NL8601975A - Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging van een luchtband. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging van een luchtband. Download PDF

Info

Publication number
NL8601975A
NL8601975A NL8601975A NL8601975A NL8601975A NL 8601975 A NL8601975 A NL 8601975A NL 8601975 A NL8601975 A NL 8601975A NL 8601975 A NL8601975 A NL 8601975A NL 8601975 A NL8601975 A NL 8601975A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
layer
former
bead wire
cord
loops
Prior art date
Application number
NL8601975A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Apsley Metals Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Apsley Metals Ltd filed Critical Apsley Metals Ltd
Publication of NL8601975A publication Critical patent/NL8601975A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60CVEHICLE TYRES; TYRE INFLATION; TYRE CHANGING; CONNECTING VALVES TO INFLATABLE ELASTIC BODIES IN GENERAL; DEVICES OR ARRANGEMENTS RELATED TO TYRES
    • B60C15/00Tyre beads, e.g. ply turn-up or overlap
    • B60C15/04Bead cores
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/08Building tyres
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60CVEHICLE TYRES; TYRE INFLATION; TYRE CHANGING; CONNECTING VALVES TO INFLATABLE ELASTIC BODIES IN GENERAL; DEVICES OR ARRANGEMENTS RELATED TO TYRES
    • B60C15/00Tyre beads, e.g. ply turn-up or overlap
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60CVEHICLE TYRES; TYRE INFLATION; TYRE CHANGING; CONNECTING VALVES TO INFLATABLE ELASTIC BODIES IN GENERAL; DEVICES OR ARRANGEMENTS RELATED TO TYRES
    • B60C15/00Tyre beads, e.g. ply turn-up or overlap
    • B60C15/0009Tyre beads, e.g. ply turn-up or overlap features of the carcass terminal portion
    • B60C15/0081Tyre beads, e.g. ply turn-up or overlap features of the carcass terminal portion the carcass plies folded around or between more than one bead core
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60CVEHICLE TYRES; TYRE INFLATION; TYRE CHANGING; CONNECTING VALVES TO INFLATABLE ELASTIC BODIES IN GENERAL; DEVICES OR ARRANGEMENTS RELATED TO TYRES
    • B60C9/00Reinforcements or ply arrangement of pneumatic tyres
    • B60C9/02Carcasses
    • B60C9/023Carcasses built up from narrow strips, individual cords or filaments, e.g. using filament winding

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Tires In General (AREA)
  • Tyre Moulding (AREA)
  • Ropes Or Cables (AREA)

