen vat onder stikstof verwarmdtot 210°C, waarbij het mengsel overgaat in een homogeneoplossing. De oplossing wordt door een ronde opening met eendiameter van 1 mm geperst. Hierbij wordt een homogenegelvezel verkregen, die geschikt is voor verdere bewerking.
Voorbeeld Vil 2.5 gram CO-etheen copolymeer met een IV van 9,9dl/g wordt bij kamertemperatuur gemengd met 50 grambenzoëzuur in een erlenmeyer. Het mengsel wordt onderstikstof en onder continu roeren opgewarmd tot 200°C. Bij180°C gaat het het polymeer in oplossing in het gesmoltenbenzoëzuur. Na 15 minuten wordt de oplossing uitgegoten opeen wals met een temperatuur van 130°C, waarbij een egalefilm met een dikte van 0,3 mm wordt verkregen. Na afkoelingtot kamertemperatuur wordt de film geëxtraheerd met aceton,waardoor een poreuze film wordt verkregen.
Voorbeeld VIII
Voorbeeld VII wordt herhaald met dien verstande,dat het benzoëzuur wordt verwijderd door sublimatie bijkamertemperatuur onder vacuüm, waarna een zeer poreuze,flexibele film achterblijft.
Voorbeeld IX
Onder de condities van Voorbeeld vil wordt een > oplossing aangemaakt van 25 gram CO-etheen copolymeer meteen IV van 9,9 dl/1 in 300 gram benzoëzuur. Na 10 minutenhomogeniseren van de oplossing door roeren bij 200°C, wordtde oplossing overgebracht in een stalen spinvat met plunjeren spinopening. De oplossing wordt door een opening met een ) diameter van 0,25 mm uitgesponnen in een acetonbad opkamertemperatuur waarbij een witte vezel ontstaat. Deafstand tussen de spinopening en de vloeistofspiegel van hetacetonbad bedraagt 20 mm. Na extractie van het benzoëzuurwordt de vezel bij 220°C 8x verstrekt. De verstrekte vezel > heeft een treksterkte van 0,8 GPa en een Youngfs modulus van18 GPa.
Voorbeeld X
4 gram CO-etheen-copolymeer met een IV van 9,9 dl/g) wordt opgelost in 96 gram mierezuur onder voortdurend roerenen in stikstofmilieu. Bij ongeveer 80°C gaat het copolymeerin oplossing. Het roeren wordt gestopt en de oplossing wordt15 minuten op 95°C gehouden om deze te laten homogeniseren.De oplossing wordt door een ronde spinopening met eeni diameter van 0.5 mm versponnen tot een vezel. De gesponnenvezel wordt in een waterbad van 20°C gevoerd, waardoor eenstevige gelvezel ontstaat. Het nog in de vezel aanwezigemierezuur wordt gedurende 2 uur geëxtraheerd met water. Naextractie wordt de vezel 48 uur gedroogd in stikstofmilieu) bij 60°C. Na het drogen wordt de vezel 9 keer verstrekt bij220°C. De verstrekte vezel heeft een treksterkte van 1,3 GPaen een modulus van 33 GPa.
Voorbeeld XI
5 10 gram CO-copolymeer met een IV van 1,1 dl/g wordt
opgelost in 40 gram mierezuur onder voortdurend roeren en instikstofmilieu. De oplossing wordt gehomogeniseerd door dezegedurende 30 minuten te laten rusten bij 98°C. De visceuzeoplossing wordt dan tot een film gevormd tussen twee op 90°C
verwarmde walsrollen. De spleetbreedte tussen de walsrollenbedraagt 0,1 mm. De film wordt afgekoeld totkamertemperatuur, geëxtraheerd met water gedurende 2 uur endaarna 48 uur gedroogd onder stikstof bij 70°C.
De verkregen film heeft een porositeit van 45 %.

