NL8801137A

NL8801137A - Inktwerk voor een drukmachine.

Info

Publication number: NL8801137A
Application number: NL8801137A
Authority: NL
Original assignee: Wifag Maschf
Priority date: 1987-05-05
Filing date: 1988-05-02
Publication date: 1988-12-01
Also published as: CH678710A5; AT397635B; SE8801696D0; FI882066A; DE3714936A1; ATA99088A; NL194296B; IT1219565B; CN1016409B; FI882066A0; JPS6451945A; GB2205781A; GB8809442D0; SE509646C2; DE3714936C2; CA1291367C; FR2614835A1; CN88102674A; NL194296C; FR2614835B1

Description

V

-i- 27352/CV/hd

Korte aanduiding: Inktwerk voor een drukmachine

De uitvinding betreft een inktwerk voor een drukmachine met althans een een drukvorm dragende vormcylinder, een bij de vormcylinder opgestelde 5 inktopbrengwals met een veerkrachtig oppervlak, een inktopbrenginrichting, welke de inktopbrengwals ininkt en een aan de inktopbrengwals aanstelbare doseerinrichting.

Een opstelling van deze soort is bekend uit het Duitse Offenlegungs-’ schrift 3.225.982. De inkt wordt hierbij vanuit een inktkast, welke ener-10 zijds door een inkttegenhoudwand, anderzijds door een doseerorgaan begrensd is, op de met een veerkrachtig oppervlak uitgeruste inktopbrengwals overgedragen. Het doseerorgaan, dat praktisch tangentieel tegen de opbreng-wals aangesteld is vormt op de opbrengwals een voor het overbrengen op de vormei Linder geschikte dunne inktfilm, houdt dus de in de inktkast aanwezige 15 inkt tot op de door de spleet tussen doseerorgaan en opbrengwals afgevoer-de hoeveelheid, tegen. Door de 2eer geringe inkthoeveelheid, die zo wordt afgevoerd, blijft een bestaande inktvoorraad zeer lang in de inktkast.

Ten gevolge van het verhoudingsgewijs grote opleg- of afsteunvlak van het doseerorgaan ontstaat in de inktspleet een grote hydrodynamisch druk.

20 Opdat nu een voldoend dunne constante inktfilm kan worden bereikt moet het doseerorgaan met grote kracht tegen het elastische oppervlak van de inktopbrengwals worden gedrukt. Door deze hoge instelkracht ontstaat een hoge belasting van de aan de doseerhandeling deelnemende elementen, hetgeen tot grotere slijtage van deze elementen leidt. Met toenemende be-25 lasting van deze elementen ontstaat echter gelijktijdig een overmatige verwarming, in het bijzonder ook van de inkt. De inkt verwarmt zich zeer sterk juist in het gebied van de kant van het doseerorgaan, daar de inktvoorraad slechts zeer langzaam door de doseerspleet wordt afgevoerd. Deze temperatuurverhoging kan er toe leiden, dat de eigenschap van de inkt zich 30 wijzigt, hetgeen direct zijn uitwerking op de drukkwaliteit heeft. Met overeenkomstig groot bemeten inrichtingen voor het koelen wordt getracht de verwarming onder controle te houden.

Ten gevolge van de door de hydrodynamische druk van de inkt in de doseerspleet noodzakelijke grote aandrukkracht op het doseerorgaan en de 35 nagenoeg tangentiële opstelling van het doseerorgaan ten opzichte van de <· 8801 137 -2- 27352/CV/hd opbrengwals bestaat bovendien het gevaar, dat de voorkant van het doseer- orgaan door de elastische geaardheid van het oppervlak van de opbrengwals in de opbrengwals ingetrokken wordt. Dit kan in het bijzonder bij heersend inktgebrek plaatsvinden, en kan dan tot grote schade van de gehele 5 drukeenheid leiden.

De in de inktkast optredende turbulentie van de inkt, welke enerzijds wordt nagestreefd, om de kant van het doseerorgaan vrij te houden van vuiIdeeltjes, leidt anderzijds zeker ook tot storingen van de met een grote gelijkmatigheid te vormen dunne inktfilm. Deze turbulentie sluit echter een vuil 10 worden van de kant van het doseerorgaan niet met zekerheid uit. De aan de kant van het doseerorgaan hechtende vuiIdeeltjes bewerkstelligen echter, dat de inktfilm op de opbrengwals strepen bezit, die dan ondanks de inktvoorraad-tril-lingswalsen worden overgedragen op de plaatcylinder, en zodoende ook op het druk-exemplaar zichtbaar worden. Zonder invloed van buiten blijven deze vuiIdeeltjes 15 hechten aan de kant van het doseerorgaan en beïnvloeden daarbij de drukkwaliteit op negatieve wijze, totdat het doseerorgaan wordt gereinigd.

Ook andere proeven een inktfilm met behulp van een enkel doseerorgaan op de van een veerkrachtig oppervlak voorziene inktopbrengewals te vormen, welke de voor het overbrengen op de vormeilinder vereiste voorwaarden ver-20 vult,bleven in het bijzonder in verband met de optredende problemen met betrekking tot vervuiling in gebreke,zodat dan ook tot nu toe geen van de voorgestelde oplossingen met succes een doorbraak kon vormen.

De opgave van de onderhavige uitvinding bestaat nu daarin een inkt-werk met een zo gering mogelijk aantal walsen te verkrijgen, dat een 25 rechtstreeks op de met een veerkrachtig oppervlak uitgeruste inktopbreng-wals gevormde inktfilm op de van een vormeilinder gedragen drukvorm overbrengt, wiens gelijkmatigheid tijdens de drukhandeling gewaarborgd is, zonder dat het doseerelement en de een veerkrachtig oppervlak bezittende inktopbrengwals aan hoge belastingen worden blootgesteld, waardoor de slij-30 tage en de temperatuurverlaging zeer gering kan worden gehouden. Gelijktijdig moet het 'doseerelement storende vuiIdeeltjes aan de doseerkant elimineren.

De oplossing van deze opgave vindt plaats door de volgende combinatie van kenmerken: 35 .8801137 -3- 27352/CV/hd - de inktopbrenginrichting vormt een voorgedoseerde inktfilm op de i nktopbrengwa ts, - de doseerinrichting bestaat uit tenminste een doseerlijst, welk de voorgedoseerde inktfilm op de inktopbrengwals op de voor het overbrengen 5 op de vormcylïnder noodzakelijke maat afstrijkt, - het door de doseerlijst afgestreken overschot aan inkt loopt vrij weg, - de doseerlijst is zodanig bevestigd, dat althans een de doseerspleet vormend deel van de doseerlijst met het oog op continue zelfreiniging zo- 10 danig in een oscillerende beweging, bij voorkeur in omtreksrichting van de inktopbrengwals, te brengen is, dat continu een ander gedeelte van de doseerlijst met de inktopbrengwals de doseerspleet vormt.

Het oscillerend bewegen van althans een deel van de doseerlijst over een geringe maat verhindert een verzamelen en vastkleven van vuildeeltjes 15 op de kant van de doseerlijst op effektieve wijze, daar het in ingrijping staande gebied van de doseerlijst continu wijzigt. Zo worden de vervui-lingsdeeltjes continu weggespoeld, enerzijds door het overschot van de van de doseerlijst afgevoerde inkt, anderzijds door de gedoseerde inktfilm zelf, zodat streepvorming door vervuilingsdeeltjes op de inktopbreng-20 wals kan worden uitgesloten.

Turbulenties, welke de gereed gedoseerde inktfilm storend zouden kunnen beïnvloeden, worden in vergaande mate vermeden, daar slechts een op de inktopbrengwals voorgedoseerde inktfilm op de doseerlijst stoot en het overschot aan inkt ongehinderd kan wegstromen. Dit overschot aan inkt 25 wordt op gunstige wijze opgevangen door een verzamelhouder en hetzij een installatie voor het gereed maken van inkt, van waar de inkt weer in de inktopbrenginrichting terug getransporteerd wordt, of rechtstreeks weer aan de inktopbrenginrichting toegevoerd wordt. Door geschikte bemeting van de voorgedoseerde inkthoeveelheid door de inktopbrenginrichting en 30 door de korte verblijftijd van de inkt in de inktopbrenginrichting wordt verhinderd, dat noch de inkt noch de aan het verschaffen en doseren van de uiteindelelijke inktfilm deelnemende elementen overmatig verwarmd worden, zodat zelfs kan worden afgezien van een aanvullende koeling.

Eveneens worden met dit inktwerk zogenaamd "spookbeelden" op het druk-35 produkt vermeden. De inktopbrenginrichting verschaft op de inktopbreng- .8801137 -4- 27352/CV/hd * wals continu een volledig nieuwe inktfilm, welke door de doseerlijst op de gereed zijnde maat gereduceerd en op de drukvorm overgedragen wordt. Zodoende kan de inktopbrengwals een andere, bij voorkeur kleinere diameter bezitten dan de vormei Under.

5 In gunstige verdere uitvoering van de bovengenoemde maatregelen laat het oscillerend bewegen van de doseerlijst in omtreksrichting van de inktopbrengwals zich daardoor bereiken, dat de doseerlijst met een cilindervormige doseerkant is uitgerust, en dat de doseerlijst om de as van de door de cilindervormig afgeronde kant bepaalde cilinder zwenkbaar is. De 10 legering van de doseerlijst vindt doelmatig plaats door aan de eindzijde van de doseerlijst aangebrachte legertappen wiens draaiingsas samenvalt met de as van de door de cilindervormig afgeronde kant bepaalde cilinder. Daardoor is gewaarborgd, dat dikte van de doseerspleet en vorm van de doseerspleet bij het zwenken van de doseerlijst exact gelijk blijven.

15 In een verdere gunstige uitvoering van de bovenstaande maatregelen kan de doseerlijst op een met legerelementen uitgeruste legerbalk liggen. Door deze opstelling wordt bereikt, dat de doseerlijst over de gehele breedte van de inktopbrengwals massief is afgesteund. Door verstel-elementen aan de legerbalk laat zich ook de doseerspleet tussen inkt-20 opbrengwals en doseerlijst zeer eenvouding instellen.

Een verdere gunstige uitvoering van de bovenstaande maatregelen kan daardoor plaats vinden, dat de doseerlijst met twee aan elkaar evenwijdige armen scharnierend verbonden is. Deze beide armen zijn aan twee aan de doseerlijst evenwijdige zwenkhefbomen aangekoppeld. De zwenkhefbomen zijn 25 aan hun ene einde in plaatsvaste legers vastgehouden, waarbij de draaipunten van de plaatsvaste legers en het draaipunt van de draaiingsas van de doseerlijst op een rechte liggen. Daardoor wordt bereikt, dat in direkte nabijheid van het oppervlak van de inktopbrengwals geen legers moeten worden aagebracht. Daarmede laat zich ook bereiken, dat meerdere 30 doseerlijsten over de breedte van de inktopbrengwals kunnen worden aangebracht. De instelling van de doseerspleet tussen inktopbrengwals en doseerlijst vindt op eenvoudige wijze daardoor plaats, dat een van de plaatsvaste legers van een zwenkhefboom om het andere plaatsvaste leger van de andere zwenkhefboom zich door overeenkomstige middelen laat ver-35 stellen.

,8801137 -5- 27352/CV/hd

Om de zeer nauwkeurig bewerkte doseerkant van de doseerlijst te beschermen kan op gunstige wijze deze doseerkant worden overspannen met een buigzame folie-achtige plaat, welke zodanig is bevestigd, dat zij gemakkelijk en eenvoudig kan worden uitgewisseld.

5 De beweging van het de doseerspleet vormende gebied van de doseerlijst kan ook daardoor plaats vinden, dat de over de doseerlijst gespannen folie in omtreksrichting van de inktopbrengwals oscillerend heen en weer wordt bewogen. Dit geeft het voordeel, dat de doseerlijst plaatsvast kan worden gelegerd.

10 Bij aL deze beschreven uitvoeringsvormen is het zonder meer mogelijk voor drukmachines met een breedte van meerdere bladzijden meerdere doseerlijsten met bladzijbreedte en inktopbrenginrichtingen naast elkaar op bekende wijze aan te brengen. Door dit naast elkaar aanbrengen is een inktscheiding over de breedte van de bladzijden zonder problemen mogelijk.

15 Verdere doelmatige uitvoeringen en gunstige verdere uitwerkingen van de bovenstaande maatregelen volgen uit de overige onderconclusies.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enig in bijgaande figuur weergegeven mogelijke uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.

20 Fig. 1 toont een schematisch weergegeven drukwerk van een offsetro-tatie-drukmachine met inkt- en bevochtigingswerk.

Fig. 2 toont een schematische weergave van de zwenkbare doseerlijst

Fig. 3 toont een schematische weergave van een legering van de doseerlijst.

25 Fig. 4 toont een doorsnede door een legering van de doseerlijst op een legerbalk.

Fig. 5 toont een legering van de doseerlijst met behulp van zwenk-hefbomen en armen.

Fig. 6 toont een doorsnede door een met een beschermingsovertrek uit- 30 geruste doseerlijst.

Fig. 7 toont een doorsnede door een doseerlijst, welke met een oscillerende heen en weer beweegbare, buigzame, folie-achtige plaat is uitgerust.

Fig. 8 toont een doorsnede door een om de inktopbrengwaLsas zwenkbaar 35 draagelement met een buigzame folie-achtige plaat.

.8801137 -6- 27352/CV/hd

O

Fig. 9 toont een doorsnede door een doseerlijst, bestaande uit een draagbalk en een draaibare staaf.

Het in Fig. 1 schematisch weergegeven drukwerk van een offsetrotatie--machine bestaat uit een rubberdoekciUnder 1, tegen welke een tegendruk-5 cilinder 2 is opgesteld, welke echter ook als verdere rubberdoekciUnder uitgevoerd kan zijn. De te bedrukken papierbaan 3 wordt tussen rubberdoekci Under 1 en tegendrukciUnder 2 doorgevoerd en bedrukt. Bij de drukci-linder 1 is een drukvormen dragende vormei Under 4 opgesteld. Deze vormei Under 4 is een schematisch weergegeven op zich bekend bevochtigings-10 werk 5 toegevoegd, welke het bevochtigingsmiddel overdraagt op de drukvormen. In contact met de plaatciUnder 4 staat ook een inktopbrengwals 6, welke een veerkrachtig oppervlak bezit. Op deze inktopbrengwals 6 wordt met een inktopbrenginrichting 7 een over de gehele breedte van de inktopbrengwals 6 constante maat bezittende voorgedoseerde inktfilm 8 gevormd, 15 wiens dikte over een veelvoud groter, is dan die van de op de vormei Under 4 over te dragen inktfilm9.De inktopbrenginrichting 7 bestaat in de onderhavige uitvoeringsvorm uit een inktkast 10, welke met een de dosering bepalend op op zich bekende wijze instelbaar inktmes 11 is uitgerust.

Er zijn ook andere inktopbrenginrichtingen denkbaar, welke bekend zijn, 20 en die een voorgedoseerde inktfilm 8 op een inktopbrengwals 6 kunnen vormen. De voorgedoseerde inktfilm 8, welke door de inktopbrengwals 6 wordt opgenomen, wordt met een achter de inktopbrenginrichting 7 opgestelde doseerlijst 12 afgestreken. Er ontstaat zodoende de op de vormei Under 4 over te brengen inktfilm 9. Het door de doseerlijst 12 afgestreken 25 overschot aan inkt 13 loopt vrij in een verzamelhouder 14, vanuit welke de opgevangen inkt rechtstreeks in de inktopbrenginrichting 7 of in een niet weergegeven installatie voor het gereed maken van inkt geleid en van daar in de inktopbrenginrichting 7 terug gepompt wordt.

De op de vormei Under 4 overgedragen inktfilm 9 bezit over de gehele 30 breedte van de inktopbrengwals 6 een constante dikte. Deze dikte kan door meer of minder sterk instellen van de doseerlijst 12 tegen de inktopbreng-wals 6 worden ingesteld, hetgeen met niet weergegeven bekende verstelme-chanismes kan plaats vinden.

De inktopbrenginrichting 7 verschaft op de inktopbrengwals 6 steeds 35 een volledig nieuwe voorgedoseerde inktfilm 8, zodat de met gelijke om- .8801137 -7- 27352/CV/hd treksnelheid als de vormei Linder 4 draaiende inktopbrengwals 6 een andere, bij voorkeur kleinere diameter kan bezitten dan de vormei Under 4, zonder dat het gevaar van het ontstaan van zogenaamde "spookbeelden" bestaat.

Fig. 2 toont een uitsnijding van de inktopbrengwals 6, welke met de 5 doseerlijst 12a in contact staat. De inktopbrengwals 6 is voorzien van een veerkrachtige overtrek 15 en draait in de richting van de pijl 16. De doseerlijst 12a bezit aan de de inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 17 een cilindervormig oppervlak. De as 18 van dit ciLindervormig oppervlak is ook de draaiingsas 19, om welke de doseerlijst 12a om de hoek αzwenkbaar 10 is.

Fig. 3 toont hoe het doseerelement 12a in een drukmachine kan worden gelegerd. De inktopbrengwals 6 is tussen twee zijwanden 20 en 21 van de drukmachine aangebracht. De as 22 van de inktopbrengwals is in twee legers 23 en 24, die in de zijwanden 20 en 21 zijn bevestigd, draaibaar 15 gelegerd. De doseerlijst 12a bezit a.an zijn aan de uiteinden gelegen einden telkens een oor 25 respektievelijk 26, in welke legertappen 27 en 28 draaistar bevestigd zijn. De legertappen 27 en 28 zijn draaibaar gelegerd in excentrieken 29 en 30. De excentrieken 29 en 30 zijn op hun beurt zodanig in de zijwanden 20 respektievelijk 21 gelegerd, dat zij met niet 20 weergegeven middelen verdraaid en in de nieuwe stand gefixeerd kunnen worden. Zo kan de doseerspleet 31, gevormd door de inktopbrengwals 6 en de doseerlijst 12a, worden versteld.

Legertap 27 steekt in zijn langsrichting voorbij de zijwand 20 uit.

Op deze verlenging is een hefboom 32 draaivast aangebracht. Hefboom 32 is 25 met behulp van legertappen 33 met een arm 34 scharnierend verbonden. Arm 34 is met zijn andere einde draaibaar opgestoken op een bout 35, welke is gefixeerd in een schijf 36, die door een motor 37 in draaiing wordt gebracht. Bout 35 bezit een kiesbare afstand van het draaimiddelpunt van de schijf 36, waarmede de hoek a, om welke de doseerlijst 12a zwenkbaar 30 is, vast te leggen is. Het toerental van de motor 37 bepaalt de frequentie met welke de doseerlijst 12a zich beweegt.

Fig. 4 toont een verdere mogelijkheid van hoe de doseerlijst 12 kan worden gelegerd. De doseerlijst 12b, die weer aan de met een veerkrachtig oppervlak uitgeruste inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 38 een cilinder-35 vormig oppervlak bezit, is aan de van de inktopbrengwals 6 afgekeerde .8801137 -8- 27352/CV/hd zijde 39 eveneens ciLindervormig uitgevoerd waarbij de afstand R van de draaiingsas constant is. De doseerlijst 12b Ligt met zijn ciLindervormig uitgevoerde zijde 39 op een overeenkomstig gevormd LegereLement 41, dat op een LegerbaLk 42 is bevestigd. Het LegereLement 41 kan bijvoorbeeLd 5 een gLijLeger zijn. De doseerLijst 12b kan nu op het LegereLement 41 door niet weergegeven middeLen heen en weer worden bewogen. Daarbij voert zij door de ciLindervormig uitgevoerde zijde 39 een zwenkbeweging uit, waarvan het draaiingshart in de draaiingsas 40 Ligt. Om te vermijden, dat het LegereLement 41 vervuiLd raakt is de doseerLijst 12b voorzien van een be-10 schermingspLaat 43, weLke de van de doseerLijst 12b afgestreken inkt om het LegereLement 41 heen wegLeidt. In de Fig. 4 zijn de beide uiterste standen van de zwenkbare doseerLijst 12b weergegeven (links: getrokken Lijn, rechts: gestippelde Lijn). Om hier de doseerspleet te kunnen veranderen is de LegerbaLk 43 voorzien van niet weergegeven middeLen, die 15 een omhoog bewegen en naar beneden bewegen van de LegerbaLk 42, zoaLs dit met pi j L 101 aangeduid is, mogeLijk maken.

Fig. 5 toont een verdere mogelijkheid voor het Legeren van de doseerlijst 12. Aan de doseerLijst 12c, weLke zich over althans een gedeelte Langs een manteLLijn van de inktopbrengwaLs 6 uitstrekt, zijn 20 aan beide eindzijden telkens twee armen 44 en 45 aangekoppeld met behulp van scharniertappen 46 en 47. Arm 44 en arm 45 zijn ieder met twee zwenkhefbomen 48 en 49 scharnierend verbonden, zodat arm 44 met zwenkhef-boom 48 het scharnier 50, met zwenkhefboom 49 en scharnier 51, arm 45 met zwenkhefboom 48 het scharnier 52 en met zwenkhefboom 49 het scharnier 25 53 vormen. Arm 44 is evenwijdig aan arm 45. Zwenkhefboom 48 en zwenkhefboom 49 zijn evenwijdig aan de doseerLijst 12c. De doseerLijst 12c bezit weer een naar de inktopbrengwaLs 6 toegekeerde kant 54 met cylindervormig oppervlak, met een daardoor vastgeLegde cylinderas 55. Cylinderas 55 Ligt op een afstand a van het scharnier 46. Zwenkhefboom 48 en zwenkhefboom 30 49 zijn in de fig. 5 naar boven verlengd. Op deze verlengingen zijn Legers aangebracht, die draaibaar zijn opgestoken op plaatsvaste assen 56 en 57. As 56 heeft van scharnier 50 eveneens de afstand a, evenals as 57 van scharnier 51. Aan scharnier 54 is nog een pneumatische cylinder zodanig bevestigd, dat hij zwenkhefboom 49 in een om de as 57 zwenkende 35 beweging kan brengen, zoaLs met pijl 59 is aangeduid. Deze beweging wordt via de armen 44 en 45 overgedragen op de zwenkhefboom 48 en de doseerLijst 12c. Daarbij draait de doseerLijst om de met de cyLinderas 55 samenvaLLende .8801137 3 27352/CV/j k -9- draaiingsas 60. De bevestiging van de as 57 kan zo zijn uitgevoerd, dat diens stand om de as 56 verschuifbaar is, zoals is aangeduid met pijl 61, en in de nieuwe stand weer gefixeerd kan worden. Door dit verschuiven van de as 57 om de as 56 laat de breedte van de doseerspleet 62 tussen doseer-5 lijst 12c en de inktopbrengwals 6 zich instellen.

Om te vermijden, dat de de inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 63 van de doseerlijst 12d, welke zeer fijn bewerkt moet zijn, door slijtage wordt vernield, kan de doseerlijst 12d worden uitgerust met een beschermings-overtrek 64, zoals fig. 6 toont. De beschermingsovertrek 64, welke uit <10 een buigzame, folieachtige plaat bestaat, wordt aan de ene zijde van de doseerLijst 12d in een aantal over de breedte van de doseerlijst 12d verdeeld aangebrachten nokken 65 ingehangen, over de de doseerspleet 66 vormende kant 63 gespannen en aan de andere zijde van de doseerlijst 12d met een spanlijst 67 met behulp van bouten 68, die eveneen over de hele 15 breedte van de doseerlijst 12d zijn aangebracht, vastgespannen. Bij te sterke slijtage moet slechts de beschermingsovertrek,£4 worden uitgewisseld terwijl de doseerlijst 12d verder benut wordt. Hiermede kunnen kosten worden gespaard.

Een ander mogelijkheid het de doseerspleet vormende gedeelte 20 van de doseerlijst 12e te bewegen is in fig. 7 weergegeven. De doseerlijst 12e is samengesteld uit een draageLement 70, dat is bevestigd op een stabiele onderlaag 71, en een over het draagelement 70 gespannen buigzame folievormige plaat 72. De de inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 73 van het draagelement 70 bezit een gewelfde vorm. In het draagelement 70 zijn 25 over diens breedte verdeeld groeven 74 ingewerkt. Op een in de tussen de groeven 74 achterblijvende ruggen gelegerde doorgaande as 75 zijn wip-lichamen 76 draaibaar aangebracht. De buigzame folievormige plaat 72 is aan beide zijden voorzien van oren 77, welke met behulp van bouten 78 aan de wiplichamen 76 zijn bevestigd. Een hefboom 79 is eveneens 30 draaivast met de as 75 verbonden. Aan zijn van de as 75 afgekeerde zijde 80 is hij aan een pneumatische cylinder 81 aangekoppeld, welke via de hefboom 79 een_oscillerende schommelbeweging, aangeduid met pijl 82, op de wiplichamen 76 overbrengt. Daardoor wordt de buigzame folie-achtige plaat oscillerend over de de inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 73 heen en weer be-35 wogen.

