NL8702831A - Scharnier in het bijzonder voor deuren en dergelijke. - Google Patents

Description

- 1 - 4- - $ »

Scharnier in het bijzonder voor deuren en dergelijke.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een scharnier, in het bijzonder voor deuren en dergelijke, welk scharnier op de bekende wijze scharnierbladen omvat die respectievelijk worden bevestigd aan een deurpaneel 5 en een deurkozijn, waarbij de scharnierpen een draaiverbinding vormt tussen de scharnierbladen.

In de loop van de tijd werden vele verschillende en meer of minder geschikte deurscharnieren ontworpen, waaronder scharnieren waardoor het mogelijk is 10 het deurpaneel zowel in hoogte als in stand in te stellen ten opzichte van het kozijn, zonder dat dit echter resulteerde in een in alle opzichten bevredigend ontwerp.

Voor wat betreft de stand van het deurpaneel in het kozijn werden scharnierpennen toegepast waarvan de dragende 15 vlakken voor de twee scharnierbladen onderling excentrisch werden aangebracht. Wanneer de scharnierpen in het ene scharnierblad werd verdraaid werd de pen, die anderzijds vastgezet werd ten opzichte van het deurpaneel, dichter naar het deurkozijn toe getrokken of verder daarvan af-20 gebracht, in afhankelijkheid van de in een bepaald geval gestelde eis. Een belangrijk bezwaar van dergelijke excentrische scharnierpennen is, dat wanneer zij worden verdraaid om het deurpaneel dichter bij of verder van het kozijn af te brengen, zij eveneens het deurpaneel verplaat-25 sen in een richting haaks op het vlak van het deurkozijn.

Wanneer dientengevolge het deurpaneel op de juiste wijze in zijn vlak is ingesteld zal het deurpaneel niet op de juiste wijze in aanraking komen met het kozijn, wat er bijvoorbeeld in kan resulteren dat het deurpaneel bij de 30 scharnierzijde niet in aanraking is met het kozijn of dat een te stevig contact aanwezig is waardoor het moeilijk is de deur te sluiten. Dit kan weer tot beschadiging van het deurpaneel leiden en tot hoge belastingen op de scharnieren. Met een dergelijk ontwerp is het dus on-35 mogelijk slechts ëën enkele afstelling uit te voeren zonder dat de andere afstelling eveneens wordt beïnvloed.

Een doel van de onderhavige uitvinding is t' ; *; '[ - 2 - Λ nu dit bezwaar op te heffen door het verschaffen van een scharnier waardoor een juiste afstelling van het deurpaneel in het kozijn mogelijk is, zonder dat door deze afstelling het contact tussen deurpaneel en kozijn wordt 5 beïnvloed.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat één van de twee bladen van het scharnier is samengesteld uit twee elementen die gemakkelijk ten opzichte van elkaar instelbaar zijn, waarbij het ene element bestemd 10 is om te worden vastgezet in het kozijn, terwijl het andere element op of met de scharnierpen verzwenkbaar is.

Het instellen is mogelijk door het feit, dat het scharnierbladelement, dat aan het deurpaneel wordt bevestigd, een holle vorm bezit terwijl het andere schar-15 nierbladelement geschikt is om in deze holte te worden opgenomen, met een zodanige speling dat verplaatsing van het laatstgenoemde scharnierbladelement in de holte resulteert in een verplaatsing van de draaiïngsas van het scharnier, bijvoorbeeld over 4 tot 5 mm vanuit een oor-20 spronkelijke stand, wat in het algemeen voldoende is voor deuren die in woningen worden toegepast.

Verdere kenmerken en voordelen zijn aangegeven in de conclusies en in het onderstaande meer in detail beschreven aan de hand van een uitvoeringsvorm, weergegeven 25 in de tekening, waarin: fig. 1 en 2 een zijaanzicht tonen van de beide scharnierbladen die tezamen het scharnier vormen; fig. 3 en 4 een doorsnede tonen over de scharnierbladen van de fig. 1 en 2; en 30 fig. 5 en 6 een doorsnede tonen over de deur en het kozijn met het daartussen aangebrachte scharnier in de twee uiterste standen van het instel-gebied.

Fig. 2 toont het ene scharnierblad 1 van een bekend scharnier waarin openingen op bepaalde plaatsen 35 zijn aangebracht al naar wens en gebruik van het scharnier. Het andere scharnierblad bestaat uit de twee elementen 2 en 3, waarvan het element 2 scharnierend is verbonden met het element 1, terwijl het andere element 3, zoals getoond in fig. 1, in de niet-gemonteerde toestand vrij van het 40 element 2 is. Het element 3 bezit een holte 4, zoals in , 8 7 ö 2 c i : - 3 - £ het bijzonder blijkt uit fig. 3, waarin het tongvormige element 2 kan worden aangebracht, zoals weergegeven in de fig. 5 en 6.

Aan de ene zijde van de holte 4 zijn instel-5 bare aanslagen 5 aangebracht, die bij de voorkeursuitvoeringsvorm de vorm hebben van twee cilinderschroeven, elk gedraaid in een bus 6. Bij de tegenoverliggende zijde van de holte 4 bevinden zich openingen 7 die in lijn liggen met een bus 6, zodat het ene einde van de schroef 10 5 toegankelijk is wanneer het scharnierbladelement 3 op een deur is gemonteerd. Buiten de bekende bevestigings-gaten 8 en buiten de bussen 6 is het scharnierbladelement 3 voorzien van een opening 9 voor het daarin brengen van een bevestigingsschroef voor het scharnierbladelement 2, .

15 welke schroef zich uitstrekt door een opening 10 in het element 2.

Wanneer het scharnierblad 1 bevestigd is aan een deurkozijn 11 en het scharnierbladelement 3 bevestigd is aan een deurpaneel 12 kan de deur worden gemonteerd 20 door het op zijn plaats brengen van het paneel 12 en het verplaatsen van het scharnierbladelement 3 naar het tongvormige scharnierbladelement 2, zodat dit laatste terechtkomt in de holte 4, zoals weergegeven in de fig. 5 en 6.

De schroeven 5, die de aanslagen vormen voor 25 het scharnierbladelement 2, worden ingesteld om het blad-element 2 in de gewenste stand te brengen zodat het deurpaneel in de stand terechtkomt die het in het kozijn in zal moeten nemen. Dan wordt de bevestigingsschroef 13 vastgedraaid en de deur is gemonteerd. Wanneer het deurpaneel 30 zich eventueel in een schuine stand in het deurkozijn bevindt, kan het worden ingesteld door het losdraaien van de schroef 13 en het opnieuw instellen van de aanslag-schroeven 5 om de juiste stand van de deur te verkrijgen.

Het instelgebied van de voorkeursuitvoeringsvorm ligt 35 tussen 1 mm en 4 mm, zoals weergegeven in de fig. 5 en 6.

Dit wordt beschouwd als voldoende te zijn voor de meeste doeleinden. In de fig. 5 en 6 is het scharnier weergegeven met zijn scharnierbladelement 2 in de uiterste standen, maar het zal duidelijk zijn dat het scharnier zich meesten-40 tijds in een middenstand zal bevinden.

.870283* - 4 -

De holte 4 in het scharnierbladelement 3 is wigvormig, zoals weergegeven in de doorsnede in fig. 3, en de breedte bij de bodem 14 correspondeert in hoofdzaak met de dikte van het scharnierbladelement 2, zodat dit 5 laatste bij het afstellen kan worden gekanteld over de aanslag in de bodem van de holte 4. Voor het verder regelen van de stand van het scharnierbladelement 2 kan dit zijn voorzien van tongen 15 (fig. 2) die passen in uitsparingen bij de bodem 14 van de holte 4.

10 Wanneer het deurpaneel is ingesteld met behulp van het scharnier volgens de uitvinding zal het deurpaneel niet dichter naar het kozijn toe worden getrokken of verder daarvan afgeduwd bij het afstellen van het scharnier, zoals het geval is bij scharnieren waarbij de scharnierpen 15 is voorzien van twee of meer cilindrische oppervlakken, die onderling excentrisch zijn geplaatst. De aanraking tussen het deurpaneel en het deurkozijn verandert niet, wat in het bijzonder van belang is wanneer de deur is voorzien van tochtwerende middelen.

20 - conclusies - 8 7 n ? ss 3 1 • V * v è * **’ l

Claims (7)

1. Scharnier in het bijzonder voor deuren en dergelijke, omvattende scharnierbladen die respectievelijk worden vastgezet aan een deurpaneel en een deurkozijn, met het kenmerk, dat ten minste ëën scharnier- 5 blad is samengesteld uit twee elementen, waarbij het ene element bestemd is om te worden bevestigd aan een deurpaneel of deurkozijn en het andere element instelbaar met het eerstgenoemde element is verbonden.

2. Scharnier volgens conclusie 1, met het 10 kenmerk, dat het ene scharnierbladelement de vorm heeft van een holte waarin het andere element passend kan worden opgenomen, waarbij de afmetingen van de holte zodanig zijn gekozen ten opzichte van de afmetingen van het andere element dat het andere element in de holte 15 kan worden verplaatst, terwijl de holte is voorzien van middelen voor het in de onderlinge stand vastzetten van de elementen.

3. Scharnier volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat ëën of meer instelbare aanslagen 20 zijn aangebracht in de holte waartegen het aildere scharnierbladelement aan komt te liggen, wanneer een bevesti-gingsschroef wordt aangedraaid.

4. Scharnier volgens conclusie 3, m e t h e t kenmerk, dat de aanslagen worden gevormd door 25 schroeven, die toegankelijk zijn door openingen in de scharnierbladelementen voor het afstellen van de schroeven.

5. Scharnier volgens ëën der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de holte wigvormig is, waarbij de breedte bij de smalle rand van de wig nagenoeg 30 overeenkomt met de dikte van het andere scharnierbladelement .

6. Scharnier volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het andere scharnierbladelement is .8/0233*·· ί - 6 - * voorzien van uitstekende tongen die passen in uitsparingen in de bodem van de holte.

7. Scharnier als beschreven en/of weergegeven in de tekening. .8702831