NL8801677A - Werkwijze voor het vervaardigen van een verloren bekisting en ramen voor gebruik tijdens deze werkwijze. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een verloren bekisting en ramen voor gebruik tijdens deze werkwijze.

De uitvinding heeft in de eerste plaats betrekking op een > werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelwandige holle verloren bekisting met vlakke binnen- en buitenvlakken, die dient te worden gebruikt als bekisting bij de vervaardiging van bouwkundige werken, zoals een peiler, een aanlegsteiger, een reservoir enz., welke verloren bekisting wordt vervaardigd met binnen- en buitenwanden van platen, die van te voren op maat en in vorm zijn gesneden, zodanig, dat de verloren bekisting in elke horizontale doorsnede inwendig en uitwendig veelhoekig is en althans in het ondergedeelte van de bekisting naar buiten en naar beneden hellende binnen- en reap, buitenwanden, die een scherpe onderrand vormen.

Een dergelijke werkwijze kan worden afgeleid uit de Internationale Octrooiaanvrage WO 87/03026, die ter visie werd gelegd. Deze aanvrage beschrijft een verloren bekisting voor de vervaardiging van bijvoorbeeld een pijler of een aanlegsteiger, welke verloren bekisting omvat een binnenwand en een buitenwand, die beide in elke horizontale doorsnede de vormen hebben van een veelhoek, terwijl de buitenwand, althans in het ondergedeelte, naar beneden en naar buiten toe wegloopt en met de binnenwand, die eveneens een naar beneden en naar buiten toe breder wordend gedeelte heeft, een scherpe onderrand vormt. Deze bekisting wordt vervaardigd uit staalplaten, die met de randen aan elkaar worden gelast met dwarsverbindingsorganen tussen binnen- en buitenwandbeplating. Deze holle stalen bekisting kan worden voorzien van wapeningsstaven en op het juiste moment tijdens de vervaardiging van bijvoorbeeld een pier worden gevuld met beton teneinde een stijve kolom te vormen.

De vervaardiging van een dergelijke verloren bekisting kan verder worden verbeterd teneinde de productiesnelheid te vergroten, in het bijzonder wanneer de bekistingen dienen voor de vervaardiging van kolommen of andere elementen van grote afmetingen in verticale richting en in horizontale richting. Bij grote afmetingen zijn tijdens de vervaardiging stijfheid en ondersteuning nodig want de nog niet voltooide bekisting heeft geen eigen stabiliteit.

Volgens de uitvinding wordt dit eerste doel bereikt doordat althans de binnenwand wordt vervaardigd door gebruik te maken van een montagemal, die zelf is samengesteld door het met elkaar verbinden van meerdere standaardramen, die op afstand van elkaar worden geplaatst in verticale vlakken, evenwijdig aan elkaar of onder een hoek met elkaar, welke ramen verticale en horizontale balken alsmede een naar beneden en naar buiten hellende balk in het onderste gedeelte hebben, welke ramen in elk geval aan de naar buiten toegekeerde kant met elkaar zijn verbonden door middel van horizontale balken van vantevoren bepaalde lengte, warop de binnenplaten van de verloren bekisting losneembaar worden bevestigd en op naadloze wijze met elkaar verbonden.

De mal is dus zelf samengesteld door gebruik te maken van stan-daardramen, die van te voren kunnen worden vervaardigd ergens of op de plaats van het werk uit delen van van te voren bepaalde afmetingen, zodat de prefabricatie met geringe kosten en ongeschoolde werkkrachten kan worden uitgevoerd.

Deze ramen worden overeind geplaatst en dan opnieuw met elkaar verbonden door standaardbalken, welke verbinding kan plaatsvinden door middel van lassen of door middel van bouten en dergelijke. Deze ramen kunnen worden gecombineerd tot grotere samenstellen en de standaardra-men kunnen op afstand van elkaar in evenwijdige vlakken of . in vlakken die een hoek met elkaar maken, worden geplaatst. Dit laatstgenoemde type zal doorgaans nodig zijn bij de hoeken van een bekisting.