In onderscheid tot de in fig. 7 weergegeven uitvoeringsvorm toont fig. 8 een doseerlijst 12f, welke een buigzame folie-achtige plaat 83 . 8801 137 27352/CV/jk -10- bezit, welke aan zijn ene einde 84 plaatsvast is gelegerd, terwijl het andere einde 85 met behulp van veerkrachtige spanmiddelen 86 wordt vastgehouden. Een draagelement 87, over wiens de inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 88 de buigzame folie-achtige plaat 83 is gespannen, is op de eind-5 zijden van de inktopbrengwals 6 telkens bevestigd aan een zwenkhefboom 89, die op zijn beurt scharnierend op de draaiingsas 90 van de inktopbrengwals 6 zijn gelegerd. De door de zwenkhefboom 89 en het draagelement 87 gevormde beugel wordt door niet weergegeven middelen oscillerend over de hoek^ om de draaiingsas 90 van de inktopbrengwals 6 gezwenkt. Ook 10 hiermede wordt bereikt, dat het de doseerspleet vormende gebied van de buigzame folie-achtige plaat continu wordt gewijzigd. In de fig. 8 zijn de twee eindstanden van de zwenkbeweging weergegeven: de stand links is gestippeld, de stand rechts met getrokken lijnen getekend.

Bij het in fig. 9 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt de 15 doseer lijst 12g gevormd door een draagbalk 91, welke met een een leger-schaal vormende uitsparing 92 is uitgerust, welke aan de de inktopbrengwals 6 toegekeerde kant 93 is aangebracht. In deze uitsparing 92 is een cylindervormige staaf 94 draaibaar gelegerd. Door niet weergegeven middelen kan de cylindervormige staaf 94 in roterende of oscillerende beweging 20 worden gebracht, zoals door pijl 95 is aangeduid. Ook hiermede wordt bereikt, dat steeds een ander gedeelte van de cylindervormige staaf 94 tesamen met de inktopbrengwals 6 de doseerspleet 96 vormt.

Zoals proeven hebben getoond worden goede drukresultaten bereikt, indien het cylindervormige uitgevoerde, de doseerspleet vormende 25 oppervlak van de doseerlijst 12 een straal bezit, welke zich in de orde van grootte van 0,3- 1,5 mm beweegt.Er werd ook vastgesteld, dat bij wijziging van de aandrukkracht van de doseerlijst 12 tegen de inktopbrengwals 6 de dikte van de inktfilm zich slechts langzaam wijzigt, waarmede door veranderen van de aandrukkracht een zeer fijne trapsgewijze wijziging 30 in de dikte van de inktfilm kan worden bereikt. Een aanzienlijk grotere invloed op de dikte van de inktfilm heeft bij gelijk blijvende aandrukkracht van de doseerlijst 12 op de inktopbrengwals 6 de wijziging van de straal van het de doseerspleet vormende cylindervormige oppervlak van de doseerlijst 12. Zodoende kan de optimale straal in afhankelijkheid van 35 de oppervlakte hardheid van de elastische bedekking op de inktopbrengwals 6 en de viscositeit van de inkt gebruikt worden. Het bewegen van de doseerlijst 12 in de beschreven vormen beïnvloedt de verschafte inktfilm , 880 1 1.37 -11- 27352/CV/j k niet, daar de geometrische verhoudingen in de doseerspleet steeds gelijk blijven.

Verder hebben proeven ook getoond, dat de doseerlijst 12 bij voorkeur in nagenoeg radiale richting tot de inktopbrengwals 6 staat.

5 Met dergelijke inktwerken kunnen naast de beschreven uit voeringsvorm voor offset-drukmachine ook drukmachines worden uitgerust, welke een andere druktechniek toepassen, waarbij in het bijzonder zodanige druktechnieken worden bedoeld, welke met een harde drukvorm werken.

10 .8801137

Claims

2. Inktwerk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de de inktopbrengwals (6) toegekeerde en de doseerspleet vormende kant van de doseerlijst (12) een gewelfde vorm bezit.
3. Inktwerk volgens conlusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de doseer-25 lijst (12) praktisch radiaal op de inktopbrengwals (6) staat.
4. Inktwerk volgens een der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat·.voor instelling van de spleetbreedte tussen doseerlijst (12) en inktopbrengwals (6) bekende verstelmiddelen zijn aangebracht.
5. Inktwerk volgens een der conlusies 1 tot 4, met het kenmerk, 30 dat de doseerlijst (12a) over een hoek («O om een aan de as van de inktopbrengwals (6) evenwijdige draaiingas oscillerend zwenkbaar is.
6. Inktwerk volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de hoek 00 om welke de doseerlijst (12a) zwenkbaar is, zich bij voorkeur in het gebied van 5°-30° beweegt.
7. Inktwerk volgens een der conclusies 5 of 6, met het kenmerk, dat de kant (17) van de doseerlijst (12a) cylindervormig is afgerond, en dat de draaiingas (19) van de doseerlijst (12a) met de as (18) van de door .8801137 -13- 27352/CV/j k de cylindervonmig afgeronde kant (17) bepaalde cylinder samenvalt.
8. Inktwerk volgens een der conlusies 5 tot 7, met het kenmerk, dat op de eindzijden van de doseerlijst (12a) legertappen (27, 28) zijn aangebracht, wiens centrale hartlijnen met de draaiingsas (19) van de 5 doseerlijst (12a) samenvallen, en die in aan het machinegestel (20, 21) bevestigde legerd (29, 30) zijn gelegerd.
9. Inktwerk volgens een der conclusies 1 tot 7? met het kenmerk, dat de doseerlijst (12b) aan de van de inktopbrengwals (6) afgekeerde zijde (39) een cytindervormig oppervlak bezit? dat van de draaiingsas 10 (40) van de doseerlijst (12b) een constante afstand (R) heeft, en die op een corresponderend oppervlak van een legerbalk (42) onder meebetrekken van geschikte legerelementen (41) om de draaiingsas (40) van de doseerlijst (12b) zwenkbaar is gelegerd.
10. Inktwerk volgens een der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, 15 dat de doseerlijst (12c) met tenminste twee aan elkaar evenwijdige armen (44, 45) scharnierend is verbonden, welke op hun beurt aan ten minste twee aan de doseerlijst (12c) evenwijdige zwenkhefbomen (48, 49) aangekoppeld zijn, die aan hun ene einde in plaatsvaste legers (56, 57) zijn vast gehouden, waarbij de draaipunten van de plaatsvaste legers (56, 57) 20 van de zwenkhefbomen (48, 49) en het draaipunt van de draaiingsas (60) van de doseerlijst (12c) op een rechte liggen.
11. Inktwerk volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat een van de plaatsvaste legers (56 of 57) van de zwenkhefbomen (48, 49) om het andere plaatsvaste leger (57 of 56) verstelbaar is uitgevoerd.
12. Inktwerk volgens een der conlusies 5 tot 11 met het kenmerk, dat de zwenkbeweging plaatsvindt met behulp van een aandrijving (58).
13. Inktwerk volgens een der conlusies 1 tot 12, met het kenmerk, dat de doseerlijst (12) in het bijzonder in het de doseerspleet (66) vormende gebied met een gemakkelijk uitwisselbare beschermingsovertrek 30 (64) is uitgerust.
14. Inktwerk volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de beschermingsovertrek (64) uit een buigzame folievormige plaat bestaat, welke door aan de doseerlijst (12d) aangebrachte bevestigings- en spanmiddelen (65, 67, 68) wordt vast gehouden.
15. Inktwerk volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de doseerlijst (12e) bestaat uit een plaatsvast draagelement, over wiens de inktopbrengwals (6) toegekeerde kant (73) een buigzame folievormige .8801137 27352/CV/j k -14- pLaat (72) is gespannen, welke via een mechanisme oscillerend in omtreks-richting van de inktopbrengwals (6) heen en weer te bewegen is.
16. Inktwerk volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de doseerlijst (12f) bestaat uit een draagelement (87), dat om de 5 draaiingsas (90) van de inktopbrengwals (6) verzwenkbaar is over een hoek (β) en over wiens de inktopbrengwals (6) toegekeerde kant (88) een buigzame folievormige plaat (83) is gespannen, welke aan zijn ene einde (84) plaatsvast en aan zijn andere einde (85) met elastische spanmiddelen (86) wordt vast gehouden.
17. Inktwerk volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de doseerlijst (12e) bestaat uit een draagbalk (91) aan wiens de inktopbrengwals (6) toegekeerde kant (93) een cylindervormige staaf (94) draaibaar gelegerd en afgesteunt is, welke staaf via een bekende inrichting roterend of oscillerend aan te drijven is. 15 .8801137 S*.. ........