Description

"'•ΊΓ*
Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging van een luchtband.
De uitvinding heeft betrekking op werkwijzen en inrichting voor de vervaardiging van luchtbanden.
Bij de gebruikelijke vervaardiging 5 van luchtbanden met radiale carcassen wordt een laag van evenwijdig berubberde bandkoorden gelegd op een trommel of mal waarbij de koorden zich in axiale richting van de cilindervormige mal uitstrekken, over een binnenvoering, en worden de hieldraadassemblages coaxiaal rondom de laag 10 in in axiale richting op afstand van elkaar gelegen posities geplaatst, waarna de laag uitgezet wordt naar ineengrijping met de hieldraadassemblages en de in axiale richting buiten -gedeelten van de laag gekeerd worden om de hieldraadassemblages heen om opstaande randen van de laag te verschaffen 15 die zich in de gevormde en afgewerkte band kunnen uitstrekken over een aanzienlijke afstand in radiale richting aan de buitenkant van de hieldraadassemblages.
Een doel van de uitvinding is te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een band en 8601375 -2- * —s, . > •a*-" ' een inrichting daarvoor, waarin de opstaande rand van de de hiel belangrijk verminderd kan worden.
De uitvinding is in het bijzonder geschikt voor gebruik bij de vervaardiging van een band met een 5 carcaslaag die geproduceerd is volgens een werkwijze en met een inrichting als beschreven in GB-A-2.159.185A.
> Overeenkomstig de uitvinding is voorzien is een werkwijze voor de vervaardiging van een luchtband omvattend het wikkelen van een koordversterking om een 10 paar op. afstand van elkaar geplaatste delen om een laag van doorlopend versterkingskoord met een reeks lussen aangrenzend aan de randen van de laag te vormen, het berubberen van de koorden om een versterkte elastomere laag te vormen, het plaatsen van tenminste één steunelement in de lussen aan 15 elke rand van de laag om hoepel vormige steunelementen aan elke laagrand te vormen en het vormen van de laag naar een cilindervormige vorm, het plaatsen van een hieldraadassemblage coaxiaal mefc. de cilindervormige laag samen met de steunelementen en het opnemen van de steunelementen in elke repsectieve hieldraad-20 assemblage om de koordlussen aan elke respectieve hieldraadassemblage te verankeren.
De steunelementen kunnen draden zijn die tot ringen gevormd worden waarvan de einden al of niet samengevoegd kunnen worden. De steunelementen kunnen 25 gevormd worden als een integrerend gedeelte van de hieldraad die doorgestoken wordt door de lussen aan elke zijde van de laag. en dan een hoepelvorm wordt gegeven en deel uitmaakt van de hielassemblage die gebundelde draadhoepels omvat.
Wanneer ingebouwd in een band 30 kunnen de steunelementen alternatief een cirkelvorm gegeven en: gelast worden en aangebracht worden tegen de hieldraad-assemblages om zodoende de koordlussen stevig te verankeren.
Elke hieldraadassemblage kan voorgevormd worden met een inkeping 8601975 -3- ¢.. . -» • -·ί die geschikt geplaatst is voor ontvangst van ermee gepaard gaande steundraad.
De uitvinding voorziet verder in een bandenbouwvormer omvattend een reeks roteerbare schijven 5 voor ondersteuning van een bandcarcas op hun buitenoppervlakken, waarbij tenminste éên schijf opgesteld is voor het ondersteunen van een deel van een daarop als een wikkeling gevormde band-binnenvoering en voorbeweging tijdens het wikkelingproces vanuit een positie aan één eind van de vormer naar een positie 10 aan het andere eind van de vormer.
Uitvoeringen van de uitvinding zullen nu beschreven worden onder verwijzing naar de begeleidende tekeningen waarin: figuur 1 een schematisch aanzicht 15 is van een carcaslaag en steunelementen als gebruikt in de uitvinding en ook een vergroot detail weergeeft, figuur 2 een alternatieve carcaslaag en hielassemblage is die ook gebruikt kunnen worden in de uitvinding en ook een vergroot detail weergeeft, 20 figuur 3-11 schematische axiale dwarsdoorsnedes zijn die stadia in de vervaardiging van een luchtbandcareas en zijn opneming in een bandloopvlak-assemblage weergeeft; figuur 12 een schematisch axiaal 25 eindaanzicht is dat meer in detail het in figuur 7 geïllustreerde stadium weergeeft, en figuur 13 een axiaal aanzicht is in hetzelfde stadium, figuren 14 - 20 gelijke aanzichten 30 zijn aan die van figuren 1 - 9, die een alternatief proces en details van de vomer in dwarsdoorsnede enkel boven de middellijn van de vormer weergeven, figuren 21-23 meer in detail 8801975 ♦ .. ..
-4- de in figuren 14-20 geïllustreerde vormer weergeven, en figuur 24 een alternatieve stap waarbij de carcaslaag van figuur 2 gebruikt wordt weergeeft. Onder verwijzing naar figuren 3 - 11 is de volgorde van de 5 stappen in de vervaardiging van een luchtband als volgt:
Figuren 3-5. illustreren een werkwijze voor de bereiding van een rubber binnenvoering 27 voor de band vanaf een smalle strook 10 die toegevoerd kan worden vanaf een voorraadrol, of bij voorkeur vanaf een 10 kleine calander, aangrenzend aan een bandehbouwvormer 11 die een reeks van coaxiale, axiaal beweegbare schijven 15, 16, 17, 18 en 19 omvat. De schijven 15 en 19 hebben elk een cilindervormig buitenoppervlak voor het ondersteunen van het bandcarcas of een deel van het bandcarcas in verscheidene 15 stadia van zijn vervaardiging. De vormer 11 heeft een diameter die groter is dan de hieldiameter van de daarop te bouwen band.
Als weergegeven in figuur 3 wordt de binnênvoering 27 gevormd door het wikkelen van de strook 10 als een doorlopende schroeflijnvormige zich in axiale richting 20 uitstrekkende wikkeling, aanvankelijk op de roterende schijven 15, 17 en 19, die samen gegroepeerd zijn aan één eind van de vormer 11, en een drukrol 25 wordt gebruikt om de strook op de schijven te leggen en het wikkelen verloopt door axiale beweging van de rol 25 van links naar rechts om een doorlopende 25 stuik- . of schuingevoegde laag te vormen. Gewoonlijk worden twee lagen van de strook 10 gewikkeld met de verbindingen van de tweede laag verspringend aangebracht ten opzichte van de verbindingen van de eerste laag.
Figuur 4 geeft de voltooiing van 30 het wikkelen voor het vormen van de binnenvoering 27 weer.
Aangezien de wikkeling schroeflijnvormig gelegd wordt zal het nodig zijn de einden af te werken (deze stap is niet weergegeven) en de schijven 15 en 16 worden dan in axiale richting verwijderd 8601975 -5- ί * waaxbij de op de schijven 17, 19 en 18 ondersteunde voering 27 achterblijft als geïllustreerd in figuur 4. Opgemerkt zal worden dat de schijven 17 en 18 in axiale richting op de plaats blijven en dat de schijf 19 beweegt, tijdens het wikkel-5 proces, van de positie aangrenzend aan schijf 17 als weergegeven in figuur 3 naar de in getrokken lijnen in figuur 4 weergegeven positie aangrenzend aan de schijf 18 aan het tegenover liggende eind van de vormer* De schijf 19 beweegt in axiale richting om in één lijn te blijven met de strook om zo de strook te 10 ondersteunen wanneer deze over de vormer gewikkeld wordt. Dit maakt het mogelijk om een holle vormer te gebruiken en dus alle bandenbouwbewerkingen inclusief vormgeving uit te voeren op dezelfde vormer. Na het wikkelen van de binnenvoering keert de schijf 19 terug naar de in stippellijnen in figuur 4 15 weergegeven positie in het centrale gebied van de vormer.
Figuur 5 toont de eindgedeelten 28, 29 van de voering omgeslagen (in radiale binnenwaartse richting) tegen de eindoppervlakken van de schijven 17 en 18.
De binnenvoering is nu in een geschikte toestand om een 20 carcasversterkingslaag 30 te ontvangen als geïllustreerd in figuur 6.
De laag 30 is naar gemak vervaardigd door een inrichting gelijkend op die beschreven is in GB-A-2.159.185A die een paar zich in langsrichting uitstrekkende roteerbare 25 spillen omvat die evenwijdig op afstand van elkaar opgesteld zijn, één voor elke rand van de laag weefsel, een koordwikkelkop, en middelen voor het roteren van de wikkelkop rondom een paar spillen om zo een koordwikkeling te vormen die om beide spillen heen gaat en progressief in axiale richting langs de 30 spillen bewogen wordt door schroefdelen die coaxiaal met de spillen zijn en in richtingen tegengesteld aan de richting van de spilrotatie roteren om de wikkeling in synchronisatie langs beide spillen te bewegen.
3601975 -6- i %
De op de bovenstaande inrichting gevormde koordlaag omvat doorlopende koordversterking 31 met een reeks lussen 36 aangrenzend aan. de randen van de'laag.
Dit is geïllustreerd in figuur 1.
5 De 'bereiding van de laag omvat verder de stap van het aanbrengen van dunne bladen ongevul-caniseerd rubber op de boven-en onderoppervlakken van de koordwikkeling wanneer deze te voorschijn komt van de spillen aldus een berubberde evenwijdig-koordlaag producerend waarin 10 de randen niet berubberde koordlussen hebben die uitsteken van de randen van het berubberde weefsel.
Steunelementen 32 en 33,bij voorkeur draadelementen maar overwogen is dat andere materialen zoals aromatisch polyamiden, nylons of polyesters gebruikt 15 zouden kunnen worden,worden geplaatst door de lussen 36 aan elke rand van de laag daaropvolgend om hoepelvormige steunelementen op elke rand van de laag te vormen wanneer deze naar een cilindervormige gedaante gevormd is.
Het steunelement kan geplaatst zijn 20 binnen de lussen nadat de koordlaag berubberd is of kan alternatief geplaatst worden binnen de lussen vóör het berubberen van de koorden.
Een werkwijze voor het opnemen van de draden binnen de lussen is het doorsteken van elk 25 steunelement door het centrum van een respectieve spil, zodat de koordlussen op de steunelementen gehouden worden wanneer deze van de spil verwijderd wórden.
De bovenstaande werkwijze kan een doorlopende lengte versterkte elastomere laag produceren 30 die dan tot geschikte laaglengten als gewenst gesneden moet worden. Wanneer de steunelementen reeds op hun plaats zijn zal het nodig zijn zowel het versterkende koord als de steun-draden af te snijden. De laag en steunelementen worden in een 8601975 ♦ Λ.
-7- cilindervormige gedaante gevormd met hoepelvormige steunelementen aan elk einde.
Een laag 30 als weergegeven in figuur 6 omvat aldus een cilindervormige laag van berubberd koordmateriaal 5 31 waarin de koorden in de axiale richting liggen en lussen 36 hebben die om de steundraden 32, 33 heenlopen. Na het vormen van de steundraden naar een cirkelvormige vorm om de vormer heen worden hun einden gelast (waarbij aangrenzende koordlussen gescheiden worden om inbrenging van laselectrodes zonder bescha-10 diging van het weefsel mogelijk te maken) en de een cirkelvorm gegeven steundraden worden dan fijn geplooid om het zo mogelijk te maken de einden 34 en 35 van de laag in radiale richting om de einden van de vormer om te slaan als weergegeven in figuur 7. De vorm van de steundraad 32 in zijn fijn geplooide 15 staat is weergegeven meer in detail in figuur 12, dat ook de stand van de lasplaats 38 door welke de einden van de draad 32 sameivastgemaakt zijn weergeeft en die een hieldraadassemblage 40 aanduid die dan in positie aangrenzend aan het corresponderende eind van de vormer als weergegeven in figuur 8 gebracht wordt.
20 Een gelijke hieldraadassemblage 41 wordt geplaatst aan het tegenoverliggende eind van de vormer. De hieldraadassemblage omvat bij voorkeur een aantal hoepelvormige windingen van doorlopend draad samengebundeld in een geschikte hielgedaante, bijvoorbeeld, vierkant, zeshoekig, cirkelvormig, etc. De 25 hielassemblages 40 en 41 zijn gevormd met een uit de in axiale richting buitenzijde van de hielbundel in de in radiale richting buitendraadlaag weggelaten draadwinding zodat er een vakante positie is in de hieldraadconfiguratie in de buitenlaag van de hielassemblage.
30 Inrichting voor het vormen van steundraden 32, 33 naar dè in figuren 7, 8, 12 en 13 weergegeven fijn geplooide toestand is niet geïllustreerd maar kan de vorm aannemen van een reeks zich coaxiaal uitstrekkende vingers 860 1 975 -8- die aanvankelijk opgesteld zijn rondom twee steekcirkels met verschillende diameters en in asrichting bewogen worden naar de vormer toe, respectievelijk in radiale richting binnen en in radiale richting buiten de draad 32 of 33. De vingers 5 worden dan samengetrokken waarbij .dè buitenvingers in radiale richting binnenwaarts getrokken worden in een grotere mate dan de binnenvingers om zo de steundraad te vervormen als weergegeven in figuur 12. Dit vermindert op effectieve wijze de diameters van de steundraden om het mogelijk maken de 10 hieldraadassemblages 40 en 41 aan te brengen tegen de omgeslagen gedeelten 34, 35 van de laag als te zien in figuur 8.
De zich in axiale richting uitstrekkende vingers worden dan in axiale richting naar buiten toe teruggetrokken en ontspannen, om de steundraden 32, 33 15 hun natuurlijke cirkelvormige configuratie te laten hernemen.
Figuur 9 geeft de toestand weer van het gedeeltelijk gebouwde bandcarcas na het ontspannen van de steundraden. Een verdere bewerking, weergegeven in figuur 10, wordt dan toegepast om de steundraden in ineengrijping met 20 de passencferingvormige inkepingen 43, 44, of ruimtes, te drukken die voorafgaand gevormd zijn in de hieldraadassemblage-configuratie, als voorafgaand beschreven.
De voltooide laag, voering, en hielassemblages worden hard gemaakt als weergegeven in 25 figuur 10 en de laag. wordt gespannen door het in. geringe mate van elkander weg bewegen van de schijven 17 en 18,
Andere bandbestanddelen zoals toppen,chafferstrokenptc. kunnen in dit stadium toegevoegd.worden.
Het volgende stadium is een vorm-30 gevende bewerking als geïllustreerd in figuur 9, waarin het inwendige van de band opgepompt wordt door geschikte gebruikelijke middelen en de schijven 17 en 18 naar elkaar toe bewogen worden, aldus het bandcarcas naar een toroïdale vorm te vormen.
8301975 -9-
Naar gemak wordt de vormgevende bewerking uitgevoerd binnen een loopvlakdragerring 50 waarin een voorafgaand in een vorm gevormde loopvlak- en brekerassemblage 51 geplaatst is rondom het carcas zodat de breker en loopvlak nauwkeurig geassembleerd 5 worden met de breker en loopvlak symmetrisch ten opzichte van de middenlijn van de omtrek van het carcas. De loopvlakdragerring 50 kan een vorm vormen, en de zijwanden kunnen toegevoegd worden in voorgevormde toestand, gedragen op passende zijwandvormplaten, om het mogelijk te maken de 10 uiteindelijke vulcanisatiebewerking uit te laten voeren als beschreven in GB-A-2.134.439A.
Figuren 14 - 20 geven een tweede werkwijze voor het eveneens vervaardigen van een luchtband in overeenstemming met de uitvinding weer en illustreren even-15 een een vormer meer gedetailleerd.
Figuur 14 geeft een wikkelingsproces weer waarin een voering gebouwd wordt door een progressieve schroeflijnvormige wikkeling van een strook om een vomer heen als eerder beschreven onder verwijzing naar de figuren 1-9.
20 De bouwvormer-assemblage 100 omvat drie roteerbare schijven 101, 102, en "106 en zijn werking is hoofdzakelijk gelijk aan die hierboven beschreven met betrekking tot figuren 3 en 5, zij het dat slechts drie schijven gebruikt worden. De wikkeling begint op een paar schijven 101 en 102 waarvan de schijf 102 25 naar rechts bewogen worden en de voering 103 ondersteunt wanneer deze beneden een bewegende roller 104 gewikkeld wordt en het wikkelen eindigt op een schijf 106. De drie coaxiale schijven 101, 102, 106 zijn aangebracht op een holle as 130 en zijn in axiale richting beweegbaar door inwendige staven 131 30 en 132. De staaf 131 heeft van tegengestelde schroefdraad voorziene gedeelten voor beweging van de schijven 101 en 106 naar elkaar toe en van elkaar af op een bekende wijze.
Figuur 15 geeft de schijf 102 weer in zijn centrale stand en de binnenvoering 103 op lengte gesneden door schijfsnijders 135.
35 Figuur 16 geeft de toevoeging van 8601975 9 -10- de carcasversterkingslaag 30 weer (weggelaten van het benedendeel van de. tekening) waarin de gedeelten die steun-draadelementen 108, 109 bevatten uitsteken voorbij de rand van de vormerassemblage, en in dit voorbeeld is de over-alles-5 diameter van de vormer, voering 103, en laag 30 iets kleiner gehoudendan de inwendige diameter van de hieldraadassemblages 115, 116 (zie figuur 17) die in-gebouwd moeten worden in het bandcarcas. Opgemerkt zal worden dat de steundraden 108, 109 gevormd kunnen zijn als een gebroken ring waarin de einden 10 van de draadlengte niet samengelast zijn maar een korte overlap hebben om de een cirkelvoxmgegeven steundraden te kunnen doen uitzetten in diameter, vóór lassen, tot de uiteindelijke diameter gewenst voor het passen in de gewenste positie tegen de hieldraadassemblage.
15 Figuur 17 geeft de hieldraad assemblages. 115 en 116 weer in positie geplaatst over de voering en laag op de vormer 100 en figuur 18 geeft de uitzetting weer van schijven 101 en 106 om de hieldraadassemblages 115, 116 via de laag te grijpen. De schijven 101 20 en 106 hebben in radiale richting schuifbare segmenten 136 en 137 met hellende nokoppervlakken 138 op de in radiale richting binneneindgedeelten daarvan die ineen kunnen grijpen met een schuifbaar op de as 130 aangebrachte konische schijf 140. De steundraden 108, 109 worden verwijd tot hun gewenste 25 diameter dat wil zeggen met hun einden tegen elkaar komend.
De einden van de draden 108, 109 kunnen dan samengelast worden om onuitzetbare ringen te vormen die, zoals weergegeven in figuur 19,dan door een geschikt toestel naar ineengrijping met corresponderende inkepingen 118, 119 gedrukt worden die 30 respectievelijk gevormd zijn in de hieldraadassemblages 115, 116 (als hierboven beschreven). Als hiervoor kunnen topstroken en chafferstroken in dit stadium toegevoegd worden. De laag wordt dan gespannen door uitwaartse beweging van de schijven 8S01975 -11- rr Ψ- 101, 106. Het carcas wordt dan naar ineengrijping met een in een loopvlak-vormring 126 gedragen loopvlak-en breker-pakket 125 gevormd, als weergegeven in figuur'20. Tenslotte worden op passende zijwand-vormplaten gedragen voorgevormde 5 zijwanden toegevoegd en wordt het geheel gevulcaniseerd als beschreven in GB-A-2.134.439A.
Figuren 21, 22 en 23 geven meer in detail de opeenvolging van bewerkingen weer voor het doen uitzetten van de schijf 101 om zo de laag 30 en een voering 10 103 van dubbele dikte in ineengrijping met een hieldraad- assemblage 115 te brengen. De vormer 100 omvat een mantel 120 van flexibel kunststof materiaal die zich uitstrekt van één eind van de vormer naar het andere en ondersteund is op de in radiale richting uitzetbare segementen 136 en 137. Het 15 doel van de mantel 120, wanneer de bewerkingen van figuren 14 en 15 uitgevoerd worden, is de voering 103 te ondersteunen en het onderwijl mogelijk te maken dat de bewegende schijf 102,die in één lijn gehouden wordt met de rol 104,beweegt binnen de mantel 120 over de axiale wijdte van de vormer 20 tussen de schijven 101 en 106. De mantel 120 is van materiaal met lage wrijving om de schijf 102 daarbinnen vrij te laten bewegen en dient om elke neiging,die de axiale beweging van de schijf 102 anders zou kunnen hebben,tot het uit elkaar trekken van de wikkelingen wanneer hij naar de andere 25 kant beweegt tegen te gaan. Figuur 22 geeft de schijf 101 en de segmenten 136 en 137 weer in uitgezette toestand om de hielassemblage 115 te grijpen en te plaatsen, waarbij de uitzetting van de segmenten 137 een schouder voor nauwkeurige plaatsing van de hieldraadassemblage verschaft.
30 In figuur 23 is het vormen van het bandcarcas met nu toegevoegde topstroken 122 geïllustreerd en in deze bewerking wordt het centrale gedeelte van de mantel 120 in radiale richting naar binnen omgebogen door de oppompdruk, 8601975 * >·· -12- hetgeen het helpt om de binnendelen van de vormer door afsluiting vast te houden.
Onder verwijzing naar figuur 2 en figuur 24 kunnen de steunelementen in een alternatieve werkwijze 5 gevormd worden als een enkele draadhoepel die een gedeelte is van en doorlopende draad van de hieldraadassemblages.
Elke hieldraad 215 wordt gevormd van een aantal windingen van een draad en een gedeelte van deze draad kan geplaatst worden in de lussen 36 aan de respectieve rand van de laag 30 zodat 10 steundelen 232 en 233 voor de lussen eigenlijk gevormd worden door een enkele winding van de hielassemblage 215. Aldus is figuur 24, worden de hielassemblages 215 gelijktijdig gevormd wanneer de laag 30 op de vomer 100 gewikkeld wordt. De werking van de vormer 100 gaat verder als hiervoor.
8601975

Claims (10)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een luchtband,gekenmerkt door het wikkelen van een koordversterking om een paar op afstand van elkaar geplaatste delen om een laag van doorlopend versterkingskoord met 5 een reeks lussen aangrenzend aan de randen van de laag te vormen, het berubberen van de koorden om een versterkte elastomere laag te vormen, het plaatsen van tenminste één steunelement in de lussen aan elke rand van de laag om hoepelvormige steunelementen aan elke laaqraiü te vermenen het vormen van de 10 laag naar een cilindervormige vorm, het plaatsen van hiel-draadassemblages coaxiaal met de cilinder-vormige laag samen met de steunelementen en het opnemen van de steunelementen in elke respectieve hieldraadassemblage om de koordlussen aan elke respectieve hielassemblage te verankeren.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat dunne bladen ongevulcaniseerd rubber aangebracht worden op de boven-en benedenoppervlakken van de koordlaag wanneer deze te voorschijn komt van; de paar op afstand geplaatste delen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de steunelementen tot ringen gevormd worden door het geven van een cirkelvorm aan de steunelementen en het samenvoegen van hun einden en de laag omgeslagen wordt om een vormer met een diameter die groter is dan de hieldraad-25 assemblages, en de van een cirkelvorm voorziene steunelementen dan fijn geplooid worden om hun diameters te verminderen, hiel- 8801975 -14- draadassemblages dan geplaatst worden over de steunelementen met verminderde diameter die vervolgens ontspannen worden om hun natuurlijke cirkelvormige configuratie te hernemen en dan naar ineengrijping met de respectieve hieldraadassemblages 5 gedrukt worden.
4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de laag is. omgeslagen om een een uitzetbare vormer met een diameter die kleiner is dan de inwendige diameter van de hieldraadassemblages, de hiel-10 draadassemblages dan rondom de laag geplaatst worden, de vormer verwijd wordt om de hieldraadassemblages via de laag te grijpen, en de einden van de steunelementen dan aan elkaar vastgemaakt worden op de diameter gewenst voor het passen tegen de hieldraadassemblages.
5. Werkwijze volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat éen binnenvoering voor de laag gevormd wordt door doorlopend schroeflijnvormig wikkelen van strookmateriaal om een vormer heen die een reeks roterende schijven omvat, waarbij tenminste één schijf in 20 axiale richting beweegt tijdens het wikkelproces vanuit een positie aan één eind van de vormer naar een positie aan het andere eind van de vormer, om in één lijn te blijven met het gedeelte van het strookmateriaal dat op de vormer gewikkeld wordt.
6. Werkwija.e volgens conclusie 25. of 2, met het kenmerk, dat elke hieldraadassemblage een aantal samengebundelde hoepels van doorlopend draad omvat en het steunelement gevormd wordt uit tenminste één hoepel van de doorlopende draad die geplaatst is in de lussen aan de respectieve laagranden. 30
7.Werkwijze volgens één der conclusies 3, 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat de steunelementen door het centrum van elk der op afstand van elkaar geplaatste delen gevoerd wordenwanneer de laag koord omgewikkeld is om 860 1975 -15- de lussen van de laag koord die te voorschijn komt van de op afstand van elkaar geplaatste delen vast te houden.
8. Hoofdzakelijk cilindervormige vormer, gekenmerkt door tenminste drie roteerbare coaxiale 5 schijven voor het ondersteunen van een bandcarcas op hun in radiale richting buitenoppervlakken, waarbij een schijf verbonden is met elk axiaal eindgedeelte van de vormer en de andere binnenschijf opgesteld is voor beweging tussen de twee eindgedeelten van de vormer om een gedeelte van een 10 daarop vanaf een strook schroeflij nvormig . te wikkelen elastomers laag te ondersteunen.
9. Bandenbouwvormer volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat een mantel van flexibel materiaal zich tussen de twee schijven die verbonden zijn 15 · met de eindgedeelten van de vormer uitstrekt en de binnenschijf in axiale richting'-binneh -de.mantel beweegbaar is.
10. Bandenbouwvormer volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de twee met de eindgedeelten van de vormer verbonden schijven in staat zijn 20 tot gelijktijdigebeweging naar elkaar toe en van elkaar af, en elke schijf in radiale richting uitzetbare segmenten heeft voor het drukken van een carcaslaag tegen een rondom de laag geplaatste hielassemblage. -o-o-o-o-o-o-o- 8601975
NL8601975A 1985-08-03 1986-08-01 Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging van een luchtband. NL8601975A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB8519579 1985-08-03
GB858519579A GB8519579D0 (en) 1985-08-03 1985-08-03 Pneumatic tyres

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8601975A true NL8601975A (nl) 1987-03-02

Family

ID=10583300

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8601976A NL8601976A (nl) 1985-08-03 1986-08-01 Luchtbanden.
NL8601975A NL8601975A (nl) 1985-08-03 1986-08-01 Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging van een luchtband.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8601976A NL8601976A (nl) 1985-08-03 1986-08-01 Luchtbanden.

Country Status (20)

Country Link
US (3) US4929292A (nl)
JP (2) JPS6250207A (nl)
KR (2) KR910009232B1 (nl)
CN (1) CN1006053B (nl)
AT (1) AT394003B (nl)
AU (1) AU582661B2 (nl)
BR (1) BR8603670A (nl)
CA (1) CA1283343C (nl)
DE (2) DE3625977A1 (nl)
ES (1) ES2000816A6 (nl)
FR (3) FR2585632B1 (nl)
GB (1) GB8519579D0 (nl)
GR (1) GR862019B (nl)
IN (1) IN167834B (nl)
IT (2) IT1197802B (nl)
LU (2) LU86538A1 (nl)
NL (2) NL8601976A (nl)
SU (1) SU1505436A3 (nl)
TR (1) TR24497A (nl)
ZA (1) ZA865490B (nl)

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB8703224D0 (en) * 1987-02-12 1987-03-18 Apsley Metals Ltd Tyre building former
JPS6436509A (en) * 1987-07-30 1989-02-07 Sumitomo Rubber Ind Radial tire for heavy load
GB8726627D0 (en) * 1987-11-13 1987-12-16 Holroyd Associates Ltd Bead reinforcement construction
US5603799A (en) * 1993-08-13 1997-02-18 Bartell Machinery Systems Corp. Insert for use with a tire bead forming apparatus
FR2715602A1 (fr) * 1994-02-02 1995-08-04 Sedepro Assemblage et vulcanisation de pneumatiques.
US5837077A (en) * 1995-08-18 1998-11-17 The Yokohama Rubber, Co., Ltd. Pneumatic vehicle tire having belt wound from flattened tubular tape
US5885387A (en) * 1995-12-08 1999-03-23 Sumitomo Rubber Industries, Ltd. Pneumatic tire having endless carcass cord ply
GB2327397A (en) * 1997-07-23 1999-01-27 Holroyd Associates Ltd Tyre beads
DE19804295A1 (de) * 1998-02-04 1999-08-05 Continental Ag Fahrzeugluftreifen mit geteilter Karkasse
US6408914B1 (en) 1998-03-26 2002-06-25 The Goodyear Tire & Rubber Company Pneumatic tire with locked bead construction
DE60020418T2 (de) 1999-01-28 2006-03-16 Bridgestone Corp. Luftreifen
JP2002192921A (ja) * 2000-11-20 2002-07-10 Goodyear Tire & Rubber Co:The らせん六角ビードおよび製造方法
US20060070692A1 (en) * 2002-06-27 2006-04-06 Claudio Lacagnina Tyre for vehicle wheels with reinforced bead structure
US6966351B2 (en) * 2003-09-22 2005-11-22 The Goodyear Tire & Rubber Company Tire bead configuration
JP5171078B2 (ja) * 2007-03-16 2013-03-27 株式会社ブリヂストン 空気入りタイヤ
KR101011091B1 (ko) * 2010-04-02 2011-01-25 전덕영 보일러
WO2015080935A1 (en) 2013-11-27 2015-06-04 Bridgestone Americas Tire Operations, Llc Tire construction having a continuous body ply turn up structure
JP7099932B2 (ja) * 2018-10-31 2022-07-12 株式会社ブリヂストン タイヤ

Family Cites Families (40)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1337207A (en) * 1920-04-20 Island
US1294063A (en) * 1915-02-26 1919-02-11 Fredrick S Dickinson Method of constructing pneumatic tires.
US1726755A (en) * 1920-12-31 1929-09-03 Cord Tire Machine Company Machine for making tire-forming material
GB256290A (en) * 1925-03-07 1926-08-09 Frank Fayers Kerr Improvements in pneumatic wheel tyres
GB320535A (en) * 1928-10-25 1929-10-17 India Rubber Gutta Percha Tele Improvements in or relating to pneumatic tyre casings
US1875643A (en) * 1929-10-04 1932-09-06 Goodyear Tire & Rubber Method of making pneumatic tire wheels
US2139840A (en) * 1936-06-06 1938-12-13 Charles W Mckone Process of making pneumatic tires
US2986196A (en) * 1956-01-24 1961-05-30 Nat Standard Co Tire building machine
GB854971A (en) * 1957-03-12 1960-11-23 Dunlop Rubber Co Improvements in pneumatic tyres
NL262212A (nl) * 1960-03-10 1900-01-01
GB973246A (en) * 1960-04-13 1964-10-21 Dunlop Rubber Co Improvements in pneumatic tyres
FR1328752A (fr) * 1961-07-13 1963-05-31 Dunlop Sa Perfectionnements aux enveloppes pneumatiques
GB1016181A (en) * 1961-11-27 1966-01-05 Dunlop Rubber Co Improvements in or relating to the manufacture of pneumatic tyres
FR1327810A (fr) * 1962-04-09 1963-05-24 Fr Du Pneu Englebert Soc Talon perfectionné de pneumatique
US3442747A (en) * 1963-04-26 1969-05-06 Firestone Tire & Rubber Co Collapsible tire building drum
NL129169C (nl) * 1963-05-04 Michelin & Cie
US3336964A (en) * 1965-05-27 1967-08-22 Ind Ovens Inc Radial type tire
US3649411A (en) * 1969-02-03 1972-03-14 Deering Milliken Res Corp Apparatus for the production of a bonded textile fabric
US3687779A (en) * 1969-02-19 1972-08-29 Goodyear Tire & Rubber Tire building apparatus with inflatable turn-up bladder
US3639179A (en) * 1970-02-02 1972-02-01 Federal Mogul Corp Method of making large grain-sized superalloys
DE2108781B2 (de) * 1971-02-24 1981-05-07 Dunlop Ag, 6450 Hanau Verfahren und Vorrichtung zum Aufbau eines Radialgürtelreifens
FR2132509B1 (nl) * 1971-04-05 1974-03-08 Kleber Colombes
DE2134904B1 (de) * 1971-07-13 1973-01-04 Leonhard Herbert Maschinenfabrik, 6000 Bergen-Enkheim Einrichtung zum Aufbauen und Formen eines Rohlings für Gürtelreifen
US3929540A (en) * 1971-07-13 1975-12-30 Rheinstahl Ag Method and drum for building and shaping blanks for radial-ply tires
FR2193706A1 (en) * 1972-07-26 1974-02-22 Olier Ets Tyre building drum - with open hollow crown, support hub, armson crown, and segments supported radially by inflatable membrane
AT334233B (de) * 1973-05-12 1976-01-10 Continental Gummi Werke Ag Reifenaufbaumaschine
CA1015649A (en) * 1973-09-17 1977-08-16 General Tire And Rubber Company (The) Apparatus and method for making pneumatic tires torically with an annular guide assembly
DE2408474A1 (de) * 1974-02-22 1975-08-28 Continental Gummi Werke Ag Fahrzeugluftreifen
DE2621789C2 (de) * 1976-05-15 1983-10-06 Fried. Krupp Gmbh, 4300 Essen Verfahren zur Wärmebehandlung einer Kobalt-Gußlegierung
US4199393A (en) * 1978-09-06 1980-04-22 The General Tire & Rubber Company Apparatus for forming the bead and sidewall portions of a pneumatic tire and apparatus and method of making the same
US4313173A (en) * 1980-06-10 1982-01-26 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Linear interpolator
IN157253B (nl) * 1980-10-16 1986-02-15 Bates W & A Ltd
IN157723B (nl) * 1980-10-16 1986-05-24 Bates W & A Ltd
JPS57208233A (en) * 1981-06-18 1982-12-21 Mitsubishi Heavy Ind Ltd Method and apparatus for manufacturing radial tire
JPS58105806A (ja) * 1981-12-21 1983-06-23 Yokohama Rubber Co Ltd:The 空気入りタイヤ
DE3303595A1 (de) * 1982-02-11 1983-08-25 Janus GmbH, 4000 Düsseldorf Guertel- oder radialreifen und verfahren und vorrichtung zu dessen herstellung
EP0100335A1 (de) * 1982-02-11 1984-02-15 Janus Gmbh Gürtel- oder radialreifen und verfahren und vorrichtung zu dessen herstellung
JPS6043406B2 (ja) * 1983-02-10 1985-09-27 石川島播磨重工業株式会社 原料コントロ−ルゲ−トの制御方法
GB8413092D0 (en) * 1984-05-22 1984-06-27 Apsley Metals Ltd Tyre reinforcement fabrics
GB8703224D0 (en) * 1987-02-12 1987-03-18 Apsley Metals Ltd Tyre building former

Also Published As

Publication number Publication date
IT1197802B (it) 1988-12-06
DE3626115A1 (de) 1987-02-05
ZA865490B (en) 1987-04-29
ATA207986A (de) 1991-07-15
US4929292A (en) 1990-05-29
AT394003B (de) 1992-01-27
NL8601976A (nl) 1987-03-02
IT8621365A1 (it) 1988-02-01
FR2585620B1 (fr) 1990-01-26
CN1006053B (zh) 1989-12-13
IT8621364A0 (it) 1986-08-01
KR910009232B1 (ko) 1991-11-07
GR862019B (en) 1986-12-24
IN167834B (nl) 1990-12-29
FR2585632A1 (fr) 1987-02-06
KR870001930A (ko) 1987-03-28
US5127978A (en) 1992-07-07
DE3625977A1 (de) 1987-02-05
FR2628032A1 (fr) 1989-09-08
LU86539A1 (fr) 1986-12-11
SU1505436A3 (ru) 1989-08-30
ES2000816A6 (es) 1988-03-16
KR870001951A (ko) 1987-03-28
LU86538A1 (fr) 1986-12-11
BR8603670A (pt) 1987-03-10
IT8621364A1 (it) 1988-02-01
JPS6250207A (ja) 1987-03-04
CA1283343C (en) 1991-04-23
FR2628032B1 (fr) 1991-11-08
JPS6290227A (ja) 1987-04-24
AU582661B2 (en) 1989-04-06
GB8519579D0 (en) 1985-09-11
FR2585620A1 (fr) 1987-02-06
FR2585632B1 (fr) 1990-01-19
IT1197801B (it) 1988-12-06
CN86104855A (zh) 1987-01-28
US4967821A (en) 1990-11-06
TR24497A (tr) 1991-11-11
IT8621365A0 (it) 1986-08-01
AU6049786A (en) 1987-02-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8601975A (nl) Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging van een luchtband.
US6702913B2 (en) Method and apparatus for manufacturing a reinforcing structure for tyres of vehicles
KR101929054B1 (ko) 연속 데크 비드 로크 드럼
JPH11254906A (ja) 車両の車輪用タイヤ
JPH04232035A (ja) 二輪車用タイヤを製造する方法及びそのタイヤ
US7931768B2 (en) Method and device for constructing a radial tire
CA1080595A (en) Apparatus and method for manufacturing a closed torus tire
JPS6023032A (ja) 空気タイヤの製造方法および装置
US4451313A (en) Pneumatic tires
US6524416B1 (en) Stress neutralization of an apex filler for a tire bead subassembly
US3525655A (en) Method of making a tire using a fabric with contracted filaments or cords
US3375150A (en) Tire manufacturing methods
EP1123198A1 (en) Stress neutralization of an apex filler for a tire bead subassembly
CA1278736C (en) Tire building former
US3336964A (en) Radial type tire
US6511565B2 (en) Method of making green tire
GB2179307A (en) Method and apparatus for pneumatic tyre manufacture
JPS602980B2 (ja) タイヤビ−ド組立体製作方法及び装置
US3441074A (en) Pneumatic tyres
US5374324A (en) Apexed bead for a tire
WO2014049534A1 (en) Method of controlling the building of a reinforcing structure for tyres, process and apparatus for producing such tyres
US20020124935A1 (en) Carcass structure for vehicle-wheel tyres and its method of manufacturing
EP0302935A1 (en) Radial tire for aircraft and manufacturing method thereof
JP3752343B2 (ja) 空気入りタイヤ用カーカス構造体の製造方法及び装置並びに空気入りタイヤの製造方法
EP2402149B1 (en) Machines and methods for manufacturing of a component of a car tyre

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed