NL8302625A - Vormsamenstel voor het vormen van een chocoladeblok met een holte en werkwijze voor het vormen van een chocoladeblok met gebruik van het vormsamenstel. - Google Patents

Description

N.0. 31970 *;.· - » 1 - ^ Vormsamenstel voor het vormen van een chocoladeblok met een holte en werkwijze voor het vormen van een chocoladeblok met gebruik van het vormsamenstel_

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vormsamenstel voor het vormen van een chocoladeblok, in het bijzonder op een chocoladeblok met ten minste éên holte daarin, en op een werkwijze voor het vormen van een chocoladeblok met ten minste één holte daarin door ge-5 bruik van bovengenoemd vormsamenstel.

Een chocoladeblok met ten minste één holte daarin is bekend als het half-gerede materiaal voor het voortbrengen van een chocoladepro-dukt waarin een andere chocoladesamenstelling of ander suikergoed, zoals chocoladepastei, room, jam of tarwekleefstof opgesloten wordt in de 10 holte.

Het chocoladeblok met ten minste één holte daarin is bereid door een algemeen bekende chocolavormende werkwijze omvattende de stappen van het gieten van een fluïdumtoestand gebracht chocolademateriaal in een vorm, het koelen van het chocolademateriaal dat gestold moet worden 15 en het dan verwijderen van het gestolde chocolademateriaal uit de vorm.

Een typische vorm gebruikt bij de bekende werkwijze voor het vóórtbrengen van een chocoladeblok met een holte daarin is in fig. 1 afgeheeld.

Zoals afgebeeld heeft de vorm A een veelheid van vormholten 1 welke elk een gewenste vorm en afmetingen hebben. Het in fluldumtoestand gebrach-20 te chocola wordt in de vormholten 1 gegoten, en dan wordt de vorm A omgekeerd , zoals afgebeeld in fig. 2, om de overmaat chocolademateriaal in staat te stellen uit de holten te vallen. Daarna wordt de vorm door een koeltunnel geleid om het chocolademateriaal 3 dat aan de inwendige omtrekswanden van de vormholten 1 van vorm A hecht te koelen en te 25 stollen, en dan wordt het gestolde chocolademateriaal verwijderd uit de vorm A.

Bij de voornoemde bekende werkwijze moet het oppervlak 5 van de vorm A geschraapt worden met een schraper om het chocolademateriaal weg te schrapen dat in de nabijheid van de openingen 4 van de vormholten 1 30 hecht nadat het chocolademateriaal gestold is. Als een gevolg daarvan zijn de uitmondende randen 6 van de halfgerede chocoladeprodukten vaak afgebrokkeld of afgebroken. Een ander nadeel van de bekende werkwijze is dat het chocolademateriaal 3 niet gelijkmatig over de inwendige om-trekswand van elke vormholte 1 verdeeld kan worden. In het bijzonder 35 wordt, aangezien het in fluldumtoestand gebrachte chocolademateriaal 3 in staat gesteld wordt spontaan door de werking van de zwaartekracht te 8302625 2 ' t Ji vallen, de dikte van het chocolademateriaal 3 dat het bovendeel van de tapse wand 11 van de holte 1 bedekt, te dun en wordt de dikte van het chocolademateriaal 3 dat het benedendeel van de tapse wand 11 bedekt buitensporig dik. Eveneens stagneert hij de boekdelen 9 van de holte 1, 5 het in fluldumtoestand gebrachte chocolademateriaal 3 in een te aanzienlijke mate, hetgeen een overmatige wanddikte van het produkt bij die delen tot gevolg heeft, zoals overdreven in fig. 2 afgeheeld is.

Voorgenoemde nadelen van de bekende werkwijze kunnen vermeden worden door het verschaffen van een werkwijze waarbij de vorm A omgedraaid 10 wordt aan de stand zoals afgeheeld in fig. 2 en waarbij het oppervlak 5 van de vorm A geschraapt wordt voordat de koelstap begint, voor het afschrapen van het chocolademateriaal 3 dat in de omgeving van de uitmondende randen 6 hecht, indien dit zich in de half-fluïdumtoestand bevindt, en dan wordt de vórm A teruggebracht naar de stand afgeheeld in 15 fig. 1 gevolgd door koelen om het chocolademateriaal 3 te stollen. Hoewel de uitmondende randen 6 van de produkten vlak zijn en ruwheid of afbrokkelen van de randdelen vermeden kan worden, valt het chocolademateriaal 3 naar binnen in de holte 1 zodat de wanddikte van het half-ge-rede chocoladeprodukt in de nabijheid van de uitmondende rand 6 gering 20 wordt.

Het is een belangrijk doeleinde van deze uitvinding om een vormsa-menstel te verschaffen voor het vormen van een chocoladeblok met een holte begrensd door een in hoofdzaak kom-vormige wand met een vrij en vlak uitmondend randdeel, en om een werkwijze te verschaffen voor het 25 vormen van een chocoladeblok met een holte door het gebruik van voorgenoemd vormsamenstel.

Het is een ander doeleinde van de uitvinding om een vormsamenstel en werkwijze voor het vormen van een dergelijk chocoladeblok te verschaffen zonder de noodzaak van het schrapen van het oppervlak van de 30 vorm.

Een verder doeleinde van deze uitvinding is het verschaffen van een vormsamenstel en een werkwijze voor het vormen van een chocoladeblok met een holte begrensd door een in hoofdzaak kom-vormige wand met een gelijkmatige dikte en met een vlak en glad uitmondend randdeel.

35 Het is bovendien een verder doel van deze uitvinding om een vorm samenstel en een werkwijze voor het vormen van een aantal in hoofdzaak kom-vormige chocoladeblokken in êên bedrijfscyclus te verschaffen, waarbij het aantal gevormde chocoladeblokken voortgebracht door éën bedrijf scyclus volgens de uitvinding verdubbeld wordt vergeleken met het 40 aantal blokken voortgebracht bij de gebruikelijke werkwijze.

8302625 -, ** Λ» 3

Het is bovendien een verder doeleinde van deze uitvinding ca een werkwijze voor het vormen van een chocoladeblok met een holte te verschaffen waarbij de stap van het in staat stellen van het in fluïdum-toestand gebrachte chocolademateriaal om spontaan naar beneden te val-5 len door de werking van zwaartekracht vervangen wordt door de stap van het draaien van de samengestelde vormen om een gelijkmatige verdeling van het in flutdumtoestand gebrachte chocolademateriaal te verzekeren, door de werking van centrifugaal kracht, en waarbij de tijd vereisende stappen van het schrapen van de oppervlakken van de vormen en het rei-10 nigen van de vormen buitengesloten te worden om eenvoudig en rendabel bedrijf te verwezenlijken.

Bovenstaande en andere doeleinden van deze uitvinding zullen duidelijk worden uit de onderstaande beschrijving van de onderhavige uitvinding.

15 Het vormsamenstel voor het vormen van een chocoladeblok met ten minste êên holte volgens deze uitvinding, omvat eerste en tweede vormen die elk ten minste êên vormholte hebben begrensd door een in hoofdzaak vlakke opening en de inwendige omtrekswand van de vorm, en ten minste êên scheidingsplaat geplaatst tussen de eerste en tweede vormen, welke 20 scheidingsplaat gevormd is met ten minste êên doorgaand gat met een vlakke vorm in hoofdzaak overeenkomstig aan de vlakke vorm van de opening en van de vormen, en waarbij het doorgaande gat van de scheidingsplaat iets kleiner is dan de openingen van de vormen.

De werkwijze voor het vormen van een chocoladeblok met ten minste 25 één holte volgens deze uitvinding, omvat de stappen van het gieten van een in fluldumtoestand gebracht chocolademateriaal in een eerste vorm met ten minste êên vormholte begrensd door een in hoofdzaak vlakke opening en de inwendige omtreksrand van de vorm, het plaatsen van ten minste êên scheidingsplaat op de eerste vorm waarbij de scheidingsplaat 30 gevormd is met ten minste êên doorgaand gat dat iets kleiner is dan de opening van de eerste vorm, het zodanig plaatsen van een tweede vorm op de scheidingsplaat dat de in hoofdzaak vlakke opening van de vormholte van de tweede vorm gericht is naar het doorgaande gat van de scheidingsplaat, het stevig kleumen en draaien van de samengevoegde eerste 35 en tweede vormen en de daartussen geplaatste scheidingsplaat om het in fluldumtoestand gebrachte chocolademateriaal in de vormholte van de eerste vorm in staat te stellen in de vormholte van de tweede vorm te stromen door het doorgaande gat van de scheidingsplaat om gelijkmatig door de inwendige omtreksranden van de eerste en tweede vormen te hech-40 ten, het koelen van het chocolademateriaal dat gestold moet worden, en 8302625 r * 4 het delen van het vormsamenstel öm de gestolde chocoladeblokken uit de eerste en tweede vormen te verwijderen.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van de tekeningen nader beschreven worden, waarin: 5 Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is, dat een gebruikelijke vorm voor het vormen van chocoladeblokken, met elk een holte daaarin toont; fig. 2 een schetsmatige afbeelding van een deel van de vorm uit fig. 1 in doorsnede is, gedurende de stap van het in staat stellen van het in fluïdumtoestand gebrachte chocolademateriaal om spontaan naar 10 beneden te vallen; fig. 3 een perspectivisch aanzicht is dat een vorm a en een schei-dingsplaat c toont, gebruikt bij deze uitvinding tijdens de stap van het plaatsen van de scheidingsplaat c op de vorm a; fig. 4 een doorsnede-aanzicht is dat een deel van de samengevoegde 15 vorm toont, omvattende de vorm a, de scheidingsplaat c en een andere vorm b geplaatst op een stevig geklemd aan de vorm a en de scheidingsplaat c; en fig. 5 een perspectivisch aanzicht is dat een andere combinatie van een vorm d en een scheidingsplaat e toont, waarbij de om trek van de 20 vormholte van de vorm d en het doorgaande gat van de scheidingsplaat e van de combinatie getoond in dit figuur afwijken van die van de combinatie van de vorm a en de scheidingsplaat c getoond in fig. 3.

In fig. 3 en 4 zijn een eerste vorm a en een tweede vorm b af geheeld, gebruikt in het vormsamenstel volgens deze uitvinding met een 25 overeenkomstig aantal vormholten. Kik van de vormen a en b kan vervaardigd zijn van een kunsthars, zoals polystyreen of polycarbonaat, of een metaal bevattend materiaal, zoals roestvast staal. Een materiaal voor de vormen a en b waar de voorkeur aan gegeven wordt is polycarbonaat, omdat dit uitstekende eigenschappen met betrekking tot sterkte en warm-30 te-weerstand heeft. Hoewel in de afgebeelde uitvoering de vorm a gebruikt is als bovenvorm en de vorm b gebruikt is als de benedenvorm, kan elk van beide vormen a of b gebruikt worden als de bovenvorm en kan de andere gebruikt worden als de benedenvorm.

Zoals het meest duidelijk blijkt uit fig. 3, heeft de vorm a een 35 veelheid van vormholten 1 voor het vormen van een veelheid van in hoofdzaak kom-vormige chocoladeblokken. De gedaante van de vormholte 1 kan ontworpen zijn om een chocoladeblok met gewenste omtrek te vormen en enig gewenst sierpatroon kan op het inwendige oppervlak van de wand dat de vormholte 1 begrenst aangebracht worden. Hoewel in de afgebeelde 40 uitvoering de vorm a en de vorm b holten 1 met dezelfde vorm hebben is 8302625 * *·' λ" 5 het niet wezenlijk dat de holten 1 van de vorm a en de holten 1 van de vorm b dezelfde vorm hebben zolang de openingen 4 van de holten van de vorm a een oppervlak en een vlakke vorm hebben die in hoofdzaak gelijk is aan die van de openingen van de holten van de vorm b. Bovendien kun-5 nen, zoals hierna beschreven zal worden, de vlakke vorm en/of het oppervlak van de openingen van de holten van êtn vorm afwijken van de vlakke vorm en/of het oppervlak van de openingen van de holten van de andere vorm door het gebruik van twee scheidingsplaten. Zoals afgebeeld in fig. 4, wordt, volgens een kenmerk volgens deze uitvinding, een 10 scheidingsplaat c tussen de boven- en benedenvormen a en b geplaatst, waarbij de scheidingsplaat c gevormd wordt met overeenkomstig aantal doorgaande gaten 10, welke elk een oppervlak hebben dat iets kleiner is dan de openingen van de bijbehorende vormholten 1 van de vormen a en b.

15 Indien een vorm d met vormholten 1 elk voorzien van uitsteeksels 12, 12 gebruikt wordt, wordt een scheidingsplaat e voorzien van grotere uitsteeksels 12', 12' gebruikt om de dikte van het chocolademateriaal 3 dat aan die delen hecht te doen toenemen, zoals afgebeeld in fig. 5.

Chocoladeblokken met een verschillende gedaante of omtrek kunnen 20 in êin bedrijfscyclus vervaardigd worden, bijvoorbeeld door het combineren van de vorm a afgebeeld in fig. 3 met de vorm d afgebeeld in fig.

5. In een dergelijk geval wordt de vorm a bedekt door de scheidingsplaat c en wordt de vorm d bedekt door de scheidingsplaat e, en zijn de scheidingsplaat c en de scheidingsplaat e in aangrijping met elkaar om 25 chocoladeblokken te vormen met gladde en vlakke randdelen en met verschillende vorm en/of afmetingen.

De werkwijze voor het vormen van in hoofdzaak kom-vormige chocoladeblokken door het gebruik van het vormsamenstel volgens deze uitvixr-ding omvat de vormstap bestaande uit de stap van het gieten van een in 30 fluldumtoestand gebracht chocolademateriaal in de holten van de vormen gevolgd door het koelen van het chocolademateriaal om dit te stollen, en de verwijderingsstap omvattende de stap van het delen van de samen-gevoegde vormen gevolgd door het verwijderen van de gevormde chocoladeblokken uit de vormholten van de vormen. Opnieuw verwijzend naar fig. 4 35 blijkt hoe een in fluldumtoestand gebracht chocolademateriaal 3 waarvan de temperatuur gehandhaafd wordt op 27°C tot 30°C in de holten 1 van de eerste vorm a gegoten wordt welke dan bedekt wordt door een scheidingsplaat c met een overeenkomstig aantal doorgaande gaten 10 welke elk een vlakke vorm hebben die in hoofdzaak gelijk is aan de vlakke vorm van de 40 opening 4 van elke vormholte 1 en een oppervlak hebben dat iets kleiner 8302625 .V * 6 is dan het oppervlak van de opening 4 van elke vormholte 1, terwijl de doorgaande gaten 10 van de scheidingsplaat c in lijn met de openingen 4 van de vormholten 1 geplaatst worden. Dan wordt een tweede vorm b geplaatst op de scheidingsplaat c zodat de openingen 4 van de vormholten 5 1 van de vorm b gericht zijn naar en in lijn zijn met de doorgaande ga ten 10 van de scheidingsplaat c. Daarna worden de samengevoegde eerste en tweede vormen a en b en de daartussen geplaatste scheidingsplaat c vast bevestigd door een kleminrichting (niet afgebeeld). Het volume van het in fluïdumtoestand gebrachte chocolademateriaal 3 gegoten in de 10 eerste vorm a wordt zo bepaald dat de inwendige omtrekswanden van de vormen a en b bedekt worden met een gelijkmatig verdeeld chocolademateriaal met de gewenste dikte.

De volgende stap is de stap bestaande uit het langzaam draaien van de samengevoegde en geklemde vormen a en b gescheiden door de schei-15 dingsplaat c en bevattende het gegoten chocolademateriaal 3, in de richting zoals getoond door de pijl in fig. 4 door middel van een krachtwerktuig (niet afgebeeld) en een aangedreven einddrijfwerk (niet afgebeeld), waardoor het in fluïdumtoestand gebrachte chocolademateriaal 3 in staat gesteld wordt om gelijkmatig te hechten aan de inwen-20 dige omtrekswanden van de vormholten 1, 1 van de eerste en tweede vormen a en b. Gelijktijdig met de stap bestaande uit het draaien of na het verloop van een zekere tijd, worden de samengevoegde vormen door een koelinrichting geleid (niet afgebeeld) waarvan de temperatuur tussen 0°C en 10°C gehandhaafd wordt gedurende een periode van 15 tot 25 25 minuten, waardoor de oppervlaktetemperatuur van het chocolademateriaal 3, dat aan de binnenwanden van de vormen a en b hecht, daalt tot ongeveer 10°C om het chocolademateriaal te stollen. Parameters die de verdeling van het chocolademateriaal 3 in de vormholten van de vormen a en b beïnvloeden, zoals de temperatuur, viscositeit van het chocolademate-30 riaal, draaisnelheid van de samengevoegde vormen, liggen binnen de algemene technische kennis van een persoon die de gebruikelijke bekwaamheid in de stand der techniek heeft. Bij de gebruikelijke werkwijze wordt de verdeling van het chocolademateriaal in de vormen eveneens beïnvloed door de omtrek van de binnenwanden van de vormholten. Volgens 35 het gebruikelijke proces worden bijvoorbeeld de hoekdelen 9 grenzend aan de binnenwanden van de bodems en eveneens grenzend aan de binnenwanden van de zijden bedekt met een dikkere laag chocolademateriaal. Daarentegen stroomt volgens de werkwijze volgens deze uitvinding het in fluïdumtoestand gebrachte chocolademateriaal door de centrifugaal-40 kracht, in plaats van door de zwaartekracht bij de gebruikelijke werk- 8302625 * 7 wijze, langs alle binnenwanddelen van de vormholten, waardoor de wanddikte van het gevormde chocoladeblok gelijkmatig gemaakt kan worden. Niet alleen de hoekdelen 9 maar eveneens over de tapse wanddelen 11 is de wanddikte van het gevormde chocoladeblok gelijkmatig gemaakt zodat 5 de wanddikte bij het bovendeel 7 in hoofdzaak dezelfde is als de wanddikte van het benedendeel 8.

Zoals het meest duidelijk blijkt uit fig. 4, hecht, aangezien het oppervlak van elk doorgaand gat 10 van de scheidingsplaat c geplaatst tussen de vormen a en b iets kleiner is dan het oppervlak van de bijbe-10 horende opening 4 van elke holte 1, het vloeiende chocolademateriaal 3 niet aan de deelrand 13 van elk doorgand gat 10 om de eenvoudige verwijdering van het chocoladeblok uit elke vormholte te vergemakkelijken indien de vormen a en b van de scheidingsplaat c verwijderd worden nadat het chocolademateriaal 3 gekoeld en gestold is. Bovendien is door 15 het eenvoudig scheiden van de scheidingsplaat c van de vormen a en b het vlak van de omtreksrand van elk gevormd chocoladeblok plat en glad, aangezien het chocolademateriaal dat de omtreksrand vormt gestold is terwijl het in aangrijping is met het ringvormige randdeel van de scheidingsplaat c dat naar binnen van elke opening 4 van de vorm a of b 20 naar binnen steekt.

Zoals hiervoor beschreven is, nemen, indien een vorm met vormholten 1 die elk naar de opening 4 daarvan vernauwen waarbij uitstekende wanddelen 12, 12 gevormd worden zoals afgebeeld voor de vorm d, de verlengingen van de randdelen 12', 12’ van de plaat e in enige mate toe on 25 de wanddikte van het aanhechtende chocolademateriaal bij die delen te doen toenemen.

De gevormde en gestolde chocoladeblokken kunnen verwijderd worden om gerede produkten te verkrijgen middels een stap voor het verwijderen waarbij een bekende inrichting voor het losnemen (niet afgebeeld) ge-30 bruikt wordt.

Zoals uit de voorgaande beschrijving duidelijk zal zijn, wordt het aantal gevormde chocoladeblokken bereid gedurende êên bedrijfscyclus verdubbeld vergeleken met de gebruikelijke werkwijze. Het chocoladeblok vervaardigd in overenstemming met de onderhavige uitvinding heeft een 35 gelijkmatige wanddikte en vlakke en gladde omtreksrand. Een verder voordeel van de onderhavige uitvinding is dat de tijd vereist voor êên bedrijfscyclus verkort kan worden aangezien het in fluïdumtoestand gebrachte chocolademateriaal gedwongen gelijkmatig verdeeld wordt door de werking van centrifugaalkracht opgewekt door draaiing, in plaats van 40 in staat gesteld te worden spontaan door de werking van de zwaarte- 8302625 w 8 kracht te vallen.

Hoewel de onderhavige uitvinding beschreven is aan de hand van voorkeursuitvoeringen, moet begrepen worden dat verscheidene wijzigingen en veranderingen eenvoudig gemaakt kunnen worden door degene be-5 kwaam in de stand der techniek zonder buiten het bereik van de uitvinding te geraken. Dienovereenkomstig moet voorgaande beschrijving slechts als illustratief en niet als beperkend beschouwd worden.

% 8302625

Claims (7)

1. Vormsamenstel voor het vormen van een chocoladeblok, met ten minste één holte, met het kenmerk, dat deze omvat eerste en tweede vormen met elk ten minste één vormholte begrensd door een in hoofdzaak 5 vlakke opening en de inwendige omtrekswand van de vorm, en ten minste iên scheidingsplaat geplaatst tussen de eerste en tweede vormen, welke scheidingsplaat gevormd is met ten minste één doorgaand gat met een vlakke vorm die in hoofdzaak gelijk is aan de vlakke vorm van de ope-ningen van de vormen, en waarbij het doorgaande gat van de scheidings-10 plaat enigszins kleiner is dan de openingen van de vormen.

2. Vormsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vormholte in de eerste vorm afwijkt van de vormholte van de tweede vorm wat betreft de vorm en/of afmetingen.

3. Vormsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ope-15 ning van de eerste vorm afwijkt van de opening van de tweede vorm wat betreft de vlakke vorm en/of in oppervlak.

4. Vormsamenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat deze omvat een eerste scheidingsplaat voor het bedekken van de eerste vorm en gevormd met ten minste één doorgaand gat dat iets groter is dan de 20 opening van de eerste vorm, en een tweede scheidingsplaat voor het bedekken van de tweede vorm en gevormd met ten minste één doorgaand gat dat iets kleiner is dan de opening in de tweede vorm.

5. Werkwijze voor het vormen van een chocoladeblok met ten minste één holte, met het kenmerk, dat deze vat de stappen omvat van: 25 (a) het gieten van in fluldumtoestand gebracht chocolademateriaal in een eerste vorm met ten minste één vormholte begrensd door een in hoofdzaak vlakke opening en de inwendige omtrekswand van de vorm; (b) het plaatsen van ten minste één scheidingsplaat op de eerste vorm, welke scheidingsplaat gevormd is met ten minste één doorgaand gat dat 30 iets kleiner is dan de opening van de eerste vorm; (c) het zodanig plaatsen van een tweede vorm op de scheidingsplaat dat in hoofdzaak vlakke opening van de vormholte van de tweede vorm gericht is naar het doorgaande gat van de scheidingsplaat; (d) het stevig vastklemmen en draaien van de samengevoegde eerste en 35 tweede vormen en de tussengeplaatste scheidingsplaat om het in fluidum- toestand gebrachte chocolademateriaal in de vormholte van de eerste vorm in staat te stellen in de vormholte van de tweede vorm te stromen door het doorgaande gat van de scheidingsplaat om gelijkmatig aan de inwendige omtrekswanden van de eerste en tweede vormen te hechten; 40 (e) het koelen van het chocolademateriaal dat gestold moet worden; en 8302625 (f) het delen van het vormsamenstel om de gestolde chocoladeblolcken uit de eerste en tweede vormen te verwijderen.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een vormsamenstel volgens êên van de conclusies 1 tot en met 4 gebruikt wordt.

7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat stap (c) bovendien de stap van het plaatsen van de tweede scheidingsplaat op de eerste scheidingsplaat omvat voor het samenvoegen van de tweede vorm met de scheidingsplaat en de eerste vorm, waarbij de tweede scheidingsplaat gevormd is met ten minste êên doorgaand gat dat iets kleiner is 10 dan de opening van de tweede vorm. II I I I I I I I I I· ê 8302625