NL8400133A - Mechanisme voor het wikkelen van draad op een spoel. - Google Patents
Mechanisme voor het wikkelen van draad op een spoel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8400133A NL8400133A NL8400133A NL8400133A NL8400133A NL 8400133 A NL8400133 A NL 8400133A NL 8400133 A NL8400133 A NL 8400133A NL 8400133 A NL8400133 A NL 8400133A NL 8400133 A NL8400133 A NL 8400133A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- wire
- winding
- mechanism according
- unit
- spool
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H81/00—Methods, apparatus, or devices for covering or wrapping cores by winding webs, tapes, or filamentary material, not otherwise provided for
Landscapes
- Coil Winding Methods And Apparatuses (AREA)
- Winding Filamentary Materials (AREA)
- Photoreceptors In Electrophotography (AREA)
- Photosensitive Polymer And Photoresist Processing (AREA)
- Winding, Rewinding, Material Storage Devices (AREA)
- Wire Processing (AREA)
Description
« »
Mechanisme voor het wikkelen van draad cp een spoel
De uitvinding heeft betrekking cp een mechanisme voor het wikkelen van draad op een spoel in dichte windingen zender ruimte daartussen, en onvat een spoelroteerinrichting, die bij bekrachtiging de spoel cm de langsas daarvan roteert. In deze samenhang 5 worden dergelijke spoelen en draad bedoeld als beoogd worden voor toepassing bij projectielen, die via de genoemde draad geleid worden.
VÖdr de onthulling van de uitvinding wordt gewezen op de technische moeilijkheden die op dit gebied endervonden worden.
Voor door draad geleide projectielen bestemde 10 draad bevat een of meer binnenste strengen van electriciteit geleidend materiaal, bijvoorbeeld keper, en een isolerend materiaal rand de genoemde strengen. In deze samenhang kan de genoemde draad in meer of mindere mate onbuigzaam zijn en kunnen fabricageonregelmatigheden optreden. Dit betekent dat het moeilijk kan zijn cm het bovenep elkaar 15 liggen van draadlagen tot stand te brengen waarbij de windingen zo dicht zijn dat er geen ruimte (afstand) of neiging tot uiteenliggen daartussen optreedt en dus geen doordringing van een bovenste draad-winding in de draadlaag daaronder. Het is van belang dat een dergelijke doordringing voorkomen wordt, gedeeltelijk om functionele redenen, 20 die een voor de doelstellingen goed afwikkelen van de draad van de spoel vergen, en gedeeltelijk cm redenen van ruimte, die vergen dat het minst mogelijke wikkelvolume voor een gegeven draadlengte verkregen kan worden.
Momenteel in gebruik zijnde mechanismen en werkwij-25 zen voor het wikkelen van draad cp een spoel hebben de in het voorgaande beschreven problemen niet geheel cpgelost maar hebben tot een zekere mate van afval bij de fabricage geleid en waren in aanvulling daarop vrij ingewikkeld voor wat betreft de behandeling. Het laatste heeft op zijn beurt onder andere een betrékkelijk tijdrovende en dure fabri-30 cage betékent.
De voornaamste doelstelling van de onderhavige uitvinding is on een mechanisme te creëren, dat de in het voorgaande beschreven problemen oplost. Een kenmerk van het mechanisme volgens de 8A 0 0 13 3 ï * - 2 - uitvinding is bijgevolg dat een draadgeleidingseenheid er op berekend is om automatisch in een bepaald bewegingspatroon in overeenstemming met de vorm van de op 'de spoel gewikkelde draad en naar de zijde en rond de genoemde spoel te glijden. Een ander kenmerk, van het mechanisme 5 volgens de uitvinding is dat de genoemde eenheid een inrichting behelst, die met de draad in wisselwerking treden kan. De genoemde inrichting is daarbij bij voorkeur uitgevoerd in de vorm van een drukrol die met een voorbestemde druk dat draadgedeelte, dat net tot een winding gewikkeld wordt, onder een hoek tegen dat draadgedeelte drukt, dat de 10 voorafgaand gewikkelde winding vormt, tegelijk als de genoemde inrichting zichzelf dicht bij de genoemde voorafgaand gewikkelde winding en bij het spoelmanteloppervlak (eerste winding) of bij de reeds gewonden onderliggende draadlagen stationeert.
Bij verdere ontwikkelingen van het beginsel van de uit-15 vinding wordt gébruik gemaakt van de opzet van de genoemde draadgeleidingseenheid. In deze samenhang zal de genoemde eenheid uitgerust worden met twee drukrollen of inrichtingen die met de draad samenwerken kunnen en elk waarvan zijn eigen bewegingsrichting langs de roterende spoel heeft. Op deze wijze geleidt elk van de drukrollen de draad met 20 behulp van een specifiek gevormde leigroef die zich op het onrtreksrand-oppervlak van de drukrol bevindt. De genoemde drukrollen zijn zo ingericht dat bij dé draad tegen dat deel van de draad in de voorafgaand gewikkelde draadwinding en het spoelrompoppervlak, of op de genoemde voorafgaand gewikkelde draadlaag drukken onder een. voorkeurshoek van 25 ongeveer 45°. De genoemde drukrollen zijn veerbelast tegen de draad.
Om te verzekeren dat de draad over de genoemde drukrollen loopt omvat het mechanisme voorts een leirol voor elke drukrol.
De leigroef in elke drukrol is voorzien van ten opzichte van.elkaar onder een hoek aangebcachte en bij voorkeur platte zijden.
30 Vervolgens wordt op de voordelen van de onderhhvige uitvinding gewezen.
De opzet zoals in het voorgaande beschreven veroorlooft het gemakkelijk passend aanbrengen van het mechanisme qp een geschikte wikkelmachine en om geregeld te worden door een reeds bekend type regel-35 uitrusting. De drukrollen kunnen afzonderlijk ingesteld worden in over- 84 0 0 1 3 3 - 3 - r ί eensteraning net een bepaalde draad.
In gevallen waar de draad radiaal betrékkelijk elastisch is kan de cirkelvormige doorsnede van de draad ongevormd worden on in beginsel een vierkant te worden terwijl de draad op de spoel gewikkeld 5 wordt. De genoemde drukrollen en het leiwiel kunnen gemakkelijk berekend worden op een automatische functie die door middel van het speciaal regelen van de bewegingsrichting van het mechanisme en de druk- en leirollen, het automatisch wijzigingen van de wikkelrichting uitvoeren kan. Bovendien kan de regeluitrusting zo ingericht worden dat een ge-10 wenste vorm zoals trapezoidaal aan de wikkeling verleend kan worden.
Een voorgestelde cpzet voor een mechanisme volgens de uitvinding/ die de van betékenis zijnde kenmerken van deze uitvinding toont, zal in het volgende beschreven worden terwijl tegelijk gewezen wordt op de bijgaande tekeningen waarin 15 fig. 1 onder een hoek van boven in perspectief het mecha nisme net daarmee samenhangende druk- en leirollen in samenhang met hun regeluitrusting tooit, en fig. 1 toont ook de plaatsing van het genoemde mechanisme ten opzichte van een spoel, die passend cp een roterende inrichting aangebracht is, waarbij een draadwinding gedeelte-20 lijk cp deze spoel gewikkeld is; fig. 2 een horizontale afbeelding is, die de cpzet van de drukrollen tocnt; en fig. 3 cp grotere schaal de aanbrenging van de draad cp de spoel onder toepassing van de drukrollen zoals in fig. 2 weer-25 gegeven toont.
In het volgende wordt de beste wijze voor het ten uitvoer brengen van de uitvinding beschreven.
3h een eenheid 1 zijn twee paar druk- en leirollen 2, 4, 3 en 5 respectievelijk gemonteerd. Hét eerste paar druk- en leirollen 30 2 en 4 zijn gemonteerd in een oidersteuning 6 en een tweede paar draken leirollen 3 en 5 zijn gemonteerd in een andere ondersteuning 7. De genoemde ondersteuningen 6 en 7 zijn bijgevolg onder een hoek van 90Q ten opzichte van elkaar aangebracht en zijn gevoegd door een verbindings-rcttp 8. De genoemde eenheid is voorts uitgerust met een steun 9 voor 35 een regeluitrusting 10 voor de instelbewegingen van de eenheid naar en 84 0 0 1 3 3 •i * - 4 - van een spoel gedurende bet wikkelen, De eenheid is gemonteerd op een basis 11 die beweegbaar is ten opzichte van de genoemde spoel die met 12 genummerd is. Deze spoel is roteerbaar rond de langsas 13 daarvan door middel van reeds bekende roteerinrichtingen 14 en 15. De laatste 5 roteerinrichting kan opgenomsn zijn in een reeds bekende wikkelmachine ' waarin de genoemde spoel passend aangebracht en geroteerd kan worden bij het wikkelen van een draad 16.
De roteerinrichting van de wikkelmachine omvat een (niet weergegeven) motor van een reeds bekend type. De spoel 12 10 roteert in een zin tegengesteld aan die aan de wijzers van het uurwerk, welke in de figuur door de pijl 17 aangegeven is. De invoerrichting van de draad is door de pijl 18 aangegeven en een spankracht op de draad is door de letter F aangegeven. De genoemde draad komt uit een (niet weergegeven) draadmagazijn dat van een reeds bekend type kan 15 zijn. De draad 16 loopt vanaf het draadmagazijn in en over de eenheid via een riemschijf 19 zodat de draad de leirol 4 binnentreedt in een voornamelijk verticale richting.
De eenheid 1 is er op berekend om in alle richtingen langs de roterende spoel 12 beweegbaar te zijn. De bewegingsrichtin-20 gen van de eenheid 1 zijn in de figuur door de pijlen 21, 22 en 23 aangegeven. De pijl 20 toont zodoende de aanvankelijke bewegingsrichting die voornamelijk evenwijdig met de wikkelas 13 van de spoel verloopt, en de pijl 21 toont een bewegingsrichting die voornamelijk tegengesteld is aan die van 20. De pijlen 22 en 23 geven bewegings-25 richtingen aan, die loodrecht op de wikkelas 13 verlopen en die tot stand gebracht worden door middel van de regeluitrusting 10. De regeling van de eenheid kan uitgevoerd worden door middel van de reeds bekende regeluitrusting zoals nunveriek geregelde uitrusting en bren— gen zodoende een grote nauwkeurigheid tot stand.
30 De drukrollen 2 en 3 en de leirollen 4 en 5 zijn in hun ondersteuningen cp in langsrichting instelbare spillen 2a, 3a, 4a en 5a respectievelijk gemonteerd. De instelling in langsrichting van de genoemde spillen wordt door regelinrichtingen uitgevoerd. Alleen de regelinrichting voor de drukrol 3 is in de figuur weergegeven en is 35 met 24 aangegeven. De drukrol 2 is uitgerust met een gelijkwaardige 84 0 0 1 3 3 • * - 5 - regelinrictrting. De regelinrichting voor de leirol 4 is net 26 aangegeven. De langsbewegingsrichtingen van de drukrol 3 zijn net 27 en 28 5 aangegeven terwijl de bewegingsrichtingen voor de leirol1 met 29 en 30 aangegeven zijn. Gelijkwaardige bewegingsrichtingen gelden voor de 5 drukrol 2 en de daarmee samenhangende leirol 4. De drukrollen 2 en 3 zijn bestemd om veerbelast te zijn tegen de draad die aflocpt van de leircilen 4 en 5 boven en tegen de reeds gewikkelde draadwindingen en onderliggende draadwindingen cp het spoelmantelcppervlak (bij het wikkelen van de eerste draadlaag). De veerbelasting wordt tot stand 10 gebracht met behulp van een in de regelinrichting 10 ingebouwde veerfunctie. De in het voorgaande vermelde regelinrichtingen 10, 24, 25 en 26 worden bediend door een geschikt medium zoals lucht, hydraulische olie, of dergelijke. De drukrollen 2 en 3 en de leirollen 4 en 5 functioneren met onderscheidene eindposities, die gecreëerd worden 15 door de eindaanslagen 31 en 32 welke op hun beurt in samenhang functioneren met de op tegengestelde richtingen berekende aanslagvlakken van de ondersteuningen 6 en 7. Twee van de genoemde aanslagvlakken zijn in de figuur door de synfeolen 7a en 7b aangegeven. De genoemde eindaanslagen kunnen des^-vereist instelbaar genaakt worden door middel 20 van de stelinrichting 33 bijvoorbeeld.
Fig. 2 toont de drukrol 2' meer in detail. De figuur toont ook een veerinrichting 34 die de drukrol tegen het draadgedeel-te 16' drukt met een bepaalde kracht die ingesteld kan worden door middel van reeds bekende werkwijzen. De genoemde drukrol is uitgerust 25 met een leigroef 35 die zich ter plaatse van het omtrekseindoppervlak daarvan bevindt waaromheen deze leigroef zich uitstrekt. De leigroef-wanden 35a en 35b in de weergegeven afbeelding zijn in beginsel plat en loodrecht op elkaar aangebracht. De draad 16' bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt verondersteld van het type te zijn dat 30 elastisch is in de radiale richting daarvan. De platte ai loodrecht op elkaar aangebrachte leigroef oppervlakken zullen zodoende aan het draadgedeelte 16' een vorm overeenkomstig aan de betreffende delen van de antiek van de draad verlenen.
Volgens fig. 3 zal aan het betreffende type draad 35 een vierhoekige of vierkante doorsnede verleend worden cp gedeelten 84 0 0 1 33'.
- 6 - 16a en 16b qp voorafgaand gewikkelde draadwindingen. Fig. 3 geeft het deel van de draad aan, dat inloopt gedurende het wikkelen van een draad-winding zoals 16c. Het draadpart 16c wordt dicht samengepakt tegen de reeds gewonden draadwinding 16b door de drukrol 2". Aan de draadwinding 5 16b worden tijdens het verloop van het wikkelen daarvan de rechthoekige profielen 16b' en 16b" verleend. Tijdens het verloop van het wikkelen daarvan wordt aan het draadpart 16b een vierzijdige of vierkante ruimte verleend die bepaald wordt door de loodrecht cp elkaar staande en platte oppervlakken 38a en 38b van de drukrol 2', het zij oppervlak 10 16b" van de reeds gewikkelde draadwinding 16b, en het manteloppervlak 12a van de spoel 12' of op het bovencppervlak 16b' van een of twee onderliggende draadwindingen van een reeds gewikkelde draadlaag. Tijdens het verloop van het wikkelen zal het oppervlak 38c* van de riemr schijf zodoende aansluitend liggen of drukken tegen het manteloppervlak 15 12a of de bovenoppervlakken 16b' van reeds gewikkelde draadlagen. Door dat de vorm van de draad van zijn oorspronkelijke cirkel vormige doorsnede gewijzigd wordt tot een vierkante of vierhoekige doorsnede wordt een zeer hoge dichtheid van de nauwsluitendheid tussen de draadwindingen 16a en 16b bereikt en wordt in elk opzicht de gehele ruimte tussen 20 de draadwindingen ondervangen. In deze samenhang zal geen neiging tot slappe doorhang tussen de draadgedeelten in de verschillende draadwindingen optreden. In dit opzicht kan ook worden vermeld dat het mantel-cppervlak van de draad bekleed kan worden met lijm dat bevochtigd wordt door de draad tijdens het wikkelen en zo bijdraagt tot het verzekeren 25 dat de draadwindingen in de daaraan toegekende posities gehouden worden tijdens het wikkelen. De lijm moet van een type zijn dat de af-wikkelfunctie niet negatief beïnvloedt. Het platte oppervlak 35a' is niet alleen bedoeld om het gedeelte 16c van het inkomende part te vormen maar is ook bedoeld om het inkomende part neer te houden. Het 30 platte oppervlak 35a' wordt gevoegd tegen een ander plat oppervlak 35d dat zich onder een geringe hoek naar buiten uitstrekt vanaf de reeds gewikkelde draadwindingen. De regeluitrusting, die de eenheid 1 regelt, functioneert zodoende met een steek die veeleer kleiner is dan de diameter van de plooibare draad.
35 In overeenstemming met het voorgaande wordt aan elke 6400133 - 7 - drukrol een In langszin beweegbare richting verleend die resulteert in een hoek α tussen een oppervlak 36 (zie fig. 1) dat de bodemlijn van de groef 35 en de langsas van de spoel omvat en ongeveer 45° bedraagt. Het is natuurlijk mogelijk om de uitrusting te laten functioneren met 5 andere invalshoeken voor de drukrollen in welk geval invalshoeken tussen 20 - 80°/ bij voorkeur 30 - 60% kunnen optreden.
Elk wiel op de genoemde drukrollen en leirollen is zo gemonteerd dat het zelf-roteerbaar is. De mate van toevoer voor de eenheid 1 hangt af van de kant van elk draadwindingsgedeelte. Een druk-10 rol- en leirolpaar 2 en 4 functioneren gedurende de eerste bewegingsrichting 20 (naar rechts in fig. 1) terwijl het andere drukrol- en leirolpaar 3 en 5 functioneren gedurende de tweede bewegingsrichting 21.
In dit geval zal elke bovenste draadlaag in de wikkeling zich twee windingen dichterbij elk betreffend einde bevinden dan de onderliggende 15 draadlaag. wanneer de eenheid 1 het einde van een laag bereikt stopt deze als gevolg van een stopsignaal van de regelinrichting twee windingen van het einde van de voorafgaande laag waarna een wijziging^-signaal aan de genoemde eenheid verstrekt wordt door de regeluitrusting. Dit wijzigingsignaal leidt een verandering tussen de genoemde paren 2, 20 4 en 3, 5 in, die als volgt optreden kan. Verondersteld wordt dat de eenheid 1 naar rechts bewogen is in fig. 1 en dat de drukrol 2 en de leirol 4 zodoende gefunctioneerd hebben en dat overschakeling plaats vinden moet op de drukrol 3 en leirol 5. De leirol 4 is in langsrich-ting vooruit bewogen uit een achterste positie zodat de draad vrijge-25 maakt is. De regeluitrusting 10 functioneert tijdens het wikkelen terwijl de veer 34 dan de eenheid 1 vrij van de draad en de wikkelspoel trekt. De drukrol 2 wordt in langsrichting achteruit bewogen bij de montering daarvan uit een voorste positie. De drukrol 3 wordt in langsrichting vooruit bewogen uit zijn achterste positie. De gehele eenheid 30 1 wordt dan tegen de spoel of de wikkeling bewogen zodat de drukrol 3 tegen het mantelcppervlak of het oppervlak van de wikkeling ligt. De leirol 5, die gedurende de voorgaande opeenvolging zijn voorste positie aangenomen heeft, wordt achteruit bewogen naar zijn achterste positie en grijpt zodoende het draadgedeelte 16 aan en brengt het in de groef 35 35 op de drukrol 3. Het wikkelen in de andere bewegingsrichting 21 3400133 - 8 - (naar links in fig. 1) kan nu een aanvang nemen. De voorste positie van de drükrollen (de wikkelpositie) wordt zo ingesteld dat een zijwaartse beweging van de draad gelijkwaardig aan twee windingen verkregen wordt bij het wijzigen van de richting. Op deze wijze wordt een automatische 5 reductie tot stand gébracht aan het einde van elke laag en in dit geval verkrijgt de spoel de gewenste trapezoidale vorm. Deze voorste positie is instelbaar in overeenstemming met de andere reducties of des^vereist een rechteinde.
Het in het voorgaande beschreven mechanisme kan gebruikt 10 worden voor andere soorten van draad bijvoorbeeld zelfs dergelijke draadsoorten die niet elastisch zijn maar die hun voornamelijk cirkel-vormige doorsnede bij het op de spoel wikkelen behouden. De ruimte die gevormd wordt door de groefoppervlakken op de drükrollen of dergelijke en de aanliggende of onderliggende draadwindingen en manteloppervlak 15 respectievelijk kunnen zodoende een verschillende vorm verkrijgen. De spankracht F kan zelfs gewijzigd worden al naar van geval tot geval geschikt voorkomt. Aan de leigroef 35 op de drukrol kan zodoende een verschillende vorm verleend worden.
Kort samengevat is in het voorgaande een mechanisme be-" 20 schreven waarvan gebruik gemaakt kan worden voor het wikkelen van draad op een spoel in dichte windingen zonder ruimte daartussen. Het mechanisme omvat roterende inrichtingen 14 en 15 die bij bekrachtiging de spoel 12 om zijn langsas 13 roteren. Een draadgeleidingseenheid is er cp ingericht om automatisch beweegbaar te zijn in alle richtingen naar 25 de zijde van de aldus roterende spoel. De eenheid omvat een drukrol 2 of dergelijke die met een bepaalde kracht dat draadgedeelte dat tijdens het wikkelen inloopt onder een hoek tegen dat draadgedeelte dat uit de drukt voorafgaande draadwinding bestaat/. Tijdens het wikkelen komt door de wisselwerking de draadinrichting 2 aan te liggen of drukt deze zich 30 tegen de het laatst gewikkelde draadwinding en het manteloppervlak van de spoel of de reeds gewikkelde onderliggende draadlaag.
Tenslotte wordt opgemerkt dat de uitvinding zich niet beperkt tot het in het voorgaande beschreven mechanisme maar gewijzigd uitgevoerd kan worden binnen het kader van de hierna volgende conclusies 35 en het beginsel van de uitvinding.
8400133
Claims (12)
1, Mechanisme voor het wikkelen van draad dat bij voorkeur bestemd is voor door draad geleide projectielen qp een spoel in dichte windingen zender ruimte daartussen en bestaande uit een spoel roterende inrichtingen die bij bekrachtiging de spoel om de 5 langsas daarvan roteren, gekenmerkt doordat een draadgeleidingseen-heid (1) er op berekend is cm automatisch te bewegen in overeenstemming met een bewegingspatroon dat bepaald wordt door de vorm van de draad die op de spoel gewikkeld wordt aan de zijde van en rond deze spoel, waarbij de eenheid (1) voorts een inrichting behelst, die met 10 de draad in wisselwerking treden kan en bij voorkeur uitgevoerd is in de vorm van drukrollen (2 en 3) die met een bepaalde kracht dat draad-gedeelte (16), dat net tot een winding gevormd wordt, onder een hoek tegen het draadgedeelte drukken, dat de voorafgaand gewikkelde winding (16b) vormt, tegelijk als de inrichting (2) zichzelf dicht bij 15 de draadwinding (16b) en het mantelcppervlak (12a) van de spoel of de reeds gewikkelde onderliggende draadlaag stationeert.
2. Mechanisme volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de eenheid (1) uitgerust is net twee inrichtingen (2 en 3) die met de draad in wisselwerking treden kunnen, waarbij de eerste inrichting 20 (2) zo ingericht is dat de draad hierdoor beïnvloed wordt wanneer de eenheid (1) in een aanvankelijke richting (20) beweegt, die voornamelijk evenwijdig aan de langsas van de spoel verloopt, en waarbij de andere inrichting (3), die met de draad in wisselwerking treden kan, zo ingericht is dat de draad hierdoor beïnvloed wordt wanneer 25 de eenheid (1) in de andere bewegingsrichting (21) dat wil zeggen voornamelijk in de tegengestelde richting beweegt.
3. Mechanisme volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat elk van de inrichtingen (2 en 3) zo gevormd zijn dat zij een antreksgroef (35) op één eindoppervlak aangebracht hebben, door middel 30 waarvan de draad geleid kan werden.
4. Mechanisme volgens conclusie 1, 2 of 3, gekenmerkt doordat de eenheid (1) uitgerust is met door de draad beïnvloede inrichtingen (4 en 5) die bij voorkeur uitgevoerd zijn in de vorm van leiwielen en zich bevinden boven de wisselwerkingsinrichtingen (2 en 3) 3400133 V' -W - 10 - en zo ingericht zijn dat verzekerd wordt dat de draad daartegen strakgetrokken wordt door de wisselwerkingsinricht ingen (2 en 3).
5. Mechanisme volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat elk van de wisselwerkingsinrichtingen (2 en 3) de 5 draad tegen het draadgedeelte in de voorafgaand gewikkelde draadwin-ding en het oppervlak (12a) van de spoel of tegen de reeds gewikkelde onderliggende draadlaag drukken onder een hoek (a) die binnen het bereik van 20 - 80°, bij voorkeur 30 - 60° of ongeveer 45°, ligt.
6. Mechanisme volgens een der voorgaande conclusies, 10 gekenmerkt doordat elk van de wisselwerkingsinrichtingen (2 en 3) tegen de draad gedrukt worden door middel van een veerinrichting (34) met een bepaalde kracht.
7. Mechanisme volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de eenheid (1) geregeld wordt door een bekend type 15 regeluitrusting, bijvoorbeeld nuim-eriek geregelde uitrusting.
8. Mechanisme volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat elk van de wisselwerkingsinrichtingen (2, 3, 4 en 5) cp ondersteuningen gemonteerd is en instelbaar is in hun respectieve langsricht ingen.
9. Mechanisme volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat de inrichtingen (2, 3, 4 en 5) beweegbaar zijn door middel van hun eigen beweeginrichting die door lucht, hydraulische olie of dergelijke bediend wordt.
10. Mechanisme volgens een der conclusies 3-9, geken- 25 merkt dcordat de groef in elk van de wisselwerkingsinrichtingen (2 en 3. voorzien is van twee in hoofdzaak loodrechte en platte oppervlakken (35a en 35b) die tijdens het wikkelen in samenhang met één zijoppervlak (16b") van een reeds gewikkelde winding én het nanteloppervlak (12a) van de spoel of een of twee bovenoppervlakken (16b’) van een of twee 30 draadwindingen van een reeds gewikkelde draadlaag een vierzijdige ruimte vormen voor het inkomende draadgedeelte en zodoende aan het respectieve draadgedeelte van de reeds gewikkelde draadwinding op de spoel een voornamelijk vierhoekige of vierkante doorsnede laten verlenen.
11. Werkwijze, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de 35 beschrijving en/of tekeningen. 8 4 0 0 i v V - 11 -
12. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 54 0 0 1 3 ?
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
SE8300269A SE454687B (sv) | 1983-01-20 | 1983-01-20 | Anordning for att pa en spolstomme palinda trad |
SE8300269 | 1983-01-20 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8400133A true NL8400133A (nl) | 1984-08-16 |
Family
ID=20349673
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8400133A NL8400133A (nl) | 1983-01-20 | 1984-01-16 | Mechanisme voor het wikkelen van draad op een spoel. |
Country Status (12)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4543808A (nl) |
JP (1) | JPS59138570A (nl) |
BE (1) | BE898721A (nl) |
CA (1) | CA1221348A (nl) |
CH (1) | CH663399A5 (nl) |
DE (1) | DE3400904A1 (nl) |
FR (1) | FR2539727B1 (nl) |
GB (1) | GB2133811B (nl) |
IT (1) | IT1178083B (nl) |
NL (1) | NL8400133A (nl) |
NO (1) | NO157096C (nl) |
SE (1) | SE454687B (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS59168373U (ja) * | 1983-04-27 | 1984-11-10 | 東芝テック株式会社 | 包装装置 |
US5029772A (en) * | 1989-05-31 | 1991-07-09 | Hughes Aircraft Company | Filament payout apparatus |
DE4116639A1 (de) * | 1991-05-22 | 1992-11-26 | Sigri Great Lakes Carbon Gmbh | Verfahren zum beschichten eines faserverstaerkten kunststoffkoerpers |
US5396212A (en) * | 1992-04-27 | 1995-03-07 | Cooper Industries, Inc. | Transformer winding |
JP4536701B2 (ja) * | 2006-11-06 | 2010-09-01 | 三菱製鋼株式会社 | コイルバネ形成装置 |
CN114789937A (zh) * | 2022-06-02 | 2022-07-26 | 福州宝井钢材有限公司 | 一种产线外收细边丝装置 |
Family Cites Families (17)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1471634A (en) * | 1923-10-23 | Semiautomatic winding machine | ||
US865803A (en) * | 1906-07-20 | 1907-09-10 | James Reilly Repair And Supply Company | Means for coiling pipes or tubes. |
US1117620A (en) * | 1912-08-29 | 1914-11-17 | Western Electric Co | Semi-automatic winding-machine. |
US1587998A (en) * | 1924-10-07 | 1926-06-08 | Western Electric Co | Material-winding mechanism |
GB483356A (en) * | 1937-05-05 | 1938-04-19 | Georges Decombe | Improvements in guiding devices for the winding of thread, wire, rope, chain or the like |
US2165411A (en) * | 1938-08-09 | 1939-07-11 | American Locomotive Co | Method of making helical springs |
US2229462A (en) * | 1939-09-28 | 1941-01-21 | Gen Electric | Method and apparatus for forming flat-sided tubing |
US2360047A (en) * | 1942-01-31 | 1944-10-10 | Aircraft Screw Prod Co | Means for coiling inserts |
GB714208A (en) * | 1952-05-12 | 1954-08-25 | British Insulated Callenders | Improvements in apparatus for the winding of wire on reels |
US2740594A (en) * | 1953-06-04 | 1956-04-03 | Daniel F Stevens | Guide for winding a strand on a spool, bobbin and the like |
GB837756A (en) * | 1958-09-05 | 1960-06-15 | Cross Mfg Co 1938 Ltd | Improvements in machines for producing helical coils of wire |
GB1194825A (en) * | 1966-07-06 | 1970-06-10 | Marshall Richards Barcro Ltd | Improvements in and relating to Spooling of Filamentary Materials |
DE1574422A1 (de) * | 1967-10-05 | 1971-07-08 | Rosendahl Walter | Automatische Verlegeeinrichtung |
DE1923127C3 (de) * | 1968-05-08 | 1973-03-29 | Olympus Optical Co | Vorrichtung zum wickeln eines duennen langgestreckten optischen faserelements |
US3993179A (en) * | 1971-12-28 | 1976-11-23 | Realty & Industrial Corporation | Justifying, text writing composing machine |
AU495293B2 (en) * | 1974-08-27 | 1976-03-04 | Sumitomo Electric Industries, Ltd. | Automatic cable winding apparatus |
FR2329574A1 (fr) * | 1975-10-30 | 1977-05-27 | Kobe Steel Ltd | Bobineuse automatique pour un materiau sous forme de fil, notamment pour cable electrique |
-
1983
- 1983-01-20 SE SE8300269A patent/SE454687B/sv not_active IP Right Cessation
-
1984
- 1984-01-12 DE DE3400904A patent/DE3400904A1/de not_active Withdrawn
- 1984-01-16 NL NL8400133A patent/NL8400133A/nl not_active Application Discontinuation
- 1984-01-18 CH CH219/84A patent/CH663399A5/de not_active IP Right Cessation
- 1984-01-19 JP JP59007902A patent/JPS59138570A/ja active Pending
- 1984-01-19 CA CA000445625A patent/CA1221348A/en not_active Expired
- 1984-01-19 FR FR8400823A patent/FR2539727B1/fr not_active Expired
- 1984-01-19 NO NO840194A patent/NO157096C/no unknown
- 1984-01-19 IT IT47562/84A patent/IT1178083B/it active
- 1984-01-20 US US06/572,490 patent/US4543808A/en not_active Expired - Fee Related
- 1984-01-20 GB GB08401488A patent/GB2133811B/en not_active Expired
- 1984-01-20 BE BE0/212247A patent/BE898721A/fr not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
SE8300269D0 (sv) | 1983-01-20 |
FR2539727B1 (fr) | 1987-11-20 |
IT8447562A0 (it) | 1984-01-19 |
IT1178083B (it) | 1987-09-09 |
NO157096B (no) | 1987-10-12 |
JPS59138570A (ja) | 1984-08-09 |
FR2539727A1 (fr) | 1984-07-27 |
NO157096C (no) | 1988-01-20 |
DE3400904A1 (de) | 1984-07-26 |
CA1221348A (en) | 1987-05-05 |
SE8300269L (sv) | 1984-07-21 |
GB2133811B (en) | 1986-07-30 |
CH663399A5 (de) | 1987-12-15 |
BE898721A (fr) | 1984-05-16 |
NO840194L (no) | 1984-07-23 |
SE454687B (sv) | 1988-05-24 |
GB2133811A (en) | 1984-08-01 |
US4543808A (en) | 1985-10-01 |
GB8401488D0 (en) | 1984-02-22 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0603841B1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zum Aufwickeln von Rundmaterial auf eine mit Endflanschen versehene Spule | |
EP0498962B1 (de) | Verfahren und Einrichtung zur Herstellung eines Wickels | |
US3250493A (en) | Variable velocity traverse drive mechanism | |
DE19549664C2 (de) | Vorrichtung zum Verpacken einer Materialbahnrolle | |
EP0281790A1 (de) | Einrichtung zum kontinuierlichen Auf- oder Abwickeln von Flächengebilden zu bzw. ab einem Wickel | |
DE102008028949B4 (de) | Oberflächenbehandlungsvorrichtung für ein bedrucktes Blatt | |
NL8400133A (nl) | Mechanisme voor het wikkelen van draad op een spoel. | |
DE516696T1 (de) | Führungsvorrichtung für eine maschine zum aufwickeln drahtförmiger güter. | |
DE19506465C2 (de) | Glättvorrichtung für eine Papierbahn in einer papierverarbeitenden Maschine | |
JPH0719612Y2 (ja) | 可撓管体の製造装置 | |
CN117719259A (zh) | 一种线束表面文字标示印刷涂布设备 | |
NO164287B (no) | Emballasjetrau og emne for dette. | |
JP2556424B2 (ja) | 繊維ウエブを循環する保持帯片に載せる装置 | |
JPH09315683A (ja) | 電線巻取機 | |
DE19503398A1 (de) | Verfahren und Maschine zum Abspulen und Verbinden von Spulen mit streifenförmigem Material | |
EP0085214B1 (en) | Hose building machine | |
JP3324834B2 (ja) | 装飾方法及び装置 | |
JPH05258984A (ja) | 線材の巻線方法及び装置 | |
CA2204139A1 (en) | Methods and apparatus for manufacturing helical products | |
JPS59139615A (ja) | 縦巻きコイル製造方法 | |
RU2245208C1 (ru) | Способ изготовления из проволоки волнообразной ленты и автомат для изготовления из проволоки волнообразной ленты | |
DE1499049B1 (de) | Vorrichtung zum Wickeln von Papier- oder Folienroellchen aus einem zur Hochspannungsisolation dienenden Material | |
AT413159B (de) | Verfahren und vorrichtung zum verbacken von kompaktspulen | |
DE1499049C (de) | Vorrichtung zum Wickeln von Papieroder Folienröllchen aus einem zur Hochspannungsisolation dienenden Material | |
CA1109301A (en) | Torsion coiler |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |