NL1018745C2 - Inrichting en werkwijze voor het spuitgieten van producten. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het spuitgieten van producten. Download PDF

Info

Publication number
NL1018745C2
NL1018745C2 NL1018745A NL1018745A NL1018745C2 NL 1018745 C2 NL1018745 C2 NL 1018745C2 NL 1018745 A NL1018745 A NL 1018745A NL 1018745 A NL1018745 A NL 1018745A NL 1018745 C2 NL1018745 C2 NL 1018745C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mold
transfer device
guide means
injection
injection mold
Prior art date
Application number
NL1018745A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Antonius Johann Alberts
Original Assignee
Fountain Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fountain Tech Bv filed Critical Fountain Tech Bv
Priority to NL1018745A priority Critical patent/NL1018745C2/nl
Priority to AT02755986T priority patent/ATE464169T1/de
Priority to EP02755986A priority patent/EP1417085B1/en
Priority to US10/486,935 priority patent/US7302995B2/en
Priority to PCT/NL2002/000543 priority patent/WO2003016017A1/en
Priority to DE60235991T priority patent/DE60235991D1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1018745C2 publication Critical patent/NL1018745C2/nl
Priority to US11/985,287 priority patent/US20080088068A1/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/14Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor incorporating preformed parts or layers, e.g. injection moulding around inserts or for coating articles
    • B29C45/14008Inserting articles into the mould
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/17Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C45/40Removing or ejecting moulded articles
    • B29C45/42Removing or ejecting moulded articles using means movable from outside the mould between mould parts, e.g. robots
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/17Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C45/40Removing or ejecting moulded articles
    • B29C45/42Removing or ejecting moulded articles using means movable from outside the mould between mould parts, e.g. robots
    • B29C2045/425Single device for unloading moulded articles and loading inserts into the mould

Description

Titel: Inrichting en werkwijze voor het spuitgieten van producten.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het spuitgieten van producten.
Uit NL 1012869 is een spuitgietinrichting bekend, voorzien van een spuitgietmatrijs en middelen voor het in een matrijsholte daarvan 5 inleggen van een insert in de vorm van een label. Bij deze bekende spuitgietinrichting wordt gebruik gemaakt van een door een robotarm gedragen overzetinrichting waarmee het label wordt opgenomen.
Vervolgens wordt, bij geopende matrijs, de overzetinrichting met een voorliggend einde dat het label draagt tussen de matrijsdelen bewogen, 10 waarna het label met behulp van de overzetinrichting in de matrijsholte wordt gelegd. De overzetinrichting wordt vervolgens teruggetrokken door de robotarm, waarna de matrijs wordt gesloten. Een product wordt tegen het label gevormd, in de gesloten matrijs, terwijl een nieuw label met de overzetinrichting wordt opgenomen.
15 Bij deze bekende inrichting treedt het nadeel op dat de krachten die op de robotarm optreden relatief hoog zijn als gevolg van het eigen gewicht van de arm en de overzetinrichting en de versnellings- en vertragingskrachten die optreden bij verplaatsing van de overzetinrichting. Daarmee worden bovendien de toelaatbare versnellingen en vertragingen 20 begrensd, waardoor de cyclustijd relatief lang is. Een verder nadeel is dat de robotarm en de overzetinrichting relatief stijf dienen te worden uitgevoerd teneinde een voldoende nauwkeurige positionering van de overzetinrichting en daarmee van het label te verkrijgen, waardoor de constructie duur is en bovendien het gewicht nadelig wordt beïnvloed.
25 De uitvinding beoogt een inrichting van de in de inleiding beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
1018745 2
Bij een inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt de of elke overzetinrichting tijdens beweging geleid door geleidemiddelen aan ten minste één matrijsdeel, waardoor een bijzonder nauwkeurige positionering mogelijk is. Bovendien kan daarbij de overzetinrichting relatief licht worden δ uitgevoerd, waardoor bijzonder hoge versnellingen en vertragingen mogelijk worden. Het verdient daarbij de voorkeur dat de overzetinrichting althans mede en bij voorkeur grotendeels of geheel wordt gedragen door de geleidemiddelen, waardoor een nog compactere, lichtere constructie kan worden verkregen.
10 De geleidemiddelen kunnen zich bijvoorbeeld aan weerszijden van de of elke matrijsholte uitstrekken en kunnen daarbij bijvoorbeeld als geleiderails in en/of op een deelvlak van de matrijs zijn aangebracht.
Het verdient de voorkeur dat de geleidemiddelen zich zover uitstrekken dat de overzetinrichting in voldoende mate tussen de 15 verschillende matrijsdelen kan worden wegbewogen, zodanig dat de matrijs kan worden gesloten, waarbij het uiteraard de voorkeur geniet dat de afstand waarover de overzetinrichting verplaatst dient te worden minimaal is. Daartoe kan, in het bijzonder bij gebruik van meerdere matrijsholten in een matrijs, gebruik worden gemaakt van meerdere overzetinrichtingen die 20 vanaf verschillende zijden tussen de matrijsdelen worden bewogen.
Met een inrichting volgens de uitvinding kunnen allerhande inserts in matrijsholten worden gebracht, producten uit een matrijsholte worden genomen of andere bewerkingen in of naast de matrijsholten worden uitgevoerd, bijvoorbeeld reiniging of inspectie. In een bijzonder voordelige 25 uitvoeringsvorm is een overzetinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat deze aan een eerste zijde is voorzien van aangrijpmiddelen voor het opnemen en in een matrijsholte plaatsen van een label terwijl aan de tegenovergelegen zijde aangrijpmiddelen zijn voorzien voor uitnemen van een gereed product. Hiermee kan de cyclustijd voor vervaardigen van een 30 product bijzonder laag worden gehouden terwijl de uitgenomen producten 1018745 3 eenvoudig verder kunnen worden verwerkt doordat deze positief worden aangegrepen. De aangrijpmiddelen zijn bij voorkeur vacuümmiddelen of dergelijke middelen werkend op onderdruk.
Het verdient de voorkeur dat de geleidemiddelen in of op het vaste, 5 dat wil zeggen niet bewegende deel van de matrijs zijn aangebracht. Dit biedt constructieve voordelen en bovendien hoeven bedieningsmiddelen voor de overzetinrichting dan niet met een matrijsdeel mee te bewegen.
In een alternatieve uitvoeringsvorm omvatten de geleidemiddelen delen die aan een of meer zijden van ten minste één der matrijsdelen zijn 10 aangebracht, dat wil zeggen in een vlak dat een hoek insluit met het deelvlak van de matrijs. Daarmee kan de matrijs relatief klein worden uitgevoerd, aangezien op het deelvlak naast de matrijsholte(n) geen ruimte nodig is voor de geleidmiddelen. Bovendien wordt daarmee eenvoudig een positionering van de overzetinrichting in een richting ongeveer haaks op 15 genoemd deelvlak verkregen.
In een verdere alternatieve uitvoeringsvorm omvat de spuitgietmatrijs een middendeel en twee zich aan weerszijden daarvan uitstrekkende sluitdelen, waarbij aan weerszijden van het middendeel een of meer matrijsholten en een door geleidemiddelen aan een matrijsdeel 20 geleide overzetinrichting zijn voorzien. Hiermee wordt een bijzonder compacte spuitgietinrichting verkregen waarmee snel een relatief groot aantal producten kan worden vervaardigd.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm omvat een spuitgietinrichting volgens de uitvinding een matrijs met een frame waarin 25 de matrijs is opgespannen, waarbij het frame geleide-elementen omvat voor de bewegende matrijsdelen, waarbij de overzetinrichting, althans de geleidemiddelen zodanig zijn aangebracht dat deze zich aan ten minste twee zijden van een der betreffende geleide-elementen uitstrekken. Hiermee kan met name bij meervoudige matrijzen op nog optimalere wijze gebruik 30 worden gemaakt van de beschikbare ruimte.
|j Ü t Ό i> 40 4
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het spuitgieten van producten, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 15.
Met een dergelijke werkwijze kan op bijzonder snelle en 5 economische wijze een groot aantal producten worden gespuitgiet. Bovendien is daarbij de kans op beschadiging van de inrichting of de omgeving relatief klein, daar de optredende krachten relatief klein zijn, ondanks hoge bewegingssnelheden, althans versnellingen en vertragingen.
De uitvinding heeft bovendien betrekking op een overzetinrichting, 10 geschikt voor gebruik in een inrichting of werkwijze volgens de uitvinding.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een spuitgietmatrijs, geschikt voor gebruik in een inrichting of werkwijze volgens de uitvinding.
In de volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen van een inrichting of werkwijze volgens de uitvinding, alsmede een daarvoor te 15 gebruiken overzetinrichting en matrijs beschreven. Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvormen van een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding, alsmede daarbij te gebruiken spuitgietmatrijzen en overzetinrichtingen nader worden beschreven aan de hand van de tekening. Daarin toont: 20 figuur 1 in zijaanzicht, met weggenomen beweegbaar matrijsdeel, schematisch een inrichting volgens de uitvinding; figuur 2 schematisch in doorgesneden bovenaanzicht een overzetinrichting voor gebruik in een inrichting volgens figuur 1; figuur 3 en 4 in bovenaanzicht een inrichting volgens figuur 1, met 25 respectievelijk een gesloten matrijs en een geopende matrijs; figuur 5 in doorgesneden aanzicht volgens de lijn V-V in figuur 4 een inrichting volgens de uitvinding; figuur 6 in gedeeltelijk doorgesneden bovenaanzicht een eerste alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; 1018745 5 figuur 7 in doorgesneden aanzicht volgens de lijn VII-VII in figuur 6 een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding met geopende matrijs; figuur 8 schematisch in zijaanzicht, met weggenomen beweegbaar 5 deel van de matrijs, een matrijs met overzetinrichting in een tweede alternatieve uitvoeringsvorm; figuur 9 in vooraanzicht een inrichting volgens figuur 8; en figuur 10 een verdere alternatieve uitvoeringsvorm, waarbij geleidemiddelen in een basisplaat zijn opgenomen.
10 In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de tekening is een aantal alternatieve uitvoeringsvormen getoond van een inrichting volgens de uitvinding, met bijpassende overzetinrichtingen. Combinaties van matrijzen en overzetinrichtingen als getoond in de afzonderlijke figuren alsmede 15 varianten daarop worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
In figuur 1 is een inrichting 1 getoond voor het spuitgieten van producten, waarbij slechts de matrijs 2 en een overzetinrichting 4 die nog nader zal worden beschreven zijn getoond. Een dergelijke matrijs 2 en 20 overzetinrichting 4 kunnen in een conventionele spuitgietinrichting, zoals bijvoorbeeld een hot-runner worden toegepast. Ditzelfde geldt voor de overige getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Aangezien spuitgietmachines op zichzelf algemeen bekend zijn zullen deze hier niet nader worden besproken. In figuur 3 en 4 is de inrichting 1 als getoond in figuur 1 in 25 bovenaanzicht getoond. Duidelijk herkenbaar hierin zijn de matrijs 2 met een vast opgesteld eerste matrijsdeel 6 en een ten opzichte daarvan beweegbaar tweede matrijsdeel 8, ook wel sluitdeel genoemd. In het sluitdeel 8 is met een pijl de bewegingsrichting voor openen en sluiten van de matrijs 2 weergegeven. In figuur 1 is het beweegbare sluitdeel 8 10 1 8745 6 weggelaten, ter verduidelijking. Het eerste matrijsdeel 6 en tweede matrijsdeel 8 hebben complementaire eerste en tweede sluitvlakken 10, 12.
Zoals duidelijk blijkt uit figuur 1 is in het eerste matrijsdeel 6 een matrijsholte 14 aangebracht waarin een toevoerleiding 16 van een 5 spuitgietinrichting uitmondt. De toevoerleiding 16 is in figuur 3 en 4 schematisch weergegeven, waarbij de spuitgietinrichting schematisch als een pomp 18 is aangeduid. Duidelijk zijn getoond in figuur 1 doorgesneden holmen 20, welke de geleiding vormen voor het beweegbare deel 8.
In het sluitvlak 10 van het eerste matrijsdeel 6 is aan weerszijden 10 van de holte 14 een geleiderail 22 aangebracht, welke geleiderails 22 zich tot buiten de contour 24 van het sluitvlak 10 uitstrekken, zo ver dat op genoemde geleiderails 22 buiten de matrijs 2 de overzetinrichting 4 nagenoeg volledig kan worden gedragen, zodanig dat de matrijs 2 kan worden gesloten naast de overzetinrichting 4, zoals getoond in figuur 1 en 3. 15 De geleiderails 22 zijn aan hun van de matrijs 2 afgekeerde zijde verbonden door een dwarsspant 24 waarop een motor 26 wordt gedragen. Met deze motor 26 kan een schroefspindel 28 worden aangedreven, waarmee de overzetinrichting 4 langs de geleiderails 22, welke geleidemiddelen voor de overzetinrichting 4 vormen, kan worden verreden, tot tussen de 20 matrijsdelen 6, 8 wanneer de matrijs in de geopende stand is gebracht, zoals getoond in figuur 4. In deze stand, welke in figuur 1 in streep/stippellijnen schematisch is weergegeven, kan met de overzetinrichting 4 in de matrijsholte 14 een bewerking worden uitgevoerd, bijvoorbeeld een label worden ingelegd of een product worden uitgenomen uit de holte 14, zoals 25 nog nader zal worden toegelicht. Nadat de gewenste bewerking is uitgevoerd, wordt de overzetinrichting 4 met behulp van de motor 26 en schroefspindel 28 vanuit de in figuur 4 getoonde stand tussen de matrijsdelen 6, 8 weggetrokken naar de in figuur 3 getoonde stand naast de matrijs, zodanig dat het beweegbare deel 8 tegen het stationaire deel 6 kan 30 worden aangebracht en in de holte 14 een gewenst product kan worden J0187 45 m gevormd. Nadat dit product is gevormd kan het uit de matrijs worden genomen, bijvoorbeeld met de overzetinrichting 4, zoals nog nader zal worden toegelicht.
In figuur 2 is schematisch in bovenaanzicht een overzetinrichting 4 5 volgens de uitvinding getoond, in een voordelige uitvoeringsvorm. Deze doorsnede is genomen ongeveer door het midden van de overzetinrichting 4 in een vlak ongeveer evenwijdig aan de bewegingsrichting P van de overzetinrichting 4 en haaks op de sluitvlakken 10, 12 van de matrijsdelen 6, 8. De overzetinrichting 4 omvat een in hoofdzaak U-vormig omgezette 10 plaat 30, waarvan de beide benen 32 zich ongeveer evenwijdig aan het vlak van tekening in figuur 2 uitstrekken, terwijl het middendeel 34 zich ongeveer haaks daarop, haaks op het vlak van tekening van figuur 2 uitstrekt. Op het middendeel 34 is een aantal dubbelwerkende zuiger/cilindersamenstellen 36 aangebracht, waardoor tussen de benen 32 15 een eerste overzetdeel 38 wordt gedragen, terwijl aan de tegenovergelegen zijde van het middendeel 34 door de zuiger/cilindersamenstellen 36 een tweede overzetdeel 40 wordt gedragen. De zuiger/cilindersamenstellen 36 zijn met behulp van bijvoorbeeld perslucht of hydrauliek, aangevoerd via schematisch weergegeven leiding 41 cn pomp 42 bekrachtigbaar, zodanig 20 dat het eerste overzetdeel 38 en het tweede overzetdeel 40 uit elkaar kunnen worden bewogen, weg van het middendeel 34, of juist naar elkaar toe. Nabij de onderste langsrand 44 van de beide benen 32 draagt de overzetinrichting 4 een aantal wielen 46 of dergelijke elementen, waarmee de overzetinrichting 4 in de geleiderails 22 is opgesloten, zodanig dat de 25 overzetinrichting 4 slechts in de richting P heen en weer kan worden bewogen en in andere richtingen is gefixeerd.
In figuur 5 is schematisch in vooraanzicht een gedeelte van een overzetinrichting 4 als getoond in figuur 2 weergegeven, tussen een eerste matrijsdeel 6 en een tweede matrijsdeel 8. In figuur 5 is de bovenste helft 30 getoond. Duidelijk zichtbaar is een in het sluitvlak 10 aangebrachte -f|Q1-:P7 4.5
t 'J
8 matrijsholte 14 met daarin een gespuitgiet, inmould gelabelled product 48, alsmede een naast de matrijsholte 14 in het sluitvlak 10 aangebrachte geleiderail 22 in de vorm van een T-vormige groef die open is naar het sluitvlak 10. Het been 32 van de overzetinrichting 4 reikt met onderrand 44 5 in de geleiderail 22, waarbij in deze uitvoeringsvorm een verbreding 52 van het been 32 is voorzien als vorming van een glijvoet 46A in plaats van de wielen 46 als getoond in figuur 2. Het eerste overzetdeel 38 is aan de naar het sluitvlak 10 gekeerde zijde voorzien van vacuümmiddelen 54, schematisch weergegeven door vacuümcups 56, welke via niet getoonde 10 leidingen zijn verbonden met een vacuümpomp 58. Wordt met behulp van het zuiger/cilindersamenstel 36 het eerste overzetdeel 38 naar het product 48 wordt bewogen, wordt dit product 48 met de vacuümmiddelen 54 aangegrepen, zodanig dat dit met het eerste overzetdeel 38 uit de matrijsholte 14 kan worden genomen bij terugtrekking. Eventueel kunnen 15 uitstotermiddelen zijn voorzien (niet getoond) in de matrijsholte 14, zoals bijvoorbeeld beschreven in NL 1012869, hierin door referentie opgenomen. Met dergelijke uitstotermiddelen wordt het voordeel bereikt dat het product 48 eenvoudiger kan worden uitgenomen zonder dat beschadigingen van het product 48 optreden.
20 Het tweede overzetdeel 40 is aan de van het middendeel 34 afgekeerde zijde eveneens voorzien van vacuümmiddelen 54, schematisch weergegeven door vacuümcups 56 bekrachtigbaar door een niet getoonde vacuüminrichting. In figuur 5 wordt door de vacuümmiddelen 54 een in-mould-label 60 gedragen, hetwelk bij voorkeur enigszins is opgespannen. Bij 25 beweging van het tweede overzetdeel 40 in de richting van het tweede matrijsdeel 8 kan dit in-mould-label 60 worden overgegeven aan een matrijsvlak 62, waarna het tweede overzetdeel 40 kan worden teruggetrokken. Het matrijsvlak 62 kan bijvoorbeeld zodanig vlak zijn uitgevoerd dat het in-mould-label 60 daaraan hecht door ad- of cohesie. Of 30 er kunnen bijvoorbeeld vacuümmiddelen in zijn opgenomen voor het 1018745 9 vasthouden van het label 60. Ook kan gebruik worden gemaakt van andere middelen voor vasthouden van het label, bijvoorbeeld statische hechting.
Wanneer het product 58 met de overzetinrichting 4 uit de holte 14 is opgenomen en het label 60 op het matrijsvlak 62 is aangebracht, kan de 5 overzetinrichting 4 naar de in figuur 1 en 3 getoonde stand worden gereden of geschoven met behulp van de motor 26 en schroefspindel 28, waarna de matrijs 2 kan worden gesloten naast de overzetinrichting 4, zoals getoond in figuur 3. Vervolgens kan in de matrijsholte 14 een nieuw product worden gespuitgiet, waarbij het label 60 vast met het product 48 wordt verbonden. 10 Vervolgens wordt de matrijs geopend en de overzetinrichting 4, nadat het eerder gevormde product 48 is gelost en een nieuw label 60 is opgenomen, terug tussen de matrijsdelen 6, 8 geschoven of gereden, zoals getoond in figuur 4 en 5, voor een volgende cyclus.
In de in de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden wordt de 15 overzetinrichting 4 zowel gedragen als geleid door de geleidemiddelen 22 die zijn voorzien in of op de matrijs 2, althans in of op een deel daarvan. Het is uiteraard ook mogelijk de overzetinrichting 4 op een robotarm of ander bewegingsmechanisme te bevestigen, waardoor deze grotendeels wordt gedragen, waarbij de geleidemiddelen in hoofdzaak worden gebruikt voor 20 geleiding voor het verkrijgen van een bijzonder nauwkeurige positionering van de overzetinrichting. Het is daarbij evenwel voordelig wanneer ten minste een deel van het gewicht en de optredende krachten door de matrijs 2 worden gedragen. Doordat de overzetinrichting in de geleidingen 22 is opgenomen, kan deze relatief licht worden uitgevoerd, terwijl toch een grote 25 stabiliteit en stijfheid kan worden verkregen. Dit betekent dat bedieningsmiddelen, lagering en dergelijke relatief licht kunnen worden uitgevoerd.
Figuur 6 en 7 tonen schematisch in boven-, respectievelijk vooraanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens 30 de uitvinding, waarbij een dubbel werkende matrijs 2 is toegepast. Deze jSl 0 £ 8? 4b 10 matrijs 2 omvat een vast deel 6, uitgevoerd als een middendeel met aan weerszijden matrijsholten 14, en twee bewegende delen 8. Aan weerszijden van het vaste matrijsdeel 6 is een paar geleiderails 22 aangebracht, zodanig dat de matijsholten 14 daartussen zijn opgenomen. De geleiderails 22 5 strekken zich wederom tot buiten de contour van het matrijsdeel 6 uit, zodanig dat de overzetinrichtingen 4 daarop kunnen worden gedragen en geleid, buiten de matrijs 2, wanneer de matrijs wordt gesloten terwijl de overzetinrichtingen 4 tussen het middendeel 6 en de beiden bewegende matrijsdelen 8 kunnen worden gereden wanneer de matrijs 2 is geopend 10 zoals getoond in figuur 6. De overzetinrichtingen 4 zijn in hoofdzaak uitgevoerd zoals weergegeven in figuur 2 en zijn onderling gekoppeld door een dwarsstang 64 waarop de spindel 28 van de motor 26 aangrijpt. De overzetinrichtingen 4 worden derhalve synchroon bewogen.
Zoals getoond in figuur 7, heeft de geleiderail 22 een in hoofdzaak 15 T-vormige dwarsdoorsnede, zodanig dat aan weerszijden een wiel 46 van de overzetinrichting 4 tussen de liggende flens 23 en het sluitvlak 10 kunnen worden geleid. De wielen zijn verbonden met het been 32. Op het middendeel 34 worden wederom overzetdelen 38 en 40 gedragen, op eerder beschreven wijze, waarbij schematisch vacuümmiddelen 54 zijn 20 weergegeven. In het sluitvlak 12 van het beweegbare matrijsdeel 8 is, tegenover de geleiderail 22 een sleufvormige uitsparing 66 aangebracht, waarin bij gesloten matrijs 2 de geleiderail 22 kan worden opgenomen. In deze uitvoeringsvorm is de matrijs 2 van bijvoorbeeld 6 of 12 matrijsholten 14 voorzien. Uiteraard kunnen ook andere aantallen matrijsholten zijn 25 voorzien.
In figuur 8 is in zijaanzicht met weggenomen beweegbaar matrijsdeel 8 een matrijs 2 met twee overzetinrichtingen 4 getoond, waarbij de aandrijfmiddelen, in het bijzonder motor en schroefspindel zijn weggelaten. In deze uitvoeringsvorm is in het vaste matrijsdeel 6 een viertal 30 matrijsholten 14 opgenomen, tussen de holmen 20. Elke overzetinrichting 4 1018745 11 is uitgevoerd met een middendeel 34 en daarop gedragen eerste en tweede overzetdelen 38, 40 zoals beschreven aan de hand van bijvoorbeeld figuur 2 en 5. Bij deze uitvoeringsvorm wordt het middendeel 34 gedragen door twee zich aan weerszijden daarvan uitstrekkende armen 68 welke in zijaanzicht 5 (fig. 8) in hoofdzaak L-vormig en in vooraanzicht (fig. 9) enigszins U-vormig zijn. In de bovenzijde 70 en onderzijde 72 van het vaste matrijsdeel 6 zijn sleufvormige geleiderails 22 aangebracht waarin de zich horizontaal uitstrekkende delen van de armen 68 verschuifbaar zijn opgenomen, zodanig dat de overzetinrichtingen 4 in de richting P kunnen worden 10 geschoven tussen de in figuur 8 in getrokken lijnen getoonde stand waarbij de matrijs 2 kan worden gesloten en een in figuur 8 in onderbroken lijnen weergegeven stand waarbij de overzetinrichtingen 4, althans de overzetdelen 38, 40 zich tussen de matrijsdelen 6, 8 uitstrekken, boven de matrijsholten 14, voor het uitvoeren van bewerkingen daarin, bijvoorbeeld 15 inleggen van labels of uitnemen van producten zoals eerder beschreven. Als gevolg van de gekozen vorm van de armen 68 kan de overzetinrichting 4 tussen de holmen 20 worden bewogen, waarbij tegelijkertijd een goede positionering wordt verkregen. Immers, de overzetinrichting 4 kan als gevolg van de gekozen geleidingen niet anders bewegen dan in de richting 20 P, dat wil zeggen in de lengterichting van de armen 68. Als gevolg van de keuze van twee overzetinrichtingen 4, welke zich vanaf twee tegenover elkaar gelegen zijden van de matrijs uitstrekken en tussen de matrijsdelen 6, 8 beweegbaar zijn, hoeft elk der overzetinrichtingen 4 slechts een geringere slag te maken, waardoor de cyclustijden nog verder kunnen 25 worden beperkt, dan wel de optredende versnellingen en vertragingen kleiner kunnen worden gehouden. Bovendien hoeft een dergelijke overzetinrichting minder stijf te worden uitgevoerd. Een dergelijke uitvoeringsvorm is in het bijzonder geschikt bij bijvoorbeeld relatief grote of lange producten of juist bij producten die met een relatief korte cyclustijd 30 kunnen worden gespuitgiet.
.1018745 12
Figuur 10 toont een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding, waarbij het stationaire deel 6 van de matrijs 2 een basisplaat 5 omvat waarmee de matrijs is opgenomen. In deze basisplaat 5, die bijvoorbeeld een vulplaat kan zijn, zijn evenwijdige kanten 5 gevormd voor de vorming van geleiderails 22, althans geleidemiddelen waarin schroefspindels 28 van de overzetinrichting 4 kunnen verschuiven, in axiale zin. Verschuiving wordt verkregen met behulp van door de motor 26 aangedreven tandwielen 27. Ook kunnen uiteraard andere aandrijfmiddelen worden toegepast. Door de schroefspindels 28 wordt de 10 verdere overzetinrichting 4, als eerder beschreven, gedragen, zodat deze tussen de matrijsdelen 6, 8 kan worden bewogen. Bij verwisseling van de productvormende matrijsdelen kan de overzetinrichting 4 met de basisplaat 5 in de pers achterblijven, hetgeen uitwisselen eenvoudiger maakt. Uiteraard kunnen op dezelfde of vergelijkbare wijze de geleidemiddelen op 15 andere posities in losneembare delen van de matrijs en/of de spuitgietmachine zijn aangebracht.
In figuur 3 en 4 zijn schematisch een aanvoerinrichting 74 voor labels 60 en een afvoerinrichting 76 voor producten 48 getoond. Deze kunnen op elke geschikte wijze worden uitgevoerd. Zo kan bijvoorbeeld een 20 aanvoerinrichting 74 worden uitgevoerd als beschreven in NL 1012869, hierin door referentie opgenomen, of als een conventionele inrichting voor het aanvoeren van vooraf gesneden labels. Een afvoerinrichting 76 kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een stapelaar, een afvoerband of dergelijke op zichzelf bekende inrichtingen.
25 De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekeningen getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Zoals reeds aangegeven worden alle denkbare combinaties van onderdelen als getoond en beschreven geacht te vallen binnen het raam van de uitvinding als beschreven in de bijbehorende conclusies. Voorts zijn vele andere variaties 30 hierop mogelijk.
7 45 13
Zo kan bijvoorbeeld een overzetinrichting 4 volgens de uitvinding op andere wijze worden aangedreven, bijvoorbeeld door directe aandrijving van één of meer van de wielen 46, door toepassing van bandaandrijving, pneumatische of hydraulische aandrijving, tandwielaandrijvingen en elke 5 andere geschikte vorm van aandrijving. Voorts kunnen matrijzen 2 uit meer dan twee delen bestaan en in elke mogelijke oriëntatierichting worden gepositioneerd. Andere geleidemiddelen kunnen zijn voorzien voor geleiding van de overzetinrichting, bijvoorbeeld zwenkarmen, magnetische geleidingen, geleidingen in de vorm van langs stangen schuivende bussen 10 en dergelijke. De overzetinrichting kan, zoals getoond, enige aandrijfmiddelen omvatten, zoals een elektrische, hydraulische of pneumatische motor, doch kan ook een op zichzelf bekende wijze dwanggestuurd zijn, zodat het open- en dichtlopen van de matrijs beweging van de overzetinrichting veroorzaakt. Daardoor kan eenvoudig een 15 nauwkeurige beweging van de overzetinrichting worden verkregen en is beveiliging eenvoudig mogelijk. Dergelijke variaties zullen voor de vakman direct duidelijk zijn. Voorts kan een overzetinrichting 4 op andere wijze worden uitgevoerd, bijvoorbeeld ingericht voor het in de matrijsholte 14 plaatsen van inserts zoals schroefmiddelen, elektronische middelen, 20 hologrammen en dergelijke, of voor het uitvoeren van andere bewerkingen, bijvoorbeeld reiniging, aanbrengen van een lossingslaag of dergelijke. Een matrijs 2 volgens de uitvinding kan zijn uitgevoerd met elk gewenst aantal matrijsholten. In de getoonde uitvoeringsvoorbeelden zijn de geleidingsmiddelen althans in hoofdzaak voorzien in het vaste deel van de 25 matrijs. Het zal evenwel duidelijk zijn dat deze ook eventueel in het beweegbare deel kunnen zijn opgenomen. Ook kan de matrijs uiteraard op een andere positie zijn voorzien van aanspuitpunten en kunnen andere uitstotermiddelen zijn voorzien voor het uit de matrijsholten 14 verwijderen van producten, bijvoorbeeld conventionele stoterpennen, waarbij het product 30 onder invloed van de zwaartekracht uit de matrijs 2 valt. Een daarbij te 1018745 14 gebruiken overzetinrichting zal dan bijvoorbeeld zonder eerste overzetdeel 38 kunnen worden uitgevoerd.
Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
5 Ί Ö ^ b / 4

Claims (20)

1. Inrichting voor het spuitgieten van producten, omvattende een spuitgietmatrijs die deelbaar is in ten minste twee delen, zodanig dat daardoor ten minste een matrijsholte vrijkomt, waarbij aan ten minste één deel van de spuitgietmatrijs geleidemiddelen zijn voorzien voor een 5 overzetinrichting voor het in een matrijsholte aanbrengen van een insert en/of het uit een matrijsholte nemen van een product.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij genoemde geleidemiddelen zijn voorzien aan weerszijden van de ten minste ene matrijsholte.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de spuitgietmatrijs een 10 deelvlak omvat waarin delen van de matrijsholten uitmonden, waarbij genoemde geleidemiddelen zich tot buiten de contour van genoemd deelvlak uitstrekken, zodanig dat de overzetinrichting althans grotendeels tot buiten genoemde contour kan worden verplaatst voordat de spuitgietmatrijs wordt gesloten.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de overzetinrichting glij- of rollagers omvat waarmee deze wordt gedragen door genoemde geleidemiddelen.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde geleidingen ten minste gedeeltelijk in of op een deelvlak van de 20 spuitgietmatrijs zijn aangebracht.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de overzetinrichting aan ten minste één zijde is voorzien van eerste aangrijpmiddelen voor het aangrijpen van een folie-vormig label en plaatsing daarvan in een matrijsholte.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de overzetinrichting aan ten minste één zijde is voorzien van tweede aangrijpmiddelen voor het aangrijpen van een product in een matrijsholte. ' ;'i o * Γ. .. ‘f i ·' ) T *··,.·
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij de eerste en/of tweede aangrijpmiddelen pneumatische middelen zijn, in het bijzonder onderdrukmiddelen zoals vacuümmiddelen.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 5 geleidemiddelen zijn aangebracht aan een tijdens gebruik in hoofdzaak stationair deel van de spuitgietmatrijs.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de geleidemiddelen althans gedeeltelijk zijn aangebracht aan ten minste één zijkant van ten minste één deel van de spuitgietmatrijs.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de geleidemiddelen in hoofdzaak zijn voorzien aan de zijde van de spuitgietmatrijs die aansluit op de injector van de spuitgietinrichting.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij geleidemiddelen zijn voorzien aan ten minste twee zijden van framedelen 15 waarin de spuitgietmatrijs is opgespannen.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de spuitgietmatrijs een middendeel en twee aan weerszijden daarvan aangebrachte sluitdelen omvat, waarbij aan weerszijden van het middendeel ten minste één matrijsholte is aangebracht, waarbij de 20 geleidemiddelen aan weerszijden van het middendeel zijn voorzien, bij voorkeur in of op het middendeel.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de overzetinrichting een enigszins U-vormige dwarsdoorsnede heeft, waarvan de poten contramiddelen voor de geleidemiddelen dragen, in het bijzonder 25 glij- of rollagers.
15. Werkwijze voor het spuitgieten van producten met een spuitgietmatrijs, waarbij een spuitgietmatrijs wordt geopend en een overzetinrichting tussen de matrijsdelen wordt bewogen, geleid door ten minste één der matrijsdelen of daarop aangebrachte geleidemiddelen, met 30 welke overzetinrichting ten minste één bewerking wordt uitgevoerd in ten toi87 45 Λ . η minste één deel van ten minste één matrijsholte, waarna de overzetinrichting tussen de matrijsdelen wordt uit wegbewogen, geleid door ten minste een matrijsdeel of daarmee verbonden geleidemiddelen, waarna de spuitgietmatrijs wordt gesloten en in de of elke matrijsholte een product 5 wordt gespuitgiet, waarna de spuitgietmatrijs wordt geopend en de overzetinrichting terug tussen de matrijsdelen wordt bewogen.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij met de overzetinrichting een label in een eerste deel van ten minste één matrijsholte wordt geplaatst en een gereed product uit een tegenovergelegen tweede deel van de 10 betreffende matrijsholte wordt genomen.
17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, waarbij met behulp van de overzetinrichting een insert in ten minste een eerste deel van ten minste één matrijsholte wordt geplaatst, in het bijzonder genoemd label.
18. Werkwijze volgens een der conclusies 15 -17, waarbij ten minste 15 twee overzetinrichtingen tussen de matrijsdelen worden bewogen, in het bijzonder vanaf twee tegenover elkaar gelegen zijden van de spuitgietmatrijs, waarbij met elk der overzetinrichtingen in ten minste éen deel van ten minste één matrijsholte bewerkingen worden uitgevoerd.
19. Overzetinrichting voor gebruik in een inrichting of werkwijze 20 volgens een der voorgaande conclusies.
20. Spuitgietmatrijs voor gebruik in een inrichting of werkwijze volgens de uitvinding, voorzien van geleidemiddelen voor een overzetinrichting. 1018745
NL1018745A 2001-08-13 2001-08-13 Inrichting en werkwijze voor het spuitgieten van producten. NL1018745C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018745A NL1018745C2 (nl) 2001-08-13 2001-08-13 Inrichting en werkwijze voor het spuitgieten van producten.
AT02755986T ATE464169T1 (de) 2001-08-13 2002-08-13 Verfahren und vorrichtung zum spritzgiessen von formkörpern
EP02755986A EP1417085B1 (en) 2001-08-13 2002-08-13 Apparatus and method for injection molding products
US10/486,935 US7302995B2 (en) 2001-08-13 2002-08-13 Apparatus and method for injection-molding products
PCT/NL2002/000543 WO2003016017A1 (en) 2001-08-13 2002-08-13 Apparatus and method for injection molding products
DE60235991T DE60235991D1 (de) 2001-08-13 2002-08-13 Verfahren und vorrichtung zum spritzgiessen von formkörpern
US11/985,287 US20080088068A1 (en) 2001-08-13 2007-11-14 Apparatus and method for injection-molding products

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018745 2001-08-13
NL1018745A NL1018745C2 (nl) 2001-08-13 2001-08-13 Inrichting en werkwijze voor het spuitgieten van producten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018745C2 true NL1018745C2 (nl) 2003-02-20

Family

ID=19773864

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018745A NL1018745C2 (nl) 2001-08-13 2001-08-13 Inrichting en werkwijze voor het spuitgieten van producten.

Country Status (6)

Country Link
US (2) US7302995B2 (nl)
EP (1) EP1417085B1 (nl)
AT (1) ATE464169T1 (nl)
DE (1) DE60235991D1 (nl)
NL (1) NL1018745C2 (nl)
WO (1) WO2003016017A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1711326B1 (en) * 2004-02-05 2014-03-26 Lomont Molding, Inc. Sign arrangement
EP2813342A1 (en) 2009-11-30 2014-12-17 Husky Injection Molding Systems S.A. Molding apparatus
CA2752669C (en) * 2009-12-10 2014-04-01 Husky Injection Molding Systems Ltd. Molded article transfer device
US8616869B2 (en) * 2010-01-11 2013-12-31 Vention Medical, Inc. In-mold labeling apparatus and method

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2576832A1 (fr) * 1985-02-06 1986-08-08 Dromigny Pierre Systeme d'amenee d'une pellicule, formant revetement au moins partiel d'un objet moule, dans un moule
US4690630A (en) * 1986-03-25 1987-09-01 Ceraver Device for stripping from a mold a composite electrical insulator
EP0341111A1 (fr) * 1988-05-04 1989-11-08 D.E.M.O. Dispositif pour la mise en place d'inserts dans un moule
JPH08127027A (ja) * 1994-10-31 1996-05-21 Pentel Kk 金型へのワーク挿入用フィンガー装置
US5709833A (en) * 1994-06-22 1998-01-20 Husky Injection Molding Systems Ltd. Pivoting workpiece removal method
US5753280A (en) * 1996-06-28 1998-05-19 Husky Injection Molding Systems Ltd. Compact and torque free side entry trolley robot
DE19848334A1 (de) * 1998-10-20 2000-04-27 Karl Hehl Spritzgießmaschine mit einem Handhabungsgerät
DE19854663A1 (de) * 1998-11-26 2000-06-08 Richard Herbst Verfahren zum Herstellen eines mit einer Folie versehenen Kunststoff-Spritzgußteils sowie dementsprechende Spritzgießanlage
JP2000301566A (ja) * 1999-04-21 2000-10-31 Dainippon Printing Co Ltd 射出成形同時絵付方法及び装置

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4368018A (en) * 1981-10-14 1983-01-11 Husky Injection Molding Systems Inc. Transporter for injection-molded parts or inserts therefor
US4710116A (en) * 1985-02-06 1987-12-01 Pierre Dromigny System for feeding film, forming a partial coating at least of a molded object, into a mold
JPS6426420A (en) * 1987-07-23 1989-01-27 Nissha Printing Device for injection molding and simultaneous decorating and manufacture of injection-molded and simultaneously decorated product
US5185119A (en) * 1988-01-29 1993-02-09 Husky Injection Molding Systems Ltd. Injection molding process
DE4141644A1 (de) * 1991-12-17 1993-06-24 Knauer Systec Eng Gmbh Verfahren und vorrichtung zum spritzgiessen von kunststoffbechern
FR2699887B1 (fr) * 1992-12-30 1995-01-27 Rg Plastiques Procédé et dispositif pour amener et déposer dans un moule une étiquette sur un objet moulé.
NL1001868C2 (nl) * 1995-12-11 1997-06-12 Den Brink B V Van Inrichting voor het uitnemen van produkten uit een spuitgietmatrijs.
JPH11309766A (ja) * 1998-04-30 1999-11-09 Dainippon Printing Co Ltd 射出成形同時絵付方法及び装置
CH693110A5 (de) * 1998-07-31 2003-02-28 Schneeberger Holding Ag Wagen einer Linearbewegungsführung.

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2576832A1 (fr) * 1985-02-06 1986-08-08 Dromigny Pierre Systeme d'amenee d'une pellicule, formant revetement au moins partiel d'un objet moule, dans un moule
US4690630A (en) * 1986-03-25 1987-09-01 Ceraver Device for stripping from a mold a composite electrical insulator
EP0341111A1 (fr) * 1988-05-04 1989-11-08 D.E.M.O. Dispositif pour la mise en place d'inserts dans un moule
US5709833A (en) * 1994-06-22 1998-01-20 Husky Injection Molding Systems Ltd. Pivoting workpiece removal method
JPH08127027A (ja) * 1994-10-31 1996-05-21 Pentel Kk 金型へのワーク挿入用フィンガー装置
US5753280A (en) * 1996-06-28 1998-05-19 Husky Injection Molding Systems Ltd. Compact and torque free side entry trolley robot
DE19848334A1 (de) * 1998-10-20 2000-04-27 Karl Hehl Spritzgießmaschine mit einem Handhabungsgerät
DE19854663A1 (de) * 1998-11-26 2000-06-08 Richard Herbst Verfahren zum Herstellen eines mit einer Folie versehenen Kunststoff-Spritzgußteils sowie dementsprechende Spritzgießanlage
JP2000301566A (ja) * 1999-04-21 2000-10-31 Dainippon Printing Co Ltd 射出成形同時絵付方法及び装置

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1996, no. 09 30 September 1996 (1996-09-30) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2000, no. 13 5 February 2001 (2001-02-05) *

Also Published As

Publication number Publication date
WO2003016017A1 (en) 2003-02-27
DE60235991D1 (de) 2010-05-27
US20040238149A1 (en) 2004-12-02
EP1417085A1 (en) 2004-05-12
US7302995B2 (en) 2007-12-04
EP1417085B1 (en) 2010-04-14
ATE464169T1 (de) 2010-04-15
US20080088068A1 (en) 2008-04-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20030094732A1 (en) Self-contained frameless rotating mold support
CA2115516C (en) Multiple-injection molding using single-injection machines
NL8301782A (nl) Vormsluiteenheid aan een kunststof-spuitgietmachine met een inrichting voor het verwisselen van de spuitgietvorm.
NL1018745C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het spuitgieten van producten.
BE1007893A7 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van plastiekvoorwerpen, in het bijzonder van voorvormelingen.
NL1021838C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van houders.
EP0907489B1 (en) Improvement in injection molding apparatus
JP2002505242A (ja) 成形部分を受容しかつ搬送するための装置
JPH0316257B2 (nl)
GB2093757A (en) Injection molding machine
JP2671356B2 (ja) 成形装置
JP3843801B2 (ja) ダイカスト装置の型開装置
JP2006181945A (ja) インサート成形装置、インサート成形用端子材およびインサート成形方法
SU1303430A1 (ru) Литьева форма дл изготовлени полимерных изделий с поднутрени ми
JPS62290512A (ja) 成形品取出し装置
RU2000207C1 (ru) Литьева форма дл изготовлени полимерных изделий с боковыми отверсти ми
JP3560218B2 (ja) 成形装置
JP2678227B2 (ja) リードフレームのディゲート方法及びリードフレームのディゲート装置
SU1470552A1 (ru) Литьева форма дл изготовлени изделий из пластмасс
SU1525012A1 (ru) Устройство дл сбрасывани пластмассовых изделий с выталкивателей литьевой машины
NL1012870C2 (nl) Spuitgietmatrijs voorzien van verbeterde uitstootinrichting.
JPH07156187A (ja) 嵌合プラスチック成形品の成形連結方法及びその金型装置
RU2110360C1 (ru) Пресс-форма для литья под давлением
JP3703128B2 (ja) 成型品取出し機及び取出し方法
JPH10138299A (ja) 射出成形金型

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Owner name: I-PAC PATENTS B.V.

Effective date: 20060201

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110301