NL8301106A - Continue en automatische werkwijze voor het vormen van chocoladeblokken met sierende reliefvorm en een inrichting voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Continue en automatische werkwijze voor het vormen van chocoladeblokken met sierende reliefvorm en een inrichting voor het vervaardigen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL8301106A
NL8301106A NL8301106A NL8301106A NL8301106A NL 8301106 A NL8301106 A NL 8301106A NL 8301106 A NL8301106 A NL 8301106A NL 8301106 A NL8301106 A NL 8301106A NL 8301106 A NL8301106 A NL 8301106A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mold
chocolate
chocolate material
molds
cooling
Prior art date
Application number
NL8301106A
Other languages
English (en)
Other versions
NL184143B (nl
NL184143C (nl
Original Assignee
Akutagawa Confectionery
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Akutagawa Confectionery filed Critical Akutagawa Confectionery
Publication of NL8301106A publication Critical patent/NL8301106A/nl
Publication of NL184143B publication Critical patent/NL184143B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL184143C publication Critical patent/NL184143C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G1/00Cocoa; Cocoa products, e.g. chocolate; Substitutes therefor
    • A23G1/30Cocoa products, e.g. chocolate; Substitutes therefor
    • A23G1/50Cocoa products, e.g. chocolate; Substitutes therefor characterised by shape, structure or physical form, e.g. products with an inedible support
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G1/00Cocoa; Cocoa products, e.g. chocolate; Substitutes therefor
    • A23G1/04Apparatus specially adapted for manufacture or treatment of cocoa or cocoa products
    • A23G1/20Apparatus for moulding, cutting, or dispensing chocolate
    • A23G1/201Apparatus not covered by groups A23G1/21 - A23G1/28
    • A23G1/205Apparatus in which the material is shaped at least partially in a mould, in the hollows of a surface, a drum, an endless band or by drop-by-drop casting or dispensing of the material on a surface, e.g. injection moulding, transfer moulding
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G1/00Cocoa; Cocoa products, e.g. chocolate; Substitutes therefor
    • A23G1/04Apparatus specially adapted for manufacture or treatment of cocoa or cocoa products
    • A23G1/20Apparatus for moulding, cutting, or dispensing chocolate
    • A23G1/22Chocolate moulds
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G1/00Cocoa; Cocoa products, e.g. chocolate; Substitutes therefor
    • A23G1/30Cocoa products, e.g. chocolate; Substitutes therefor
    • A23G1/50Cocoa products, e.g. chocolate; Substitutes therefor characterised by shape, structure or physical form, e.g. products with an inedible support
    • A23G1/54Composite products, e.g. layered laminated, coated, filled
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G3/00Sweetmeats; Confectionery; Marzipan; Coated or filled products
    • A23G3/02Apparatus specially adapted for manufacture or treatment of sweetmeats or confectionery; Accessories therefor
    • A23G3/20Apparatus for coating or filling sweetmeats or confectionery
    • A23G3/2007Manufacture of filled articles, composite articles, multi-layered articles
    • A23G3/2023Manufacture of filled articles, composite articles, multi-layered articles the material being shaped at least partially in a mould, in the hollows of a surface, a drum, an endless band or by drop-by-drop casting or dispensing of the materials on a surface or an article being completed
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G3/00Sweetmeats; Confectionery; Marzipan; Coated or filled products
    • A23G3/02Apparatus specially adapted for manufacture or treatment of sweetmeats or confectionery; Accessories therefor
    • A23G3/20Apparatus for coating or filling sweetmeats or confectionery
    • A23G3/2007Manufacture of filled articles, composite articles, multi-layered articles
    • A23G3/2023Manufacture of filled articles, composite articles, multi-layered articles the material being shaped at least partially in a mould, in the hollows of a surface, a drum, an endless band or by drop-by-drop casting or dispensing of the materials on a surface or an article being completed
    • A23G3/2046Mould conveyor, e.g. with the associated moulds
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G3/00Sweetmeats; Confectionery; Marzipan; Coated or filled products
    • A23G3/02Apparatus specially adapted for manufacture or treatment of sweetmeats or confectionery; Accessories therefor
    • A23G3/28Apparatus for decorating sweetmeats or confectionery
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2995/00Properties of moulding materials, reinforcements, fillers, preformed parts or moulds
    • B29K2995/0003Properties of moulding materials, reinforcements, fillers, preformed parts or moulds having particular electrical or magnetic properties, e.g. piezoelectric
    • B29K2995/001Electrostatic

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Confectionery (AREA)

Description

* » ’ Ν.0. 31733 1
Continue en automatische werkwijze voor het vormen van chocoladeblokken met sierende reliëfvorm en een inrichting voor het vervaardigen daarvan.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het vormen van chocolade, en in het bijzonder op een werkwijze en het inrichting voor het middels een continu automatisch stelsel vormen van chocoladeblokken die elk een sierende reliëfvorm 5 hebben, vervaardigd uit eerste chocolademateriaal met één kleur en een lijfdeel dat de sierende reliëfvorm draagt en vervaardigd uit een tweede chocolademateriaal met andere kleur.
Bij een bekende werkwijze voor het vormen van een chocoladeblok met een sierende reliëfvorm, wordt een eerste chocolademateriaal voor 10 het vormen van een sierende reliëfvorm verwarmd om in vloeibare toestand te geraken en dan in een eerste of benedenvorm gegoten, welke vorm een glad bovenvlak heeft en een of meer ingegraveerde holten die de sierende reliëfvorm, zoals gewenste modellen of letters, vormen. Na het verwijderen van het bovenvlak van de eerste vorm, wordt het eerste 15 chocolademateriaal enigermate afgekoeld, en een tweede of bovenvorm met een of meer doorgaande openingen wordt op de eerste vorm geplaatst.
Voordat het eerste chocolademateriaal dat in de holten van de eerste vorm aanwezig is gestold is, wordt een tweede chocolademateriaal met een kleur die verschillend is van die van het eerste chocolademateriaal 20 verwarmd om in vloeibare toestand gebracht te worden en dan in de doorgaande openingen van de tweede vorm gegoten. Nadat het eerste en tweede chocolademateriaal gekristalliseerd en gestold zijn, wordt de bovenvorm verwijderd van de benedenvorm om het gevormde chocoladeblok uit de gecombineerde vormen te verwijderen. Het in vloeibare toestand gebrachte 25 tweede chocolademateriaal heeft echter de neiging in de spleet door te dringen die onvermijdelijk gevormd wordt bij het scheidingsvlak tussen het bovenvlak van de benedenvorm en het ondervlak van de bovenvorm. Het binnendringende tweede chocolademateriaal hecht aan het bovenvlak van de benedenvorm en aan het ondervlak van de bovenvorm, of hecht zich aan 30 het lijfdeel van het gevormde chocoladeblok en vormt een gietnaad. Indien een aanzienlijke hoeveelheid van het tweede chocolademateriaal zich aan het bovenvlak van de benedenvorm hecht in de nabijheid van de holte die de siervorm vormt, wordt het aanhechtende tweede chocolademateriaal dat in kleur en in kwaliteit verschillend is van het eerste 35 chocolademateriaal gemengd met het eerste chocolademateriaal bij de schraapstap van de volgende bedrijfscyclus, waardoor de kwaliteit en de uiterlijk van het artikel verslechtert, hetgeen tot een verlies in com- 8301106 2
* V
merciële waarde van het artikel leidt. Teneinde het overgebleven tweede chocolademateriaal dat gehecht is aan het bovenvlak van de benedenvorm dat de holten voor het vormen van de siervorm omgeeft , te verwijderen, moet de benedenvorm met warm water gespoeld worden gevolgd door drogen 5 voordat deze opnieuw gebruikt wordt in de volgende bedrijfscyclus. Vanwege deze reden omvat de gebruikelijke werkwijze voor het vormen van chocolade waarbij de sierende reliëfvorm vervaardigd wordt uit een eerste chocolademateriaal met één kleur en het lijfdeel vervaardigd wordt van een tweede chocolademateriaal met een tweede kleur, wezenlijk de 10 stap van het spoelen van de benedenvormen met warm water en de stap van het drogen van gespoelde benedenvormen. Als gevolg daarvan is het onmogelijk om een eenvoudig geautomatiseerd stelsel voor het continu en automatisch een voor een vormen van chocoladeblokken door het steeds opnieuw gebruiken van de benedenvormen, te verwezenlijken.
15 Hoewel overwogen is om het tweede chocolademateriaal dat aan de benedenvorm gehecht is af te schrapen met het gebruik van een ander schraaporgaan nadat het gevormde chocoladeblok daarvan verwijderd is, wordt de benedenvorm door de wrijving met het schraaporgaan geladen met statische elektriciteit waardoor fijne afgebroken deeltjes van het 20 tweede chocolademateriaal aangetrokken worden. Het is bijgevolg moeilijk het zich eenmaal hechtende tweede chocolademateriaal volledig van de benedenvormen af te schrapen middels de bekende werkwijze. Het is niet aanbevelenswaardig om het gestolde chocolademateriaal dat aan de eerste vormen hecht te verwijderen, aangezien de bovenvlakken van de 25 benedenvormen beschadigd worden of verslijten door het schraporgaan of het gestolde chocolademateriaal.
Een ander nadeel van de bekende werkwijze is dat een moeilijke behandeling vereist is om de bramen, die aan het gevormde chocolade-arti-kel hechten, te verwijderen, om de commerciële waarde van het artikel 30 te handhaven.
Het is een hoofddoel van deze uitvinding om een continue en automatische werkwijze en inrichting te verschaffen voor het vormen van chocoladeblokken die elk een sierende reliëfvorm met één kleur die een gewenst model vormt omvatten, zoals een letter of figuur, en gedragen 35 worden door een lijf van chocolademateriaal met verschillende kleur.
Het is een ander doel van deze uitvinding om een continue en automatische werkwijze en inrichting te verschaffen voor het vormen van chocoladeblokken die elk een sierend reliëfvorm met één kleur die het gewenste ontwerp zoals een letter of figuur vormt, omvatten en gedragen 40 wordt door een lijf van chocolademateriaal met een andere kleur, waar- 8301106 3 * · * * : bij het chocolademateriaal voor het vormen van het lijfdeel van het chocoladeblokartikel dat in het scheidingsvlak tussen het bovenvlak van de eerste vorm waarin de sierende vorm aangebracht is en het benedenvlak van de tweede vorm met de holte voor het bevatten van het tweede 5 chocolademateriaal voor het lijf van het chocoladeblok, doorsijpelt of binnendringt in staat gesteld wordt om slechts aan de tweede vorm te hechten zodat de eerste vorm vrij van aanhechtingen van het eerste chocolademateriaal is om de spoel- en daarop volgende droogstappen of de stap van het afschrapen van het aangehechte gestolde tweede chocolade-10 materiaal uit te sluiten.
Het is bovendien een ander doel van deze uitvinding om een continue en automatische werkwijze en inrichting te verschaffen voor het vormen van een chocoladeblok met een sierende reliëfvorm en met een lijfdeel dat vrij van bramen is.
15 Het is een verder doel van deze uitvinding om een continue en automatische werkwijze en inrichting te verschaffen voor het vormen van een chocoladeblok vervaardigd uit eerste en tweede chocoladematerialen, welke niet samengemengd worden om een scherpe reliëfvorm te vormen.
Bovenstaande en andere doeleinden van de uitvinding zullen duide-20 lijk worden uit de volgende beschrijving van de uitvinding.
Een continue en automatische werkwijze voor het vormen van choco-ladeblokken die elk een sierende reliëfvorm omvatten, vervaardigd uit een eerste chocolademateriaal met één kleur en een lijfdeel dat de sierende reliëfvorm draagt en vervaardigd is van een tweede chocolademate-25 riaal met een andere kleur, omvat volgens de uitvinding de volgende stappen: (a) het achtereenvolgens gieten van een eerste chocolademateriaal voor het vormen van de sierende reliëfvorm in een veelheid van eerste vormen die elk een bovenvlak hebben voorzien van tenminste een vormholte, waarbij tenminste het deel van het bovenvlak dat de vormhol-30 te omgeeft in hoofdzaak vlak en glad is; (b) het achtereenvolgens schrapen van de bovenvlakken van de eerste vormen om het eerste chocolademateriaal in de vormholtes te persen en om de overmaat eerste chocolademateriaal weg te schrapen; (c) het achtereenvolgens afkoelen van het eerste chocolademateriaal dat in de desbetreffende eerste vormen 35 aanwezig is; (d) het achtereenvolgens plaatsen van een tweede vorm op elk van de eerste vormen voordat het eerste chocolademateriaal gestold is, waarbij elk van de tweede vormen tenminste een doorgaande opening heeft, die een vormholte begrenst en een benedenvlak heeft waarvan tenminste het deel dat de doorgaande opening begrenst een in hoofdzaak 40 vlak ruw oppervlaktedeel vormt; (e) het achtereenvolgens gieten van een 8301106 4 tweede chocolademateriaal voor het vormen van het lijfdeel in betreffende doorgaande openingen van de tweede vormen voordat het eerste chocolademateriaal gestold is om het tweede chocolademateriaal dat in het scheidingsvlak tussen het bovenvlak van de eerste vorm en het ondervlak 5 van elke tweede vorm doorsijpelt in staat te stellen om slechts aan het ruwe oppervlaktedeel te hechten dat gevormd is op het ondervlak van elke tweede vorm; (f) het achtereenvolgens koelen van het eerste en tweede chocolademateriaal dat aanwezig is in de desbetreffende gecombineerde eerste en tweede vormen om dat te doen stollen om voortgebrachte 10 chocoladeblokken te vormen die elk de sierende reliëfvorm hebben; en (g) het achtereenvolgens verwijderen van de voortgebrachte chocoladeblokken uit de vormen.
Een inrichting voor het continu en automatisch vormen van een cho-coladeblok omvattende een sierende reliëfvorm vervaardigd uit een eer-15 ste chocolademateriaal met êin kleur en een lijfdeel dat de sierende reliëfvorm draagt en vervaardigd is van een tweede chocolademateriaal met een andere kleur, omvat volgens de onderhavige uitvinding: (a) transporteurmiddelen voor het daarop dragen van een veelheid van eerste vormen die achtereenvolgens met tussenruimte geplaatst zijn, waarbij 20 elke vorm een bovenvlak heeft dat voorzien is van tenminste een vorm-holte, waarbij tenminste het deel van het bovenvlak dat de vormholte omgeeft in hoofdzaak vlak en glad is; (b) middelen voor het gieten van een in vloeibare toestand gebracht eerste chocolademateriaal voor het een voor een vormen van de sierende reliëfvorm in elk van de vormholten 25 van de vorm; (c) schraapmiddelen voor het schrapen van het bovenoppervlak van de eerste vorm om het eerste chocolademateriaal in de ingekerfde vormholte te persen en om de overmaat eerste chocolademateriaal weg te schrappen; (d) een eerste koelorgaan voor het koelen van het eerste chocolademateriaal aanwezig in de vormholte van de eerste vorm; 30 (e) middelen voor het plaatsen van een tweede vorm op zijn plaats op de eerste vorm, welke tweede vorm tenminste een doorgaande opening heeft die een vormholte begrenst en een bodemvlak heeft waarvan tenminste het deel dat de doorgaande opening omgeeft een vlak ruw oppervlaktedeel vormt; (f) middelen voor het gieten van een in fluïdumtoestand gebracht 35 tweede chocolademateriaal door de doorgaande opening in de tweede vorm die gecombineerd is met de eerste vorm; (g) een tweede koelorgaan voor het achtereenvolgens koelen van het eerste en tweede chocolademateriaal dat in de gecombineerde eerste en tweede vormen aanwezig is om dit te stollen; en (h) middelen voor het verwijderen van het gestolde eerste 40 en tweede chocolademateriaal uit de vormen om een êên geheel vormend 8301106 «* 5 voortgebracht chocoladeblok te verkrijgen.
De uitvinding zal hieronder aan de hand van een uitvoeringsvoor-beeld beschreven worden met verwijzing naar de tekeningen, waarin: figuur 1 een schematisch aanzicht is dat de algemene constructie 5 van de inrichting volgens deze uitvinding toont; figuur 2 een dwarsdoorsnede is, die een deel van de eerste vorm toont waarin het eerste chocolademateriaal gegoten wordt en dan in de vormholte door de giet en schraaphandelingen geperst wordt; figuur 3 een perspectivisch aanzicht is dat een deel van het on-10 dervlak van de tweede vorm toont; figuur 4 een dwarsdoorsnede is die een deel van de gecombineerde eerste en tweede vormen toont, waarin het eerste en tweede chocolademateriaal opgenomen zijn; en figuur 5 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht is, 15 dat een deel van de eerste vorm en een deel van de tweede vorm toont, waarbij de eerste vorm van de tweede vorm gescheiden is en het gevormde chocoladeblok gedragen wordt door de tweede vorm.
üit figuur 1 blijkt, dat een transporteur 1 een veelheid van beneden- of eerste vormen 4 draagt, die met vooraf bepaalde tussenruimten 20 aangebracht zijn. Hoewel een eindloze bandtransporteur gebruikt wordt in de afgebeelde uitvoering/ kan elk ander transportmiddel, zoals ket-tingtransporteur, gebruikt worden. De transporteur 1 wordt intermitterend bewogen door een combinatie van een afhankelijk van de tijd sturend orgaan en een drijfwerk (niet afgebeeld). Elk van de eerste vormen 25 4 heeft een in hoofdzaak plat en glad bovenvlak 3, zoals in figuur 2 afgebeeld is, en het bovenvlak is van tenminste een vormholte 2 voorzien voor het bevatten van een eerste chocolademateriaal dat een sierende reliëfvorm vormt. Tenminste het deel van het bovenvlak 3 dat de vormholte 2 omgeeft moet plat en glad zijn, maar het hele bovenvlak 3 30 van de eerste vorm 4 kan in hoofdzaak plat en glad zijn en het is voldoende dat het bovenvlak 2 een vorm heeft die geschikt is om nauwsluitend te passen bij het ondervlak van een tweede of bovenvorm, hetgeen hierna in detail beschreven zal worden. Algemeen gebruikte materialen voor de eerste vorm 4 zijn kunstharsen, zoals polystyreen of polycarbo-35 naat, en metalen.
Een houder 5 voor het opslaan van een in vloeibare toestand gebracht eerste chocolademateriaal 6 is boven de transporteur 1 aangebracht, en het in vloeibare toestand gebrachte eerste chocolademateriaal 6 wordt aan de eerste vorm 4 toegevoerd, die in de stand precies 40 beneden de houder 5 bewogen is, in een hoeveelheid die in hoofdzaak ge- 83 0 1 1 0 6 ψ 6 lijk is aan het volume van de vormholte 2.
Hoewel aan een zogenaamd wit chocolademateriaal de meeste voorkeur gegeven wordt als het eerste chocolademateriaal, is het eerste chocolademateriaal niet beperkt tot het witte chocolademateriaal maar kan ge-5 kozen worden uit een verscheidenheid van chocolademateriaalsoorten met door het toevoegen van eetbare pigmentsoorten gewenste kleuren. Het eerste chocolademateriaal 6 dat in de houder 5 aanwezig is, is voorbehandeld middels de bekende concheer en warmtebehandelingsstappen en wordt op een temperatuur van ongeveer 29-31^0 gehouden om in vloeibare 10 toestand te geraken.
Bij het stroomafwaartse einde in de looprichting van de transporteur 1 (de looprichting van de transporteur 1 wordt aangegeven door de getrokken pijl in figuur 1), is een schraaporgaan 7 aangebracht om het bovenvlak 3 van de eerste vorm 4 te schrapen om het eerste chocoladema-15 teriaal 6 in de vormholte 2 te persen en om de overmaat eerste chocolademateriaal 6 weg te schrapen. Het schraaporgaan 7 kan vervaardigd zijn uit schraapband of uit een strook veerkrachtig materiaal, bijvoorbeeld een rubbersoort of een synthetisch harssoort, en zich loodrecht op de looprichting van de transporteur 1 uitstrekken en geschikt zijn om in 20 aanraking te komen met het bovenvlak 3 van de eerste vorm 4 wanneer elke vorm 4 langs de schraapstrook gaat. De schraapstrook kan in de richting tegengesteld aan de looprichting van de transporteur 1 bewogen worden indien een snelle schraaphandeling gewenst is. Anders is één einde van de schraapstrook draaibaar bevestigd en wordt de schraap-25 strook om de draaias gezwenkt.
De eerste vorm 4 die het eerste chocolademateriaal in de vormholte 2 draagt, zoals afgeheeld in figuur 2, wordt vervolgens door een eerste koelorgaan 8 geleid. De temperatuur in het eerste koelorgaan 8 kan afhankelijk van het soort en de dikte van het eerste chocolademate-30 riaal aanwezig in de vormholte 2 van de vorm 4 gewijzigd worden, en wordt in het algemeen op ongeveer 4 a 7°C gehouden. Het koelorgaan 8 heeft een zodanige lengte dat elke eerste vorm 4 die het eerste chocolademateriaal bevat daarin gedurende een verblijftijd van in hoofdzaak 2 a 3 minuten gehouden wordt, gedurende welke de oppervlaktetemperatuur 35 van het eerste chocolademateriaal snel tot 18 a 22°C afgekoeld wordt en de basis vormende oliën en vetten die in het eerste chcocolademateriaal aanwezig zijn, kristalliseren om fijne kristallieten te vormen. Een trilorgaan 9 kan aanwezig zijn om de eerste vorm 4 tijdens de koelhan-deling te trillen om luchtbelletjes uit het eerste chocolademateriaal 40 te verwijderen. Het eerste chocolademateriaal moet door deze afkoelstap 8301106 7
4S
niet gestold worden, maar de afkoeling wordt teweeg gebracht om de op-pervlaktetemperatuur van het eerste chocolademateriaal snel tot ongeveer 18 a 22°C af te koelen en om de basis vormende oliën en vetten die in het chocolademateriaal aanwezig zijn te kristalliseren. De lengte 5 van het koelorgaan 8 wordt zo geregeld of de loopsnelheid van de transporteur 1 wordt zo gestuurd dat de eerste vorm 4 door het koelorgaan 8 gaat terwijl het kristalliseren van de basis vormende oliën en vetten in het eerste ehcocolademateriaal nog steeds plaats vindt.
In de nabijheid van het eerste koelorgaan 8, is een inrichting 14 10 aangebracht voor het achtereenvolgens plaatsen van boven- of tweede vormen 10 op overeenkomstige eerste vormen 4. Zoals in figuur 3 getoond, heeft elke tweede vorm 10 tenminste een doorgaande opening 11, welke een vormholte vormt, die de uiteindelijke gedaante van het gevormde chocoladeblok bepaalt. De diepte van de doorgaande opening 11 is 15 niet kritisch en kan gewijzigd worden teneinde een voortgebracht chco-coladeblok te verkrijgen met een gewenste dikte. De tweede vorm 10 heeft een ondervlak 13, en het deel van het ondervlak 13 dat de doorgaande opening 11 omgeeft is in hoofdzaak vlak of plat en ruw om een ruw oppervlaktegebied 12 te vormen. Het ruwe oppervlaktegebied 12 hoeft 20 zich niet noodzakelijkerwijs over het hele ondervlak 13 uit te strek- * ken. Het hele ondervlak 13 van de tweede vorm 10 kan echter gevormd ► worden door het ruwe oppervlaktegebied. Het is niet wezenlijk dat alle gebieden van het bovenvlak 3 van de eerste vorm 4 en het ondervlak 13 van de tweede vorm 10 vlak of plat zijn, maar het is voldoende dat ten-25 minste het deel van het bovenvlak 3 van de eerste vorm 4 dat de holte 2 omgeeft vlak en glad is en dat tenminste het deel van het ondervlak 13 dat de opening 11 omgeeft van de tweede vorm 10 plat of vlak en ruw is, zodat de tweede vorm 10 op de eerste vorm 4 geplaatst wordt, terwijl het bovenvlak 3 in nauwe aanraking is met het ondervlak 13 om gecombi-30 neerde vormen te vormen. De tweede vorm 10 kan in het algemeen vervaardigd zijn uit een kunststofhars, zoals polystyreen of polycarbonaat, of een metaal. Het ruwe vlak 12 kan gevormd worden door het in êén richting of in verschillende richtingen van krassen voorzien van het ondervlak 13 van de tweede vorm 10 met gebruik van schuurpapier of een 35 slijpinrichting. De mate van ruwheid is niet kritisch. Om het in vloeibare toestand gebrachte tweede chocolademateriaal in staat te stellen selectief een stevig slechts aan het ruwe oppervlak van de tweede vorm te hechten, moet de diepte van de krassen echter bij voorkeur in het bereik tussen 50 micron en 2 mm liggen, meer in het bijzonder tussen 40 100 en 300 micron liggen. In de afgebeelde uitvoering uit figuur 1, 8301106
_L
8 wordt een veelheid van tweede vormen op de inrichting 14 gestapeld om achtereenvolgens een voor een op zijn plaats gecombineerd te worden met bijbehorende eerste vormen 4 wanneer de eerste vormen 4 intermitterend naar de stand precies onder de inrichting 14 bewogen worden.
5 Een tweede chocolademateriaal 15 is aanwezig in een tweede houder 16 die dichtbij de inrichting 14 aangebracht is en wordt in de houder 16 in een toestand opgeslagen die overeenkomt met die hiervoor beschreven met betrekking tot de toestand van het eerste chocolademateriaal. Het tweede chocolademateriaal 15 wordt in de doorgaande opening 11 van 10 de tweede vorm 10 geschonken of gegoten in een hoeveelheid die in hoofdzaak gelijk is aan het volume van de vormholte die bepaald wordt door de doorgaande opening 11 indien een van de tweede vormen 10 precies onder de tweede houder 16 geplaatst is, terwijl het eerste chocolademateriaal dat niet gestold is en waarvan de basis vormende oliën en 15 vetten die daarin aanwezig zijn nog steeds kristalliseren, aanwezig is.
Hoewel niet in de tekeningen afgebeeld, kunnen middelen voor het schrapen van het bovenvlak van elk van de tweede vormen 10 aanwezig zijn. Figuur 4 toont het tweede chocolademateriaal 15 gegoten in de ge-20 combineerde eerste en tweede vormen 4 en 10. Het tweede chocolademateriaal kan een gewoon bruin chocolademateriaal zijn of kan een veelheid van chocolademateriaalsoorten omvatten met een kleur die afwijkt van die van het eerste chocolademateriaal. Om echter een chocoladeblok voort te brengen met een sierende reliëfvorm bestaande uit het eerste 25 chocolademateriaal dat als êin geheel verbonden is met het tweede chocolademateriaal dat het lijfdeel van het chocoladeblok vormt, moeten de hoeveelheid en het soort basis vormende oliën en vetten die aanwezig zijn in het eerste en tweede chocolamateriaal bepaald worden met het in acht nemen van de smeltpunten en het percentage krimp daarvan. De hoe-30 veelheid en het soort basis vormende oliën en vetten moeten gestuurd worden om een uiteindelijk chocoladeblok voort te brengen dat een scherpe reliëfvorm heeft met een kleur die in goed contrast is met de kleur van het lijfdeel. Met betrekking hiermee wordt verwezen naar de samenhangende Japanse octrooiaanvrage nr. 57839/1981, waarin een samen-35 hangende uitvinding van de aanvraagster wordt beschreven. Overeenkomstig aan het eerste chocolademateriaal, wordt het tweede chocolademateriaal bij een temperatuur van in hoofdzaak 29-31°C opgeslagen in de tweede houder 16. De opslagtemperatuur is hiertoe echter niet beperkt, maar slechts het zich in vloeibare toestand bevinden van het chocolade-40 materiaal is van belang.
8301106 * » 9
Vervolgens gaan de gecombineerde eerste en tweede vormen 4 en 10 door een tweede koeler terwijl de transporteur 1 intermitterend beweegt j waarna het eerste en tweede chocolademateriaal gestold wordt om een één geheel vormend chocoladeblok te vormen. De temperatuur en de 5 tijd voor het koelen om het chocoladeblok te stollen worden afhankelijk van de dikte van het lijfdeel van het blok, gewijzigd, en het kost in het algemeen ongeveer 15 a 25 minuten om het chocolademateriaal dat bij een temperatuur van 29-31° gegoten is te stollen, in een koeler die op 4 a 7°G gehouden wordt. Een trilorgaan 18 kan aanwezig zijn om de ge-10 combineerde eerste en tweede vormen 4 en 10 tijdens deze tweede koel-stap te trillen om zo luchtbelletjes in het tweede chocolademateriaal te verwijderen.
Vervolgens wordt de tweede vorm 10 naar boven gebracht door een scheidingsorgaan 19 voor vormen, terwijl de eerste vorm 4 op de trans-15 porteur achterblijft, waardoor het gestolde eerste chocolademateriaal 6 dat hecht aan het gestolde tweede chocolademateriaal 15 uit de eerste vorm 4 genomen wordt, zoals in figuur 5 afgebeeld is. Aangezien de zijwand van de doorgaande opening 11 van de tweede vorm 10 zodanig enigszins taps is dat de doorgaande opening 11 zich naar boven uitbreidt, 20 wordt het chocoladeblok door de tweede vorm 10 gedragen. Het gevormde chocoladeblok dat een sierende reliëfvorm heeft kan uit de tweede vorm 10 verwijderd worden door de tweede vorm 10 om te keren.
Het belangrijke voordeel dat verkregen wordt door deze uitvinding bestaat erin dat al het wegsijpelende tweede chocolademateriaal 15 dat 25 in de scheidingsspleet binnendringt die onvermijdelijk gevormd wordt tussen het bovenvlak 3 van de benedenvorm 4 en het ondervlak 13 van het bovenvlak 10, slechts aan het ruwe oppervlaktedeel 12 van het ondervlak 13 van de bovenvorm 10, die de doorgaande opening 11 omgeeft, hecht en niet aan het gladde bovenvlak 3 van de benedenvorm 4 hecht, en dat het 30 tweede chocolademateriaal 15 dat zich zo aan het ruwe oppervlaktedeel 12 van de bovenvorm 10 hecht in zijn geheel bevestigd is aan de vergrote oppervlaktegebieden van de krassen en dan krimpt door koelen om in de concave delen van het ruwe oppervlaktedeel 12 opgesloten te worden, waardoor het vlakke en gladde bovenvlak 3 van de benedenvorm 4 vrijge-35 houden wordt van tweede chocolademateriaal 15. Daarom is volgens de onderhavige uitvinding de enige handeling die vereist is voor het voorbereiden voor de volgende vormcyclus het verwijderen van het tweede chocolademateriaal 15 dat aan het ondervlak 13 van de bovenvorm 10 gehecht is, en het is niet vereist om de benedenvorm 4 te reinigen. De tijdro-40 vènde spoel en drooghandelingen of de moeizame schraaphandeling die an- 8301106 i _ w - 10 ders bij de bekende werkwijze horen, kunnen bijgevolg uitgesloten worden. Bovendien kan zelfs de stap van het reinigen van de bovenvorm 4 achterwege gelaten worden totdat de omvang van het aangehechte tweede chocolademateriaal een wezenlijke grootte bereikt waarbij nauwe aan-5 grijping tussen het bovenvlak 3 van de benedenvorm 4 en het ondervlak 13 van het bovenvorm 10 belemmerd zou worden.
Een verder voordeel verkregen door deze uitvinding is dat het eerste chocolademateriaal 6 niet gemengd wordt met het tweede chocolademateriaal 15 bij de volgende cyclische handeling van het gieten van het 10 eerste chocolademateriaal 6 in de ingekerfde holte 2 van de benedenvorm 4 gevolgd door het schrapen om het eerste chocolademateriaal 6 in de holte 2 te persen. Als gevolg daarvan heeft het chocoladeblok dat voortgebracht is in overeenstemming met de onderhavige uitvinding een scherpe en onderscheidende sierende vorm zonder het gevaar dat de re-15 liëfvorm die vervaardigd is uit het eerste chocolademateriaal 6 bevlekt wordt door het gemengde tweede chocolademateriaal 15. Een ander voordeel dat verkregen wordt door de onderhavige uitvinding is dat de levensduur van de benedenvorm 4 verlengd kan worden, aangezien het bovenvlak 3 van de benedenvorm 4 niet noodzakelijkerwijs gereinigd moet wor-20 den door een spatel of een strip omdat het tweede chocolademateriaal 15 niet aan het gladde en platte vlak van de benedenvorm 4 hecht. Een verder voordeel verkregen door de onderhavige uitvinding is dat het uitsijpelende tweede chocolademateriaal 15 stevig vastgehouden wordt door het ruwe oppervlaktedeel 12 dat de doorgaande opening 11 van de boven-25 vorm 10 omgeeft, en gemakkelijk van het gestolde lijfdeel van het chocoladeblok ineens verwijderd kan worden bij de stap bestaande uit het verwijderen van het voortgebrachte chocoladeblok uit de vorm 10. Dienovereenkomstig is het produkt gevormd door de werkwijze of inrichting volgens de onderhavige uitvinding vrij van gietnaden hetgeen de noodza-30 kelijkheid van de moeizame handeling voor het verwijderen van bramen overbodig maakt.
Hoewel de onderhavige uitvinding beschreven is met verwijzing naar de voorkeursuitvoeringen, moet begrepen worden dat verschillende wijzigingen en veranderingen gemakkelijk uitgevoerd kunnen worden door dege-35 ne die bekwaam is in de stand der techniek zonder buiten het bereik van de uitvinding te geraken. Dienovereenkomstig moet de voorgaande beschrijving slechts als illustratief en niet als beperkend begrepen worden.
830 1 1 0 6

Claims (18)

1. Werkwijze voor het continu en automatisch gieten van chocolade-blokken die elk een sierende reliëfvorm omvatten, vervaardigd uit een eerste chocolademateriaal met één kleur en een lijfdeel dat de sierende 5 reliëfvorm draagt en vervaardigd is uit een tweede verschillende kleur, met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende stappen omvat: (a) het achtereenvolgens gieten van een eerste chocolademateriaal voor het vormen van de sierende reliëfvorm in een veelheid van eerste vormen met elk een bovenvlak dat voorzien is van tenminste een vormhol- 10 te, waarbij tenminste het deel van het bovenvlak dat de vormholte omgeeft in hoofdzaak vlak en glad is; (b) het achtereenvolgens schrapen van de bovenvlakken van de eer- i ste vormen om het eerste chocolademateriaal in de vormholten te persen en om de overmaat eerste chocolademateriaal weg te schrapen; 15 (c) het achtereenvolgens koelen van het eerste chocolademateriaal dat in de betreffende eerste vormen opgenomen is; (d) het achtereenvolgens plaatsen van een tweede vorm op elk van de eerste vormen voordat het eerste chocolademateriaal gestold is, waarbij elk van de tweede vormen tenminste een doorgaande opening 20 heeft, die een vormholte bepaalt en welke tweede vorm een ondervlak heeft waarvan tenminste het deel dat de doorgaande opening omgeeft en een in hoofdzaak vlak ruw oppervlaktedeel vormt; (e) het echtereenvolgens gieten van een tweede chocolademateriaal voor het vormen van het lijfdeel in de overeenkomstige doorgaande ope- 25 ningen van de tweede vormen voordat het eerste chocolademateriaal gestold is, om het tweede materiaal dat in het scheidingsvlak tussen het bovenvlak van elke eerste vorm en het ondervlak van elke tweede vorm sijpelt of binnen dringt, in staat te stellen slechts aan het ruwe oppervlaktedeel gevormd op het ondervlak van elke tweede vorm te hech- 30 ten; j (f) het achtereenvolgens koelen van het eerste en tweede chocolademateriaal dat opgenomen is in de betreffende gecombineerde eerste en ' tweede vormen om het te stollen om voortgebrachte chocoladeblokken te vormen die elk de sierende reliëfvorm hebben; en ! 35 (g) het achtereenvolgens verwijderen van de voortgebrachte choco ladeblokken uit de vormen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste chocolademateriaal verwarmd wordt tot een temperatuur tussen 29 en 31 °C om in vloeibare toestand te geraken voor stap (a), en waarbij het koe- 40 len bij stap (c) teweeg gebracht wordt in een koelorgaan dat op een 8301106 1» W1 temperatuur tussen 4 en 7°C gehouden wordt gedurende ongeveer 2 a 3 minuten.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het choco-lademateriaal verwarmd wordt tot een temperatuur tussen 29 en 31°C, om 5 in vloeibare toestand gebracht te worden voor stap (e), en waarbij het koelen bij stap (f) teweeg gebracht wordt in een koelorgaan dat op een temperatuur tussen 4 en 7°G gehouden wordt gedurende ongeveer 213 minuten.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ruwe 10 oppervlaktedeel van het ondervlak van elke tweede vorm een veelheid van krassen omvat die zich in een of meer richtingen uitstrekken en een diepte hebben die in het bereik tussen 50 micron en 2 mm ligt.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste vormen tijdens stap (c) getrild worden om luchtbelletjes uit het eerste 15 chocolademateriaal te verwijderen en waarbij de gecombineerde eerste en tweede vormen tijdens stap (f) getrild worden om de luchtbelletjes uit het tweede chocolademateriaal te verwijderen.
6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze bovendien de stap omvat van het achtereenvolgens schrapen van de bovenvlak- 20 ken van de tweede vormen om het tweede materiaal in de doorgaande opening te drukken en de overmaat tweede chocolademateriaal weg te.schrapen.
7. Werkwijze volgens conclusie l,.met het kenmerk, dat stap (g) de stap van het scheiden van de eerste vorm van de gecombineerde tweede 25 vorm, gevolgd door het ondersteboven draaien van de tweede vorm, omvat.
8. Inrichting voor het continu en automatisch vormen van een cho-coladeblok omvattende een sierende reliëfvorm vervaardigd uit een eerste chocolademateriaal met een eerste kleur en een lijfdeel dat de sie- 30 rende reliëfvorm draagt en vervaardigd is van een tweede chocolademateriaal met een andere kleur, met het kenmerk, dat deze omvat: (a) transporteurmiddelen voor het daarop dragen van een veelheid eerste vormen die achtereenvolgens met tussenruimten aangebracht zijn, waarbij elke eerste vorm een bovenvlak heeft dat voorzien is van ten- 35 minste een vormholte, waarbij tenminste het deel van het bovenvlak dat de vormholte omgeeft in hoofdzaak vlak en glad is; (b) middelen voor het gieten van een in vloeibare toestand gebracht eerste chocolademateriaal voor het één voor één vormen van de sierende reliëfvorm in elk van de vormholten van de eerste vormen; 40 (c) schraapmiddelen voor het schrapen van het bovenoppervlak van 83 0 1 1 0 6 -- 5? elke eerste vorm om het eerste chocolademateriaal in de vormholte te persen en om de overmaat eerste chocolademateriaal weg te schrapen; (d) een eerste koelorgaan voor het koelen van het eerste chocolademateriaal dat opgenomen is in de vormholte van de eerste vorm; 5 (e) middelen voor het plaatsen van een tweede vorm op zijn plaats op de eerste vorm, waarbij de tweede vorm tenminste een doorgaande opening heeft die een vormholte begrenst en een ondervlak heeft waarvan tenminste het deel dat de doorgaande opening omgeeft een in hoofdzaak vlak ruw oppervlaktedeel vormt; 10 (f) middelen voor het gieten van een in vloeibare toestand ge bracht tweede chocolademateriaal door de doorgaande opening in de tweede vorm die gecombineerd is met de eerste vorm; (g) een tweede koelorgaan voor het achtereenvolgens koelen van het eerste en tweede chocolademateriaal gevat in de gecombineerde eerste 15 en tweede vormen om het te stollen; en (h) middelen voor het verwijderen van het gestolde eerste en tweede chocolademateriaal uit de vormen om een éën geheel vormend voortgebracht chocoladeblok te verkrijgen.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het 20 schraapmiddel een schraapstrook omvat vervaardigd van een veerkrachtig ► materiaal en welke zich in hoofdzaak loodrecht op de looprichting van de transporteur uitstrekt, welke schraapstrook in aanraking is met het bovenvlak van de eerste vorm indien de eerste vorm langs de schraapstrook gaat.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat deze ver der middelen omvat voor het bewegen van de schraapstrook in de richting tegengesteld aan de looprichting van de transporteur.
11. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het schrapmiddel een schraapstrook omvat vervaardigd van een veerkrachtig 30 materiaal en aan een einde daarvan draaibaar opgehangen voor zwenkende beweging over het bovenoppervlak van de eerste vorm.
12. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het ruwe oppervlaktedeel van het ondervlak van elke tweede vorm een veelheid van krassen omvat die zich in een of meer richtingen uitstrekken en een 35 diepte hebben die in het bereik tussen 50 micron en 2 mm ligt. !
13. Inrichting vbolgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het eerste koelorgaan voorzien is van een trilorgaan.
14. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat een veelheid van tweede vormen opgestapeld is in de middelen (e) om op de bij- 40 behorende eerste vormen geplaatst te worden. 8301106
15. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het tweede koelorgaan voorzien is van een trilorgaan.
16. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het middel (h) een scheidingsorgaan voor vormen omvat voor het scheiden van de 5 eerste vorm van de tweede vorm, en middelen voor het ondersteboven draaien van de tweede vorm omvat.
17. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat deze verder een afhankelijk van de tijd sturend orgaan omvat voor het intermitterend bedienen van de transporteur gedurende vooraf bepaalde tussenpo- 10 zen in de tijd.
18. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat deze .verder schraapmiddelen omvat voor het achtereenvolgens schrapen van de bovenvlakken van de tweede vormen om het tweede chocolademateriaal in de doorgaande opening te persen en om overmaat van het tweede chocoladema- 15 teriaal weg te schrapen. ***&&*&&* i 8301106
NLAANVRAGE8301106,A 1983-03-30 1983-03-29 Inrichting voor het vormen van een chocoladeblok met een sierend reliefpatroon. NL184143C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB08308790A GB2137551B (en) 1983-03-30 1983-03-30 Moulding chocolate
GB8308790 1983-03-30

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8301106A true NL8301106A (nl) 1984-10-16
NL184143B NL184143B (nl) 1988-12-01
NL184143C NL184143C (nl) 1989-05-01

Family

ID=10540487

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8301106,A NL184143C (nl) 1983-03-30 1983-03-29 Inrichting voor het vormen van een chocoladeblok met een sierend reliefpatroon.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4480974A (nl)
BE (1) BE896332A (nl)
CA (1) CA1196229A (nl)
CH (1) CH659365A5 (nl)
DE (1) DE3311282C2 (nl)
GB (1) GB2137551B (nl)
NL (1) NL184143C (nl)

Families Citing this family (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4778683A (en) * 1986-12-04 1988-10-18 Chocolate Pix, Inc. Method of forming a multi-color chocolate product
DE4010605C2 (de) * 1990-04-02 1995-02-09 Braun Martin Backmittel Verfahren und zweiteilige Form zur Herstellung vorzugsweise bedruckter, dünner Schokoladeplättchen oder dergleichen Plättchen
JPH04258257A (ja) * 1991-02-07 1992-09-14 Akutagawa Seika Kk 印刷模様付き立体装飾チョコレートの製造方法
FR2705867B1 (fr) * 1993-06-04 1995-07-07 Poulain Sa Chocolat Barre chocolatée.
AU691155B3 (en) * 1996-04-22 1998-05-07 Chocolate Graphics Pty Ltd Chocolate with raised design
AUPN943296A0 (en) * 1996-04-22 1996-05-16 Chocolate Makers International Pty Ltd Chocolate with thin raised design
EP1688045B1 (en) * 1997-01-11 2015-06-10 Mars, Incorporated Method of shaping chocolate products
JP3052194B2 (ja) * 1997-05-28 2000-06-12 芥川製菓株式会社 チョコレート菓子を製造するノズルとそのノズルを使用したチョコレート菓子の製造方法
US7223428B2 (en) * 1998-01-09 2007-05-29 Mars Incorporated Method of embossing chocolate products
JP3663299B2 (ja) * 1998-06-12 2005-06-22 芥川製菓株式会社 装飾食品の製造装置
US20050029689A1 (en) * 1998-10-05 2005-02-10 Mystix Limited Lithophane-like article and method of manufacture
US20040013775A1 (en) * 2000-08-25 2004-01-22 Lucas Nathaniel Gordon Hilary Chocolate with raised design
US20030175385A1 (en) * 2002-03-18 2003-09-18 Helferich John D. Unique fat based ganache coating for the surface of packaged frozen products
US8968810B2 (en) * 2007-05-07 2015-03-03 Rachel Greenberg Mould and method for preparing a decorative cake coating
DE102007031369A1 (de) * 2007-07-05 2009-01-08 Mederer Gmbh Süßwaren-Produkt
DE102008019038B3 (de) * 2008-04-15 2010-02-04 Winkler und Dünnebier Süßwarenmaschinen GmbH Verfahren sowie Vorrichtung zur Herstellung eines Süßwarenprodukts in Form einer Schale
US20110041706A1 (en) * 2009-08-19 2011-02-24 Whetstone Jr Henry M Chocolate manufacturing apparatus including walking beam conveyor and associated methods
US9265271B2 (en) * 2009-10-26 2016-02-23 Rachel Greenberg Method for decorating a cake with a cake coating
EP3083214B1 (en) 2013-12-19 2022-01-05 Alcon Inc. Method for avoiding entrapment of air bubbles in a lens forming material and apparatus for carrying out the method
WO2015124642A1 (en) * 2014-02-21 2015-08-27 Perfetti Van Melle S.P.A. Edible multicoloured, fat-based, solid oral compositions and the manufacturing process thereof

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1894077A (en) * 1927-04-29 1933-01-10 Winkler Alfred Chocolate and the like coating machine
US1797818A (en) * 1930-05-26 1931-03-24 Emil G Bremer Candy-bar machine
US2896557A (en) * 1953-05-05 1959-07-28 Aasted Kai Christian Sophus Method of manufacturing hollow objects of chocolate in a two-piece mould
US3940218A (en) * 1974-07-03 1976-02-24 Baker Perkins Holdings Limited Apparatus for the manufacture of confectionery made of plural materials
JPS5754554A (en) * 1980-09-17 1982-04-01 Meiji Seika Kaisha Ltd Preparation of oily or fatty confection with sterically attached decoration
JPS5918970B2 (ja) * 1981-04-18 1984-05-01 芥川製菓株式会社 装飾チヨコレ−トの成形方法

Also Published As

Publication number Publication date
DE3311282C2 (de) 1986-12-18
CH659365A5 (de) 1987-01-30
GB2137551A (en) 1984-10-10
CA1196229A (en) 1985-11-05
DE3311282A1 (de) 1984-10-11
GB8308790D0 (en) 1983-05-11
NL184143B (nl) 1988-12-01
GB2137551B (en) 1986-08-20
BE896332A (nl) 1983-07-18
NL184143C (nl) 1989-05-01
US4480974A (en) 1984-11-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8301106A (nl) Continue en automatische werkwijze voor het vormen van chocoladeblokken met sierende reliefvorm en een inrichting voor het vervaardigen daarvan.
US4501544A (en) Apparatus for continuously and automatically molding chocolate block having ornamental relief pattern
EP1306012B1 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Formen eines Körpers aus gekochter Zuckermasse in einer Form
US6302677B1 (en) Apparatus for continuously molding chocolate products
AU2001263077A1 (en) Methods and apparatus for continuously molding chocolate and products made thereby
JP4056650B2 (ja) センター入り油脂性食品の製法およびそれに用いる装置
KR860000368B1 (ko) 장식양각무늬를 갖는 초콜렛블럭을 모울딩하는 연속자동공정 및 그 장치
JPS6317419B2 (nl)
JPS6269949A (ja) 装飾チヨコレ−トの連続的自動製造装置
JPS5940415B2 (ja) 装飾チヨコレ−トの連続的自動製造方法とその装置
NL8302625A (nl) Vormsamenstel voor het vormen van een chocoladeblok met een holte en werkwijze voor het vormen van een chocoladeblok met gebruik van het vormsamenstel.
JPS6250093B2 (nl)
JPS5853991Y2 (ja) 装飾チヨコレ−トの成形用型
JPH05339778A (ja) 電鋳成形型及びその製造方法
KR830000791Y1 (ko) 주판알 성형구
JPH10215774A (ja) 装飾チョコレートとその製造方法および製造装置
JPH02108509A (ja) 溶融物の成形固化用モールド装置および溶融物の成形固化方法
NL9100323A (nl) Werkwijze en tweedelige vorm voor het vervaardigen van bij voorkeur bedrukte, dunne, platte chocolaatjes of dergelijke dunne plaatjes.
JPH07178762A (ja) 樹脂成形方法および樹脂成形用金型
Kawai et al. Foamed synthetic resin molded product, method of molding said product, and metallic mold for internal foam molding
JPS5876048A (ja) 角柱型油脂性菓子の製造方法およびその装置
WO2007063265A1 (en) Improved apparatus and method for the production of confectionery
JPS62215346A (ja) 被包装装飾用賦形チョコレートの量産方法
Torgilsman A Method of Producing Chromium-Plated Plastics Materials or Plastics Details, and an Apparatus for Carrying the Method Into Effect
JPH0198444A (ja) 成形菓子等の成形型からの離型装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19971001