Claims (6)

1. Samenstelling omvattende een etheen-koolmonoxide-copolymeer als eerste component en een tweede component,met het kenmerk, dat de tweede component is gekozen uitde groep bestaande uit benzaldehyde, nitrobenzeen,benzylalcohol, anisol, cyclohexanon, cyclohexanol,r-butyrolacton, dimethylftalaat, N,N-dimethylacetamide,fenylhydrazine, o-dichloorbenzeen, caprolactam, fenol,pyridine, benzoëzuur, mierezuur, N-methylpyrrolidon,aniline, fenoxyethanol, N-methylimidazole en een mengselvan twee of meer van deze stoffen.
2. Samenstelling volgens conclusie 1, met het kenmerk, datde tweede component is gekozen uit de groep bestaandeuit fenol, pyridine, benzoëzuur, mierezuur, N-methyl¬pyrrolidon, aniline, fenoxyethanol, N-methylimidazole eneen mengsel van twee of meer van deze stoffen, eenmengsel van 40-45 gew% fenol en 60-55 gew% benzaldehydeen een mengsel van 25-35 gew.% caprolactam en 75-65gew.% fenol.
3. Samenstelling volgens conclusie 2, met het kenmerk, datde tweede component is gekozen uit de groep bestaandeuit benzoëzuur, mierezuur, N-methylpyrrolidon, aniline,fenoxyethanol, N-methylimidazole en een mengsel van tweeof meer van deze stoffen, een mengsel van 40-45 gew%fenol en 60-55 gew% benzaldehyde en een mengsel van25-35 gew.% caprolactam en 75-65 gew.% fenol.
4. Samenstelling volgens conclusie 3, met het kenmerk, datde tweede component is gekozen uit de groep bestaandeuit benzoëzuur en mierezuur.
5. Toepassing van de samenstelling volgens een derconclusies 1-4 bij het vervaardigen van etheen-koolmonoxide-copolymeer bevattende voorwerpen.
6. Samenstelling en met behulp daarvan vervaardigdevoorwerpen zoals beschreven en/of toegelicht in devoorbeelden. UITTREKSEL Samenstellingen van een etheen-koolmonoxide-copolymeer en een tweede component, dat als zwelmiddel of aldan niet gelerend oplosmiddel dient, welke geschikt zijn omonder het smeltpunt van het copolymeer vorm te geven met degebruikelijke vormgevingstechnieken en waarbij de tweedecomponent gekozen wordt uit een groep tot nu toe niet alsmogelijke component in samenstellingen van etheen-kool-monoxide-copolymeer bekende stoffen.
NL9002666A 1990-12-05 1990-12-05 Samenstelling van een etheen-koolmonoxide-copolymeer. NL9002666A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002666A NL9002666A (nl) 1990-12-05 1990-12-05 Samenstelling van een etheen-koolmonoxide-copolymeer.
EP92900417A EP0513304B1 (en) 1990-12-05 1991-12-04 Composition of an ethylene/carbon monoxide copolymer
DE69132608T DE69132608T2 (de) 1990-12-05 1991-12-04 Zusammensetzung aus äthylen-kohlenmonoxid-copolymeren
JP50178292A JP3169961B2 (ja) 1990-12-05 1991-12-04 エチレン/一酸化炭素共重合体の組成物
PCT/NL1991/000248 WO1992010524A1 (en) 1990-12-05 1991-12-04 Composition of an ethylene/carbon monoxide copolymer
CA002075190A CA2075190A1 (en) 1990-12-05 1991-12-05 Composition of an ethylene/carbon monoxide copolymer
US08/226,412 US5475083A (en) 1990-12-05 1994-04-12 Composition of an ethylene/carbon monoxide copolymer

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002666 1990-12-05
NL9002666A NL9002666A (nl) 1990-12-05 1990-12-05 Samenstelling van een etheen-koolmonoxide-copolymeer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002666A true NL9002666A (nl) 1992-07-01

Family

ID=19858089

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002666A NL9002666A (nl) 1990-12-05 1990-12-05 Samenstelling van een etheen-koolmonoxide-copolymeer.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP0513304B1 (nl)
JP (1) JP3169961B2 (nl)
CA (1) CA2075190A1 (nl)
DE (1) DE69132608T2 (nl)
NL (1) NL9002666A (nl)
WO (1) WO1992010524A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5820806A (en) * 1993-01-13 1998-10-13 Akzo Nobel Nv Process for the preparation of polyketone fibers
EP0679201B1 (en) * 1993-01-13 1998-06-17 Akzo Nobel N.V. Process for the preparation of polyketone fibres
JP3717405B2 (ja) * 1998-08-10 2005-11-16 旭化成せんい株式会社 ポリケトン溶液
DE19853707A1 (de) * 1998-11-20 2000-05-25 Basf Ag Stabilisierte Kohlenmonoxidcopolymerisate

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3997489A (en) * 1974-11-25 1976-12-14 E. I. Du Pont De Nemours And Company Melt extrudable polyvinyl alcohol compositions
US4293473A (en) * 1980-07-25 1981-10-06 E. I. Du Pont De Nemours And Company Polyvinyl alcohol - crystalline solvent system based compositions modified with ethylene polymer
US4795774A (en) * 1987-10-05 1989-01-03 Shell Oil Company Polyketone stabilization
GB8801756D0 (en) * 1988-01-27 1988-02-24 Shell Int Research Copolymer composition
CA1340630C (en) * 1988-01-29 1999-07-06 Johannes Leopold Marie Syrier Thermal stabilization of carbon monoxide copolymers
GB8822349D0 (en) * 1988-09-22 1988-10-26 Shell Int Research Process for preparation of thermoplastic fibres
US4885318A (en) * 1989-03-31 1989-12-05 Shell Oil Company Polyketone flame retardant composition
NL8901253A (nl) * 1989-05-19 1990-12-17 Stamicarbon Polymere filamenten, bandjes en films met een hoge modulus, een hoge sterkte en een hoge smelttemperatuur en een werkwijze voor de vervaardiging hiervan.

Also Published As

Publication number Publication date
CA2075190A1 (en) 1992-06-06
WO1992010524A1 (en) 1992-06-25
EP0513304A1 (en) 1992-11-19
JPH05504371A (ja) 1993-07-08
JP3169961B2 (ja) 2001-05-28
DE69132608T2 (de) 2002-04-18
DE69132608D1 (de) 2001-06-21
EP0513304B1 (en) 2001-05-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE69908764T2 (de) Flüssigkristalline polymerzusammensetzungen mit niedriger viskosität
Evstatiev et al. Morphology of microfibrillar reinforced composites PET/PA 6 blend
US5646206A (en) Films fabricated from mixtures of pectin and poly(vinyl alchohol)
US5403531A (en) Elongated object made of a copolymer of carbon monoxide and an olefinically unsaturated monomer, and method for the production thereof
JP2763932B2 (ja) 熱可塑性ポリマー繊維の製造方法
DE1569351A1 (de) Verfahren zur Herstellung einer Mischung eines AEthylen-Propylen-Copolymers und eines linearen Polyaethylens
NL9002666A (nl) Samenstelling van een etheen-koolmonoxide-copolymeer.
JP2004519532A (ja) 溶融性ポリエステルの製造方法
JPS6189811A (ja) 異方性溶融相形成性、溶融加工性ポリマーからの改良ペレツトの製法
CN112469760A (zh) 生产聚乙醇酸产品的集成制备方法
US5475083A (en) Composition of an ethylene/carbon monoxide copolymer
DE3818209A1 (de) Thermoplastisch verarbeitbares aromatisches polyetheramid, verfahren zu seiner herstellung und seine verwendung zur herstellung von formkoerpern
DE2113702C3 (de) Verfahren zum Verformen von Polymerisatmassen
JP3405022B2 (ja) 芳香族ポリアミド組成物
US2697088A (en) Acrylonitrile polymer mixed with formylated polyvinyl alcohol
JPH03200859A (ja) ポリエステル組成物
JPS63152407A (ja) 高強度およびモジュラスを有するエチレンビニルアルコールコポリマー製品ならびにその製造方法
DE906515C (de) Verfahren zur Herstellung von Polyacrylsaeurenitril- oder Acrylsaeurenitrilmischpolymerisat-Weichmacher-Mischungen
DE4234602A1 (de) Formmassen auf der Basis von Polyarylenethern und schlagzähmodifizierten teilaromatischen Copolyamiden
JPH10316767A (ja) セルロースとアクリル系重合体とのブレンド成形体及びその製造方法
NL9001857A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van voorwerpen uit etheenpolymeer met een intrinsieke viscositeit van ten minste 4 dg/l.
JPS5865629A (ja) 新規なポリエステル繊維またはフイルムおよびそれらの製法
CH480381A (de) Verfahren zur Herstellung eines linearen Polyamids
EP1333049A2 (de) Verfahren zur Herstellung von stabilisiertem Polyamid 6
CN115874311A (zh) 一种香味聚丁二酸丁二醇酯共混纤维及其制备方法

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: DSM N.V.

BV The patent application has lapsed