Niet alleen de binnenwand van de verloren bekisting, maar ook de buitenwand kan op een afzonderlijke montagemal worden vervaardigd, welke mal is gemaakt uit met elkaar verbonden standaardramen, welke buitenwand na de vervaardiging kan worden vrijgemaakt van de montagemal, kan worden opgetild en kan worden neergelaten over de binnenwand van de verloren bekisting, die nog of niet meer wordt ondersteund door de montagemal van de binnenwand, waarna de twee wanden met elkaar worden verbonden en de op deze wijze verkregen bekisting van de binnenste montagemal wordt afgetild. Demontage van de binnenste montagemal is uiteraard ook mogelijk.

Bij voorkeur wordt de binnenwand voorzien van naar buiten stekende afstandhouders met verbindingsmiddelen, zoals bouten na of tijdens het vervaardigen van de binnenwand van de verloren bekisting op de montagemal. Het is dan mogelijk binnen- en buitenwand direkt met elkaar te verbinden door middel van deze afstandhouders, echter wanneer geen montagemal voor de buitenwand wordt gebruikt dan is het mogelijk de voorgesneden platen van de buitenwand van de verloren bekisting op de afstandhouders één voor één te bevestigen en op naadloze wijze met elkaar te verbinden.

In beide gevallen is het van voordeel de platen voor de buitenwand te voorzien van openingen, die wat plaats en afstand betreft, overeenkomen met de plaats en afstand van de afstandhouders, welke afstandhou-ders een lengte hebben zodanig, dat zij kunnen steken door de openingen, een aanslag hebben voor de platen, die aangrijpt op de randen van de openingen en middelen hebben voor het verbinden van de buitenwand of wandplaten met de afstandhouders. Een dergelijke afstandhouder kan een eenvoudige bout zijn, bevestigd aan een binnenwandplaat door middel van schroefdraad of lassen, kan een uiteinde hebben, dat van schroefdraad is voorzien met daaronder een kraag voor het dragen van de plaat van de buitenwand, welke plaat dan wordt bevestigd door een schroef op het naar buiten stekende schroefdraadeinde van de bout te schroeven.

Zo gewenst, kunnen betonwapeningsstaven op het buitenvlak van de binnenwand van de verloren bekisting worden bevestigd door middel van afstandelementen tussen deze wand en de staven voordat de buitenwand of wandplaten worden bevestigd, welke afstandhouder op zichzelf in de techniek van de vervaardiging van betonnen voorwerpen bekend is.

Teneinde de mogelijkheid ter beschikking te hebben, verloren bekistingen te vervaardigen van verschillende afmetingen en vormen op basis van het principe van de uitvinding en met het oog op het verder vereenvoudigen en versnellen van de productie, heeft de uitvinding ook betrekking op de verschillende constructieroogelijkheden voor de ramen.

Volgens een eerste voorstel kan het bij de werkwijze volgens de uitvinding te gebruiken raam zijn gekenmerkt doordat elk standaardraam zelf is samengesteld uit meerdere rechthoekige standaardonderramen alsmede één driehoekig onderraam. Door middel van meerdere van deze rechthoekige onderramen en het genoemde ene driehoekige onderraam kan een standaardraam worden samengesteld met een afmeting, die overeenkomt met de totale hoogte van de te vervaardigen mal.

Bij voorkeur hebben alle rechthoekige onderramen van een dergelijk raam dezelfde breedte, gezien in het vlak van het raam, hebben echter een hoogte, die wordt gekozen uit een serie van standaardhoogten. Deze standaardhoogten kunnen en onderlinge verhouding hebben van bijvoorbeeld 1:2:3:4, zodat door het combineren van verschillende ramen met verschillende hoogten een grote gevarieerdheid van hoogten van de mal kan worden verkregen.

Teneinde het samenstellen van de mal verder te vergemakkelijken, kunnen onderramen van een bepaalde standaardhoogte door middel van rizontale balken worden verbonden ter vorming van een driedimensio- naai rechthoekig parallellepipedum. Doosvormige open ramen kunnen zo worden verkregen, die naast en op elkaar kunnen worden geplaatst en op eenvoudige wijze met elkaar verbonden bijvoorbeeld door middel van bouten en dergelijke en aangezien zij op zichzelf stabiel zijn, is het niet nodig ze tijdens het met elkaar verbinden van deze ramen overeind te houden door middel van horizontale balken, waaraan de platen van de binnen- of buitenbekisting moeten worden bevestigd.

Hetzelfde kan in het onderste gebied worden gedaan doordat tenminste twee driehoekige ramen met elkaar worden verbonden door middel van horizontale balken ter vorming van een driedimensionaal raam, waarbij de lengte van de horizontale balken overeenkomt met de horizontale afstand tussen opeenvolgende verticale standaardramen. Genoemde driehoekige ramen hebben dus dezelfde breedte als de driedimensionele rechthoekige ramen, kunnen dus naast een dergelijk rechthoekig raam worden geplaatst en de een kan met de ander worden verbonden doormiddel van bouten door gaten van verticale balken, die tegen elkaar zijn geplaatst.

Ter plaatse van een hoek van de veelhoek kan het raam worden samengesteld uit twee verticale ramen of onderramen, die met hun vlakken onder een hoek ten opzichte Van elkaar zijn geplaatst, welke ramen door middel van horizontale balken met elkaar worden verbonden, zodanig, dat in bovenaanzicht zij de vorm hebben van een driehoek of een gelijkzijdig trapezium. Een dergelijk raam kan als het enkele raamtype worden gebruikt voor het samenstellen van de mal, bijvoorbeeld een achthoekige verloren bekisting, kan worden vervaardigd door gebruik te maken van acht ramen van dit type. In plaats van ramen te gebruiken voor elke zijde van de veelhoek is het volgens de uivinding mogelijk gebruik te maken van een raam als standaardelement, dat tenminste twee buitenste verticale balken heeft, één voor elke tegenover gelegen kant van de binnenwand van de te vervaardigen verloren bekisting, welke verticale balken althans aan boven- en ondereinde met elkaar zijn verbonden door horizontale balken, die de breedte van de mal overspannen, welke buitenste verticale balken aan hun ondereinde een naar buiten en naar beneden hellende verlenging hebben naar een horizontale onderbalk, die de breedte van de mal overspant.

Met andere woorden, er wordt gebruik gemaakt van ramen, die van één kant naar de andere kant verlopen. Deze ramen hebben inwendige versterking nodig, die bij voorkeur wordt verkregen door middel van balken, bijvoorbeeld doordat tussen de buitenste balken van het raam een driehoekig vakwerk aanwezig is.

Een veelvoud van dergelijke ramen kan worden verbonden ter vorming van een driedimensioneel raam, dat een deel vormt van de mal.

Verschillende raamtypes en onderraamtypes zijn beschreven. Ze zijn gemakkelïjk te vervaardigen en samen te stellen. Ze kunnen worden gecombineerd op elke geschikte wijze en in overeenstemming met de vraag op de plaats van het werk en bepaald door de omstandigheden.

De voorgesneden platen voor binnen- en buitenwand bestaan in hoofdzaak uit rechthoekige platen. Bij de hellende wanddelen, in het bijzonder bij de hoeken, kan het gebruik van trapeziumvormige of driehoekige platen voordelig zijn.

De losneembaarheid van de buitense wandplaten kan in sommige gevallen het voordeel hebben, dat na het verwijderen van de verbindingsmiddelen de buitenste wandplaten kunnen worden verwijderd of de gehele » wand kan worden afgelicht nadat de betonvulling voldoende is verhard.

De uitvinding zal nu verder worden toegelicht onder verwijzing naar de tekeningen.

Fig. 1 toont schematisch een bovenaanzicht van een mal volgens één uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 2 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II van fig. 1 met de platen van binnen- en buitenwand daaraan toegevoegd.

Fig. 3 toont in perspectief de uitvoeringsvorm van de mal van fig.

1 en 2.

Fig. 4 toont schematisch in bovenaanzicht de wijze waarop stan-daardramen kunnen worden geplaatst en met elkaar verbonden op een wijze, die verschilt van die getoond in fig. I.

Fig. 5, 6 en 7 tonen in een verticaal zijaanzicht verschillende mogelijkheden voor het samenstellen van het standaardraam uit onderramen.

Fig. 8 en 9 tonen in perspectief verschillende mogelijkheden voor het maken van ramen uit driedimensionele onderramen.

Fig. 10 toont in verticale dwarsdoorsnede schematisch een mal voor de binnenwand van de verloren bekisting en

Fig. 11 toont op dezelfde wijze als fig. 10 een verticale dwarsdoorsnede door de mal voor het vervaardigen van de buitenwand van de verloren bekisting.

Fig. 12 toont schematisch een andere uitvoering van het raam en

Fig. 13 toont schematisch een vakwerk voor een raam van het type getoond in fig. 12.

Fig. 14 toont een detail, dat kan worden toegepast bij het raam van fig. 13.

De montagemal, getoond in de fig. 1,2 en 3, omvat standaardramen 1, die in verticale vlakken zijn geplaatst en zijn verbonden met elkaar door meerdere horizontale balken 2. Dit zijn de horizontale balken 2 aan de binnenkant alsmede de horizontale balken 2a aan de buitenkant waaraan de platen van de binnenwand van de bekisting kunnen worden bevestigd. Deze balken kunnen een geschikt profiel hebben, zoals een I-profiel, getoond in fig. 2 en 3. De verticale standaardramen 1 zijn met elkaar verbonden ter vorming van brede zijramen door middel van lange balken 2, 2a. Genoemde ramen zijn in wezen rechthoekig in vorm, gezien in boven- resp. vooraanzicht. De achterkant, die wordt gevormd door de verticale balk 3 loopt van boven naar beneden. De voorbalken 4 van de standaardramen 1 lopen van boven naar de naar buiten en naar beneden hellende balken 5.

In plaats van brede ramen, zoals getoond voor de lange zijde van de mal getoond in de fig. 1 en 3, kunnen ramen van kleinere breedte worden gebruikt, zoals de ramen 6 en 7 of 8 en 9, getoond in fig. 1.

De smallere ramen, zoals de ramen 8 en 1, kunnen aan de buitenkant horizontale balken 10 hebben, die samen met de zijramen 11 een trapezium vormen.

De lange ramen kunnen worden samengesteld uit meerdere kleine ramen. Alle ramen kunnen gebruik maken van delen van verschillende dwarsdoorsnede, zoals U-vormige, I-vormige, L-vormige en dergelijke doorsneden.

In de dwarsdoorsnede, getoond in fig. 2, zijn de buitenplaten 12 en 13 van de binnenwand van de verloren bekisting getoond, bevestigd op de buitenflenzen van de balken 2a.

De platen kunnen door lassen met elkaar worden verbonden, zoals getoond bij 14. Bouten 15 zijn bevestigd aan de platen, bijvoorbeeld door lassen of anders.

In fig. 2 zijn de buitenplaten van de buitenwand van de verloren bekisting aangeduid met 18.

Zij zijn bevestigd aan de bouten door middel van moeren 19 op een schroefdraadeinde van de bout 15. De afstand tussen binnen- en buitenplaat 12 resp. 18 is verkregen door middel van een bus 20, die over de bout 15 is geschoven.

In plaats van een bus, is het ook mogelijk een kraag 20' te gebruiken.

Na het vervaardigen van de bekisting kan deze worden losgemaakt van de mal door de verbinding tussen de balken 2a en de binnenplaten 12 te verwijderen.

Fig. 4 toont een iets gewijzigde uitvoeringsvorm.

Opnieuw worden ramen 1 gebruikt, die door horizontale balken, zoals 2 en 2a, met elkaar zijn verbonden.

Ook aan de zijden worden smallere ramen 6 gebruikt. Het verschil is, dat daartussen gebruik wordt gemaakt hetzij van driehoekige ramen 21 door twee standaardramen 1 onder een scherpe hoek ten opzichte van elkaar te plaatsen of door gebruik te maken van een afzonderlijk standaardraam 1' evenwijdig aan het hoofdraam 1 van het smalle raam 7 op zijn plaats gehouden door middel van extra balken, zoals aangeduid met de onderbroken lijn 22.

Tussen de met elkaar verbonden ramen, is een verstijvingsconstruc-tie getoond, die wordt gevormd door elkaar kruisende balken 23, die ononderbroken kunnen doorlopen of die uit korte stukken kunnen bestaan, zoals getoond bij 24.

Fig. 5 toont een standaardraam samengesteld uit meerdere onderramen ; De onderramen 25 en 26 hebben dezelfde hoogte. Raam 27 heeft een hoogte, die de helft is van de hoogte van raam 25 resp. 26 en raam 28 is ongeveer 1/3 in hoogte van raam 26. Dit samenstel is voltooid door middel van een driehoekig raam 29.

In fig. 6 is het standaardraam samengesteld uit een onderraam 30, dat zich over de gehele hoogte uitstrekt, gecombineerd met een driehoekig onderraam 29.

In fig. 7 zijn twee onderramen 25 en 26 gecombineerd met twee ramen van de hoogte van het raam 28. Verder worden twee vierkante elementen alsmede twee kleine driehoekige elementen 32 gebruikt. De breedte in het vlak van de tekening is hetzelfde voor alle rechthoekige onderramen.

Fig. 8 toont driedimensionele rechthoekige onderramen 33, 34 en 35 van verschillende hoogte, maar verder gelijke afmetingen. Dit standaardraam is gecombineerd met een driedimensioneel driehoekig raam 36, met een afstand tussen de verticale balken 37 en 38, die gelijk is aan de afstand tussen de verticale balken 39 en 40.

Fig. 9 toont een driedimensioneel onderraam van driehoekige horizontale dwarsdoorsnede aangeduid met 41 en gecombineerd met een driehoekig raam 36. De breedte van de zijden van het onderraam 41 moet gelijk zijn aan de breedte van de verticale rechthoekszijde van het raam 36.

Fig. 10 toont in verticale dwarsdoorsnede de mal 42 voor het vervaardigen van de binnenwand 43.

Fig. 11 toont op dezelfde schaal de mal 44 voor de vervaardiging van de buitenwand 45.

In fig. 10 is genoemde buitenwand 45 over de binnenwand heen geplaatst ter vorming van een verloren bekisting. De middelen, die binnen- en buitenwand met elkaar verbinden, zijn niet getoond, maar kunnen de middelen zijn, die in fig. 2 zijn getoond.

Fig. 12 toont een driedimensioneel raam met buitenste balken 46, 47, die een naar beneden en naar buiten verlopend ondergedeelte 48 resp. 49 hebben en die met elkaar zijn verbonden door horizontale balken 50 en 51, die de gehele breedte van de mal overspannen. Deze ramen 46, 47, 48, 49, 50, 51 kunnen worden gecombineerd tot een driedimensioneel raam door middel van horizontale balken, zoals 52.

Teneinde aan deze driedimensionele ramen stabiliteit te geven bestaan verschillende mogelijkheden.

Fig. 13 toont, dat gelijkzijdige driehoeken van standaardafmetingen met elkaar kunnen worden verbonden ter vorming van verschillende breedten en hoogten van de mal waaraan horizontale en verticale balken kunnen worden toegevoegd ter ondersteuning.

Genoemde driehoeken kunnen worden vervaardigd uit plaatstroken 53, 54 en 55, die met elkaar zijn verbonden of tot een driehoek gevouwen, welke driehoeken met elkaar kunnen worden verbonden daar waar de stroken evenwijdig aan en tegen elkaar liggen, bijvoorbeeld op de plaatsen 56 door puntlassen of bouten.

Claims (16)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelwandige holle verloren bekisting met vlakke binnen- en buitenvlakken, die dient te worden gebruikt als bekisting bij de vervaardiging van bouwkundige werken, zoals een pijler, een aanlegsteiger, een reservoir enz., welke verloren bekisting wordt vervaardigd met binnen- en buitenwanden van platen, die van te voren op maat en in vorm zijn gesneden, zodanig, dat de verloren bekisting in elke horizontale doorsnede inwendig en uitwendig veelhoekig is en althans in het ondergedeelte van de bekisting naar buiten en naar beneden hellende binnen- en resp. buitenwanden heeft, die een scherpe onderrand vormen, met het kenmerk, dat althans de binnenwand wordt vervaardigd door gebruik te maken van een montagemal, die zelf is samengesteld door het met elkaar verbinden van meerdere standaardramen, die op afstand van elkaar worden geplaatst in verticale vlakken, evenwijdig aan elkaar of onder een hoek met elkaar, welke ramen verticale en horizontale balken alsmede een naar beneden en naar buiten hellende balk in het onderste gedeelte hebben, welke ramen in elk geval aan de naar buiten toegekeerde kant met elkaar zijn verbonden door middel van horizontale balken van van te voren bepaalde lengte, waarop de binnenplaten van de verloren bekisting losneembaar worden bevestigd en op naadloze wijze met elkaar verbonden.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat na of tijdens de vervaardiging van de binnenwand van de verloren bekisting op de montagemal de genoemde binnenwand wordt voorzien van naar buiten gerichte afstandhouders met verbindingsmiddelen, zoals bouten.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de voorgesneden platen van de buitenwand van de verloren bekisting op de afstandhouders worden bevestigd en op naadloze wijze met elkaar worden verbonden.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de buitenwand wordt vervaardigd op een afzonderlijke montagemal vervaardigd uit met elkaar verbonden standaardramen, welke buitenwand na zijn vervaardiging vrij wordt gemaakt van de montagemal, wordt opgetild en wordt neergelaten over de binnenwand van de verloren bekisting en met deze binnenwand wordt verbonden.

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de platen van de buitenwand worden voorzien van openingen, die wat betreft hun plaats en afstand overeenkomen met de plaats en afstand van de afstandhouders, welke afstandhouders een zodanige lengte hebben, dat zij door de openingen heen kunnen steken en een aanslag hebben voor de platen, die op de randen van de openingen aangrijpt en middelen heeft om de buitenwand of wandplaten met de afstandhouders te verbinden.

6. Werkwijze volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het bevestigen van de buitenwand of wandplaten betonwa-peningsstaven op het buitenvlak van de binnenwand van de verloren bekisting worden bevestigd met afstandhouders tussen genoemde wand en de staven.

7. Raamwerk voor toepassing bij de werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk standaardraam zelf is samengesteld uit meerdere rechthoekige standaardonderramen en één driehoekig onderraam.

8. Raam volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat alle rechthoekige onderramen van een raam dezelfde breedte hebben, gezien in het vlak van het raam, doch een hoogte hebben, die is gekozen uit een reeks van standaardhoogten.

9. Raam volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de onderra-men van een bepaalde standaardhoogte door middel van horizontale balken met elkaar zijn verbonden ter vorming van een driedimensionaal rechthoekig parallellopipedum.

10» Raam voor toepassing bij de werkwijze van één of meer der voorgaande conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk, dat ten minste twee driehoekige ramen met elkaar zijn verbonden door horizontale balken ter vorming van een driedimensionaal raam, waarbij de lengte van de horizontale balken overeenkomt met de horizontale afstand tussen opeenvolgende verticale standaardramen.

11. Raam voor toepassing bij de werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk, dat het is samengesteld uit twee verticale ramen of onderramen, die met hun vlakken onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn geplaatst en door horizontale balken met elkaar zijn verbonden, zodanig, dat in bovenaanzicht zij de vorm hebben van een driehoek of van een gelijkzijdig trapezium.

12. Montagemal samengesteld uit ramen volgens één of meer der i conclusies 7 t/m 11.

13. Raam voor toepassing bij de werkwijze van één of meer van de conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk, dat elk standaardraam bestaat uit twee buitenste verticale balken één voor elke tegenover elkaar gelegen kant van de binnenwand van de te vervaardigen verloren bekisting, welke verticale balken, althans aan boven- en ondereinde met elkaar zijn verbonden door horizontale balken, die de breedte van de mal overspannen, welke buitenste verticale balken aan hun ondereinde een naar buiten en naar beneden hellende verlenging hebben naar een horizontale onderbalk, die de breedte van de mal overspant.

14. Raam volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat tussen de buitenste balken van het raam zich een driehoekig vakwerk bevindt.

15. Raam volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat althans twee van deze ramen met elkaar zijn verbonden ter vorming van een driedimensioneel raam, dat deel uitmaakt van de mal.

16. Montagemal samengesteld uit ramen volgens conclusie 13, 14 of 15 in combinatie met ramen volgens conclusies 7 t/m 11.