NL8800871A

NL8800871A - Fotodetectorinstelinrichting.

Info

Publication number: NL8800871A
Application number: NL8800871A
Authority: NL
Original assignee: Mitsubishi Electric Corp
Priority date: 1987-04-24
Filing date: 1988-04-06
Publication date: 1988-11-16
Also published as: NL192278C; NL192278B; JPS63268130A; KR910001333B1; KR880013132A; JPH0555932B2; US4859847A

Description

-1- 27259/JF/gj

A

Korte aanduiding: Fotodetectorinstelinrichting.

Deze uitvinding heeft betrekking op een fotodetectorinstelin-richting die de fotodetector in optische platenspelers en andere optische 5 koppen instelt.

In het algemeen worden fotodetectoren in drie axiale richtingen ingesteld.

Met andere woorden is er instelling in een vlak dat loodrecht staat op de optische as en instelling van de richting van de optische as.

10 De instelling in het vlak dat loodrecht staat op de optische as wordt uitgevoerd om een optische stip passend op de fotodetector te positioneren.

De instelling in de richting van de optische as wordt zodanig uitgevoerd dat geen verschuiving wordt opgewekt, wanneer de optische stipbrandpunt-verplaatsing, die plaatveranderingen begeleidt, gedurende brandpuntdetec-15 tie wordt gedetecteerd.

Een gebruikelijke inrichting voor de instelling van fotodetectoren in optische platenspelers en andere optische koppen is in fig. 5 getoond. Verwijzingsgetal 7 geeft een halfgeleiderlaser aan die de lichtbron voor de optische kop is. Verwijzingsgetal 8 is een halfprisma dat 20 de optische weg vertakt. 9 is een collimator lens die verstrooid licht omzet in evenwijdig licht of evenwijdig licht omzet in convergerend licht.

10 is een objectieflens die Licht convergeert. 11 is een houder. 12 is een cilindrische lens die is opgenomen in de houder voor detectie van optische stipbrandpuntverplaatsing van de schijf (niet getoond). 13 is een laser-25 bundel.

De instelling van de optische stip op de fotodetector 1 is verdeeld in twee-assige insteling die de fotodetector 1 in het X-Z-vlak dat loodrecht staat op de optische as beweegt, en Y-asrichtinginstelling die de houder 11, die de cilindrische lens 17 bevat, beweegt in de rich-30 ting van de Y-as, oftewel optische as.

Omdat de gebruikelijke inrichting voor de instelling van fotodetectoren de hierboven genoemde opbouw heeft, moet de optische stip op de fotodetector 1 worden ingesteld door het herhaaldelijk afwisselen van de twee-assige instelling die de fotodetector 1 in het XZ-vlak dat lood-35 recht staat op de optische as beweegt en Y-asrichtingsinstelling die de houder 11, die de citindrische lens 12 bevat, beweegt in de richting van «8 ε c e 3 71 * 27259/J F/gj -2- de Y-as, oftewel optische as. De hoeveelheid tijd die dit duurt is een probleem.

Een doel van de uitvinding is te voorzien in een inrichting voor de instelling van fotodetectoren die de instelling van de optische 5 stip op de fotodetector vereenvoudigt en de hoeveelheid tijd die de instelling neemt te bekorten.

De fotodetectorinstelinrichting in overeenstemming met deze uitvinding is opgebouwd uit een beweegbare plaat die kan worden ingesteld en bevestigd in een vlak dat loodrecht staat op de optische aslijn van 10 een lichtbundel, een basisplaat die in de richting van de optische as kan buigen en een instelschroef die de basisplaat kan buigen.

In deze uitvinding wordt de fotodetector in de richting van de optisch as ingesteld door het zo instellen van de beweegbare plaat, dat de optische stip van de lichtbundel zich bevindt op het vlak van de 15 fotodetector en het veerkrachtig buigen van de basisplaat door de instelschroef.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven, onder verwijzing naar de tekening, waarin: fig. 1 een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van de 20 uitvinding is; fig. 2 een aanzicht in perspectief van de basisplaat is; fig. 3 een aanzicht in perspectief van de beweegbare plaat is; fig. 4 een toelichtende voorstelling van de werking van foto-detectorinstelling is; en 25 fig. 5 een aanzicht in perspectief is, dat een fotodetector instelinrichting volgens de stand van de techniek laat zien.

In fig. 1 tot en met 4 geeft het verwijzingsgetal 1 een fotodetector aan. De fotodetector 1 is gepositioneerd door een rechthoekig gat 2a en is bevestigd door de basisplaat 2. De basisplaat 2 is voorzien 30 van een positioneringsgat 2b voor uitrichting met de beweegbare plaat 3, een positioneringsgleuf 2 in de vorm van een langwerpig gat, en een vrouwtjestapgat 2d en een instelgat 2c waardoor een instelschroef 4 loopt. De instelschroef 4 is een schroef met fijne schroefdraad voor instellings-gemak.

35 Ook is de basisplaat 2 gevormd van een bladveer 2f en een buigzame pinplaat 2g waardoor het fotodetectorsignaal wordt afgeleid. De .8800871 27259/JF/gj * -3- bladveer 2f en de buigzame printplaat 2g zijn aan elkaar gelamineerd en gelijmd.

Er is een holle sectie 2h die zich over de basisplaat 2 in de richting die orthogonaal op de lengte van de basisplaat 2 staat, 5 uitstrekt. Wanneer de basisplaat 2 wordt gebogen door het aandraaien van de schroef 4, neemt de holle sectie het belangrijkste deel van de buiging in de richting van de optische as.

De beweegbare plaat 3 is voorzien van een dikke plaatsectie 3b. De basisplaat 2 ligt aan tegen een bovenvlak van de dikke plaatsectie 10 3b. De dikke plaatsectie is voorzien van een positioneringspen 3c die zich door het positioneringsgat 2b van de basisplaat 2 uitstrekt voor uitrich-ting en een tapgat 3d, waarin een schroef 5 is geschroefd voor het bevestigen van de basisplaat 2 aan de beweegbare plaat 3. De beweegbare plaat 3 is eveneens voorzien van een dunne plaatsectie 3e die een tapgat 15 3f heeft, waarin een instelschroef 4 is gedraaid, een bundelgat 3g, waardoor de laserbundel 13 loopt en een schroefgat 3h, waardoor een schroef 6 zich uitstrekt. Door middel van de schroef 6 is de beweegbare plaat 3 aan de optische kopbasis 14 bevestigd.

De inrichting is zodanig ingericht dat in de begintoestand, 20 wanneer de basisplaat 2 op het aanligoppervlak 3a van de beweegbare plaat 3 is geplaatst en is bevestigd met de bevestigingsschroef 5, het licht-ontvangende oppervlak van de fotodetector op het punt is, dat een zekere hoeveelheid in de richting van de optische as verder wegligt dan het brandpunt van de laserbundel. Eerst wordt grove instelling uitgevoerd door 25 het vastdraaien van de instelschroef 4, zodat de fotodetector 1 op het punt is, waarop de laserbundel 13 is gefocusseerd. Dan wordt de beweegbare plaat 3 met betrekking tot de optische kopbasis 14 bewogen voor instelling in vlak XZ loodrecht op de optische as. Daaropvolgend wordt fijne instelling in de richting van de optische as uitgevoerd door het vast- of 30 losdraaien van de instelschroef 4 naar de gewenste positie.

Ten gevolge van veerkracht van de basisplaat 2 is er geen speling in de instelschroef 4 en is uitermate fijne, snelle instelling in de richting van de optische as mogelijk. Nadat instelling is voltooid, wordt schroef 6 vastgedraaid om de beweegbare plaat 3 aan de optische 35 kopbasis 14 te bevestigen.

Ook wordt, omdat de basisplaat 2 voor het merendeel bij de .8800871 f , 27259/J F/gj -4- holle sectie 2h buigt, nagenoeg geen vorming opgewekt in het gebied van de basisplaat 2, waar de fotodetector 1 is bevestigd. De bevestiging van de fotodetector 1 aan de basisplaat 2 is dus uitermate betrouwbaar.

Verder heeft de beweegbare plaat 3 een zodanige hoogtebetrek-5 king, dat wanneer de basisplaat 2 met de instelschroef 4 wordt gebogen, vrij einde 2a van de basisplaat 2 (het einde aan de zijde van de instel-schroef 4) in ingrijping komt met de beweegbare plaat 3 en er geen plastische vervorming van de basisplaat 2 is. Een van fijne schroefdraad voorziene schroef wordt gebruikt voor de instelschroef 4 om fijne instelling 10 nog gemakkelijker te maken.

In de boven beschreven uitvoeringsvorm werd een basisplaat-bevestigingsschroef 5 gebruikt om de basisplaat 2 aan de beweegbare plaat 3 te bevestigen. Alternatief kan deze worden bevestigd door lassen of hechtmiddel.

15 Eveneens werden een veeronderdeel en een buigzame printplaat samengebouwd om de basisplaat 2 te vormen. In plaats daarvan kunnen ook platen met een metalen kern of andere uit een stuk bestaande platen worden gebruikt.

Zoals hierboven is beschreven, stelt deze uitvinding een beweeg-20 bare plaat zo in, dat de optische stip van een lichtbundel binnen het vlak van een fotodetector is gepositioneerd en door het buigen van een veerkrachtige basisplaat met een instelschroef kan de fotodetector in de richting van de optische as worden ingesteld. Dit maakt fijnere instelling mogelijk en bekort de tijd die aan het instellen wordt besteed.

25 Ook heeft, omdat er bij deze uitvinding geen noodzaak is andere optische delen te bewegen, wanneer de fotodetector wordt ingesteld, de uitvinding de effecten van het vereenvoudigen van de opbouw van de optische kop en verlaging van kosten.

.8800571

Claims

1. Op een optische kopbasis gemonteerde inrichting voor de instelling van een fotodetector voor het instellen van de positie van een fotodetector in een richting van een optische as van een lichtbundel en 5 in een vlak dat Loodrecht op de optische as staat, omvattende een beweegbare plaat die met betrekking tot de optische kopbasis in een vlak dat loodrecht staat op de optische as van een Lichtbundel kan bewegen, een basisplaat, waarop de fotodetector is bevestigd, waarbij de basisplaat een eerste einde heeft, dat is bevestigd aan de beweegbare plaat,en naar 10 de richting van de optische as kan buigen en een instelschroef die zich door de basisplaat uitstrekt en in de beweegbare plaat is geschroefd om de basisplaat naar de beweegbare plaat te buigen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor de genoemde instelschroef een schroef met fijne schroefdraad wordt gebruikt.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze een holle sectie op de basisplaat heeft, zodat het buigen van de basisplaat naar de richting van de optische as voor het meest bij de holte sectie kan worden uitgevoerd.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de be-20 weegbare plaat is samengesteld uit een dikke sectie en een dunne sectie en een zodanige hoogtebetrekking heeft, dat wanneer de basisplaat wordt gebogen er geen plastische vervorming is.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de basisplaat een tweede einde heeft, dat tegen de beweegbare plaat aanligt, al- 25 vorens er een plastische vervorming ten gevolge van het buigen optreedt.

6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beweegbare plaat een dik deel en dun deel heeft, waarbij het eerste einde van de basisplaat is bevestigd aan het dikke deel en een tweede einde van de basisplaat beweegbaar naar het dunne deel is, wanneer de basisplaat wordt gebogen.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het dikke deel een plat oppervLak heeft,dat loodrecht staat op de optische as en de basisplaat een plat oppervlak aan het eerste einde ervan heeft, dat aanligt tegen het platte oppervlak van de beweegbare plaat.

8. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de be- 35 weegbare plaat evenwijdig aan het vlak dat loodrecht staat op de optische aslijn tegen de optische kopbasis schuifbaar is. Eindhoven, maart 1988. .8800871