NL8301782A - Vormsluiteenheid aan een kunststof-spuitgietmachine met een inrichting voor het verwisselen van de spuitgietvorm. - Google Patents

Vormsluiteenheid aan een kunststof-spuitgietmachine met een inrichting voor het verwisselen van de spuitgietvorm. Download PDF

Info

Publication number
NL8301782A
NL8301782A NL8301782A NL8301782A NL8301782A NL 8301782 A NL8301782 A NL 8301782A NL 8301782 A NL8301782 A NL 8301782A NL 8301782 A NL8301782 A NL 8301782A NL 8301782 A NL8301782 A NL 8301782A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
slide
mold
injection mold
coupling
guide
Prior art date
Application number
NL8301782A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hehl Karl
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hehl Karl filed Critical Hehl Karl
Publication of NL8301782A publication Critical patent/NL8301782A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/17Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C45/1756Handling of moulds or mould parts, e.g. mould exchanging means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/03Injection moulding apparatus
    • B29C45/04Injection moulding apparatus using movable moulds or mould halves
    • B29C45/0408Injection moulding apparatus using movable moulds or mould halves involving at least a linear movement
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S100/00Presses
    • Y10S100/918Bolster and die

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
  • Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)

Description

• ^ ·
Vormsluiteenheid aan een kunststof-spuitgietmachine met een inrichting voor het verwisselen van de spuitgietvom,
De uitvinding heeft betrekking op een vormsluiteenheid aan een kunststof- spuitgietmachine met een inrichting voor het verwisselen van de spuitgietvom, en betreft in het bijzonder een horizontale vormsluiteenheid aan een kunststo f s puitgietmachine, 5 met een inrichting voor het verwisselen van de aan de voordragers, door middel van spanelementen in werkpositie gehouden spuitgietvom, zaiede met een transporttafél, van welke de spuitgietvom loodrecht op de sluitrichting van de vormsluiteenheid qp een glijbaan in resp. uit zijn werkpositie in de spanruimte beweegt en daarbij 10 met behulp van tenminste êén glijbaan-elenent gevoerd kan worden, dat aan een vormdrager bevestigd is.
Bij een bekende vormsluiteenheid van dit type (extra-druk "Battenfeld-syraposium" met speciale beschouwing 4-7 mei 1982 5/1-5/7) kan de als rollenbaanwagen gevormde transporttafél met een spuitgiet-15 vom voor de spanruimte van de spuitgieteenheid gereden en door middel van spilaandrijving daarin ingevoerd worden. Bij het inrijden glijdt de spuitgietvom in de spanruimte langs geleidingsbestand-delen, die aan een der beide vormdragers bevestigd zijn. Deze wordt daarbij langs het opspanvlak van deze vormdrager geleid.
20 De dientengevolge alleen aan êén zijde afgesteunde en geleide spuitgietvom bereikt zijn werkpositie aldus, dat deze met behulp van hydraulische spanelementen eerst aan een der beide vormdragers hydraulisch bevestigd, dan door een sluitbewsging van de vormsluiteenheid onder centrering tussen de vormdragers vastgespannen en 25 pas daarna met behulp van verdere spanelananten aan de andere vornt-drager bevestigd wordt. Daarbij wordt aangenomen dat de verniste sluitslag van de vormsluiteenheid zodanig is, dat de spanelementen van de andere vormdrager volledig uit het bereik van de spanvlakken van de spuitgietvom getrokken zijn. Een automatisering van de 30 gietvomverwisseling is onder deze voorwaarden slechts in bescheiden mate mogelijk. Daarbij werkt bovendien de op de beide vormdragers 8301782 « ·* 2 tijdelijk opeenvolgende zijdelingse aangrijping van de spanelernenten decentrerend op de gietvormhelften in. Hiervan uitgaand ligt aan de uitvinding het oogmerk ten grondslag, een vormsluiteenheid van het in het voorgaande genoemde type zo verder te ontwikkelen, dat de 5 gietvormverwisseling eenvoudiger, vlugger en met een geringere tenkostelegging voor de bediening uitgevoerd kan worden.
Dit oogmerk is volgens de uitvinding gerealiseerd doordat op de in de sluitrichting tenminste over een gietvormdiepte op een transportbaan zowel naar rechts als ook naar links verschuif-10 bare transporttafel tegelijk twee in de richting van de transportbaan naast elkaar aangebrachte spuitgietvormen te transporteren zijn en de glijbaan in het bereik van de transporttafel geleidings- elementen van de transporttafel en in de spanruimte bijkanend andere glijbaan-elementen cravat, die aan de'vormdrager bevestigd zijn, 15 waarbij in de spanruimte het zwaartepunt van de spuitgietvorm tussen de afsteunvlakken van het geleidingsbestanddeel en de afsteunvlakken van de glijbaan-elementen ligt. Bij een dergelijke opzet is de gietvormverwisseling in vergaande mate volgens programma door de computer van de spuitgxetmachine te besturen.
20 Ook gelden de aannamen voor een voorafgaande tij dafstelling van de zich op de schuiftafel in de voorbereidingspositie bevindende spuitgietvorm. Bovendien vervalt de tot nu toe na inschuiving van de spuitgietvorm in de spanruimte vereiste grote sluitslag van de vormsluiteenheid. De tijdelijke toegang tot de spanruimte blijft 25 open, omdat de ruimtelijke aannamen voor de onderbrenging van een aandrijfinrichting onder de glijbaan gelden, die zowat in het vlak van deze glijbaan, dus zonder kantelmoment, op de spuitgietvorm aangrijpen kan.
Abnormale veranderingen aan de spuitgietvorm zijn 30 nagenoeg geheel te vermijden, wanneer deze door tussenkomst van een koppelingstang door een ketting getrokken wordt, zoals in het volgende beschreven zal worden.
De uitvinding geldt onverminderd voor een uitsluitend in de verticale richting werkende vormsluiteenheid, die met 35 een schuiftafel voor het horizontaal verschuiven van gietvormhelften 8301782 3 uitgerust is, welke afwisselend net inlegdelen toegerust worden (Duitse Offenlegungsschrift 24 21 811). De gietvormhelften worden na toerusting daarbij immers afwisselend van de schuiftafel op een horizcntaal opspartvlak van de beweegbare cpspanplaat van de 5 vormsluiteenheid verschoven.
In het volgende wordt de uitvinding aan de hand van de tekeningen nader toegelicht:
Fig. 1 toont de vormsluiteenheid in een aanzicht uit de richting A in fig. 2 bij open schermkast (doorsnede langs de 10 scheidingsvoeg van de spuitgietvorm -geleidingslijst 122 is weggelaten), fig. 2 toont het middens te bereik van de vormsluiteen-heid in bovenaanzicht zonder schermkast, met een spuitgietvorm in de spanruimte zanede een verdere spuitgietvorm op de transport-15 tafel, fig. 3 toont de inrichting volgens fig. 2 zonder spuitgietvormen, fig. 4 toont een gedeelte uit de vormsluiteenheid in het bereik van de schuiftafel in een aanzicht uit de richting 20 B in fig. 1, fig. 5, 6 tonen de koppelingstang van de transportinrichting van de vormsluiteenheid in onderaanzicht zomede in zijaanzicht, fig. 7 toont de koppelingstang volgens fig. 6 in eind-25 aanzicht op grotere schaal, fig. 8 toont de koppelingstang volgens fig. 6 in doorsnede volgens IX-IX op grotere schaal, fig. 9 toont een gedeelte uit de schuiftafel van de vormsluiteenheid met bijbehorende legerbok zomede delen van de 30 aandrijfinrichting daarvan (zonder console) in een aanzicht overeenkomstig fig. 4 qp grotere schaal, fig. 10 toont een gedeelte uit de aandrijfinrichting voor de verschuiving van de spuitgietvorm in de glijbaan in een aanzicht overeenkomstig fig. 4 op grotere schaal, gedeeltelijk 35 in verticale doorsnede, fig. 11 toont de inrichting volgens fig. 10 in bovenaan- 8301782 4 zicht zonder spuitgietvorm, fig. 12 toont de koppelingstang volgens fig. 11 in zijaanzicht, fig. 13 toont de inrichting volgens fig. 14 in gedeelte-5 lijke verticale doorsnede, fig. 14 toont een gedeelte in het bereik X van fig. 3 op grotere schaal, fig. 15 toont een gedeelte uit de vormsluiteenheid in het grensbereik tussen transporttafel en aandrij finrichting 10 voor de glijbaan (bereik Z van fig. 2) in gedeeltelijke verticale doorsnede, fig. 16 toont de linker helft van de inrichting van fig. 15 in een ten opzichte van de verticale doorsnede van fig. 15 loodrecht gelegde doorsnede en 15 fig. 17 toont een gedeelte van de vormsluiteenheid in het bereik Y van fig. 3 in gedeeltelijke verticale doorsnede.
De vormsluiteenheid is op een vierhoekige, uit staalplaat vervaardigde machinevoet van een kunststof-spuitgietmachine opgesteld.
De vormsluiteenheid onvat een stationaire vormdrager 17 en een het 20 (in de tekeningen niet voorgestelde) montageplaat, welke 'aandri jf-aggregaat voor de beweegbare vormdrager 18 draagt. De laatste is verschuifbaar gelegerd «p liggers 19, 20, die met de vormdrager 17 en de montageplaat een raamwerk vormen. De stationaire vormdrager 17 met verstijvingsschild 17b is door tussenkomst van bevestigings- ψ 25 voeten 17a op looprails 12 van de machinevoet 10 gecentreerd.
De looprails 12 liggen cp angezette randen 10a van de machinevoet.
De door tussenkomst van rollen van de steuninrichting 75 op de looprails 12 afgesteunde vormdrager 18 omvat een opspanband 18a, een achterwand 18c zomede de sluitdruk overbrengende steunribben 30 18b. De spuitgietvorm 21 resp. 21' omvat aanlegplaten 21a, 21b resp. 21a', 21b' welke aan twee tegenover elkaar liggende zijden iets over de resterende platen 21c, 21d (fig. 4) van de spuitgiet-vormten steken. De spuitgieteenheid 21 wordt in de spanruimte S in de werkpositie gehouden door middel van spanbouten 25, die met 35 behulp van hydraulische cilinders 27 voor te spannen zijn. De 8301782 φ «* 5 spanhouten 25 zijn in boringen van de vaandragers 17, 18 in de sluitrichting van de vorms luiteenheid verschuifbaar gelegerd en door middel van loodrecht op de sluitrichting geleide wigvonnige zuiger stangen van de hydraulische cilinder 27 voor te spannen.
5 Nokken 25a (fig. 3) van de spanhouten 25 grijpen telkens achter de aangrenzende aanlegplaat 21a resp. 21b.
Een door tussenkomst van liggers 43 op moffen 42 van de stationaire voordrager 17 aangesloten spuitgieteenheid met plastificeercilinder 44 werkt dwars op de scheiding s voeg van 10 de spuitgietvorm 21 (fig. 2, 3). Een inrichting voor het verwisselen van de spuitgietvorm cmvat een transporttafel 29 met behulp waarvan een spuitgietvorm 21 zonder verandering van het hoogteniveau daarvan op een loodrecht op de sluitinrichting verlopende glijbaan b-b in de spanruimte S van de vormsluiteenheid 15 gereden resp. uit deze spanruimte bewogen kan worden. De transporttafel 29 is in de sluitrichting naar weerszijden telkens over tenminste een maximale gietvormdiepte op een op de machinevoet 10 afgesteund liggerpaar 30 door middel van een hydraulische aandrijf cilinder 32 verschuifbaar. Daarbij zit de zuigerstang 33 van 20 de aandrijfcilinder 32 direct aan de transporttafel 29 onder borging door een contramoer 61. De geleidingsligger 30 en de aandri j f cilinder 32 worden door een geleidingsbok 31 door tussenkomst van dwarswanden 31b opgenanen. Deze is door tussenkomst van flenzen 3la (fig. 1, 2) aan de aangrenzende looprail 12 bevestigd 25 en op een plaatconsole 11 van de machinevoet 10 door tussenkomst van afstelinrichtingen 13 afgesteund. De eindwand 11a van de plaatconsole 11 sluit ten opzichte van de machinevoet 10 een scherpe hoek in en heeft voor de verstijving omgezette randen. Loodrecht op de sluitrichting verlopende bevestigingsranden 11b van de 30 plaatconsole 11 zijn met de geleidingsbok 31 door middel van bevestigingselementen 77 verbonden. De afstelinrichtingen 13 omvatten telkens stelhouten 80, die met de geleidingsbok 31 in schroefdraadingrijping staan en met hun kop op de horizontale cmzetrand van de eindwand 11a afgesteund zijn. De ingestelde 35 positie van de stelhouten 80 wordt door middel vastzetraoeren 88a geborgd. De cilinderdeksels 32a, 32b van de cilinder 32 zijn met 8301782 % 6 behulp van trekstangen 60 net elkaar verbonden (fig. 9). De aan-drijfcilinder 32 ligt tussen de door ogen 29a van de transport-tafel 29 gevatte geleidingsliggers 30. Aan de legerbok 31 zijn een klepblok 14 zomede een doorgangsklep 15 bevestigd (fig. 4, 9).
5 Op de transporttafel zijn voor twee in de sluitrichting verschoven naast elkaar aangebrachte spuitgietvormen 21, 21' geleidingslijsten 23, 24 met geleidingsvlakken 23a, 24a aangébracht. De aanlegplaat 21a van de zich telkens in de glijbaan b-b bevindende spuitgietvorm 21 ligt bij de glijbeweging tegen de geleidingsvlakken 23a resp.
10 24a aan. Een aanlegplaat 21a van de tweede, zich in de voorbereidings-
positie op een af zetplaats M van de transporttaf el 29 bevindende spuitgietvorm 21’ ligt tegen de aanlegvlakken 24a resp. 23a van het andere geleidingslijstpaar 24 resp. 23 aan. Bij de gietvormver-wisseling kunnen een geleidingsvlak 23a resp. 24a en het opspanvlak 15 van de bijbehorende vormdrager 17 resp. 18 zowat in ëën verticaal vlak liggen. De beide afzetplaatsen van de transporttafel liggen afwisselend voor de spanruimte S, waarbij het scheidingsvlak van de spuitgietvorm zich zowat in het kruisingspunt k van de loodrecht op elkaar staande banen a-a en b-b bevindt (fig. 4). Bij het 20 uitvoeringsvoorbeeld is de telkens voor de spanruimte S liggende af zetplaats van het verwijzingsteken M voorzien. De andere af zetplaats N ligt als voorbereidingsplaats bijvoorbeeld voor een voorafgaande tijdafstelling van de spuitgietvorm afwisselend rechts of links van de voor de spanruimte S liggende afzetplaats 25 m. Op de glijbaan b-b is de spuitgietvorm in de spanruimte S
op een aan de stationaire vormdrager 17 bevestigd geleidingsbe-standdeel 22 zomede een glijlegertap 132 (fig. 3) afgesteund en door middel van zijn aanlegplaten 21a, 21b geleid. Bij de glijbeweging op de glijbaan b-b glijdt de spuitgietvorm 21 20 op de transporttafel 29 tussen de geleidingslijsten 23 resp. 24 en de spanruimte S tussen het opspanvlak van de stationaire vormdrager 17 en een geleidingsrihbe 22d van het geleidingsbestand-deel 22. Daarbij wordt de spuitgietvorm 21 tussen de opspanvlakken van de vormdragers 17, 18 met minimale speling geleid, welke 25 opspanvlakken zonodig geleidingsvlakken voor de spuitgietvorm 21 vormen. De afstand tussen de opstandvlakken van de vormdragers 8301782 7 Φ to 17, 18 en de spuitgietvorm 21 bedraagt telkens tussen nul en één millimeter.
Daarbij wordt de spuitgietvorm bijkanend ter plaatse van de bovenste geleidingspen 133 resp. 134 van de vaandrager 5 17 resp. 18 geleid (fig. 2).
De aan het geleidingsbestanddeel 22 bevestigde aandrijfinrichting voor de verschuiving van de spuitgietvorm 21 op de glijbaan b-b anvat een eindloze ketting 55. Het aandrijvende kettingwiel 52a van deze ketting 55 is bij verticale draaias 10 aan te drijven. De spuitgietvorm 21 is door het trekkende part van de ketting 55 door middel van een in de glijbaan b-b rechtlijnig geleide koppeling^-stang 120 in resp. uit de werkpositie daarvan te trékken. Koppelingnissen 120a van de koppeling^stang 120 bevinden zich op een afstand van elkaar, welke met de afstand 15 van door schamierpennen gevormde meenemerpennen 58 van de ketting 55 correspondeert. Bet trekkende part van de ketting 55 verloopt vlak boven de bewegingsbaan van de koppeling^stang 120. De koppeling-stang 120 is met de spuitgietvorm 21 door middel van koppelingbouten 120c te koppelen. Deze koppelingbouten 120c duiken bij het opstellen 20 van de spuitgietvorm 21 qp de transporttafel in koppelingboringen van de spuitgietvorm 21. Op de transporttafel 29 wordt de koppeling-stang 120 tussen een geleidingsLijst 23 resp. 24 en een verdere geleidingslijst 122 en in de spanruimte S tussen geleidingsribben 22d, 22e van het geleidingsbestanddeel 22 geleid. Zcwel bij de 25 transportbeweging op de transportbaan a-a als ook bij de glij-beweging op de glijbaan b-b zijn beide spuitgietvormen 21, 211 telkens met een koppelingstang 120 gekoppeld.
Zoals in het bijzonder uit fig. 5 en 6 te zien is, is de laatste koppelingnis van de koppelingstang 120 tot een 30 koppelingdwarsgroef 120b verwijd. Door een dergelijke vorming wordt bereikt, dat de transporttafel bij een positie van de zich in de glijbaan b-b bevindende koppelingstang 120 overeenkomstig fig. 3 met de transporttafel (samen met de bijbehorende spuitgietvorm) getransporteerd kan worden, ofschoon een meenemerpen 58 35 van de ketting 55 zich nog in ingrijping met de koppelingstang 120, namelijk in de koppelingdwarsgroef 120b daarvan bevindt. De 8301782 • * 8 koppelingdwarsgroef 120b veroorlooft het zijdelings aftrekken van de koppelingstang van de op dit tijdstip stationaire koppeling- pen 58. Door de in de glijbaan b-b geleide koppelingstang 120 zijn eindschakelaars 121 door tussenkomst van schakelpennen 5 125 te schakelen. De eindschakelaars 121 besturen de hydrcmotor 50 van de ketting 55 voor het starten, stoppen en draa.irichtings- verandering. Daarbij loopt de koppelingstang 120 afwisselend in het bereik X en Y (fig. 3) tegen een schuin vlak 125a van de telkens optredende schakelpen 125 op, welke het sdhakelorgaan 121a 10 van de daaronder liggende eindschakelaar 121 bedient. De schakelpen 125 is door middel van een terugbrengveer 126 weer in de uitgangs- stand terug te voeren. De eindschakelaars 121 staan door tussenkomst van electrische leidingen 121b, 121b' met de electronische besturing van de vormsluiteenheid in verbinding.
15 Tijdens de transportbeweging op de transportbaan a-a zijn de spuitgietvormen 21, 21' telkens door middel van een in de transporttafel verticaal verschuifbaar gelegerde indexeer- bout 63 te arreteren. De indexeefbout 63 grijpt met de indexeer- stift 63a daarvan in een koppelingnis 120a van de met de bijbehorende 20 spuitgietvorm gekoppelde koppelingstang 120. Bij afname van de uitgewisselde spuitgietvorm 21' van de afzetplaats N van de transporttafel 29 blijft de koppelingstang 120 gearreteerd, zodat daarbij, zcmede bij het opstellen van een nieuwe spuitgietvorm 21', een verschuiven van de koppelingstang 120 uitgesloten is.
25 Daarbij wordt de koppelingstang 120 in de rechtlijnige geleidings- baan daarvan met behulp van geleidingsstiften 127 geborgd, die aan het ene einde in de geleidingslijst 23; 24 resp. in de einde geleidingslijst 122 gelegerd zijn en aan het andere7telkens in een geleidingsgroef 120d van de koppelinglijst 120 ingrijpen.
30 De zich telkens in de glijbaan b-b bevindende indexeerbout 63 (fig. 2) wordt door een nok 29n (fig. 16) van de legerbok 31 buiten ingrijping gestuurd, wanneer de transporttafel 29 zijn telkens optredende transportbeweging beëindigd heeft.
Daarbij is de indexeerbout 63 door tussenkomst van een door 35 middel van een veer 129 belaste tweearmige, zwenkbaar in de transporttafel 29 gelegerde hefboom 128 te besturen. Zoals uit fig. 15, 16 8301782 J» · 9 gezien kan worden, is de ene arm van de hefboon 128 door tussenkomst van de verbindingspen 130 met de indexeefbout 63 verbonden.
Zodra de andere hefbocmarm van de hefbocm 128 bij het starten van de transporttafel van de nok 29n afglijdt, bestuurt de 5 sdiroefveer 129 van de indexeerbout 63 in ingrijping met de koppellngnis 120a de koppelingstang 120, waardoor de spuitgiet-vorm door tussenkonst van de in de spuitgietvorm ingrijpende koppelingbout 120c tijdens de transportbewsging gearreteerd wordt. De aandrijfkettlng 55 grijpt met het trekkende part 10 daarvan de koppelingstang 120 en daarmee direct in het glijvlak van de spuitgietvorm 21, dus daar waar de wrijvingskrachten overwonnen moeten worden. Dankzij deze omstandigheid en dankzij de nauwkeurige geleiding van de spuitgietvorm in de glijbaan b-b kan de aandrijfinrichting met een enkele korte, ten opzichte 15 van het scheidingsvlak van de spuitgietvorm 21 asymmetrisch aangebrachte ketting 55 werken, die zéker zodanig aangebracht wordt, dat de aandrijfas daarvan verticaal verloopt. Zoals in het bijzonder uit fig. 10 en 11 gezien kan worden, is een aan het boveneinde daarvan als aandrijfkettingwiel 52a gevormde aandrijfhuls 52 door 20 middel van schroefbouten 124 met de uitgangsas 50a van de hydro-motor 50 verbonden. De ketting 55 wordt door tussenkonst van het naar de transporttafel 29 toegekeerde kettingkeerwiel 57a gekeerd.
De ketting 55 loopt in een bijpassende uitsparing 22f van het geleidingsbestanddeel 22, dat de aandrijfinrichting draagt (fig.
25 10, 11). De aandri jfhuls 52 wordt door tussenkomst van een legerbus 123 met het geleidingsbestanddeel 22 verspannen. De tafel 29 is in een door een schermkast cmsloten transportruimte T (fig. 1) zodanig over zcwat een halve transporttafellengte heen en veer beweegbaar, dat de beide afzetplaatsen daarvan afwisselend voor 30 de spanruimte S liggen.
De vormsluiteenheid werkt als volgt: Bij normaal spuitbedrijf bevindt, overeenkomstig fig. 2, een spuitgietvorm 21 zich in de werkpositie tussen de vormdragers 17, 18. Een verdere spuitgietvorm 21* ligt in de voorbereidingspositie op de afzet-35 plaats N op de naar rechts gereden transporttafel 29, waar deze 8301782
m V
10 spuitgietvorm 21’ bijvoorbeeld voor een gietvorinverwisseling voor- wortit bereid'', onder andere een voorafgaande tijdafstelling ondergaat.
Na stilzetting van het spuitbedrijf wordt een gietvorinverwisseling volgens programma als volgt bestuurd: De hydraulische cilinders 5 27 maken onder het overwinnen van de zelfrenming van de wigvonnige zuigerstangen de spuitgietvorm los, waarbij de voorspanning van de spanbouten 25 opgeheven wordt. Vervolgens wordt de vormsluit-eenheid zowat over 1 itm onhoog gereden. Daarna wordt de aandrijf-inrichting voor de glijbaan b-b in gang gezet. Daardoor wordt 10 de zich nog in de spanruimte S bevindende spuitgietvorm 21 op de glijbaan b-b met behulp van de ketting 55 qp de schuiftafel 29 getrokken. Daarbij wordt de aanlegplaat 21a eerst tussen het opspanvlak 17 van de stationaire vormdrager en de geleidingsribbe 22d van het geleidingsbestanddeel 22, en vervolgens in de 15 geleidingslijsten 23 resp. 24 van de transporttafel 29 geleid. Opzij van de beweegbare vormdrager 18 glijdt de aanlegplaat 21b van de spuitgietvorm 21 op de gli j leger stiften 132 van de beweegbare vormdrager 18. Daarbij wordt deze aanlegplaat 21b boven door een glijlegerstift 134 begrensd (fig. 21. Het einde van de 20 af geschilderde glijbeweging wordt door de eindschakelaar 121, die in het bereik X (fig. 3) van de transporttafel 29 aangebracht is, bepaald. Deze eindschakelaar 121 levert ook het startsignaal voor de hydraulische aandrijving van de transporttafel, waarop nu de uitgewisselde spuitgietvorm 21 naar links in de in fig. 2, 25 3 met stippellijnen aangeduide voorbereidingspositie N terecht komt, waaruit deze af gevoerd kan worden. Tegelijk kctnt de zich in de voorbereidingspositie bevindende spuitgietvorm 21' (fig. 2) voor de spanruimte en wel zodanig, dat deze met de scheidingsvoeg daarvan zowat in het kruisingspunt k (fig. 2) van de banen b-b; 30 a-a ligt. Vervolgens wordt zonodig door een gedeeltelijke openings-resp. sluitslag de vormsluiteenheid overeenkomstig het programma op de diepte van de nieuwe spuitgietvorm ingesteld, voorzover deze andere afmetingen vertoont als de uitgewisselde spuitgietvorm. Daarna wordt deze spuitgietvorm 21' met behulp van de aandrijf-35 Inrichting voor de glijbeweging van de ketting 55 bij omgekeerde aandrijf richting in de werkpositie getrokken. Hierbij wordt deze 8301782 -* P 0· 11 pp overeenkomstige wijze geleid als de uitgewisselde spuitgietvorm 21. Bij het bereiken van de werkpositie in de spanruimte S bedient deze spuitgietvorm de in het bereik Y (fig. 3) gelegen eindschakelaar 125, die door een electrisch signaal, de aandrijving af stopt en op 5 richtingsaikeer voor de volgende gietvormverwisseling bestuurt.
Tegelijk, bij het einde van de inschuifbeweging dus, wordt de spult-gietvorm door gelijktijdige bediening van alle hydraulische cilinders 27 met behulp van de spanbouten 25 op de qpspanvlakken van de vorm-dragers 17, 18 opgespannen. Vervolgens wordt het spuitbedrijf 10 voortgezet. Nog tijdens het spuitbedrijf wordt voor de vereiste volgende gietvormverwisseling een gietvorm op de schuiftafel 29 in de voorbereidingsstand N gebracht en eventueel vooraf op tijd afgesteld. De volgende gietvormverwisseling verloopt onder besturing door de gegevens van een nieuw ingelegde magneetband op 15 dezelfde wijze als de af geschilderde gietvormverwisseling met dien verstande, dat nu de uit de spanruimte gereden, uit te wisselen spuitgietvorm 21 met de transporttafel naar rechts gereden wordt, m deze zin wisselt de rijrichting van de transporttafel 29 bij elke gietvormverwisseling. Dit betékent, dat de 20 afzetplaats voor de voorbereiding N en de afzetplaats M voor de start van de inschuiving op de transporttafel 29 afwisselen en dientengevolge de spuitgietvorm op de glijbaan afwisselend door de geleidingslijsten 23 en 24 van de transporttafel geleid wordt, terwijl in het gedeelte van de spanruimte onveranderlijk het 25 opspanvlak van de stationaire vormdrager 17 en de geleidingsribbe 22d als geleidingsorganen dienen, waarbij de spuitgietvorm met minimale speling tussen de qpspanvlakken van de vormdragers 17, 18 geleid wordt. "De minimale speling" wordt bij het uitvoerings-voorbeeld concreet bepaald doordat de nokken 25a (fig. 3) steeds 30 achter de aan--legplaten 21a, 21b grijpen, d.w.z. ook tijdens de glijbeweging van de spuitgietvorm 21. De 'minimale speling' is dientengevolge hoogstens zo groot als de spanslag van de spanbouten 25. Bij het concrete uitvoeringsvoorbeeld wordt de afstand tussen de opspanvlakken van de vormdragers 17, 18 zo ingesteld, dat de 35 afstand tussen het opspanvlak van de vormdrager 17 resp. tussen het opspanvlak van de vormdrager 18 en het aangrenzende spanvlak 8301782 12 van de spuitgietvorm 21 telkens tussen nul en één millimeter bedraagt. Daardoor wordt de voorwaarde voor het verschaffen van een enkelvoudige glijbaan b-b. in het gedeelte van de spanruimte S verschaft, want de geleidingselernenten (geleidingsbestanddeel 5 22 met geleidingsribbe 22d en glijlegerpen 132 in fig. 3), die de aanlegplaten 21a, 21b van de spuitgietvorm 21 daar afsteunen, kunnen als uiterst smalle glijbaanstreken direct aan de voordragers 17, 18 bevestigd worden en tegelijk opzij van de voordrager 17 de aandrij finrichting opnemen. De laatste kan als uiterst kleine 10 kettingaandrijving in het geleidingsbestanddeel 22 verzonken zijn.
De aanbrenging van de geleidingselernenten (of spanvlak van de voordrager 17 en geleidingsribbe 22d van het geleidingsbestanddeel 22). langs het opspanvlak van deze voordrager 17 verschaft op zijn beurt de voorwaarde voor een overbrenging van de aangrijpkracht 15 van de ketting 25 op de spuitgietvorm door middel van een tijdens alle bewegingen van de spuitgietvorm daarbij verblijvende koppeling-stang. Daardoor wordt een hoofdzakelijk doel van fabrikant en cliënten bereikt: De spuitgietvormen 21, 21' vereisen voor de koppelingaangrijping van de koppelingstang geen noemenswaardige 20 nabewerking meer. Deze nabewerking kan zich namelijk tot het inbrengen van twee cilindrische sokboringen beperken, waarin de koppeling-bouten 120c van de koppelingstang 120 duiken.
Kort samengevat is in het voorgaande beschreven dat de vormsluiteenheid van een in de sluitrichting over een gietvorm-25 diepte op een transportbaan a-a zowel naar rechts als ook naar links verschuifbare transporttafel 29 voorzien is, waarop tegelijk twee naast elkaar aangebrachte spuitgietvormen 21 en 21’ te transporteren zijn. Een loodrecht op de transportbaan a-a staande glijbaan b-b omvat in het bereik van de transporttafel 29 geleidings-30 lijsten 23, 24 en in de wanruimte S glijbaanelementen 22; 132, die aan de vormdragers 17, 18 bevestigd zijn. In de spanruimte S ligt het zwaartepunt van de spuitgietvorm tussen de afsteunvlakken van de glijbaan-elementen 22; 132. Daardoor kan de gietvormverwisseling eenvoudiger en bij een geringere belasting van de spanelementen 35 25, 27, die de spuitgietvorm 21 resp. 21' vasthouden, uitgevoerd 8301782 r 13 worden. Deze zijn ook zonder decentrerende werking op de spuit-gietvorm, zoals met name bij beschouwing van fig. 2 duidelijk zal zijn.
De nieuwe inrichting cmvat een horizontale vormsluit-5 eenheid aan een kunststof-^spuitgietmachine, met een inrichting voor het verwisselen van de aan de vormdragers 17, 18 door middel van spanelementen 25, 27 in de werkpositie gehouden spuitgietvorm 41 rasp. 41', zomede met een transporttafel 29, van welke de spuitgietvorm 41 resp. 41* loodrecht op de sluitrichting van 10 de vormsluiteenheid op een glijbaan b-b in resp. uit zijn werkpositie in de spanruimte S bewogen kan worden, waarbij op de glijbaan b-b de spuitgietvorm 41 resp. 41* met behulp van tenminste een geleidingsbestanddeel 22 geleid wordt, dat aan een der beide vormdragers 17, 18 bevestigd is, en is voornamelijk 15 gekenmerkt doordat de transporttafel 29 in de sluitrichting tenminste over een gietvormdiepte op een transportbaan ar-a zowel naar rechts als ook naar links verschuifbaar is, waarbij op de transporttafel 29 tegelijk twee in de richting van de transportbaan ara naast elkaar aangebrachte spuitgietvorman 21 en 21' 20 te transporteren zijn, de glijbaan b-b in het bereik van de transporttafel 29 geleidingselementen 23 resp. 24 van de transporttafel 29 cmvat, de glijbaan b-b in de spanruimte S bijkanend glijbaarrelementen (glijlegerstiften 132) cmvat, die aridera aan de'vormdrager 18, 17 bevestigd zijn, en in de spanruimte S 25 het zwaartepunt van de spuitgietvorm 21 rasp. 21' tussen de afsteun-vlakken van het geleidingsbestanddeel 22‘en de afsteunvlakken van de glijbaanelementen (glijlegerpennen 132) ligt.
8301782 14
Stuklijst 10 machinevoet 10a omzetrand 11 plaatconsole 5 Ha eindwand; 11b bevestigingsranden 12 looprail 13 afstelinrichtingen 14 klepblok 15 doorgangsklep voor hydramotor 10 17 stationaire vormdrager 17a bevestigingsvoeten 17b verstijvingsschild 18 beweegbare vormdrager 18a opspanwand 15 18b steunribben 18c achterwand 19; 20 liggers 21, 21’ spuitgietvorm 21a; 21b; 21a'; 21b' aanlegplaten aan 21, 21' 20 21c; 21d overige platen van de spuitgietvorm 22 geleidingsbestanddeel 22d langere geleidingsribbe 22e kortere geleidingsribbe; 22f uitsparing 23 geleidingslijstpaar aan 29 links; 23a geleidings- 25 vlakken 24 geleidingslijstpaar aan 29 rechts; 24a geleidings- vlakken 25 spanhouten 25a nokken 30 27 hydraulische cilinder 29 transporttafel 29a ogen, 29n nokken 30 geleidingsligger 31 geleidingsbok 35 31a flenzen 8301782 15 31b dwarswanden 32 hydraulische aandrijfcilinder 32a; 32b cilinderdeksel 33 zuigerstang 5 42 mof 43 ligger 44 plastificeercilinder 50 hydronotor 50a uitgangsas 10 52 aandrijfhuls 52a aandrijvend kettingwiel 55 ketting 57a kettingkeerwiel 58 raeenemerpen 15 60 trekstangen 61 contramoer 63 indexeerbout 63a indexeerstift; 75 steuninrichting 77 bevestigingselementen 20 80 stelhout 88a vastzet—moer T transportruimte S spanruimte 120 koppelingstang 25 120a koppelingnissen 120b koppelingdwarsgroef 120c koppelingbout 120d geleidingsgroef 121 eindschakelaar; 121a schakelorganen 30 121b, 121b' leidingen 122 geleidingslijst op 29 123 legerbus voor 52 124 schroefbouten 125 schakelpen; 125a schuine vlakken 35 126 terugbrengveer 127 geleidingsstift 8301782 16 128 hefboom 129 veer 130 verbindingspen 132 glijlegerstiften 133 bovenste geleidingspen aan 17 134 bovenste geleidingspen aan 18 ara transportbaan b-b glijbaan S wanruimte
M afzetplaats voor S
N afzetplaats voor voorbereiding X-Y-Z deelbereiken k kruisingspunt 8301782

Claims (11)

1. Horizontale vormsluiteenheid aan een kunststofspuit- gietmachine, met een inrichting voor het verwisselen van c3e aan de vormdragers door middel van spanelementen in de werkpositie gehouden spuitgietvorm, zodmede met een transporttafel, van 5 welke de spuitgietvorm loodrecht op de sluitrichting van de (b-b) vormsluiteenheid qp een glijbaan''in resp. uit zijn werkpositie in de spanruimte bewogen en daarbij net behulp van tenminste één glijbaan-element geleid kan worden, dat aan een vormdrager bevestigd is, gekenmerkt doordat qp de in de sluitrichting ten-10 minste over een gietvormdiepte qp een transportbaan (aral zowel naar rechts als ook naar links verschuifbare transporttafel (291 tegelijk twee in de richting van de transportbaan (a-a) naast elkaar aangebrachte spuitgietvormen (21 en 21'1 te transporteren zijn en de glijbaan (b-b) in het bereik van de transporttafel 15 (29) geleidingselementen van de transporttafel (29) en in de spanruimfce (Sl bijkanend glijbaan-elementen (132) cnvat, die aan de andere vormdrager (181 bevestigd zijn, waarbij in de spanruimte (S) het zwaartepunt van de spuitgietvorm (21 resp. 21'1 tussen de afsteunvlakken van het geleidingsbestanddeel (22) en 20 de afsteunvlakken van de glijbaan-elementen (glijlegerstiften 132) ligt.
2. Vormsluiteenheid volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de spuitgietvorm (21 resp. 21') qp de glijbaan daarvan (b-b) door middel van aanlegplaten (21a, 21b) geleid wordt, die 25 bij de glijbeweging tussen geleidingslijsten (23 resp. 24) van de transporttafel (29) en in de spanruimte (S) tussen het opspanvlak van de stationaire vormdrager (17) en een geleidingsribbe (22dl van het geleidingsbestanddeel (22) glijden.
3. Vormsluiteenheid volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt 30 doordat de spuitgietvorm (21) tussen de opspanvlakken van de vormdragers (17, 18) met minimale speling verschuifbaar is, welke opspanvlakken zonodig geleidingsvlakken voor de spuitgietvorm (21) vormen, waarbij de afstand tussen de opspanvlakken van de vormdragers (17, 18) en de spuitgietvorm (21) telkens tussen nul en één 8301782 * > millimeter bedraagt.
4. Horizontale vormsluiteenheid aan een kunststofspuit-gietmachine, met een inrichting voor het verwisselen van de aan de vomdragers door middel van spanelementen in de werkpositie 5 gehouden spuitgietvorm, zomede met een transporttafel, van welke de spuitgietvorm loodrecht op de sluitrichting van de vormsluiteenheid op een glijbaan (b-b) in resp. uit zijn werkpositie in de spanruimte beweegt en daarbij met behulp van tenminste êën geleidingsbestanddeel geleid kan worden, die aan de stationaire 10 vormdrager bevestigd is, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies 1 t/m 3, gekenmerkt doordat de spuitgietvorm (21) door middel van tenminste een onder de glijbaan (b-b) aangebrachte ketting (55) op de glijbaan verschuifbaar is.
5. Vormsluiteenheid volgens conclusie 4, gekenmerkt van 15 doordat een aandrijvend kettingwiel (52a) 'de in het geleidingsbestanddeel (22) geïntegreerde eindloze ketting (55) bij verticale draaias aan te drijven en de spuitgietvorm (21) door het trekkende part van de ketting (55) door middel van een rechtlijnig in de glijbaan (b-b) geleide koppelingstang (12) in resp. uit de 20 werkpositie te trekken is.
6. Vormsluiteenheid volgens een der voorgaande conclusies 4, 5, gekenmerkt doordat koppelingnissen (120a) van de koppelingstang (120) zich op een afstand van elkaar bevinden, welke met de afstand van door schamierpennen gevormde meenemerpennen (58) 25 van de ketting (55) correspondeert, en de koppelingstang (120) met de spuitgietvorm (21) door middel van koppelingbouten (120c) te koppelen is, die in koppelingboringen van de spuitgietvorm (52) duiken.
7. Vormsluiteenheid volgens een der voorgaande conclusies 30. t/m 7, gekenmerkt doordat de koppelingstang (120) qp de transport- tafel (29) tussen geleidingslijsten (23, 122) en in de spanruimte (S) tussen geleidingsribben (22d, 22e) van het geleidingsbestanddeel (22) geleid wordt, waarbij beide spuitgietvormen (21, 21') telkens met een koppelingstang (120) gekoppeld zijn, waarvan de 35 laatste koppelingnis als koppelingdwarsgroef (120b) gevormd is. 8301782
8. Vormsluiteenheid volgens een der conclusies 4 t/m 9, door gekenmerkt Mat door de in de glijbaan (b-b) geleide koppelingstang (120) eindschakelaars (121) door tussenkomst van schakelpennen (125) te schakelen, die de hydrcmotor (50) van de ketting (55) 5 voor het starten, stoppen en draairichtingsverandering besturen.
9. Vormsluiteenheid volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat een hydraulische aandrijfcilinder (32) door de verschuiving van de op geleidingsliggers (30) gelegerde transport-tafel (29) qp een geleidingsbok (31) af gesteund is, die door 10 tussenkomst van af stalinrichtingen (13) op een plaatconsole (11) van de machinevoet (10) van de kunststofspuitgietmchine rust.
10. Vormsluiteenheid volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de koppelingstangen (120) qp de transporttafel (29) telkens door middel van een indexeerbout (63) gearreteerd 15 worden, welke met een indexeerstift (63a) in een koppelingnis (120a) van de koppelings tang (120) ingrijpt en door een nok (29n) van de geleidingsbok (31) door middel van een hefboom (128) uit deze koppelingnis (120a) gestuurd wordt, wanneer de spuitgietvorm (21) door de transportbeweging van de transporttafel (29) de 20 glijbaan (b-b) bereikt heeft (fig. 16).
11. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld In de beschrijving en/of tekeningen. 1 8301782
NL8301782A 1982-06-18 1983-05-19 Vormsluiteenheid aan een kunststof-spuitgietmachine met een inrichting voor het verwisselen van de spuitgietvorm. NL8301782A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3222743 1982-06-18
DE3222743 1982-06-18
DE3242169A DE3242169C2 (de) 1982-06-18 1982-11-13 Horizontale Formschließeinheit einer Kunststoff-Spritzgießmaschine mit Gießform-Wechselvorrichtung
DE3242169 1982-11-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8301782A true NL8301782A (nl) 1984-01-16

Family

ID=25802480

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8301782A NL8301782A (nl) 1982-06-18 1983-05-19 Vormsluiteenheid aan een kunststof-spuitgietmachine met een inrichting voor het verwisselen van de spuitgietvorm.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4462783A (nl)
CA (1) CA1212213A (nl)
CH (1) CH662306A5 (nl)
DE (1) DE3242169C2 (nl)
FR (1) FR2528757B1 (nl)
IT (1) IT1170146B (nl)
NL (1) NL8301782A (nl)

Families Citing this family (30)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3242054C2 (de) * 1982-11-13 1990-01-25 Karl 7298 Loßburg Hehl An einer Formschließeinheit einer Kunststoff-Spritzgießmaschine zugeordnete Transportvorrichtung für eine Spritzgießform
DE3242173C1 (de) * 1982-11-13 1984-03-29 Karl 7298 Loßburg Hehl Formschliesseinheit einer Kunststoff-Spritzgiessmaschine mit einem verschiebbarem Transporttisch und einem Schutzgehaeuse
DE3508867C1 (de) * 1985-03-13 1986-11-13 Karl 7298 Loßburg Hehl Horizontale Formschliesseinheit einer Kunststoff-Spritzgiessmaschine
US4529371A (en) * 1984-06-06 1985-07-16 Cincinnati Milacron Inc. Mold changer for a press preferably an injection molding machine
DE3436182C1 (de) * 1984-10-03 1985-11-14 Karl 7298 Loßburg Hehl Spritzgiessform fuer Kunststoff-Spritzgiessmaschine mit Verriegelungseinrichtung
DE3534937A1 (de) * 1984-10-03 1986-04-10 Karl 7298 Loßburg Hehl Spritzgiessform fuer kunststoff-spritzgiessmaschine mit verriegelungseinrichtung
DE3501000A1 (de) * 1984-12-06 1986-06-12 Mannesmann Demag Kunststofftechnik Zweigniederlassung der Mannesmann Demag AG, 8501 Schwaig Werkzeug-einbau- und spannvorrichtung an einer spritzgiessmaschine
DE3508866C1 (de) * 1985-03-13 1986-05-22 Karl 7298 Loßburg Hehl Spritzgießform für eine Formschließeinheit mit Formwechselvorrichtung
DE3644915A1 (de) * 1986-05-21 1987-12-17 Karl Hehl Einrichtung zum abtransport der spritzlinge an einer gruppe von kunststoff-spritzgiessmaschinen
DE3617094A1 (de) * 1986-05-21 1987-11-26 Karl Hehl Giessformwechseleinrichtung an einer gruppe von kunststoffspritzgiessmaschinen
DE3626488A1 (de) * 1986-08-05 1988-02-18 Karl Hehl Giessformwechseleinrichtung an einer kunststoff-spritzgiessmaschine
US4737095A (en) * 1986-05-21 1988-04-12 Karl Hehl Component changing apparatus serving a group of injection molding machines
DE3636949C3 (de) * 1986-10-30 1994-04-07 Mannesmann Ag Spritzgießanlage
DE3637612A1 (de) * 1986-11-05 1988-05-19 Karl Hehl Kunststoff-spritzgiessmaschine mit eingebauter zerkleinerungseinrichtung fuer die anguesse
DE3737598C2 (de) * 1986-11-06 1989-11-16 Mazda Motor Anlage zur formteilherstellung mit einem formwerkzeug
DE3737594A1 (de) * 1986-11-06 1988-06-01 Mazda Motor Umformanlage
DE3644709A1 (de) * 1986-12-30 1988-07-14 Karl Hehl Giessformwechseleinrichtung an einer kunststoff-spritzgiessmaschine
US4805285A (en) * 1987-02-19 1989-02-21 Carol S. Morency Method of changing injection molds
DE3709248C1 (de) * 1987-03-20 1988-07-07 Berstorff Gmbh Masch Hermann Vorbereitungsstation fuer Vorformleisten an einem aufklappbaren Mehrfach-Strangpresskopf zum Herstellen von Kautschukprofilen fuer Laufstreifen von Autoreifen
US5061169A (en) * 1988-07-26 1991-10-29 Mazda Motor Corporation Mechanism for work pickup in an injection molding apparatus
US5209889A (en) * 1991-10-10 1993-05-11 Gencorp Inc. Method for operation of shuttle assembly for use in an injection molding machine
JP2577290B2 (ja) * 1992-03-18 1997-01-29 日精樹脂工業株式会社 スタンパユニットの交換方法及び自動交換装置
KR930023177U (ko) * 1992-04-10 1993-11-25 금형의 낙하 방지장치
US6010324A (en) * 1996-01-30 2000-01-04 Toshiba Kikai Kabushiki Kaisha Mold clamping unit and method of positioning mold in mold clamping unit
US5952015A (en) * 1996-12-10 1999-09-14 Besser Company Concrete product mold inserting and removing apparatus and method
AU1250301A (en) 1999-09-08 2001-04-10 Besser Company Automated mold changing system for concrete molding machines
US7871255B2 (en) * 2006-04-28 2011-01-18 Pascal Engineering Corporation Injection molding machine
US8007708B2 (en) * 2008-12-12 2011-08-30 Innoventor Incorporated Apparatus and methods for automating movement of mold drawers
US9011746B2 (en) 2012-02-07 2015-04-21 Caco Pacific Corporation Mold and method for molding parts requiring multiple mold inputs
CN104908204B (zh) * 2015-06-17 2017-04-19 外商独资江苏领先电子有限公司 注塑机自动换模装置及方法

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2954882A (en) * 1957-06-13 1960-10-04 Baldwin Rubber Co Mold handling mechanism
US3635327A (en) * 1968-11-08 1972-01-18 Darnell Corp Ltd Rapid loading and unloading equipment
DE2112311C3 (de) * 1971-03-15 1981-12-10 Hehl, Karl, 7298 Loßburg Kunststoff-Spritzgießmaschine mit einer eine Spritzgießform aufnehmenden Formschließeinheit
US4025268A (en) * 1973-03-22 1977-05-24 Taylor Don A Articles molding apparatus
US3898030A (en) * 1973-06-25 1975-08-05 Koehring Co Injection-mold clamping unit having alternately ejecting die assemblies
JPS5087157A (nl) 1973-12-05 1975-07-14
DE2421811C2 (de) * 1974-05-06 1984-12-13 Karl 7298 Loßburg Hehl Formschließeinheit für eine Kunststoff-Spritzgießmaschine mit einem Schiebetisch
US3982869A (en) * 1974-07-22 1976-09-28 Eggers James W Injection molding apparatus with alternatively shuttled mold sections
JPS5567428A (en) * 1978-11-16 1980-05-21 Kobe Steel Ltd Replacement of die block in injection molding machine and device thereof
JPS605164B2 (ja) * 1980-02-05 1985-02-08 キヤニヨン株式会社 射出成形機
EP0092685B2 (de) * 1982-04-26 1995-08-02 Battenfeld GmbH Schnellwechsel- und/oder Spannvorrichtung für die Formwerkzeuge von Spritzgiessmaschinen
DE8212045U1 (de) 1982-04-26 1982-09-02 Battenfeld Maschinenfabriken Gmbh, 5882 Meinerzhagen Schnellwechsel- und/oder Spannvorrichtung für die Formwerkzeuge von Spritzgießmaschinen
DE3222828C2 (de) * 1982-06-18 1984-04-12 Karl 7298 Loßburg Hehl Formschließeinheit mit Wartestationen zum Erwärmen von Spritzgießformen und mit einer Gießform-Wechselvorrichtung
DE3242054C2 (de) * 1982-11-13 1990-01-25 Karl 7298 Loßburg Hehl An einer Formschließeinheit einer Kunststoff-Spritzgießmaschine zugeordnete Transportvorrichtung für eine Spritzgießform

Also Published As

Publication number Publication date
CA1212213A (en) 1986-10-07
DE3242169A1 (de) 1983-12-22
US4462783A (en) 1984-07-31
CH662306A5 (de) 1987-09-30
FR2528757B1 (fr) 1986-08-14
DE3242169C2 (de) 1984-07-19
IT1170146B (it) 1987-06-03
IT8321415A1 (it) 1984-12-02
IT8321415A0 (it) 1983-06-02
FR2528757A1 (fr) 1983-12-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8301782A (nl) Vormsluiteenheid aan een kunststof-spuitgietmachine met een inrichting voor het verwisselen van de spuitgietvorm.
NL8303957A (nl) Vormsluiteenheid.
US10967540B2 (en) Method for operating a mold extraction assembly in a concrete products forming machine
CA2001746C (en) Support for quick mold changing
US7134869B2 (en) Rotary device for a horizontal injection molding machine
US4325685A (en) Apparatus for producing thermoplastic tubing having interchangeable mold blocks
NL8303807A (nl) Transportinrichting.
US4698007A (en) Horizontal mold closing unit for an injection molding machine
EP0519318B1 (de) Vorrichtung sowie Transporteinheit für den Abtransport von Spritzteilen aus einer Kunststoff-Spritzgiessmaschine
EP0246398B1 (de) Giessformwechseleinrichtung an einer Gruppe von Kunststoff-Spritzgiessmaschinen
GB2124541A (en) Mechanism for exchanging molding dies in an injection molding machine
US5360332A (en) Injection molding machine for processing synthetic materials
EP0255852B1 (de) Giessformwechseleinrichtung an einer Kunststoff-Spritzgiessmaschine
US6386859B1 (en) Injection molding machine with an extractor
US20100129483A1 (en) Injection molding machine for processing plastics materials
NL1018745C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het spuitgieten van producten.
DE3508866C1 (de) Spritzgießform für eine Formschließeinheit mit Formwechselvorrichtung
DE3249540C2 (de) Horizontale Formschließeinheit einer Kunststoff-Spritzgießmaschine
WO1997021529A1 (de) Formschliessvorrichtung für eine kunststofformmaschine, insbesondere eine spritzgiessmaschine
DE3940127A1 (de) Querverschiebeantrieb fuer einen transportwagen zum automatischen formwerkzeugwechsel bei spritzgiessmaschinen
DE8232010U1 (de) Horizontale Formschließeinheit einer Kunststoff-Spritzgießmaschine mit Gießform-Wechselvorrichtung
SU1680544A2 (ru) Литьева форма дл полимерных изделий с резьбой
SU1611669A1 (ru) Автоматическа поточна лини дл наплавки
DE8237260U1 (de) Horizontale Formschließeinheit einer Kunststoff-Spritzgießmaschine
NL9000539A (nl) Vervaardigingsinrichting voor het bewerken en monteren van onderdelen.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed