NL8600146A - Builderbevattende niet-ionogene detergenssamenstelling welke een gestabiliseerd polyethyleentereftalaat-polyoxyethyleentereftalaat bevat dat het loslaten van vuil bevordert. - Google Patents

Description

1 ^ ar · * VO 8026

Builderbevattende niet-ionogene detergenssamenstelling welke een gestabiliseerd polyethyleentereftalaat-polyoxyethyleentereftalaat-polymeer bevat dat het loslaten, van vuil bevordert.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op builderbevattende detergenssamenstellingen welke polyethyleentereftalaat-polyoxyethyleen-tereftalaatpolymeren bevatten welke polymeren het loslaten van vuil bevorderen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op 5 builderbevattende niet-ionogene detergenssamenstellingen welke dergelijke gestabiliseerde PET-POET-polymeren bevatten, waarvan de stabilisatie verkregen is door smelten van het PET-POET-polymeer, bij verhoogde temperatuur met een polyacrylaat, zodat het PET-POET-polymeer en het polyacrylaat een homogene smelt vormen, gevolgd door omzetten van een 10 dergelijke smelt in deeltjesvorm, waarin het PET-POET-polymeer en het polyacrylaat in innig contact blijven. De aldus vervaardigde, gestabiliseerde PET-POET-polymeren zijn superieur in stabiliteit, hetgeen blijkt uit superieure eigenschappen ten aanzien van het loslaten van vuil, na opslag, zelfs bij verhoogde temperaturen in contact met alkalische 15 materialen, zoals alkalische builders voor detergenssamenstellingen, als dergelijke polymeren opgenomen zijn in dergelijke samenstellingen. Gevonden is dat deze stabiliteit ook superieur is in vergelijking met die van PET-POET-polymeren bekleed met polyacrylaat of innig gemengd met polyacrylaat in fijn verdeelde vorm. Als de gestabiliseerde deeltjes-20 vormige polymeren welke het loslaten van vuil bevorderen, opgenomen zijn in detergenssamenstellingen op basis van niet-ionogeen detergens, zijn de vuil- en vlekverwijderende eigenschappen van dergelijke samenstellingen verbeterd, in vergelijking tot samenstellingen met vergelijkbare formuleringen, waarin het PET-POET-polymeer en de polyacrylaat aanwezig 25 zijn als gemengde afzonderlijke poeders.

PET-POET-polymeren zijn beschreven in de octrooiliteratuur als geschikt voor het bevorderen van het loslaten vuil uit wasgoed dat eerder behandeld is met een dergelijk polymeer door wassen met een detergenssamenstelling welke het bevat. Amerikaans octrooischrift 3,962,152 30 en Brits octrooischrift 1,088,984 leren beiden de vuil-loslatende effecten. Gevonden is dat dergelijke polymere materialen gedestabiliseerd kunnen worden door anionogene detergentia en/of alkalische verbindingen.

Als derhalve detergenssamenstellingen vervaardigd worden die PET-POET-polymeren bevatten, hebben deze polymeren de neiging bij opslag hun • *» / Λ

- * s ~ C

* ? ï « -2- eigenschappen ten aanzien van het bevorderen van het loslaten van vuil te verliezen, als de detergenssamenstellingen alkalische builderzouten bevatten, zoals natriumcarbonaat of andere alkalische materialen, waarbij de meest significante verliezen ten aanzien van deze activiteit op-5 treden in die samenstellingen welke sterker alkalisch zijn en welke opgeslagen zijn bij hogere temperaturen gedurende langere tijdsspannen. Derhalve zijn pogingen gedaan de polymeren met de vuilloslatingsbevor-derende eigenschappen te stabiliseren, zodat hun voordelige eigenschappen niet verloren gaan als ze opgenomen worden in builderbevattende 10 detergenssamenstellingen.

Aanvraagster heeft ontdekt dat als een PET-POET-polymeer gesmolten wordt en gemengd wordt met een water-oplosbaar polyacrylaat, zoals natriumpolyacrylaat, bij voorkeur met een molecuulgewicht van ongeveer 1.000 tot 5.000, bijvoorbeeld ongeveer 2.000, in een verhouding van 15 2:1 tot 8:1 (PET-POET-polymeer tot polyacrylaat) en de smelt omgezet wordt in deeltjesvormige vaste vorm, waarbij de genoemde polymeren nog steeds in innig contact zijn in deze vorm, de vuil-loslatende eigenschappen van het PET-POET-polymeer behouden worden ondanks opslag van de beschreven deeltjes in contact met deeltjesvormige alkalische mate-20 rialen, zoals builderzouten voor synthetische organische detergentia, welke vaak aanwezig zijn in builderbevattende deeltjesvormige detergenssamenstellingen. Deze ontdekking was verrassend, meer in het bijzonder aangezien diverse andere polymeren onbevredigend zijn voor de stabilisatie van de PET-POET-polymeren. Ook het bekleden van gepoederd PET-POET-25 polymeer met een oplossing van natriumpolyacrylaat, gevolgd door droging van een dergelijke bekleding resulteert niet in dezelfde gewenste stabilisatie, evenmin als het samen mengen van fijn verdeelde poeders van deze polymeren. Teneinde aanvraagsters resultaten te verkrijgen is vereist dat de polymeren eerst samen gesmolten worden. Een dergelijk 30 vereiste is verrassend, aangezien men zou verwachten dat er een interactie tussen de polymeren zou optreden bij verhoogde temperatuur of dat de verhoogde temperatuur bijgedragen zou hebben aan de destabilisatie van het polymeer dat de vuilloslating bevordert. Verder is het voordelige effect opgemerkt dat de reiniging van bevuilde en bevlekte mate-35 rialen van diverse typen gedurende het wassen met builderbevattende niet-ionogene detergenssamenstellingen welke het deeltjesvormige gesta- , .1 1

* V

* V

-3- biliseerde vuilloslatingsbevorderend polymeer van deze uitvinding bevat, verbeterd is. Bij wassen verkrijgt men merkbaar schonere weefsels, in vergelijking tot reinigen met detergenssamenstellingen die PET-PQET-polymeren en natriumpolyacrylaat in gepoederde vorm bevatten. Dit resul-5 taat is ook verrassend aangezien de reinigende effecten niet gekoppeld zijn aan de verbetering van de vuilloslating, en de vuile weefsels niet voorafgaand behandeld waren met het middel dat het loslaten van het vuil bevordert.

Het molecuulgewicht van het PET-POET-polymeer zal in het alge-10 meen van ongeveer 15.000 tot 50.000, bij voorkeur van ongeveer 19.000 tot 43.000, meer in het bijzonder van ongeveer 19.000 tot 25.000, bijvoorbeeld ongeveer 22.000. Deze molecuulgewichten zijn gewichtsgemiddel-de molecuulgewichten, onderscheiden van aantalgemiddelde molecuulgewichten, welke in het geval van de onderhavige polymeren vaak lager zijn.

15 In de gebruikte polymeren zal het polyoxyethyleen een molecuulgewicht van ongeveer 1.000 tot 10.000 bezitten, bij voorkeur van ongeveer 2.500 tot 5.000, meer in het bijzonder van 3.000 tot 4.000, bijvoorbeeld 3.400. In dergelijke polymeren zal de molaire verhouding van polyethy-leentereftalaat- tot polyoxyethyleentereftalaateenheden (waarbij de een-20 heden van het formuleblad als zodanig beschouwd worden) van 2:1 tot 6:1 bedragen, bij voorkeur 5:2 tot 5:1, meer in het bijzonder 3:1 tot 4:1, bijvoorbeeld ongeveer 3:1. De verhouding van ethyleenoxyde tot ftaaleenheid in het polymeer zal ten minste 10:1 bedragen en zal dikwijls 20:1 of meer, bij voorkeur van 20:1 tot 30:1 zijn, waarbij de meeste 25 voorkeur gegeven wordt aan ongeveer 22:1. Men kan dus zien dat het polymeer beschouwd kan worden als in hoofdzaak een gemodificeerd ethyleen-oxydepolymeer te zijn, waarbij de ftaaleenheid slechts een ondergeschikte component daarvan is, ongeacht of dit berekend is op een molaire of op een gewichtsbasis. Het is verrassend, dat met een dergelijke geringe 30 hoeveelheid ethyleentereftalaat of polyethyleentereftalaat in het polymeer, het polymeer voldoende gelijkt op het polymeer van de polyester-vezelsubstraat (of andere polymeren waaraan het hecht, zoals polyamiden) dat het daarop vastgehouden wordt gedurende het wassen, spoelen en drogen.

35 * 7 ? ft -4-

Hoewel het beschreven ΡΞΤ-ΡΟΕΤ-polymeer in het algemeen door aanvraagster toegepast wordt in de onderhavige aanvrage, en sterk de voorkeur verdient vanwege zijn gewenste functies, kunnen ook andere PET-POET-polymeren, zoals die beschreven in de eerdergenoemde Amerikaanse 5 en Britse octrooien, ook toegepast worden en kunnen verbeterd (gestabiliseerd) worden door de werkwijze volgens de uitvinding. De verbetering van het loslaten vuil met dergelijke materialen zal echter niet zo goed zijn als voor de voorkeurspolymeren.

Het toegepaste polyacrylaat is een laag moleculair polyacrylaat, 10 waarvan het molecuulgewicht in het algemeen ongeveer 1.000 tot 5.000 bedraagt, bij voorkeur 1.000 tot 3.000 en meer in het bijzonder 1.000 tot 2.000, bijvoorbeeld ongeveer 2.000. Het gemiddelde molecuulgewicht zal in het algemeen in het bereik van 1.200 tot 2.500, zoals 1.300 tot 1.700 zijn. Hoewel andere water-oplosbare polyacrylaten soms toegepast 15 kunnen worden in plaats van een deel van het beschreven natriumpolyacry-laat, zoals sommige andere alkalimetaalpolyacrylaten, bijvoorbeeld kaliumpolyacrylaat, heeft het de voorkeur dat dergelijke vervangingen, indien al toegelaten, beperkt worden tot ondergeschikte hoeveelheden van het materiaal, en bij voorkeur zal het toegepaste acrylaat puur 20 natriumpolyacrylaat zijn. Dergelijke materialen zijn verkrijgbaar van

Alco Chemical Corporation onder de naam Alcosperse. De natriumpolyacry-laten zijn verkrijgbaar als heldere lichtgekleurde vloeistoffen of poeders, volledig oplosbaar in water, waarbij de oplossingen ongeveer 25 tot 40% vaste stof bevatten, bijvoorbeeld 30%, en waarbij de pH van 25 een dergelijke oplossing of een 30%'s waterige oplossing van een poeder van 7,5 tot 9,5 bedraagt. Van deze produkten worden de voorkeursproduk-ten momenteel verkocht als Alcosperse 104, 107, 107D, 109 en 149, waarvan Alcosperse 1Q7D, een 100%'s vaste-stofpoeder sterk de voorkeur verdient, hoewel Alcosperse 107, een 30%'s waterige oplossing toegepast 30 kan worden met weinig verschil in resultaten (mits het eerst gedroogd wordt). Beide zijn natriumpolyacrylaten, waarbij de vloeistof (107) een pH heeft van 8,5 tot 9, en de pH van het poeder ligt tussen 7 en 8 bij een 30%'s concentratie in water. Het poeder is bij voorkeur watervrij, maar kan een ondergeschikte hoeveelheid water bevatten, in het algemeen 35 minder dan 10%, welke in hoofdzaak verwijderd is gedurende de smelt-behandeling.

t 1 ) i « -5-

Teneinde de werkwijze volgens de uitvinding in praktijk te brengen en het gestabiliseerde polymeer dat vrijlaten van vuil bevordert te maken, wordt volgens de normale werkwijze het PET-POET-polymeer gesmolten door verwarming boven het smeltpunt en bij voorkeur tot een tempera-5 tuur van 70 tot 150°C teneinde het vloeibaar te maken en zoals beschreven wordt er gepoederd vast natriumpolyacrylaat aan toegevoegd. Als een uniforme smelt verkregen is kan deze gekoeld worden en de vastgeworden massa kan verkleind worden door ieder geschikt middel. Bij voorkeur past men cryogeen malen of vervlokken toe, zodat het produkt een fijn verdeeld 10 poeder of vlokken zal zijn, welke gemakkelijk mengbaar is met andere componenten van een builderbevattende detergenssamenstelling, zodat geen ongewenste segregatie uit een dergelijke samenstelling zal optreden.

Cryogene groottevermindering, welke vaak plaatsvindt bij een temperatuur van minder dan 0°C en soms minder dan -50°C, kan verkregen worden door 15 malen of andere grootteverkleining in de aanwezigheid van vloeibare stikstof of een ander cryogeen materiaal. Het is ook mogelijk een geschikte maler, zoals een hamennolen, een kooimolen of een "Ramond Imp” molen toe te passen, en in plaats van vloeibare stikstof of een ander vloeibaar cryogeen koelmiddel, kan men vast kooldioxyde (droog ijs) mengen met de 20 te malen harsen, of andere koelmiddelen kunnen toegepast worden teneinde oververhitting van het materiaal te voorkomen, en teneinde het in koude, gemakkelijk verkleinbare vorm te houden. In plaats van de genoemde inrichtingen voor het verkleinen van de deeltjes, kunnen andere apparaten toegepast worden met vergelijkbare functies, waaronder ook de "Raymond 25 Ring-Roll Mill" valt welke een interne afscheider bevat en in staat is zeer fijn verdeelde harsachtige materialen te leveren.

In plaats van het toepassen van cryogene of lage temperatuur-maalapparatuur teneinde de vastgeworden smelt van PET-POET en polyacry-laat te verkleinen, kan de smelt gesproeikoeld worden tot korrels van 30 gewenste grootte, welke in het algemeen kleiner zijn dan 10 mesh (O.S.

Sieve Series), en bij voorkeur kleiner zullen zijn dan 30 mesh.

Het produkt dat verkregen wordt door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding kan beschouwd worden als een PET-POET-polymeer dat polyacrylaat bevat. Aangezien de hoeveelheid van het polyacrylaat 35 relatief ondergeschikt is (hoewel het effect significant is), verschaft het PET-POET-polymeer een middel voor verdeling van het polyacrylaat ' * t l -6- door een willekeurige detergenssamenstelling waarmee het gemengd wordt. In aanvulling op het stabiliserende effect dat het polyacrylaat heeft op het PET-POET-polymeer, helpt het polymeer derhalve het polyacrylaat te verdelen, zodat het meer uniform verdeeld kan worden door de deter-5 genssamenstelling en op die wijze meer uniform aan een dergelijke samenstelling gewenste eigenschappen van het polyacrylaat verleent, hetgeen onder meer verbetering van de kleivuilverwijdering uit wasgoed gedurende wassen en inhibitie van vuilredepositie op het wasgoed gedurende het wassen omvat. Het "meenemen" van het polyacrylaat door het gestabili-10 seerde polymeer vermijdt ook de noodzaak de detergenssamenstellings-korrels of basiskorrels te besproeien met een oplossing van polyacrylaat teneinde dit gelijkmatig door de detergenssamenstelling te verdelen.

Het primaire doel voor de gestabiliseerde PET-POET-polymeren is 15 de verbetering van het loslaten van vuil in detergenssamenstellingen. Gebleken is dat wasgoed, in het bijzonder wasgoed waarin de weefsels bestaan uit polyester of polyestermengsels (in het algemeen met katoen), gemakkelijker diverse soorten vuil loslaten aan het waswater gedurende het wassen met builderbevattende. synthetische organische detergenssamen-20 stellingen, in het bijzonder die gebaseerd op niet-ionogene detergentia, of het vuil worden van het wasgoed plaatsvindt nadat het gewassen is met een dergelijke detergenscompositie welke het PET-POET-polymeer bevat. Een deel van het polymeer wordt vastgehouden aan het wasgoed gedurende de wasbehandeling, zodat het erop aanwezig is als het wasgoed vervolgens 25 vuil wordt, en de aanwezigheid ervan verbetert de verwijdering van het vuil en/of vlekken gedurende navolgende wasbeurten. Het kon verwacht worden dat het polyacrylaat, in dezelfde deeltjes als het PET-POET-polymeer de dispersie van het polymeer zou verbeteren en de depositie ervan op het wasgoed zou verhinderen, maar dit is niet het geval. In plaats 30 daarvan vermeerdert het polyacrylaat de vuilvrijgave-bevorderende activiteit van het PET-POET-polymeer in detergenssamenstellingen door decompositie of degradatie van het polymeer te verhinderen als het onderworpen wordt aan contact met alkalische materialen, zoals in builderbevattende detergenssamenstellingen waarin het builderzout alkalisch is (zo-35 als zovele).

·» « -7-

De detergenssamenstellingen waaraan de gestabiliseerde PET-POET-polymeren volgens de uitvinding toegevoegd kunnen worden, of waarin ze opgenomen kunnen zijn, teneinde aan de detergenssamenstellingen gewenste vuilvrijgave-bevorderende eigenschappen te verlenen, zijn builderbevat-5 tendê synthetische organische detergenssamenstellingen. Het synthetische organische detergens zal in het algemeen een niet-ionogeen detergens zijn, hoewel in sommige gevallen anionogene detergentia bruikbaar kunnen zijn. Anionogene detergentia hebben in het algemeen de neiging het PET-POET-polymeer te inactiveren, maar als deze toegepast worden in 10 kleine hoeveelheden in in hoofdzaak niet-ionogene detergenssamenstellingen resulteert de toepassing van het onderhavige gestabiliseerde PET-POET-polymeer in samenstellingen met betere vuilvrijgave-bevorderende activiteiten dan verkregen zou worden als het PET-POET-polymeer toegepast is zonder dat het gestabiliseerde polyacrylaat er vooraf mee 15 gesmolten is.

Van de niet-ionogene detergentia heeft het de voorkeur die te gebruiken welke condensatieprodukten zijn van ethyleenoxyde en/of propy- leenoxyde met elkaar en met hydroxy1-bevattende basesverbindingen, zoals hogere vetalcoholen, oxo-type alcoholen en nonylfenol. Meer in het bij- 20 zonder wordt de hogere vetalcohol toegepast welke 10 tot 20 koolstof- atomen, bij voorkeur 12 tot 15 of 16 koolstofatomen bezit en het niet- ionogene detergens bevat van 3 tot 20 of 30 ethyleenoxydegroepen per mol, bij voorkeur 6 tot 11 of 12. De meeste voorkeur heeft het niet- ionogene detergens waarin de hogere vetalcohol ongeveer 12 tot 15 of 25 12 tot 14 koolstofatomen bezit en welke van 6 of 7 tot 11 mol ethyleen- (RTM) oxyde bevat. Voorbeelden van dergelijke detergentia zijn Alfonic 1214-60C, verkocht door Conoco Division of E.I. DuPont De Nemours, Ine.

(RTM) en Neodol 23-6,5 en 25-7, verkrijgbaar van Shell Chemical Co.

Eên van de in het bijzonder aantrekkelijke eigenschappen daarvan, in 30 aanvulling op goede waseigenschappen met betrekking tot olie-achtige en vettige vuilneerslagen op te wassen goederen en uitstekende verdraagzaamheid met de onderhavige polymere verbindingen, is een betrekkelijk laag smeltpunt, welke nog aanzienlijk boven kamertemperatuur ligt, zodat deze gesproeid kunnen worden op basiskorrels als een vloeistof welke 35 snel vast wordt nadat het in de korrels doorgedrongen is.

Diverse builders en combinaties daarvan welke effectief zijn in het aanvullen van de waswerking van de niet-ionogene synthetische orga- -8- r „ V · nische detergentia en in het verbeteren van een dergelijke werking, omvatten zowel water-oplosbare als water-onoplosbare builders. Van de water-oplosbare builders, welke bij voorkeur toegepast worden in een mengsel, kunnen zowel anorganische als organische builders nuttig zijn.

5 Van de anorganische builders omvatten de voorkeursstoffen: diverse fosfaten, in het algemeen polyfosfaten, zoals de tripolyfosfaten en pyro-fosfaten meer specifiek de natriumtripolyfosfaten en natriumpyrofosfa-ten, bijvoorbeeld pentanatriumtripolyfosfaat, tetranatriumpyrofosfaat; natriumcarbonaat; natriumbicarbonaat; en natriumsilicaat; en mengsels 10 daarvan. In plaats van een mengsel van natriumcarbonaat en natriumbicarbonaat, kan dikwijls natriumsesquicarbonaat toegepast worden. Het natriumsilicaat, indien toegepast, heeft in het algemeen een Na^O:SiO^-verhouding van 1:1,6 tot 1:3, bij voorkeur 1:2,0 tot 1:2,4 of 1:2,8, bijvoorbeeld 1:2,4.

15 Van de water-oplosbare anorganische builderzouten zullen de fos faten in het algemeen toegepast worden met een geringe hoeveelheid natriumsilicaat, terwijl de carbonaten toegepast zullen worden met bicar-bonaat en soms met een kleinere hoeveelheid natriumsilicaat, en het silicaat zal zelden alleen toegepast worden. In plaats van de toepassing 20 van afzonderlijke polyfosfaten zal het soms de voorkeur hebben mengsels van natriumpyrofosfaat en natriumtripolyfosfaat toe te passen in verhoudingen van 1:10 tot 10:1, bij voorkeur 1:5 tot 5:1. Het is natuurlijk duidelijk dat veranderingen in de chemische structuur van het fosfaat kunnen plaatsvinden gedurende het mengen en sproeidrogen, zodat het 25 eindprodukt enigszins kan verschillen van de componenten die in de menger gebracht zijn.

, Van de water-oplosbare organische builders hebben nitrilotri- azijnzuurzouten, bijvoorbeeld trinatriumnitrilotriacetaat (NTA), bij voorkeur toegepast als het monohydraat, de voorkeur. Andere nitrilo-30 triacetaten, zoals dinatriumnitrilotriacetaat, zijn ook bruikbaar.

De diverse water-oplosbare builderzouten kunnen in gehydrateerde vorm toegepast worden, hetgeen vaak de voorkeur heeft.

Andere water-oplosbare builders die als effectief beschouwd worden omvatten de organische en anorganische fosfaten, boraten, bij-35 voorbeeld borax, citraten, gluconaten, ethyleendiaminetetraacetaten en iminodiacetaten. Bij voorkeur zullen de diverse builders in de vorm van ψ * -9- hun alkalimetaalzouten zijn, ofwel het natrium- of kaliumzout, of mengsels daarvan, maar natriumzouten hebben in het algemeen de voorkeur.

In sommige gevallen, bijvoorbeeld als neutrale of licht zure detergens-samenstellingen bereid worden, kunnen zure vormen van de builders, in 5 het bijzonder van de organische builders de voorkeur hebben maar in het algemeen zullen de zouten ofwel neutraal of basisch van aard zijn, en in het algemeen zal een 1% waterige oplossing van de detergens samenstelling een pH van 9 tot 11,5, bijvoorbeeld 9 tot 10,5 bezitten.

Onoplosbare builders, in het algemeen van het zeoliet-A-type, 10 kunnen met voordeel toegepast worden in de samenstellingen volgens de onderhavige uitvinding, en van deze kunnen ook de gehydrateerde zeolieten X en Y nuttig zijn, evenals de natuurlijk voorkomende zeolieten en zeoliet-achtige materialen en andere ionen-uitwisselende onoplosbare verbindingen, die als detergensbuilders kunnen werken. Van de diverse 15 zeoliet-A-produkten heeft men gevonden dat zeoliet A de voorkeur heeft. Dergelijke materialen zijn goed bekend en werkwijzen voor de bereiding ervan behoeven hier niet beschreven te worden. In het algemeen zullen dergelijke verbindingen de formule (Na 0) .(A1-0-) «(SiO,) .w H.0 2 x 2 3 y 2z 2 20 bezitten, waarin x gelijk is aan 1, y ligt tussen 0,8 en 1,2, bij voorkeur ongeveer 1 is, z ligt tussen 1,5 tot 3,5, bij voorkeur van 2 tot 3 of ongeveer 2, terwijl w tussen 0 en 9 ligt, bij voorkeur tussen 2,5 en 6.

De zeolietbuilder dient een eenwaardige kationen-uitwisselende 25 zeoliet te zijn, dat wil zeggen het dient een aluminosilicaat van een eenwaardig kation te zijn zoals natrium, kalium, lithium (als uitvoerbaar) of een ander alkalimetaal of ammonium. Bij voorkeur is het eenwaardige kation van de zeoliet-moleculaire zeef een alkalimetaalkation, meer in het bijzonder natrium of kalium, terwijl de meeste voorkeur 30 natrium heeft. De zeolieten, ofwel kristallijn of amorf, zijn in staat voldoende snel te reageren met calciumionen in hard water zodat alleen of samen met andere water-verzachtende verbindingen in de detergens-samenstelling, deze het waswater verzachten vóór nadelige reacties van dergelijke ionen met andere componenten van de synthetische organische 35 detergenssamenstelling plaatsvinden. De toegepaste zeolieten kunnen gekarakteriseerd worden door een hoge uitwisselingscapaciteit voor calcium- -10- ion, welke in het algemeen van ongeveer 200 tot 400 of meer milligram equivalenten calciumcarbonaathardheid per gram van het aluminosilicaat bedraagt, bij voorkeur 250 tot 350 mg eq/g, op basis van watervrij zeoliet. Bij voorkeur verminderen deze ook snel de hardheid in het was-5 water, in het algemeen binnen de eerste 30 seconden tot 5 minuten nadat deze toegevoegd zijn aan het waswater, terwijl deze de hardheid tot minder dan een milligram calciumcarbonaat per liter binnen deze tijd verminderen. De gehydrateerde zeolieten zullen in het algemeen een vochtgehalte van 5 tot 30% bezitten, bij voorkeur ongeveer 15 tot 25% 10 en meer, in het bijzonder 17 tot 22%, bijvoorbeeld 20%. De zeolieten, zoals toegevoegd aan een mengsel waaruit basiskorrels vervaardigd kunnen worden, dient in fijn verdeelde toestand te zijn, waarbij de uiteindelijke deeltjesgrootten maximaal 20 micron bedragen, bijvoorbeeld 0,005 tot 20 micron, bij voorkeur 0,01 tot 8 micron gemiddelde deeltjes-15 grootte, bijvoorbeeld 3 tot 7 micron, indien kristallijn, en 0,01 tot 0,1 micron, bijvoorbeeld 0,01 tot 0,05 micron, indien amorf. Hoewel de uiteindelijke deeltjesgrootten veel lager zijn, zullen de zeoliet-deeltjes in het algemeen liggen tussen 100 en 400 mesh, bij voorkeur 140 tot 325 mesh, zoals toegevoegd aan de menger voor de vervaardiging 20 van de basiskorrels, in de basiskorrels zal het zeoliet vaak met voordeel toegepast worden in combinatie met een geschikt builderzout of zouten, bijvoorbeeld natriumtripolyfosfaat, natriumcarbonaat, natriumbicarbonaat. Natriumsilicaat kan de neiging hebben te agglomereren met zeolieten zodat de hoeveelheid daarvan aanwezig in zeolietbevattende 25 basiskorrels beperkt kan zijn, bijvoorbeeld tot 2 of 3%, of het kan weggelaten worden, in het bijzonder voor carbonaatbevattende formuleringen maar het kan soms ook zoveel zijn als 5 tot 10%, bijvoorbeeld in NTA-bevattende produkten.

Bij toepassing van de voorkeurs niet-ionogene detergentia in 30 detergenssamenstellingen waaraan het poeder of de vlokken van de onderhavige uitvinding toegevoegd zijn teneinde de eigenschappen van het losmaken van vuil te verbeteren, worden ofwel polyfosfaat- of carbonaat-builders in het algemeen toegepast. De carbonaten hebben echter vanwege hun hogere alkaliniteit een meer negatief effect op de stabiliteit van 35 het PET-POET-polymeer en bijgevolg kunnen detergenssamenstellingen welke ermee opgebouwd zijn en welke ongestabiliseerd PET-POET-polymeer bevat-

* - X

f s -11- ten dikwijls de vuilvrijgave-bevorderende activiteit van het polymeer verliezen na relatief korte opslagperioden. Bijgevolg is de noodzaak voor de onderhavige uitvinding het grootst voor detergenssamenstellingen welke opgebouwd zijn met carbonaat.

5 In aanvulling op het synthetisch organische detergens en de builder, zullen detergenssamenstellingen in het algemeen ook een beperkte hoeveelheid vocht en diverse toevoegingen bevatten. De toevoegingen zijn onder meer weefselverzachtende materialen, zoals bentoniet en andere kleiweefselverzachters, fluorescerende heldermakende stoffen, 10 zoals de distilbeen-heldermakende stoffen, enzymen zoals proteolytische en amylolytische enzymen, kleurstoffen zoals verven en pigmenten, en parfums- In voorkeursdetergentia wordt het niet-ionogene detergens, (bij voorkeur Neodol 23-6,5} achteraf op basiskorrels (in hoofdzaak builder) gesproeid, en vormt van 10 tot 30%, bij voorkeur 15 tot 25% en 15 meer in het bijzonder ongeveer 20% van de uiteindelijke samenstelling.

In de uiteindelijke samenstelling zal het vochtgehalte in het algemeen 4 tot 14% bedragen, bij voorkeur 5 tot 10%, bijvoorbeeld ongeveer 7 of 8%, het gehalte aan weefselverzachtende klei zal in het algemeen 1 tot 5% bedragen, bij voorkeur 2 tot 4%, bijvoorbeeld 3%, het gehalte aan enzym 20 zal in het algemeen van 0,5 tot 3% zijn, bij voorkeur 1 tot 2%, bijvoorbeeld 1,5%, het polyacrylaatgehalte zal van 0,3 tot 3% bedragen, bij voorkeur 0,5 tot 2%, bijvoorbeeld 1% of ongeveer 1% en het gehalte aan PET-POET-polymeer zal van 2 tot 10% zijn, bij voorkeur 2 tot 6% en meer in het bijzonder ongeveer 4%. Dergelijke samenstellingen kunnen ook een 25 relatief kleine hoeveelheid in het algemeen van 0,5 tot 3% magnesium-sulfaat bevatten, welke toegevoegd wordt aan de menger teneinde ongewenst vastworden van het mengsel voor de basiskorrels te voorkomen.

Teneinde de beschreven detergenssamenstellingen te maken, wordt een mengsel vervaardigd bij een temperatuur van ongeveer 50 tot 70°C met een 30 vochtgehalte van ongeveer 30 tot 60%, bestaande uit de kleien, builders, magnesiumsulfaat, kleurstoffen en fluorescerende heldermakende verbinding, en dit wordt op de normale wijze gesproeidroogd onder toepassing van een conventionele produktiesproeitoren waarin hete verbrandings-produkten verstoven druppeltjes van het mengsel drogen tot de basis-35 korrels, welke in het algemeen een deeltjesgrootte van 10 tot 100 mesh, U.S. Sieve Series, bezitten. Op dergelijke gedroogde deeltjes zal ge- -12- » -V ^ y v smolten niet-ionogeen detergens versproéid of gedruppeld worden, hetgeen geabsorbeerd zal worden door de korrels en erin vast zal worden, waarna met de resulterende builderbevattende detergenssamenstelling het gepoederde of in vlokvorm gebrachte gestabiliseerde PET-POET-polymeer, 5 welke deeltjesgrootten van minder dan 30 mesh U.S.Sieve Series, bij voorkeur 30 tot 100 mesh, bezit, gemengd wordt. Enzympoeder, indien aanwezig, zal op dat moment ook ingemengd worden. In bepaalde werkwijzen kan als alternatief het gestabiliseerde polymeer gemengd worden met het enzympoeder voordat deze met de rest van het deeltjesvormige detergens ge-10 mengd wordt. In bepaalde werkwijzen kan het gestabiliseerde polymeer gemengd worden met de basiskorrels voordat het niet-ionogene detergens toegevoegd wordt, en het niet-ionogene detergens kan dan dienen teneinde de polymeerdeeltjes sterker aan de basiskorrels te hechten. De diverse menghandelingen kunnen plaatsvinden in conventionele hellend opgestelde 15 trommel- of dubbelwandmengers of in andere geschikte apparatuur.

Parfum, indien aanwezig, kan op ieder geschikt moment toegevoegd worden, maar in het algemeen is het de laatst toegevoegde component.

De navolgende voorbeelden illustreren de uitvinding maar beperken deze niet. Tenzij anders aangegeven zijn alle delen en percentages 20 gegeven met betrekking tot gewicht terwijl alle temperaturen in °C zijn, hetgeen toepasbaar is in de voorbeelden, beschrijving en conclusies. VOORBEELD I

Component %

Zeoliet 4A, hydraat (20% vocht, poeder) 26,0 25 Natriumcarbonaat, watervrij 18,3

Natriumbicarbonaat 15,7

Bentoniet L (weefselverzachtende klei) 3,0

Fluorescerende heldermaker (stilbeen-type) 1,7

Proteolytisch enzym (Maxatse MP) 1,5 30 Magnesiumsulfaat 1,0

Blauwe verf 0,1

Neodol 23-6,5 20,0

Alkaril QCF (PET-POET-polymeer) 4,0

Alcosperse 107D (stabilisator) 1,0 35 Parfum 0,2

Vocht 7,5 100,0 Λ v -13-

Bij het maken van een detergenssamenstelling met de boven gegeven formulering, wordt eerst een waterig mengsel vervaardigd dat ongeveer 50% water bevat en de in de formulering gegeven hoeveelheden aan zeoliet, carbonaat, bicarbonaat, bentoniet L, fluorescerende helder-5 maker, magnesiumsulfaat en verf, bij een temperatuur van ongeveer 60°C, welke gesproeidroogd wordt in een conventionele produktiesproeidroog-toren van het type dat toegepast wordt voor het sproeidrogen van diverse commerciële detergenssamenstellingen. De geproduceerde basiskorrels met deeltjesgrootten van 10 tot 100 mesh, U.S. Sieve Series, worden vervol-10 gens besproeid met vloeibaar (gesmolten) niet-ionogeen detergens, welke een temperatuur heeft van ongeveer 55 tot 60°C, in een geschikte menger, zoals een roterende hellende trommel of een dubbel-mantelmenger. Het enzympoeder wordt vervolgens gemengd met de detergenssamenstelling, gevolgd door het gestabiliseerde PET-POET-polymeer, dat natriumpolyacrylaat 15 bevat. Het gestabiliseerde polymeer was vooraf vervaardigd door smelten van een hoeveelheid Alkaril QCF (liefst watervrij, maar het kan een kleine hoeveelheid vocht bevatten) volgens de formulering bij een temperatuur van ongeveer 82°C, gevolgd door mengen ervan met een hoeveelheid Alcosperse 107D (natriumpolyacrylaat) volgens de formulering.

20 Nadat deze componenten grondig samengemengd zijn teneinde een uniforme smelt te verkrijgen, is de smelt gekoeld teneinde deze vast te laten worden en de resulterende massa is cryogeen gemalen, onder toepassing van een van de eerdergenoemde malers, maar bij voorkeur een hamer- of kooimolen, teneinde deeltjesgrootten van kleiner dan 30 mesh U.S. Sieve 25 Series, bij voorkeur van 30 tot 100 mesh, te verkrijgen. Nadat het gestabiliseerde PET-POET-polymeer, met het stabiliserende polyacrylaat aanwezig in de deeltjes daarvan, gemengd is met de detergenssamenstel-lingsdeeltjes, wordt de hoeveelheid parfum volgens de formulering op het mengsel gesproeid, terwijl dit in beweging gehouden wordt, bijvoorbeeld 30 door mengen in een apparaat zoals één van de vooraf genoemde. Het verkregen produkt is een bevredigende builderbevattende niet-ionogene synthetische organische detergenssamenstelling met goede wasactiviteit en nuttige karakteristieken ten aanzien van het bevorderen van het loslaten van vuil. Het erin opgenomen polymeer dat het loslaten van 35 vuil bevordert is gestabiliseerd, zodat na verlengde opslag, of na opslag bij verhoogde temperatuur gedurende twee weken, de samenstelling -14- merkbaar meer vuilloslatende werking uitoefent dan een controlesamen-stelling met dezelfde formulering waarin het Alkaril QCF aanwezig is in de basiskorrels, of alleen aangebracht is op de detergenssamenstellings-deeltjes (zonder dat polyacrylaat aanwezig is).

5 Verrassenderwijs is gevonden dat de vuilloslatingsbevorderende werking, na veroudering, van de detergenssamenstelling volgens de uitvinding van dit voorbeeld, superieur is aan die van een samenstelling met dezelfde formulering (4;1 PET-POET : polyacrylaat) waarin de QCF-en Alcosperse-poerders samen gemengd zijn en toegevoegd zijn aan de 10 detergenssamenstellingskorrels, en de uitgevonden samenstellingen zijn superieur in vuilloslaatbevordering ten opzichte van samenstellingen met de formulering volgens de uitvindingssamenstelling volgens dit voorbeeld, waarin het QCF-poeder toegevoegd is aan de detergenssamenstellingskorrels waarna 4¾ formuleringshoeveelheid van Alcosperse 107D, in 15 waterige oplossing (of Alcosperse 107) vervolgens gesproeid is op de detergenssamenstellingsdeeltjes.

Teneinde de werking ten aanzien van de bevordering van het loslaten van vuil van het produkt van de uitvinding, in vergelijking tot een controleprodukt, te testen, in welk controleprodukt dezelfde hoeveel-20 heid PET-POET-polymeer aanwezig is in de detergenssamenstelling, werden detergenssamenstellingen van de formulering zoals eerder gegeven vervaardigd, aan één ervan het gestabiliseerde vuilloslatingsbevorderende polymeer toegevoegd was en aan de ander waarvan dezelfde hoeveelheid van dit polymeer toegevoegd was, zonder dat deze eerder de stabilise-25 rende behandeling ondergaan had. Vervolgens werden beide produkten gedurende twee weken bij 43°C opgeslagen, hetgeen de verhoogde temperaturen benadert welke in sommige pakhuizen bereikt worden. Na een dergelijke opslag werden zowel de experimentele als de controlesamenstellin-gen toegepast teneinde schone polyester "doubleknit" monsters te wassen 30 in waswater dat 150 ppm hardheid, als calciumcarbonaat (3:2 calcium : magnesiumhardheidzoutverhouding) bevat, bij een temperatuur van 49°C in een automatische wasmachine, teneinde het vuilloslatingsbevorderende polymeer erop neer te slaan, waarbij de detergenssamenstellingsconcen-tratie 0,06% van het waswater bedraagt, waarna de vuile monsters gewas-35 sen worden bij dezelfde concentratie en in hetzelfde type waswater met dezelfde detergenssamenstelling. Het percentage vuilverwijdering werd • λ 'j -15- vervolgens berekend, en er werd gevonden dat de experimentele formulering 1,2% van de oorspronkelijke vuilverwijderende werking (vóór veroudering) had verloren, terwijl de samenstelling die normaal PET-POET-polymeer bevatte 84,5% van zijn oorspronkelijke vuilverwijderende kracht 5 had verloren. Vóór veroudering was de vuilverwijderende kracht van zowel de experimentele als de controlesamenstelling in hoofdzaak hetzelfde.

Als het polyacrylaat, in plaats van te smelten met het vuil-vrijgave-bevorderende polymeer, gevolgd door koeling van de massa en verkleining daarvan, de PET-POET-polymeer en polyacrylaatpoeders gemengd 10 worden en ingebracht worden in de detergenssamenstelling, teneinde een produkt met dezelfde formulering te geven als in dit voorbeeld, wordt na versnelde verouderingstesten gevonden dat het polymeer dat het loslaten van het vuil bevordert nog steeds ongewenst achteruit gaat, en vergelijkbare resultaten zijn verkrijgbaar als het onstabiele polymeer 15 gemengd wordt met de detergenssamenstelling in de hoeveelheid gegeven, waarna de hoeveelheid polyacrylaat volgens de formulering in waterige oplossing gesproeid wordt op het polymeer en de andere detergenssamen-stellingscomponenten.

In een wastest, bekend als veel-vlekkentest, waarin de reini-20 gingskrachten van detergenssamenstellingen gemeten worden, worden diverse vlekken, onder meer grapefruitsap, bosbessentaart, getrokken thee, cranberrysap, rundleverbloed, chocoladepudding, plantaarde, zwarte "brandy"klei, vloeibare make-up, sebum/deeltjesvormig vuil, zwarte ball-peninkt, barbequesaus, rood "Crisco”vet en French dressing op diverse 25 weefsels gebracht, waaronder Dacron/katoen-mengsel, Qiana-nylon, katoen en doubleknit Dacron, welke weefsels in het algemeen aanwezig zijn ineen gezinswas, en de bevuilde en gevlekte weefsels worden in testwasmachines gewassen, waarna reflecties (welke een indicatie zijn voor de reini-gingskracht) van de diverse monsters gemeten worden na wassen en drogen 30 ervan. Onder toepassing van het niet verouderde produkt volgens de onderhavige uitvinding, zoals beschreven in dit voorbeeld, vergeleken met een controleprodukt dat niet het PET-POET-polymeer en het polyacrylaat bevatte, maar overigens hetzelfde als dat van de formulering volgens dit voorbeeld, wordt gevonden dat het totaal van Rd-waarden voor de 22 ver-35 schillende monstercombinaties die toegepast zijn, significant hoger was voor het experimentele wasmiddel dan voor het controleprodukt, hetgeen een verbeterde reinigingskracht aangeeft. Opgemerkt dient te worden dat 9 it -16- dit geen indicatie geeft van de verbetering van vuil loslaten, aangezien de monsters niet gewassen werden met de detergenssamenstelling teneinde PET-POET-polymeer erop af te zetten voordat ze vuilgemaakt werden.

5 VOORBEELD II

Een detergenssamenstelling'omvattende gestabiliseerd PET-POET-polymeer wordt gemaakt onder toepassing van de methode beschreven in voorbeeld I, met dit verschil dat het smelten van het PET-POET-polymeer en polyacrylaat plaatsvindt bij een temperatuur van 130 tot 150°C.

10 Het produkt heeft dezelfde formulering als in voorbeeld I, maar de deeltjes van het gestabiliseerde polymeer hebben deeltjesgrootten kleiner dam 16 mesh in plaats van kleiner dan 30 mesh. Dit produkt wordt op dezelfde wijze als beschreven in voorbeeld I getest op stabiliteit van het vuilloslatingsbevorderende middel, en gevonden wordt dat slechts 15 een 9,6% achteruitgang plaatsvindt na twee weken versnelde veroudering.

In een variatie van dit voorbeeld wordt het gestabiliseerde polymeer, waarin polyacrylaat aanwezig is, gemengd met de basiskorrels voordat het niet-ionogene detergens erop gesproeid wordt. Het produkt van deze werkwijze toont een verlies aan activiteit ten aanzien van het 20 bevorderen van het loslaten van vuil (of een achteruitgang van het PET-POET-polymeer) van 9,1%. Als het PET-POET-polymeer en het natrium-polyacrylaat aangebracht worden op de basiskorrels of de detergenssamen-stellingskorrels als een gemengd poeder (welke niet voorafgaand gesmolten, gekoeld en gemalen is), is het verlies in activiteit ten aanzien 25 van het bevorderen van het loslaten van vuil aanzienlijk hoger, namelijk ongeveer 30%.

VOORBEELD III

Component %

Pentanatriumtripolyfosfaat 59,4 30 Neodol 25-7 (of Neodol 23-6,5) 20,0

Vocht 9,5

Alkaril QCF (PET-POET-polymeer) 4,0

Natriumpolyacrylaat (Alcosperse 107D) 1,0

Natriumsilicaat (Na^OïSiO^ =1:2,4) 3,0 35 Enzym (Maxatase MP) 1,5

Fluorescerende heldermaker (Tinopal 5BM) 1,3

Parfum 0,2

Blauwe kleurstof 0,1 100,0 -17-

Sen detergenssamenstelling met de bovengegeven formulering wordt op in hoofdzaak dezelfde wijze als beschreven voor de samenstelling van voorbeeld I gemaakt, met dit verschil dat het natriumtripoly-fosfaat, fluorescerende heldermaker en kleurstof gemengd worden en'ge-5 sproeidroogd worden tot basiskorrelvorm, het niet-ionogeen detergens vervolgens gesproeid wordt op de verkregen korrels (met deeltjesgrootten van 10 tot 100 mesh ü.S. Sieve Series), terwijl het enzympoeder en gestabiliseerd PET-POET-polymeer, dat natriumpolyacryiaat bevat, vervolgens gemengd wordt met de detergenssamenstellingskorrels, welk mengsel 10 dan geparfumeerd wordt.

Het resulterende produkt is een bevredigende builderbevattende niet-ionogene synthetische organische detergenssamenstelling met goede waskracht en nuttige karakteristieken ten aanzien van het bevorderen van het loslaten van vuil. Het polymeer dat het loslaten van vuil be-15 vordert in de samenstelling is gestabiliseerd, zodat na langdurige opslag bij kamertemperatuur of na opslag bij verhoogde temperatuur gedurende twee weken, de samenstelling een meer bevorderende werking ten aanzien van het loslaten van vuil uitoefent dan een controlesamenstel-ling met dezelfde formulering waarin het Alkaril QCF aanwezig is in de 20 basiskorrels of alleen aangebracht is op de detergenssamenstellings-deeltjes (in beide gevallen zonder dat enig polyacrylaat aanwezig is). Zoals genoemd is met betrekking tot de samenstelling van voorbeeld I, is de bevorderende werking van het loslaten van vuil van de detergenssamenstelling van het onderhavige voorbeeld van de uitvinding, na ver-25 oudering, superieur ten opzichte van die van een vergelijkbaar verouderde samenstelling met dezelfde formulering, welke ook PET-POET en : polyacrylaat bevat in een 4:1 verhouding, waarbij de QCF en Alcosperse 107D poeders samen gemengd zijn, zonder smelten, en vervolgens gemengd zijn met de detergenssamenstellingskorrels, in poedervorm, en de samen-30 stelling volgens de uitvinding zijn superieur in bevordering van het loslaten van vuil, na veroudering, ten opzichte van samenstellingen met de formuleringen volgens dit voorbeeld, waarin het QCF-poeder gemengd is met de detergenssamenstellingskorrels en de hoeveelheid volgens de formulering van Alcosperse 107D, in waterige oplossing (of Alcosperse 107) 35 vervolgens gesproeid is op de detergenssamenstellingsdeeltjes.

y -18-

Kort samengevat, als de bevorderende werking op het loslaten van vuil en de reinigingskracht van de samenstelling volgens de onderhavige uitvinding gemeten worden op de wijze beschreven in voorbeeld I en als de beschreven controleprodukten getest zijn op de wijze beschre-5 ven in dat voorbeeld, kunnen in hoofdzaak dezelfde resultaten verkregen worden als gerapporteerd in- dat voorbeeld, en dit toont de superioriteit van de samenstellingen volgens de uitvinding, waarin van tevoren tezamen gesmolten Alkaril QCF en Alcosperse 107D aanwezig is, in vergelijking tot een controleprodukt. Dergelijke resultaten zijn bevestigd 10 door herhaald wassen van vuil wasgoed met de samenstellingen volgens de uitvinding.

VOORBEELD IV

Als de componenten van de formuleringen van voorbeelden I en III gevarieerd worden, zoals aangegeven in de beschrijving en als de verhou-15 dingen gewijzigd worden ±10%, ±20% en ±30%, echter wel binnen de weergegeven grenzen, worden detergenssamenstellingen verkregen met verbeterde stabiliteit, in vergelijking tot controleprodukten die niet het gestabiliseerde PET-POET-polymeer volgens de uitvinding bevatten. Op dezelfde wijze, als de bereidingsmethode voor de produktie van het gesta-20 biliseerde polymeer gemodificeerd zijn, zoals hiervoor aangegeven, zijn de resulterende produkten nog steeds van verbeterde stabiliteit van het PET-POET-polymeer en zijn geschikt voor toepassing in detergenssamenstellingen die alkalische buildermaterialen bevatten, welke samenstellingen bedoeld zijn voor langdurige opslag of welke onderworpen zullen 25 zijn aan verhoogde temperatuur gedurende opslag.

Als bijvoorbeeld derhalve de hoeveelheden niet-ionogeen detergens, builder, PET-POET, polyacrylaat en vocht liggen tussen 10 en 30%, 30 en 75%, 2 en 10%, 0,3 en 3% en 4 en 14% respectievelijk, bij voorkeur 15 tot 25%, 50 tot 70%, 2 tot 6%, 0,5 tot 2% en 5 tot 11% respectievelijk 30 verkrijgt men builderbevattende detergenssamenstellingen met superieure bevordering van het loslaten van vuil. Als de builder een mengsel is van natriumcarbonaat, natriumbicarbonaat en zeoliet, zullen de hoeveelheden van deze componenten in het algemeen 10 tot 30%, 10 tot 25% en 15 tot 40% respectievelijk bedragen en als de builder natriumtripolyfosfaat of 35 een mengsel daarvan met natriumpyrofosfaat is, zal de hoeveelheid daarvan in het algemeen 30 tot 75%, bij voorkeur 50 tot 70% bedragen.

-19-

De uitvinding is beschreven met betrekking tot diverse illustraties en uitvoeringen daarvan, maar is niet beperkt tot deze aangezien het duidelijk is dat de deskundige, op basis van de onderhavige beschrijving, in staat zal zijn vervangingen en equivalenten toe te passen zon-5 der af te wijken van de uitvindingsgedachte.

Claims (15)

1. Builderbevattende synthetische organische niet-ionogene deter-genssamenstelling welke het loslaten van vuil bevordert, omvattende een wasactieve hoeveelheid niet-ionogeen detergens, een als builder actieve hoeveelheid van een alkalische builder voor deze niet-ionogene 5 detergens, een vuillosmakingsbevorderende hoeveelheid van een vuillos-makingsbevorderend polymeer van polyethyleentereftalaat (PET) en poly-oxyethyleentereftalaat (POET), en een stabiliserende hoeveelheid van een water-oplosbaar polyacrylaat (PA), hetgeen het PET-POET-polymeer stabiliseert tegen afbraak en verlies van vuillosmakingseigenschappen 10 bij opslag in contact met alkalische materialen, welke PET-POET- en PA-polyraeren in innig contact zijn in vaste deeltjes, waarbij de andere componenten van de detergenssamenstelling in deeltjesvorm is.

2. Deeltjesvormige samenstelling volgens conclusie 1, waarin het gestabiliseerde PET-POET-polymeer, met PA-polymeer in innig contact 15 daarmee, verkregen is door het samensmelten van de PET-POET- en PA- polymeren bij verhoogde temperatuur en omzetten van de smelt in vaste deeltjes welke de PET-POET- en PA-polymeren bevatten.

3. Samenstelling volgens conclusie 2, waarin het PET-POET-polymeer een molecuulgewicht heeft van ongeveer 15.000 tot 50.000, het polyoxy- 20 ethyleen van het POET een molecuulgewicht heeft van ongeveer 1.000 tot 10.000, de molaire verhouding van ethyleentereftalaat-tot POET-eenheden van 2:1 tot 6:1 bedraagt, en het PA-polymeer natriumpolyacrylaat is met een molecuulgewicht van ongeveer 1.000 tot 5.000.

4. Samenstelling volgens conclusie 3, waarin het PET-POET-polymeer 25 een molecuulgewicht heeft van 19.000 tot 43.000, het polyoxyethyleen- deel daarvan een molecuulgewicht heeft van 2.500 tot 5.000, en het PA-polymeer natriumpolyacrylaat is met een molecuulgewicht van 1.000 tot 3.000.

5. Samenstelling volgens conclusie 4, waarin het niet-ionogeen 20 detergens een condensatieprodukt is van 3 tot 30 ethyleenoxydegroepen per mol hoger vetalcohol, welk hoger vetalcohol 10 tot 20 koolstofatomen bevat, en de builder gekozen is uit de groep bestaande uit zeolieten en water-oplosbare alkalische polyfosfaten, carbonaten, bicarbonaten, silicaten, nitrilotriacetaten, boraten, citraten, gluconaten en mengsels 25 daarvan. -21- ·ε,

6. Detergenssamenstelling volgens conclusie 5, omvattende 10 tot 30% van aen niet-ionogeen detergens welke het condensatieprodükt is van een hogere vetalcohol met 12 tot 15 koolstofatomen en 6 tot 12 molen ethyleenoxyde, 30 tot 75% van een builder of een mengsel van builders, 5. tot 10% PET-POET-polymeer met een molecuulgewicht van 19.000 tot 25.000, 0,3 tot 3% natriumpolyacrylaat en 4 tot 14% vocht.

7. Samenstelling volgens conclusie 6, waarin de builder natrium-tripolyfosfaat is.

8. Samenstelling volgens conclusie 6, waarin de builder een mengsel 10 van natriumcarbonaat, natriumbicarbonaat en zeoliet A is.

9. Samenstelling volgens conclusie 6, waarin de hoeveelheden van deze componenten 15 tot 25% niet-ionogeen detergens, 50 tot 70% builder, / 2 tot 6% PET-POET-polymeer, 0,5 tot 2% polyacrylaat en 5 tot 11% vocht zijn.

10. Samenstelling volgens conclusie 7, omvattende 50 tot 70% penta- natriumtripolyfosfaat.

11. Samenstelling volgens conclusie 8, omvattende 10 tot 30%, 10 tot 25% en 15 tot 40%, respectievelijk van de buildercomponénten daarvan.

12. Samenstelling volgens conclusie 10, omvattende ongeveer 20% niet-ionogeen detergens, 60% pentanatriumtripolyfosfaat, 4% PET-POET-polymeer, 1% natriumpolyacrylaat en 10% vocht.

13. Samenstelling volgens conclusie 11, omvattende ongeveer 20% niet-ionogeen detergens, 26% zeoliet, 18% natriumcarbonaat, 16% natrium- 25 bicarhonaat, 4% PET-POET-polymeer, 1% natriumpolyacrylaat en 8% vocht.

14. Werkwijze voor het wassen van wasgoed en het verlenen van vuil-losmakingsbevorderende eigenschappen eraan omvattende het wassen van dit wasgoed in waswater dat een wasactieve en vuillosmakende hoeveelheid van een compositie volgens conclusie 1 bevat.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarin het wasgoed onderworpen is aan herhaald wassen met de samenstelling na tussenliggend vuil worden ervan. e o o I o -0C¥H?0-C-<g}-C } * { (0CH2CH2)n-0-C-<(Q)-C-