NL8300682A - SOIL TILLER. - Google Patents

SOIL TILLER. Download PDF

Info

Publication number
NL8300682A
NL8300682A NL8300682A NL8300682A NL8300682A NL 8300682 A NL8300682 A NL 8300682A NL 8300682 A NL8300682 A NL 8300682A NL 8300682 A NL8300682 A NL 8300682A NL 8300682 A NL8300682 A NL 8300682A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
shaft
roller
soil cultivation
machine according
cultivation machine
Prior art date
Application number
NL8300682A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL191971C (en
NL191971B (en
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8300682A priority Critical patent/NL191971C/en
Priority to GB08404400A priority patent/GB2135163B/en
Priority to FR8402665A priority patent/FR2541553B1/en
Priority to DE19843406468 priority patent/DE3406468A1/en
Priority to AT0061184A priority patent/AT391785B/en
Priority to JP59032764A priority patent/JPS59162804A/en
Priority to IT19800/84A priority patent/IT1173381B/en
Publication of NL8300682A publication Critical patent/NL8300682A/en
Publication of NL191971B publication Critical patent/NL191971B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL191971C publication Critical patent/NL191971C/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/02Combined machines with two or more soil-working tools of different kind
    • A01B49/022Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven
    • A01B49/025Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven about a substantially vertical axis

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

4 C. van der Lely JT.V., Maasland Gr ondb ewerkingsmachine4 C. van der Lely JT.V., Maasland Grid processing machine

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkings-maehine, voorzien van een gestel waarin een aantal in een rij gelegen aangedreven bewerkingsorganen is aangebracht en het gestel door een zich dwars op de voortbewegingsrichting 5 van de machine uitstrekkende rol is ondersteund,The invention relates to a soil cultivating machine, provided with a frame in which a number of driven working members are arranged in a row and the frame is supported by a roller extending transversely of the direction of advancement of the machine,

Grondbewerkingsmachines van deze soort hebben meestal een relatief groot vermogen nodig om vooral op zware gronden de gewenste zaaibedbereiding te kunnen uitvoeren.Soil tillage machines of this kind usually require a relatively high power to perform the desired seedbed preparation, especially on heavy soils.

De uitvinding beoogt nu een deel van het benodigd 10 vermogen toe te voeren aan een ondersteuning voor de machine zonder dat hierbij de overbrenging voor dit vermogen een belemmering vormt voor een positieverandering van de door een rol gevormde ondersteuning voor de machine.The invention now aims at supplying part of the required power to a support for the machine without the transmission for this power thereby hindering a change in position of the support for the machine formed by a roller.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de 15 rol vanaf één einde door middel van een aandrijving die een as met kruiskoppelingen omvat aandrijf baar is. Met behulp van deze constructie wordt een verstelling van de rol ten opzichte van het gestel van de machine en daarmede een werkdiepteverandering 'voor de werktuigen mogelijk zonder dat 20 de aandrijving voor de rol een belemmerende factor vormt.According to the invention this is achieved in that the roller can be driven from one end by means of a drive comprising a shaft with universal joints. With the aid of this construction, an adjustment of the roller relative to the frame of the machine and thus a change in working depth for the tools is made possible without the drive for the roller being an obstructing factor.

De uitvinding zal aan de hand van enkele uitvoerings-voorbeelden die in de figuren zijn weergegeven, nader uiteen worden gezet. ;The invention will be explained in more detail with reference to some embodiments shown in the figures. ;

Pig. 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkings-25 machine weer voorzien van een constructie volgens de uitvinding,Pig. 1 is a plan view of a soil cultivation machine provided with a construction according to the invention,

Pig. 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl II in fig. 1,Pig. 2 shows a larger scale view according to the arrow II in fig. 1,

Pig. 3 geeft een aanzicht weer volgens de lijn III-III 30 in fig. 1,Pig. 3 is a view taken on the line III-III 30 in FIG. 1,

Pig. 4 geeft een bovenaanzicht weer van een grond-bewerkingsmachine voorzien van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding, 2 1 *Pig. 4 shows a top view of a soil cultivating machine provided with a second embodiment of the construction according to the invention, 2 1 *

Pig. 5 geeft een aanzicht weer volgens de lijn V-V in fig. 4,Pig. 5 is a view taken on the line V-V in FIG. 4,

Pig. 6 geeft een bovenaanzicht weer van een grond-bewerkingsmachine voorzien van een derde uitvoeringsvoorbeeld 5 van de constructie volgens de uitvinding,Pig. 6 shows a top view of a soil cultivating machine provided with a third embodiment 5 of the construction according to the invention,

Pi'g· 7 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl VII 'in fig. 6.Pi'g · 7 shows a larger scale view according to the arrow VII 'in fig. 6.

De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder bestemd'voor het 10 bereiden van een zaaibed. De machine omvat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1 waarin op onderling gelijke afstanden van bij voorkeur + 25 cm de opwaarts gerichte, bij voorkeur verticaal gelegen, assen 2 van rotors 3 zijn gelegerd. De rotors 3 15 omvatten elk een onder het gesteldeel 1 op de aan de onderzijde uit het gesteldeel 1 stekende as 2 aangebrachte althans nagenoeg horizontale drager 4 die aan de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewer kings organen 5, die bij voorkeur als tanden zijn uitgevoerd. De einden van het 20 kokervormig gesteldeel 1 zijn afgesloten door platen 6, die zich in opwaartse richting en althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekken.The device shown in the figures relates to a soil cultivation machine, in particular intended for preparing a seed bed. The machine comprises a tubular frame part 1 extending transversely to the direction of direction A, in which the upwardly directed, preferably vertically located, shafts 2 of rotors 3 are mounted at equal distances of preferably + 25 cm. The rotors 3 each comprise an at least substantially horizontal support 4 arranged underneath the frame part 1 on the shaft 2 protruding from the frame part 1 at the bottom, and which is provided at its ends with machining members 5 extending downwards, which are preferably as teeth has been done. The ends of the tubular frame part 1 are closed by plates 6, which extend in upward direction and at least substantially parallel to the direction of advancement A of the machine.

Zoals uit fig. 2 blijkt steken de platen 6 aan de voor- en achterzijde en vooral aan de bovenzijde relatief ver buiten 25 de omtrek van het gesteldeel uit. Nabij de voorzijde is aan de bovenzijde van elke plaat 6 een tap 7 aangebracht waarom een zich langs de binnenzijde van de platen naar achteren uitstrekkende arm 8 verzwenkbaar is aangebracht. Nabij het achtereinde van elke plaat 6 gaat het zich vanaf de tap 7 30 naar achteren uitstrekkende deel van elke arm 8 via een knik over in een schuin naar beneden en naar achteren gericht recht deel dat op zijn beurt via een knik overgaat in een zich naar achteren uitstrekkend gedeelte dat evenwijdig is gelegen aan het eerstgenoemde gedeelte van de arm. Het 35 laatstgenoemde gedeelte van de arm 8 is voorzien van een plaatvormige steun 9, die zich schuin naar·' achteren en naar beneden uitstrekt. Tussen de ondereinden van de plaatvormige steunen 9 is door middel van een as 10 resp. 11 en in 3 legerbui zen onder gebrachte legers een rol -12 ondersteund.As can be seen from Fig. 2, the plates 6 protrude relatively far beyond the circumference of the frame part at the front and rear and especially at the top. A tap 7 is arranged near the front of the top of each plate 6, so that an arm 8 extending rearwardly along the inside of the plates is arranged pivotally. Near the rear end of each plate 6, the backwardly extending part of each arm 8 from the tap 7 turns into a straight downwardly angled downwardly and a backwardly directed part, which in turn merges into a bending direction rearwardly extending portion parallel to the first-mentioned portion of the arm. The latter part of the arm 8 is provided with a plate-shaped support 9, which extends obliquely backwards and downwards. Between the lower ends of the plate-shaped supports 9, by means of a shaft 10, respectively. 11 and armies housed in 3 armies supported a -12 roll.

De rol 12 omvat een buisvormig deel 13 dat aan de einden is voorzien van de assen 10 en 11 die op de genoemde wijze zijn ondersteund. Het buisvormige deel 13 is bij dit uit-5 voeringsvoorbeeld voorzien van mesvormige tanden 14 die in groepen van drie in evenwijdig aan elkaar gelegen draai ings-vlakken zijn aangebracht. De tanden 14 zijn op omtrekshoeken van + 120° van elkaar gelegen en bij naast elkaar gelegen draaiingsvlakken ten opzichte van de langshartlijn van het 10 buisvormig deel 13, die de draaiingsas a van de rol 12 vormt over + 90° ten opzichte van elkaar verdraaid (zie fig. 1).The roller 12 comprises a tubular part 13 which is provided at the ends with the shafts 10 and 11 which are supported in the said manner. In this exemplary embodiment, the tubular part 13 is provided with knife-shaped teeth 14, which are arranged in groups of three in parallel surfaces of rotation. The teeth 14 are located at circumferential angles of + 120 ° from each other and at adjacent rotary planes with respect to the longitudinal axis of the tubular part 13, which forms the axis of rotation a of the roller 12, by + 90 ° relative to each other ( see fig. 1).

Het zal duidelijk zijn dat het aantal tanden per groep kan variëren, zo kunnen ook slechts twee tanden of meer dan drie tanden per groep aanwezig zijn. Eveneens kunnen enkele tanden -15 individueel in parallele draaiingsvlakken zijn aangebracht.It will be clear that the number of teeth per group can vary, so also only two teeth or more than three teeth per group can be present. Also, single teeth -15 can be individually arranged in parallel rotating planes.

De tanden 14 zijn plaatvormig en strekken zich althans nagenoeg evenwijdig uit aan een vlak loodrecht op de draaiingsas a van de rol I2. Elk van de tanden 14 heeft een zijde die ten opzichte van de draaiingsas a van de rol 12 althans 20 nagenoeg radiaal verloopt en een zijde die althans nagenoeg tangentieel is gelegen. De betreffende zijden zijn met elkaar verbonden door een zijde die praktisch op een cirkel is gelegen met middelpunt op de draaiingsas a en het einde van een tand vormt. De diameter van het buisvormig deel 13 is + 40 25 cm, terwijl de hoogte van elk van de tanden 14 ongeveer 5 cm bedraagt, zodat de hoogte van een mestand 1/5 van de diameter van de rol of kleiner is dan de diameter. Tussen de achtereinden van de armen 8 is een verbindingsbalk 15 aangebracht die nabij het midden is voorzien van twee op afstand van 30 elkaar gelegen oren 16. Tussen de oren is verzwenkbaar een ver bindings stang 17 aangebracht die met zijn andere einde verzwenkbaar is aangebracht tussen plaatvormige steunen 18 die nabij de bovenzijde aan de achterzijde van een bok 19 zijn bevestigd. De bok 19 is nabij de voorzijde en nabij 35 het midden van het kokervormig gesteldeel 1 aangebracht en aan de voorzijde voorzien van aankoppelmiddelen voor aan-koppeling aan de driepuntsbevestiging van een trekker.The teeth 14 are plate-shaped and extend substantially parallel to a plane perpendicular to the axis of rotation a of the roller I2. Each of the teeth 14 has a side which extends at least substantially radially relative to the axis of rotation a of the roller 12 and a side which is located at least substantially tangentially. The sides in question are joined together by a side which is practically located on a circle with a center on the axis of rotation a and forms the end of a tooth. The diameter of the tubular part 13 is + 40 cm, while the height of each of the teeth 14 is about 5 cm, so that the height of a file is 1/5 of the diameter of the roll or less than the diameter. Between the rear ends of the arms 8 a connecting bar 15 is provided, which is provided near the center with two spaced apart ears 16. A connecting rod 17 is pivotally arranged between the ears and pivotally mounted with its other end between plate-shaped supports 18 attached to the rear of a trestle 19 near the top. The trestle 19 is arranged near the front and near the center of the tubular frame part 1 and is provided at the front with coupling means for coupling to the three-point mounting of a tractor.

Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de lengte van de i 4 -* 4 verbindingsstang 17 door middel van een wartel instelbaar, een en ander zodanig dat hierdoor de hoogte van de rol 12 en daarmede de werkdiepte van de rotors 3 instelbaar is. Het zal duidelijk zijn dat in plaats van de in lengte verstelbare 5 verbindingsstang 17 een andere verstelmogelijkheid voor de rol 12 aanwezig kan zijn. Zo kan de verbindingsstang zijn uitgevoerd als een schroef spindel of kan een verstelmogeli jkheid aanwezig zijn, die door middel van schroef spindels voor elk van de armen 8 is verkregen. Binnen het kokervormig 10 gesteldeel 1 is op elke as 2 van een rotor 3 een tandwiel 20 met rechte vertanding aangebracht, een en ander zodanig dat twee naast elkaar gelegen rotors tijdens het bedrijf in tegengestelde zin worden aangedreven (fig. 1). Nabij het midden van de rij rotors is de as van een rotor 3 naar boven 15 verlengd en reikt tot in een tandwielkast 21 die binnen de omtrek van de bok 19 op de bovenzijde van het gesteldeel 1 is aangebracht. Binnen de tandwielkast 21 is op de verlenging een conisch tandwiel 22 bevestigd dat in aandrijvende verbinding is met een conisch tandwiel 23 op een as 24 die 20 in de tandwielkast 21 is gelegerd en zich althans nagenoeg in de voortbewegingsrichting A uitstrekt. De as 24 steekt aan de voorzijde buiten de tandwielkast uit en is door middel van een tussenas 25 met de aftakas van een trekker koppelbaar. De as 24 steekt eveneens aan de achterzijde buiten de tand-25 wielkast 21 uit en reikt hierbij in een aan de achterzijde op de tandwielkast aangebrachte tandwielkast 26. Binnen de tandwielkast 26 is de as 24 voorzien van een conisch tandwiel 27 dat in aandrijvende verbinding staat met een conisch tandwiel 28, welk conisch tandwiel een grotere diameter 30 heeft en is aangebracht op een as 29 die zich althans nagenoeg in horizontale richting en dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt. De as 29 is in de tandwielkast 26 gelegerd en steekt aan tegenover elkaar gelegen zijden buiten de tandwielkast uit. Binnen de tandwielkast 26 is onder de as 29 35 oen as 30 gelegen die zich althans nagenoeg evenwijdig aan de as 29 en eveneens met beide einden buiten de tandwielkast uitstrekt. De beide assen 29 en 30 staan aan een einde met elkaar in aandrijvende verbinding via uitwisselbare tandwielen V ^ 5 31 en 32, die een verschillende diameter hebben en zijn ondergebracht in een huis dat zich bevindt aan de zijkant van de tandwielkast 26. Het huis met de verwisselbare tandwielen 31 en 32 vormt een iDScemsziator of vrisseUrijfweik 33. Hat arneie 5 einde van de onderste as 30 dat buiten de tandwielkast 26 uitsteekt is via een universeelkoppeling 34 verbonden met een as 35 die via een universeelkoppeling 34 is gekoppeld met een as 36. De as 36 strekt zich dwars op de voortbewe-gingsrichting A uit en is althans nagenoeg horizontaal 10 gelegen. De as 36 reikt tot in een kast 37 die op de binnenzijde van een arm 8 is aangebracht. De universeelkoppelingen 34 zijn bij voorkeur als kruiskoppelingen uitgevoerd. Binnen Γ de kast 37 is de as voorzien van een kettingwiel 38. Het 1 kettingwiel 38 staat via een ketting 39 in aandrijvende i '15 verbinding met een kettingwiel 40 op de tap 11 van de rol 14.In the exemplary embodiment shown, the length of the 4 - * 4 connecting rod 17 is adjustable by means of a swivel, all this in such a way that the height of the roller 12 and thereby the working depth of the rotors 3 is adjustable. It will be clear that instead of the length-adjustable connecting rod 17, another adjustment possibility for the roller 12 may be provided. The connecting rod can for instance be designed as a screw spindle or there can be an adjustment possibility, which is obtained by means of screw spindles for each of the arms 8. Within the tubular frame part 1, a spur gear 20 with a straight toothing is arranged on each shaft 2 of a rotor 3, such that two adjacent rotors are driven in opposite direction during operation (fig. 1). Near the center of the row of rotors, the shaft of a rotor 3 is extended upwards and extends into a gearbox 21 which is arranged on the top of the frame part 1 within the circumference of the trestle 19. Within the gearbox 21, a bevel gear 22 is mounted on the extension and is in driving communication with a bevel gear 23 on a shaft 24 mounted in the gearbox 21 and extends substantially in the direction of travel A. The shaft 24 protrudes from the front outside the gearbox and can be coupled to the PTO shaft of a tractor by means of an intermediate shaft 25. The shaft 24 also protrudes from the rear outside the gear wheel housing 21 and thereby extends into a gear housing 26 mounted on the rear side of the gear housing. Within the gear housing 26, the shaft 24 is provided with a bevel gear 27 which is in driving connection with a bevel gear 28, which bevel gear has a larger diameter 30 and is mounted on a shaft 29 extending substantially horizontally and transversely to the direction of travel A. The shaft 29 is alloyed in the gearbox 26 and protrudes beyond the gearbox on opposite sides. Within the gearbox 26, shaft 30 is located under the shaft 29, which shaft extends at least substantially parallel to the shaft 29 and also extends beyond the gearbox with both ends. The two shafts 29 and 30 are at one end in a driving connection via interchangeable gears V ^ 5 31 and 32, which have different diameters and are housed in a housing located on the side of the gearbox 26. The housing with the interchangeable gears 31 and 32 form an iScemsziator or freezing wiper 33. The arneie 5 end of the lower shaft 30 which protrudes beyond the gearbox 26 is connected via a universal coupling 34 to a shaft 35 which is coupled via a universal coupling 34 to a shaft 36. The shaft 36 extends transversely of the direction of travel A and is at least substantially horizontal. The shaft 36 extends into a box 37 mounted on the inside of an arm 8. The universal couplings 34 are preferably designed as universal joints. Within the box 37, the shaft is provided with a sprocket wheel 38. The 1 sprocket wheel 38 is connected via a chain 39 in driving connection with a sprocket wheel 40 on the pin 11 of the roller 14.

Het kettingwiel 38 heeft zoals uit fig. 1 blijkt, een grotere diameter dan het kettingwiel 38.As can be seen from Fig. 1, the sprocket wheel 38 has a larger diameter than the sprocket wheel 38.

De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt.The operation of the machine described above is as follows.

20 Tijdens het bedrijf is de machine door middel van de bok 19 met de driepuntshefinrichting van een trekker verbonden en kunnen via de tussenas 35 en de in het voorgaande beschreven overbrenging de respectieve rotors 3 en de achter de rotors aangebrachte rol 12 vanaf de af takas v «y· 25 de trekker worden aangedreven. Zoals reeds vermeld roteren de , respectieve rotors 3 tijdens de voortbeweging van de machine in een richting volgens pijl A in tegengestelde zin (fig. 1), * ’ waarbij de tanden 5 van twee naast elkaar gelegen rotors ten minste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken. De 30 werkdiepte van de rotors 3 wordt bepaald door middel van de ^ rol 12, waarvan de stand ten opzichte van het gesteldeel 1 met behulp van de verbindingsstang 17 instelbaar is. De aandrijving van de rol 12 is zodanig dat deze tijdens het bedrijf in de richting volgens pijl B in draaiing wordt 35 gebracht. Hierbij kan door middel van de uitwisselbare ·;^ tandwielen 31 en 32 van de toerenvariator of het wissel- ’r . drijfwerk 33 aan de rol 12 verschillende draaisnelheden worden gegeven. Zo kan de rol 12 worden aangedreven met een » * β omtrekssnelheid die althans nagenoeg overeenstemt met de voort-bewegingssnelheid van de machine. Echter is het ook mogelijk de rol met een kleinere of met een grotere omtrekssnelheid aan te drijven. Doordat de tanden 14 zijn voorzien van een al-5 thans nagenoeg tangentiaal verlopende zijde die zich ten opzichte van de draairichting 33 die de rol tijdens het bedrijf krijgt aan de voorzijde is gelegen kan naast een stuwwerking tevens een effektieve nabewerking van de grond worden verkregen, verder is een zelfreinigende werking aanwezig. Hierbij '10 is de mogelijkheid voor het aanhangen van aarde verder verkleind doordat de tanden in opvolgende draaiingsvlakken over + 90° ten opzichte van elkaar zijn verdraaid en hierbij slechts een beperkt aantal tanden aanwezig is. Door middel van de aangedreven rol 14 kan een deel van het voor de voortbeweging 15 benodigd vermogen via de aftakas van de trekker worden geleverd. Door de aandrijvende verbinding tussen de tandwielkasten 26 en 27 die wordt gevormd door een van kruiskoppelingen voorziene as 35j welke zich althans nagenoeg dwars op de voortbe-wegingsriehting A en althans nagenoeg horizontaal ter hoogte 20 van de bovenzijde van het gesteldeel uitstrekt, wordt bereikt dat elke mogelijke verstelling van de rol 12 kan worden uitgevoerd zonder dat hierdoor de aandrijving wordt bemoeilijkt. Bovendien kan geen slip ontstaan en is een compact geheel mogelijk. De toerenvariator of het wisseldrijfwerk 33 is goed 25 toegankelijk zodat na afname van het deksel van het huis, de aanwezige tandwielen 31 en 32 gemakkelijk kunnen worden verwisseld en/of vervangen door andere.20 During operation, the machine is connected to the three-point linkage of a tractor by means of the trestle 19 and the respective rotors 3 and the roller 12 arranged behind the rotors can be moved from the PTO shaft via the intermediate shaft 35 and the transmission described above. The tractor must be powered. As already mentioned, the respective rotors 3 rotate in the direction of arrow A in the opposite direction during the movement of the machine in the direction of arrow A (fig. 1), wherein the teeth 5 of two adjacent rotors cultivate at least adjacent strips of soil . The working depth of the rotors 3 is determined by means of the roller 12, the position of which is adjustable relative to the frame part 1 by means of the connecting rod 17. The drive of the roller 12 is such that it is rotated in operation in the direction according to arrow B during operation. This can be done by means of the exchangeable gears 31 and 32 of the speed variator or the exchanger. gear 33 are given to the roller 12 different rotational speeds. For example, the roller 12 can be driven at a »* β peripheral speed that is at least substantially the same as the machine's travel speed. However, it is also possible to drive the roller at a smaller or greater peripheral speed. Since the tines 14 are provided with an already substantially tangentially extending side which is located at the front relative to the direction of rotation 33 which the roller receives during operation, in addition to a thrust action, an effective post-tillage of the soil can also be obtained, furthermore, a self-cleaning effect is present. In this case, the possibility of adhering to earth has been further reduced because the tines are rotated by + 90 ° relative to each other in successive rotary planes and only a limited number of tines are present. By means of the driven roller 14, part of the power required for propulsion 15 can be supplied via the power take-off shaft of the tractor. The driving connection between the gearboxes 26 and 27, which is formed by a cross-jointed shaft 35j, which extends at least substantially transverse to the direction of movement A and at least substantially horizontally at the top of the frame part, ensures that each possible adjustment of the roller 12 can be carried out without this making the drive more difficult. Moreover, no slip can occur and a compact whole is possible. The speed variator or the change gear 33 is easily accessible, so that after the cover of the housing has been removed, the existing gears 31 and 32 can be easily exchanged and / or replaced by others.

In de fig. 4 en 5 is een tweede uitvoeringsvoorbeeld weergegeven. Voor met het eerste uitvoeringsvoorbeeld overeen-30 komende onderdelen zijn dezelfde verwijzingscijfers gebruikt. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld bevinden de as 29 en de tandwielen 27 en 28 zich in een tandwielkast 26A aan de achterzijde van de tandwielkast 21. De toerenvariator of het wiss el drijfwerk 33 A is aan de buitenzijde van een arm 8 aangebracht. De toe-35 renvariator 33A omvat een as 39A die op de arm 8 is ondersteund en via de kruiskoppeling 34 met de as 35 is verbonden. Binnen het huis van de toerenvariator staat de as 39 via de uitwisselbare tandwielen 31 en 32 in verbinding met de as 40 % 7 γ/aarop binnen de kast 37 bet kettingwiel 38 is aangebracht.A second exemplary embodiment is shown in Figs. 4 and 5. The same reference numerals have been used for parts corresponding to the first exemplary embodiment. In this exemplary embodiment, the shaft 29 and the gears 27 and 28 are located in a gearbox 26A at the rear of the gearbox 21. The speed variator or the gear 33A is arranged on the outside of an arm 8. The speed variator 33A includes a shaft 39A supported on the arm 8 and connected to the shaft 35 via the universal joint 34. Within the housing of the speed variator, the shaft 39 is connected via the exchangeable gears 31 and 32 to the shaft 40% 7 γ / on which the sprocket 38 is fitted inside the housing 37.

Door het aanbrenger van de toerenvariator 33A aan de buitenzijde van een verzwenkbare arm 8 wordt het geheel nog beter toegankelijk terwijl desondanks een compacte constructie kan 5 worden gehandhaafd.The arrangement of the speed variator 33A on the outside of a pivotable arm 8 makes the whole even more accessible, while a compact construction can nevertheless be maintained.

Bij het in de fig. 6 en 7 weergegeven uitvoerings-voorbeeld van een constructie volgens de uitvinding zijn met de ia de voorgaancte beschreven uitvoeringsvoorbeelden overeenkomende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers 10 aangegeven. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld waarbij de rotors 3 vanaf de aftakas van de trekker via een tandwielkast 41 en een toerenvariator 42 in dezelfde richting als bij de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden worden aangedreven, is voor de rol 14 een afwijkende aandrijving aanwezig, die van de as van een '15 achterwiel van de trekker is afgeleid. Hiertoe is aan één zijde van de rol 14 een aan de buitenzijde van een arm 8 aangebrachte kast 43 aanwezig. Binnen de kast 43 bevindt zich een kettingaandrijving die een op de as 10 van de rol 14 bevestigd kettingwiel 44, een ketting 45 en een kettingwiel 20 46 omvat. Het kettingwiel 46 is aangebracht op een as 47 cLie zich althans nagenoeg dwars op de voortbewegingsrichting A en in horizontale richthg uitstrekt. De as 47 reikt tot in een aan de balk 15 aangebrachte tandwielkast 48. Binnen deze tandwielkast 48 is de as 47 voorzien van een conisch tandwiel 25 49 dat in aandrijvende verbinding staat met een groter conisch tandv/iel 50 op een as 51· De as 51 is in de tandwielkast 48 gelegerd en steekt aan de voorzijde buiten de tandwielkast uit. Het uit de tandwielkast 48 stekende einde van de as 51 is via een universeel-, in het bijzonder een 30 kruiskoppeling 52 in aandrijvende verbinding met een telescopische naar voren verlopende as 53. De as 53 is via een universeelkoppeling in het bijzonder een kruiskoppeling 52 verbonden met een as 54 in een tandwielkast 55. Binnen de tandwielkast 55 staat de as 54 via een conisch tandwiel 56 35 in aandrijvende verbinding met een groter conisch tandwiel 57· Het conisch tandwiel 57 is bevestigd op een as 58 die hol kan zijn uitgevoerd, een en ander zodanig dat deze as kan worden geschoven op het einde van de achterste loopwielas 8 » * * 59 van een trekker. Hierbij kan het huis van de tandwielkast 60 door middel van een op het loopwiel te bevestigen flens draaibaar ten opzichte van het wiel zijn aangebracht. De bovenzijde van de tandwielkast 55 is voorzien van een steun 60 die boven 5 de as is gelegen en zich naar achteren uitstrekt en die kan worden aangebracht onder een beugel 61 op de bovenzijde van de tandwielkast 48. De steun :60 voorkomt een verdraaiing van de tandwielkast 55. De werking van de machine volgens de fig. 6 en 7 is gelijk aan die van de machine volgens de .10 voorgaande uitvoeringsvoorbeelden, echter wordt bij dit uit- voeringsvoorbeeld voor de aandrijving van de rol 14 die ook : in de richting B wordt aangedreven een drievoudige vertraging mogelijk en wel: een. veitragjrg "via de vertragiigsbak mn de trekker, een vertraging binnen de tandwielkast 55 die op het aseinde van |15 de loopwielas 59 is geschoven en een vertraging binnen de tandwielkast 48. Bij deze constructie kan men door middel van kruiskoppelingen en een telescopische as 53 en een op het einde van de as 59 van een achterwiel van een trekker schuifbare tandwielkast 55 op simpele wijze een aandrijving 20 voor de rol 14 verkrijgen die de rol een omtrekssnelheid kan geven die kleiner of groter óf gelijk is aan de voort-bewegingssnelheid van de machine. Door middel van de omtreks-snelheid van de rol kan men indien gewenst bij de weergegeven constructies het gevaar voor aanhangen van aarde nog verklei-25 nen. Zo kan men de rol een grotere rotatiesnelheid geven dan behoort bij de voortbewegingssnelheid van de machine waardoor mede door de specifieke opstelling van de tanden 14 een aanmerkelijke zelfreinigende werking kan worden verkregen. Een trekker waarbij ten minste een loopwielas is voorzien van 30 aandrijfmiddelen als de boven beschreven tandwielkast kan vanzelfsprekend door middel van deze aandrijfmiddelen ook andere machines dan de boven beschreven machine aandrijven.In the exemplary embodiment of a construction according to the invention shown in Figs. 6 and 7, parts corresponding to the exemplary embodiments described above are designated by the same reference numerals. In this exemplary embodiment, in which the rotors 3 are driven in the same direction as in the preceding exemplary embodiments from the PTO shaft of the tractor via a gearbox 41 and a speed variator 42, a different drive is provided for the roller 14, which is from the shaft of a '15 tractor rear wheel is derived. For this purpose a box 43 arranged on the outside of an arm 8 is present on one side of the roller 14. Inside the box 43 is a chain drive comprising a sprocket wheel 44 mounted on the shaft 10 of the roller 14, a chain 45 and a sprocket wheel 46. The sprocket wheel 46 is mounted on a shaft 47 which extends at least substantially transverse to the direction of travel A and in a horizontal direction. The shaft 47 extends into a gearbox 48 arranged on the beam 15. Within this gearbox 48, the shaft 47 is provided with a bevel gear 25 49 which is in driving connection with a larger bevel gear 50 on a shaft 51 · The shaft 51 is alloyed in the gearbox 48 and protrudes from the front outside the gearbox. The end of the shaft 51 protruding from the gearbox 48 is in a universal connection, in particular a universal joint 52, in a driving connection with a telescopic forward shaft 53. The shaft 53 is in particular a universal joint 52 connected via a universal coupling with a shaft 54 in a gearbox 55. Within the gearbox 55, the shaft 54 is in driving connection via a bevel gear 56 35 to a larger bevel gear 57 · The bevel gear 57 is mounted on a shaft 58 which can be hollow, a and other such that this axle can be slid onto the end of the rear impeller axle 8 * * 59 of a tractor. The housing of the gearbox 60 can herein be arranged rotatably relative to the wheel by means of a flange to be mounted on the impeller. The top of the gearbox 55 is provided with a support 60 which is located above the shaft and extends backwards and which can be fitted under a bracket 61 on the top of the gearbox 48. The support: 60 prevents the rotation of the gearbox 55. The operation of the machine according to Figs. 6 and 7 is the same as that of the machine according to the previous embodiments, however, in this embodiment for the drive of the roller 14, which is also: in direction B is powered a triple delay possible: a. via the gearbox in the tractor, a deceleration within the gearbox 55 which is slid onto the shaft end of the impeller shaft 59 and a deceleration within the gearbox 48. In this construction one can use universal joints and a telescopic shaft 53 and a gearbox 55 slidable on the end of the shaft 59 of a tractor rear wheel in a simple manner obtain a drive 20 for the roller 14 which can give the roller a peripheral speed that is smaller or larger or equal to the speed of advancement of the machine By means of the peripheral speed of the roller, the danger of adhering to earth can be reduced in the constructions shown, if desired, for example, the roller can be given a greater rotational speed than is associated with the speed of advancement of the machine, so that a significant self-cleaning effect can be obtained by the specific arrangement of the teeth 14. A tractor in which at least one running wheel axle is provided with drive means such as the above-described gearbox can of course also drive other machines than the above-described machine by means of these drive means.

De uitvinding is niet beperkt tot het bovenstaande doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet 35 beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

ConclusiesConclusions

Claims (29)

1. Grondbev/erkingsmachine, voorzien van een gestel, waarin een aantal in een rij gelegen, aangedreven bewerkings-organen is aangebracht en bet gestel door een zicb dwars op de voortbewegingsrienting van de machine uitstrekkende rol 5 is ondersteund, met het kenmerk, dat de rol vanaf één einde door middel van een aandrijving die een as met kruiskoppelingen omvat aandrijfbaar is.1. Earth-raising machine, provided with a frame, in which a number of driven working members are arranged in a row and the frame is supported by a roller 5 extending transversely of the machine's traveling ring, characterized in that the roller from one end is drivable by means of a drive comprising a shaft with universal joints. 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aandrijving voor de rol een wisseldrijf- 10 werk omvat.2. Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the drive for the roller comprises a change gear. 3. Grondbewerkingsmachine, voorzien van een gestel, waarin een aantal in een rij gelegen, aangedreven bewerkings- r organen is aangebracht en het gestel door een zich dwars op de voorthewegingsrichting van de machine uitstrekkende rol - 15 is onderstend, met het kenmerk, dat een. aandrijving voor de rol aanwezig is die een wisseldrijfwerk omvat.3. Soil cultivation machine, provided with a frame, in which a number of driven cultivating members are arranged in a row and the frame is supported by a roller 15 extending transversely of the direction of advancement of the machine, characterized in that a . drive for the roller is present, which comprises a change gear. 4. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aandrijving voor de rol een as met kruiskoppelingen omvat, welke as vanaf het loopwiel van een 20 trekker aandrijfbaar is.4. Soil cultivation machine according to claim 1 or 2, characterized in that the drive for the roller comprises a shaft with universal joints, which shaft can be driven from the running wheel of a tractor. 5. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel, waarin een aantal in een rij gelegen, aangedreven bewerkings-organen is aangebracht en het gestel door een zich dwars op jk-. de voorthewegingsrichting van de machine uitstrekkende rol 25 is ondersteund, met het kenmerk, dat voor de rol een aandrij- r ving aanwezig is die een as met kruiskoppelingen omvat, welke — f as vanaf het loopwiel van een trekker aandrijfbaar is.5. Soil cultivation machine provided with a frame, in which a number of driven working members arranged in a row are arranged and the frame is positioned transversely to jk. the direction of advancement of the machine-extending roller 25 is supported, characterized in that the roller is provided with a drive which comprises a shaft with universal joints, which shaft can be driven from the running wheel of a tractor. 6. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 1-3» met het kenmerk, dat de as met kruiskoppelingen in 30 aandrijvende verbinding staat met een overbrenging voor de aandrijving van de bewerkingsorganen.6. Soil cultivation machine according to any one of claims 1-3 », characterized in that the shaft with universal joints is in driving connection with a transmission for driving the cultivating members. 7. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de as met kruiskoppelingen zich althans ^ nagenoeg vanaf het midden van de machine, naar een einde i /· 35 van de rol uitstrskt. ^ t.Soil cultivation machine according to claim 6, characterized in that the universal joint shaft extends at least substantially from the center of the machine to one end of the roller. ^ t. 8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de as met kruiskoppelingen ter hoogte van een de bewerkingsorganen ondersteunend gesteldeel is gelegen. Λ *· »Soil cultivation machine according to claim 6 or 7, characterized in that the shaft with universal joints is located at the level of a frame part supporting the cultivating members. Λ * · » 9. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 6-8, met bet kenmerk, dat de as met kruiskoppelingen zich althans nagenoeg dwars op de voortbewegingsrichting van de machine en in althans nagenoeg horizontale richting uitstrekt.Soil cultivation machine according to any one of claims 6-8, characterized in that the shaft with universal joints extends at least substantially transverse to the direction of travel of the machine and in at least substantially horizontal direction. 10. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de as met kruiskoppelingen aan de zijde van de rol een kettingsoverbrenging aandrijft.Soil cultivation machine according to any one of claims 6-9, characterized in that the shaft with universal joints on the roller side drives a chain transmission. 11. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 6-10, met het kenmerk, dat de as met kruiskoppelingen via 10 een wisseldrijfwerk aandrijfbaar is, welk wisseldrijfwerk tussen een met de aftakas van een trekker te koppelen as en de as met kruiskoppelingen is aangebracht.11. Soil cultivation machine according to any one of claims 6-10, characterized in that the shaft with universal joints is drivable via an exchange gear, which exchange gear is arranged between an axle to be coupled to the power take-off shaft of a tractor and the shaft with universal joints. 12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het wisseldrijfwerk zich tussen de as met 15 kruiskoppelingen en de kettingoverbrenging bevindt.Soil cultivation machine according to claim 11, characterized in that the change gear is located between the shaft with universal joints and the chain transmission. 13· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het wisseldrijfwerk uitwisselbare tandwielen omvat.Soil cultivation machine according to claim 12, characterized in that the change gear comprises exchangeable gears. 14. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat het wisseldrijfwerk twee boven elkaar gelegen assen omvat, waarbij de bovenste as direct vanaf de aftakas van een trekker aandrijfbaar is, terwijl de onderste as in aandrijvende verbinding staat met de as met kruiskoppelihgen. 25Soil tillage implement according to any one of the preceding claims, characterized in that the interchangeable gear unit comprises two axes located one above the other, the upper shaft being drivable directly from the tractor PTO, while the lower shaft is in driving connection with the shaft with universal joints. 25 15· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat een tandwielbak aanwezig is, die los- !·: neembaar op de as van het loopwiel aanbrengbaar is en een as omvat waarmee de as met kruiskoppelingen is verbonden.Soil cultivation machine according to claim 4 or 5, characterized in that there is a gearbox which can be mounted releasably on the shaft of the impeller and comprises a shaft to which the shaft is connected by universal joints. 16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15, met 30 het kenmerk, dat de tandwielkast een holle as omvat die op de loopwielas schuifbaar .is.16. Soil cultivation machine according to claim 15, characterized in that the gear box comprises a hollow shaft which is slidable on the impeller shaft. 17. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie.16, met het kenmerk, dat de tandwielkast verdraaibaar ten opzichte van het loopwiel aanbrengbaar is. 35Soil cultivation machine according to claim 16, characterized in that the gearbox can be rotatable relative to the impeller. 35 18, Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15 - 17, met het kenmerk, dat een steun aanwezig is die met het gestel van de machine verbindbaar is, een en ander zodanig dat een verdraaien van de tandwielkast tijdens bedrijf wordt tegengegaan. *Soil cultivation machine according to claims 15-17, characterized in that a support is present which can be connected to the frame of the machine, all this in such a way that rotation of the gearbox during operation is prevented. * 19. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rol is voorzien van mes-tanden die individueel in verschillende draaiingsvlakken zijn aangebracht.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the roller is provided with knife teeth which are arranged individually in different rotation planes. 20. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel viaarin een aantal in een rij gelegen aangedreven bewerkings-organen is aangebracht en het gestel door een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine ui ts trekkende rol is ondersteund, met het kenmerk, dat de rol is voorzien van 10 mestanden, die individueel in verschillende draaiingsvlakken zijn aangebracht.20. Soil cultivation machine provided with a frame, in which a number of driven working members arranged in a row is arranged and the frame is supported by a roller extending transversely to the direction of advancement of the machine, characterized in that the roller is provided with 10 knife tines, which are individually arranged in different rotation planes. 21. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de mestanden een hoogte hebben die + l/5 of kleiner is dan de diameter van de rol.Soil cultivation machine according to claim 19 or 20, characterized in that the blade tines have a height of + 1/5 or less than the diameter of the roller. 22. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel waarin een aantal in een rij gelegen aangedreven bewerkings-organen is aangebracht en het gestel door een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rol is ondersteund, met het kenmerk, dat voor de rol een aandrij-20 ving aanwezig is en de rol is voorzien van mestanden, die een hoogte hebben die 1/5 of kleiner is dan de diameter van de rol.22. Soil cultivating machine provided with a frame in which a number of driven working members are arranged in a row and the frame is supported by a roller extending transversely of the direction of advancement of the machine, characterized in that a drive for the roller is is present and the roll is provided with knife tines, which have a height that is 1/5 or less than the diameter of the roll. 23« Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 19 - 22, met het kenmerk, dat de mestanden zijn gevormd uit 25 plaat en zich althans nagenoeg evenwijdig aan een vlak loodrecht op de draaiingsas van de rol uitstrekken.Soil cultivation machine according to any one of claims 19-22, characterized in that the blade teeth are formed from plate and extend at least substantially parallel to a plane perpendicular to the axis of rotation of the roller. 24. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de mestanden in naast elkaar gelegen draaiingsvlakken over + 90° ten opzichte van elkaar om de draai- 30 ingsas van de rol zijn verdraaid.24. Soil cultivation machine according to claim 23, characterized in that the blade tines are rotated by + 90 ° relative to each other about the axis of rotation of the roller in adjacent rotary planes. 25. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 19 - 24, met het kenmerk, dat een mestand een althans nagenoeg radiale zijde en een althans nagenoeg tangentiale zijde heeft.Soil cultivation machine according to one of Claims 19 to 24, characterized in that a stand has an at least substantially radial side and an at least substantially tangential side. 26. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de althans nagenoeg tangentiale zijde zich aan de ten opzichte van de draairichting van de rol voorste zijde van de tand bevindt.Soil cultivation machine according to claim 25, characterized in that the substantially tangential side is located on the front side of the tine which is anterior to the direction of rotation of the roller. 27. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het Vt- voorgaande en weergegeven in de figuren.27. Soil cultivation machine as described in the Vt preceding and shown in the figures. 28. Landbouwtrekker bestemd om te worden gebruikt bij een machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de as van ten minste één loopwiel is voor- 5 zien van middelen via welke een aandrijving voor de machine realiseerbaar is.28. Agricultural tractor intended for use with a machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the shaft of at least one impeller is provided with means through which a drive for the machine can be realized. 29. Landbouwtrekker voorzien van ten minste twee aangedreven loopwielen, met het kenmerk, dat de as van ten minste één loopwiel is voorzien van middelen voor het aan- 10 drijven van met de trekker te koppelen machines. -0--0-0-0-0-29. Agricultural tractor provided with at least two driven running wheels, characterized in that the shaft of at least one running wheel is provided with means for driving machines to be coupled to the tractor. -0--0-0-0-0-
NL8300682A 1983-02-24 1983-02-24 Rotary harrow. NL191971C (en)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300682A NL191971C (en) 1983-02-24 1983-02-24 Rotary harrow.
GB08404400A GB2135163B (en) 1983-02-24 1984-02-20 Soil cultivating implements
FR8402665A FR2541553B1 (en) 1983-02-24 1984-02-22 ROTARY HARNESS PROVIDED WITH A DRIVEN ROLLER
DE19843406468 DE3406468A1 (en) 1983-02-24 1984-02-23 GROUND MACHINING MACHINE, IN PARTICULAR Harrow
AT0061184A AT391785B (en) 1983-02-24 1984-02-24 GROUND MACHINING MACHINE, IN PARTICULAR Harrow
JP59032764A JPS59162804A (en) 1983-02-24 1984-02-24 Cultivating tool
IT19800/84A IT1173381B (en) 1983-02-24 1984-02-24 LAND GROWING TOOL WITH CONTACT ROLLER OF THE LAND COMMANDED IN ROTATION BY THE TRACTOR

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300682 1983-02-24
NL8300682A NL191971C (en) 1983-02-24 1983-02-24 Rotary harrow.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8300682A true NL8300682A (en) 1984-09-17
NL191971B NL191971B (en) 1996-08-01
NL191971C NL191971C (en) 1996-12-03

Family

ID=19841464

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300682A NL191971C (en) 1983-02-24 1983-02-24 Rotary harrow.

Country Status (7)

Country Link
JP (1) JPS59162804A (en)
AT (1) AT391785B (en)
DE (1) DE3406468A1 (en)
FR (1) FR2541553B1 (en)
GB (1) GB2135163B (en)
IT (1) IT1173381B (en)
NL (1) NL191971C (en)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2589311B1 (en) * 1985-11-05 1988-12-30 Pradier Mathieu BRAKE ROLLER BRAKE
DE19943208C2 (en) * 1999-09-09 2003-06-18 Walterscheid Gmbh Gkn Drive arrangement with an actuator
EP3317553B1 (en) 2015-06-30 2023-05-10 Saint-Gobain Performance Plastics Corporation Plain bearing
JP7233693B2 (en) * 2019-04-08 2023-03-07 小橋工業株式会社 agricultural machine

Family Cites Families (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2669173A (en) * 1947-11-14 1954-02-16 Robert C Chattin Rotary cultivator
US2711125A (en) * 1951-06-25 1955-06-21 Stanley A Szymczak Combined moldboard plow and soil pulverizer
US2973044A (en) * 1957-10-08 1961-02-28 Meredich Mike Combination plow and cutting tool
GB928420A (en) * 1959-10-19 1963-06-12 James Christopher Hetherington Improvements in and relating to tractor ploughs
GB996262A (en) * 1961-12-01 1965-06-23 Stothert & Pitt Ltd Improvements in sheepsfoot rollers
GB1163534A (en) * 1965-11-02 1969-09-10 Agrotiller Ltd Improvements in soil-working machines
US3508617A (en) * 1967-07-10 1970-04-28 William D W Paynter Agricultural soil treating implements
FR2034426A7 (en) * 1969-03-31 1970-12-11 Brodrene Taul
FR2121575B3 (en) * 1971-01-04 1974-12-20 Maletti Figlio Pietro
NL166838B (en) * 1971-03-12 1981-05-15 Eerste Emmeloorer Maschf Nv SOIL TILLER.
NL167295C (en) * 1972-06-23 1981-12-16 Lely Nv C Van Der SOIL TILLER.
AT318267B (en) * 1973-02-19 1974-10-10 Prillinger Landmaschf Hans Device for tillage
NL7305103A (en) * 1973-04-12 1974-10-15
NL7400416A (en) * 1974-01-11 1975-07-15 Zijlstra & Bolhuis Bv Soil treatment machine - has crumbler roller with spiral pattern tines driven in opposite direction to travel
AT329305B (en) * 1974-04-11 1976-05-10 Scherz Karl SEEDBED PREPARATION DEVICE
NL7405875A (en) * 1974-05-02 1975-11-04 Lely Nv C Van Der SOIL WORKING MACHINE.
NL7513215A (en) * 1975-11-12 1977-05-16 Lely Nv C Van Der SOIL WORKING MACHINE.
NL7600363A (en) * 1976-01-15 1977-07-19 Lely Nv C Van Der SOIL WORKING MACHINE.
NL7807270A (en) * 1978-07-05 1980-01-08 Patent Concern Nv SOIL TILLER.
NL7807271A (en) * 1978-07-05 1980-01-08 Patent Concern Nv SOIL TILLER.
DE2839601C3 (en) * 1978-09-12 1993-11-18 Kuhn Sa Tillage machine
DE2915628A1 (en) * 1979-04-18 1980-10-30 Ernst Weichel DEVICE FOR LOOSE GROUNDING ON A TRACTOR
GB2062432B (en) * 1979-09-01 1983-03-23 Howard Machinery Ltd Rotary cultivating machine
DE2943732A1 (en) * 1979-10-30 1981-05-14 Ernst 7326 Heiningen Weichel Tool for seed bed preparation - includes breaker roller fitted under safety hood hinged to frame
DE3004576A1 (en) * 1980-02-08 1981-08-13 Maschinenfabrik Rau Gmbh, 7315 Weilheim Combination ground-cultivation implement - has spring-mounted tools deflecting upwards under heavy ground resistance
GB2071972B (en) * 1980-03-11 1983-07-27 Bomford & Evershed Ltd Slow rotor soil cultivating implements
EP0039792A1 (en) * 1980-05-09 1981-11-18 Ernst Weichel Implement for seed bed preparation
FR2484760A1 (en) * 1980-06-19 1981-12-24 Grangier Adrien Agricultural ground preparation machine - has tined harrow and driven tined roller with cowl edge forming rake

Also Published As

Publication number Publication date
IT1173381B (en) 1987-06-24
FR2541553B1 (en) 1987-08-21
FR2541553A1 (en) 1984-08-31
NL191971C (en) 1996-12-03
GB2135163B (en) 1986-03-26
GB8404400D0 (en) 1984-03-28
NL191971B (en) 1996-08-01
IT8419800A0 (en) 1984-02-24
JPS59162804A (en) 1984-09-13
DE3406468A1 (en) 1984-08-30
ATA61184A (en) 1990-06-15
GB2135163A (en) 1984-08-30
AT391785B (en) 1990-11-26
DE3406468C2 (en) 1988-12-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8004448A (en) Vertical axis rotary harrow - has side-by-side tine-bearing members with guards around shafts
NL8100993A (en) SOIL TILLER.
NL8102052A (en) Rotary soil weeding-cultivation machine - has tines with flat opposite faces widening and converging towards tip
NL8300682A (en) SOIL TILLER.
NL8202359A (en) SOIL TILLER.
NL8400269A (en) ROLL CONSTRUCTION FOR A TILLAGE MACHINE.
NL8001383A (en) MULTIPLE MACHINE WITH VERTICAL AXLES FOR TILLING AGRICULTURAL LAND WITH ROWED PLANTS.
NL8303381A (en) SOIL TILLER.
NL7808608A (en) SOIL TILLER.
NL7809814A (en) SOIL TILLER.
NL8601048A (en) SOIL TILLER.
NL8204655A (en) SOIL TILLER.
NL8303382A (en) SOIL TILLER.
EP0255751B1 (en) A soil cultivating machine
NL8101312A (en) SOIL TILLER.
NL8203047A (en) SOIL TILLER.
NL8602972A (en) SOIL TILLER.
NL8204259A (en) SOIL TILLER.
NL8300154A (en) SOIL TILLER.
NL8701010A (en) SOIL TILLER.
NL8203045A (en) SOIL TILLER.
NL192769C (en) Soil cultivation machine.
EP0189957B1 (en) Soil cultivating machine
NL8304356A (en) SOIL TILLER.
NL8801012A (en) SOIL TILLER.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20020901