NL8303382A

NL8303382A - SOIL TILLER.

Info

Publication number: NL8303382A
Application number: NL8303382A
Authority: NL
Original assignee: Lely Nv C Van Der
Priority date: 1983-10-03
Filing date: 1983-10-03
Publication date: 1985-05-01
Also published as: FR2608001B1; FR2552617B1; GB2147482A; FR2608001A1; DE3436124A1; GB8424786D0; IT8422953A1; FR2552617A1; NL191872C; DE3436124C2; IT8422953A0; NL191872B; GB2147482B; IT1178541B

Description

<* * C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland. "Grondbewerkingsmachine"<* * C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland. Soil cultivation machine

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een gestel en in het gestel ondersteunde, om opwaartse assen aangedreven bewerkingsorganen, welk gestel is voorzien van aankoppelpunten voor aankoppeling 5 van de machine aan de hefinrichting van een trekker.The invention relates to a soil tillage machine provided with a frame and working members supported on upwardly driven axles, which frame is provided with coupling points for coupling the machine to the lifting device of a tractor.

Machines van deze soort zijn veelal zodanig uitgevoerd dat zij voor maximaal effect slechts aan de achterzijde van een trekker aanbrengbaar zijn. De uitvinding beoogt nu een machine van bovengenoemde soort zodanig uit te voeren dat 10 deze bij uitstek geschikt is om aan de voorzijde van een trekker te worden gekoppeld. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de machine een aan de voorzijde gelegen rol omvat en de aankoppelpunten aan de achterzijde van de machine zijn aangebracht. Op deze wijze wordt een aankoppeling aan 15 de voorzijde van de trekker mogelijk, waarbij een doelmatige ondersteuning van de machine wordt verkregen en tevens een effectieve regeling van de werkdiepte van de bewerkingsorganen mogelijk is.Machines of this type are usually designed in such a way that they can only be fitted at the rear of a tractor for maximum effect. The object of the invention is now to design a machine of the above type such that it is pre-eminently suitable for coupling to the front of a tractor. According to the invention this is achieved in that the machine comprises a roller located at the front and the coupling points are arranged at the rear of the machine. In this way a coupling at the front of the tractor is possible, whereby an efficient support of the machine is obtained and an effective control of the working depth of the working members is also possible.

Een verder facet van de uitvinding betreft een ma-20 chine van bovengenoemde soort, die aan de voorzijde een van tanden voorziene rol omvat, die zich dwars op de voortbewe-gingsrichting van de machine uitstrekt en vanaf de aftakas van een trekker aandrijfbaar is. Op deze wijze kan men bereiken dat voor de voortbeweging van het geheel minder vermogen 25 noodzakelijk is en slip op effectieve wijze kan worden voorkomen.A further aspect of the invention relates to a machine of the above-mentioned type, which comprises a toothed roller at the front, which extends transversely to the direction of travel of the machine and is drivable from the power take-off shaft of a tractor. In this way it can be achieved that less power is required for the movement of the whole and that slip can be effectively prevented.

Aan de hand van in de tekening weergegeven uitvoe-ringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below with reference to illustrative embodiments shown in the drawing.

30 Figuur 1 geeft in zijaanzicht een machine volgens de uitvinding weer, die aan de voorzijde van een trekker is aangebracht, welke trekker aan de achterzijde is voorzien van een aan de hefinrichting aangebrachte combinatie van een grondbewerkingsmachine met een aanbouwwerktuig.Figure 1 shows a side view of a machine according to the invention, which is arranged at the front of a tractor, which tractor is provided at the rear with a combination of a tillage machine and a mounted implement mounted on the lifting device.

35 Figuur 2 geeft een bovenaanzicht weer van de in fig.Figure 2 shows a top view of the structure shown in fig.

1 afgeheelde combinatie, terwijl1 split combination, while

Figuur 3 een zijaanzicht weergeeft van een verder 'o Ί η"-? ? o n U 'J J 2 O ί.Figure 3 shows a side view of a further "o Ί η" -?? O n U 'Y Y 2 O ί.

• * __ *· r* - 2 - uitvoeringsvoorbeeld van een grondbewerkingsmachine volgens de uitvinding in combinatie met een trekker.• * __ * · r * - 2 - exemplary embodiment of a soil cultivation machine according to the invention in combination with a tractor.

De in de figuren weergegeven 'constructie omvat een combinatie van een trekker 1 en twee grondbewerkingsmachines 5 die door middel van een meerpuntsbevestiging, in het bijzonder een driepuntsaankoppeling aan een trekker zijn aange-. bracht.The construction shown in the figures comprises a combination of a tractor 1 and two tillage machines 5, which are connected to a tractor by means of a multi-point attachment, in particular a three-point coupling. brought.

Bij het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is een grondbewerkingsmachine 2 aan dè voorzijde en een grond-10 bewerkingsmachine 3 aan de achterzijde van de trekker 1 aangebracht. De grondbewerkingsmachine 2, die aan de voorzijde van de trekker 1 door middel van de bovengenoemde driepuntsaankoppeling is aangebracht, omvat een zich dwars op de voort-bewegingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 4, 15 waarin op onderling gelijke afstand van bijvoorkeur 25 cm.In the exemplary embodiment shown in Fig. 1, a soil cultivation machine 2 is arranged at the front and a soil cultivation machine 3 at the rear of the tractor 1. The soil tillage machine 2, which is arranged at the front of the tractor 1 by means of the above-mentioned three-point coupling, comprises a tubular frame part 4, 15 extending transversely of the direction of travel A, in which an equal distance of preferably 25 cm is mutually spaced.

zich in opwaartse, bijvoorkeur verticale, richting uitstrekkende assen van bewerkingsorganen 5 zijn gelegerd. Elk van de bewerkingsorganen 5 omvat een zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende drager 6, die op het onder uit 20 het gesteldeel 4 stekende einde van een as is bevestigd en aan de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 7 in de vorm van tanden. De einden van het kokervormig gesteldeel 4 zijn afgesloten door middel van zich in opwaartse richting en althans nagenoeg evenwijdig aan 25 de voortbewegingsrichting A van de combinatie uitstrekkende platen 8. Nabij de voorzijde van elk van de platen 8 is een zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekkende tap 9 aangebracht, waarom een zich langs de platen naar achteren uitstrekkende arm 10 verzwenkbaar is aangebracht. 30 De armen 10 zijn elk door middel van schroefspindels 11 in meerdere hoogtestanden brengbaar en vastzetbaar. Tussen de vrije einden van de armen 10 is draaibaar een rol 12 aangebracht, die een cylindervormig deel 13 omvat dat door middel van assen 14 en 15 en in legerhuizen ondergebrachte legers 35 draaibaar ten opzichte van de armen is ondersteund.are mounted in upward, preferably vertical, axial directions of working members 5. Each of the working members 5 comprises a carrier 6 extending at least substantially in a horizontal direction, which is mounted on the end of a shaft protruding below the frame part 4 and is provided at the ends with working elements 7 in the form of downwardly extending teeth. The ends of the tubular frame part 4 are closed by means of plates 8 extending in the upward direction and at least substantially parallel to the direction of travel A of the combination. the machine extending trunnion 9 is provided, why an arm 10 extending backwards along the plates is pivotally arranged. The arms 10 can each be brought and secured in several height positions by means of screw spindles 11. A roller 12 is rotatably mounted between the free ends of the arms 10 and comprises a cylindrical part 13 which is rotatably supported relative to the arms by means of shafts 14 and 15 and bearings 35 housed in enclosures.

Het cylindervormig deel 13 is voorzien van door plaatvormige delen gevormde tanden 16 die in kransen, welke op een onderling gelijke afstand van elkaar zijn gelegen, zijn aangebracht.The cylindrical part 13 is provided with teeth 16 formed by plate-shaped parts, which are arranged in cores which are equidistant from one another.

fl 3 j " s 2 » · - 3 -fl 3 j "s 2» · - 3 -

Tussen de armen 10 is een zich evenwijdig aan de langshart-lijn van het cylindervormige deel 13, welke langshartlijn tevens de draaiingsas van de rol 12 vormt, uitstrekkende drager 18 aangebracht. Aan de drager 18 zijn afstrijkorganen 19 be-5 vestigd, die elk tussen twee naast elkaar gelegen tandkransen reiken en met hun vrije einden praktisch tegen de omtrek van het cylindrisch deel 13 rusten.A carrier 18 extending parallel to the longitudinal axis of the cylindrical part 13, which longitudinal axis also forms the axis of rotation of the roller 12, is arranged between the arms 10. Scraper members 19 are mounted on the carrier 18, each of which extends between two adjacent sprockets and rests with their free ends practically against the circumference of the cylindrical part 13.

Binnen het kokervormig gesteldeel 4 is op elk van de assen van een bewerkingsorgaan 5 een tandwiel 20 met rechte 10 vertanding aangebracht, een en ander zodanig dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Aan een zijde van het midden van het kokervormig gesteldeel 4 is de as van een bewerkingsorgaan 5, bij dit uitvoeringsvoorbeeld het 15 derde bewerkingsorgaan van het in de voortbewegingsrichting gezien linkse einde naar boven verlengd. De verlenging reikt tot in een op de bovenzijde van het gesteldeel 4 aangebrachte tandwielkast 21 waarbinnen de verlenging via een aan de achterzijde van de tandwielkast gelegen toerenvariator 22 in 20 aandrijvende verbinding staat met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 23, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. Aan de achterzijde steekt de as 23 buiten de toerenvariator 22 uit en kan op deze as het holle einde van een as worden geschoven, die is gelegerd 25 in een tandwielkast 24. De betreffende as is binnen de tandwielkast 24 voorzien van een conisch tandwiel 25, dat in aandrijvende verbinding staat met een conisch tandwiel 26 op een as 27, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekt en aan de naar het midden gerichte zijde 30 van de tandwielkast 24 buiten de tandwielkast uitsteekt. Op het uitstekende einde is door middel van een universeelkoppe-ling een telescopische as 28 aangesloten, die met zijn andere einde via een universeelkoppeling is verbonden met een astap die is gelegerd in een tandwielkast 29, welke op een arm 10 35 voor de rol 12 is bevestigd.Within the tubular frame part 4, a gear 20 with straight teeth is arranged on each of the shafts of a working member 5, such that the gears on the shafts of adjacent working members are in driving connection with each other. On one side of the center of the tubular frame part 4, the axis of a working member 5, in this exemplary embodiment, is extended upwardly from the third working member of the left-hand end viewed in the direction of advancement. The extension extends into a gearbox 21 mounted on the top side of the frame part 4, within which the extension is connected via a speed variator 22 located at the rear of the gearbox to a shaft 23 extending in the direction of travel A, which is at the front protrudes from the gearbox. At the rear the shaft 23 protrudes beyond the speed variator 22 and the hollow end of a shaft which is mounted 25 in a gearbox 24 can be slid onto this shaft. The shaft concerned is provided with a bevel gear 25 within the gearbox 24, which is in driving communication with a bevel gear 26 on a shaft 27 which extends transversely to the direction of advancement A of the machine and protrudes beyond the gearbox on the center side 30 of the gearbox 24. A telescopic shaft 28 is connected to the protruding end by means of a universal coupling, which is connected at its other end via a universal coupling to a journal mounted in a gearbox 29, which is on an arm 10 for the roller 12. confirmed.

Binnen de tandwielkast 29 is de as voorzien van een tandwiel. Het betreffende tandwiel kan via uitwisselbare tandwielen die op in de tandwielkast 29 gelegerde assen zijn aangebracht in aandrijvende verbinding worden gebracht met eenWithin the gearbox 29, the shaft is provided with a gear. The relevant gear wheel can be brought into a driving connection via interchangeable gear wheels which are mounted on shafts alloyed in the gearbox 29.

β ^ λ ** Ύ. β Oβ ^ λ ** Ύ. βO

öO -j 0 J j u I „* - 4 - identiek tandwiel dat zich. bevindt op een verlengde van de draaitap 15 van de rol 12. Vanaf de tandwielkast 21 op de bovenzijde van het gesteldeel 4 kan via de losneembare tandwielkast 24 aan de achterzijde van de toerenvariator 22 en 5 de telescopsiche as 28 met behulp van de uitwisselbare tandwielen van de overbrenging in de tandwielkast 29 aan de rol 12 een naar wens variabele rotatiesnelheid worden gegeven waarbij deze rol via zijn door plaatvormige delen gevormde tanden 16 tijdens het bedrijf een voorttrekkende werking op 10 de machine uitoefent. De machine is nabij het midden van de achterzijde van het kokervormig gesteldeel 4 voorzien van een bok 30 met een driepuntsbevestiging voor aankoppeling aan de trekker' 1.öO -j 0 J j u I „* - 4 - identical gear wheel that is located. is located at an extension of the trunnion 15 of the roller 12. From the gearbox 21 on the top of the frame part 4, via the detachable gearbox 24 at the rear of the speed variator 22 and 5, the telescopic shaft 28 can be used with the aid of the exchangeable gears. the transmission in the gearbox 29 is given to the roller 12 a desired variable rotation speed, the roller exerting a pulling action on the machine during operation via its teeth 16 formed by plate-shaped parts. Near the center of the rear of the tubular frame part 4, the machine is provided with a trestle 30 with a three-point attachment for coupling to the tractor 1.

Het aan de voorzijde van .de tandwielkast 21 uitste-15 kende einde van de as 23 is door middel van een tussenas 31 verbonden met een zich nabij het midden van de trekker bevindende naar voren gerichte aftakas. Aan de achterzijde van de trekker is,zoals vermeld, door middel van een driepuntshef-inrichting de grondbewerkingsmachine 3 aangebracht waarvan 20 de uitvoering praktisch overeenstemt met de grondbewerkingsmachine 2, die in het voorgaande werd beschreven. Overeenkomende onderdelen zijn dan ook met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven. Bij de grondbewerkingsmachine 3 is de tandwielkast 21 en de op de toerenvariator 22 losneembaar aangebrachte 25 tandwielkast 24 nabij het midden van de rij bewerkingsorganen 5 gelegen. Ook bij deze grondbewerkingsmachine omvat de overbrenging voor de rol 12, welke zich in de tandwielkast 29 bevindt, uitwisselbare tandwielen, een en ander zodanig, dat vanaf een zich aan de achterzijde van de trekker bevindende 30 aftakas, die via een tussenas 32 met de aan de voorzijde uit de tandwielkast 21 stekende as 23 is verbonden, de rol 12 met een wisselende rotatiesnelheid kan worden aangedreven.The end of the shaft 23 projecting at the front of the gearbox 21 is connected by means of an intermediate shaft 31 to a forward-facing pto shaft located near the center of the tractor. As mentioned, the soil tillage implement 3 is arranged at the rear of the tractor by means of a three-point lifting device, the design of which corresponds practically to the soil tillage implement 2 described above. Corresponding parts are therefore indicated with the same reference numerals. In the soil cultivation machine 3, the gearbox 21 and the gearbox 24 which is detachably mounted on the speed variator 22 are located near the center of the row of cultivating members 5. Also in this tillage machine, the transmission for the roller 12, which is located in the gearbox 29, comprises exchangeable gears, such that from a power take-off shaft located at the rear of the tractor, which is connected via an intermediate shaft 32 to the the shaft 23 protruding from the gearbox 21 is connected, the roller 12 can be driven at a varying rotational speed.

Aan de achterzijde is de bok 30, waarvan bij dit uitvoeringsvoorbeeld de bovenzijde door middel van steunen 35 met de achterzijde van het gesteldeel 4 is verbonden, voorzien van zich naar achteren uitstrekkende armen 33 en 34. De armen 33 en 34 zijn verbindbaar met de driepuntsbevestiging van een aanbouwwerktuig 35, dat bij dit uitvoeringsvoorbeeld als zaai-machine is uitgevoerd. Bij de grondbewerkingsmachine 3 zijn i*S "T ^At the rear the trestle 30, the upper side of which in this embodiment is connected to the rear of the frame part 4 by means of supports 35, is provided with arms 33 and 34 extending backwards. The arms 33 and 34 are connectable with the three-point mounting of an attachment 35, which in this embodiment is designed as a seeding machine. In the soil tillage machine 3, i * S are "T ^

W '> V 'JW '> V' J

- 5 - .λ. * de afstrijkers 19 voor de rol 12 ten opzichte van de voort-bewegingsrichting A achter de rol gelegen.- 5 - .λ. * the scrapers 19 in front of the roller 12 are located behind the roller relative to the direction of travel A.

De werking van de in het voorgaande beschreven constructie is als volgt.The operation of the construction described above is as follows.

5 Tijdens het bedrijf waarbij de bewerkingsorganen 5 van de respectieve grondbewerkingsmachines 2 en 3 door middel van de rollen 12 een bepaalde werkdiepte is gegeven, kan het geheel worden voortbewogen in een richting volgens pijl A. Hierbij wordt, zoals reeds vermeld, de aandrijving van de 10 bewerkingsorganen 5 van de respectieve grondbewerkingsmachines en de rollen verkregen vanaf een aftakas van de trekker, die de betreffende organen via de overbrenging in de tandwielkasten 21, 24'en 29 en de in het voorgaande genoemde toe-renvariators aandrijft.During operation in which the working members 5 of the respective soil cultivating machines 2 and 3 have been given a certain working depth by means of the rollers 12, the whole can be moved in a direction according to arrow A. Here, as already mentioned, the drive of the 10 working members 5 of the respective tillage machines and the rollers obtained from a power take-off shaft of the tractor, which drives the respective members via the transmission in the gearboxes 21, 24 and 29 and the aforementioned speed variators.

15 Met behulp van de aangedreven rollen 12 wordt via de plaatvormige tanden 16 door deze rollen een voortstuwende werking verkregen waardoor de op de bodem voor de voortbeweging van het geheel over te brengen krachten zodanig worden verdeeld dat ook onder ongunstige omstandigheden praktisch 20 zonder slip kan worden gewerkt, waardoor de structuur van de grond zo goed mogelijk kan worden bewaard. Van belang hierbij is ook dat de trekker vier met banden van + 60 cm voorziene wielen heeft en de cylindrische delen van de rollen 12 een diameter van + 30 cm. hebben. Doordat de draaisnelheid van 25 de respectieve rollen 12 kan worden gewijzigd, kan men een uitermate effectieve aanpassing aan de heersende grondomstan-digheden verkrijgen.15. With the aid of the driven rollers 12, through the plate-shaped teeth 16, these rollers provide a propelling action, whereby the forces to be transferred to the bottom for the movement of the whole are distributed in such a way that, even under unfavorable conditions, practically without slip can be achieved worked, so that the structure of the soil can be preserved as well as possible. It is also important here that the tractor has four wheels provided with tires of + 60 cm and the cylindrical parts of the rollers 12 have a diameter of + 30 cm. to have. Since the rotational speed of the respective rollers 12 can be changed, an extremely effective adaptation to the prevailing ground conditions can be obtained.

Door toepassing van de schrapers 19 wordt voorkomen dat de functie van de rollen door aanhangende aarde ongunstig 30 kan worden beïnvloed, hetgeen onder de geschetste omstandigheden van eminent belang is.The use of the scrapers 19 prevents the function of the rollers from being adversely affected by adhering earth, which is of eminent importance under the outlined conditions.

Bij het in fig.3 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is aan de voorzijde van de trekker 1 door middel van de daar aanwezige driepuntsbevestiging een grondbewerkingsmachine 36 35 aangebracht, die niet is voorzien van een rol.In the exemplary embodiment shown in Fig. 3, a soil tillage machine 36, which is not provided with a roller, is mounted on the front side of the tractor 1 by means of the three-point mounting there.

De aan de achterzijde buiten de toerenvariator uitstekende as 23 is bij dit uitvoeringsvoorbeeld verbonden met de voorzijde van de uit de tandwielkast stekende as 23 van de grondbewerkingsmachine 2, die is voorzien van de rol 12.In this exemplary embodiment, the shaft 23 protruding from the rear outside the speed variator is connected to the front of the shaft 23 protruding from the gearbox of the soil tillage implement 2, which is provided with the roller 12.

-V -f* Λ er *- , * - 6 --V -f * Λ er * -, * - 6 -

Beide grondbewerkingsmachines zijn door midden van tussen de respectieve bokken 30 aangebrachte armen in hoogte-richting beweegbaar met elkaar verbonden.Both soil tillage machines are movably connected in height direction through the center of arms arranged between the respective trestles 30.

Aan de achterzijde van de trekker 1 is bij dit uit-5 voeringsvoorbeeld een inrichting aanwezig, die een zich dwars op de'voortbewegingsrichting A uitstrekkende gestelbalk 37 omvat, welke gestelbalk is voorzien van een bok 38 voor aan-koppeling aan de driepuntshefinrichting van de trekker en wordt ondersteund door middel van een door armen 39 gedragen rol 10 12, die dezelfde uitvoering heeft als de rol van de grondbe werkingsmachines, die in het voorgaande werden beschreven.At the rear of the tractor 1, in this embodiment, there is a device comprising a frame beam 37 extending transversely to the direction of travel A, the frame beam being provided with a trestle 38 for coupling to the three-point lifting device of the tractor and is supported by a roller 12 12 carried by arms 39, which has the same configuration as the roller of the tillage machines described above.

Op de gestelbalk 37 is een aandrijving aanwezig die een tandwielkast 40 omvat, waarin een as 41 is gelegerd, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt en binnen 15 de tandwielkast via een conische tandwieloverbrenging in verbinding staat met een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 42, welke as aan het van de tandwielkast afgekeerde einde via een overbrenging de rol 12 aandrijft.On the frame beam 37 there is a drive which comprises a gearbox 40, in which a shaft 41 is mounted, which protrudes from the front outside the gearbox and which communicates within the gearbox via a bevel gear transmission extending transversely of the direction of travel A. shaft 42, which drives the roller 12 at the end remote from the gearbox via a transmission.

De overbrenging stemt overeen met de overbrengingen via welke 20 de rollen die in het voorgaande werden besproken worden aangedreven, dat wil zeggen, de overbrenging omvat eveneens een toerenvariator en is in een tandwielkast 29 ondergebracht.The transmission corresponds to the transmissions through which the rollers discussed above are driven, ie the transmission also includes a speed variator and is housed in a gearbox 29.

Aan de gestelbalk 37 zijn verzwenkbare armen 43 en 44 aangebracht met behulp waarvan op dezelfde wijze als bij 25 het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld een aanbouwwerktuig, in dit geval eveneens een zaaimachine 35, kan worden aangebracht. Tussen de bovenste arm 44 en de gestelbalk 37 is een hefcylinder 45 aangebracht, met behulp waarvan het aanbouwwerktuig kan worden geheven.Pivotable arms 43 and 44 are arranged on the frame beam 37, by means of which an attachment, in this case also a seeder 35, can be mounted in the same manner as in the previous embodiment. A lifting cylinder 45 is provided between the upper arm 44 and the frame beam 37, with the aid of which the attachment can be lifted.

30 De werking van het geheel is praktisch gelijk aan de werking van de combinatie volgens het eerste uitvoeringsvoorbeeld. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld kan de grond intensiever worden bewerkt doordat de twee grondbewerkingsmachines direkt achter elkaar zijn aangebracht. Ook bij dit uitvoerings-35 voorbeeld worden door middel van de aangedreven rollen 12 de krachten benodigd voor de voortbeweging van het geheel zodanig verdeeld op het grondoppervlak overgebracht, dat ook onder ongunstige omstandigheden het gevaar voor slip sterk is verminderd en aldus de structuur van de grond praktisch kan worden $3 0 o 3 1 2 . * - 7 - gehandhaafd.The operation of the whole is practically the same as the operation of the combination according to the first exemplary embodiment. In this exemplary embodiment, the soil can be tilled more intensively because the two tillage machines are arranged directly one behind the other. In this embodiment as well, the forces required for the movement of the whole are transferred to the ground surface in such a manner by means of the driven rollers 12 that the risk of slip is also greatly reduced, even under unfavorable conditions, and thus the structure of the ground practical can be $ 3 0 o 3 1 2. * - 7 - maintained.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

- Conclusies- Conclusions

Claims

1. Soil cultivation machine provided with a frame and working members supported in the frame, driven on upward axes. The frame is provided with coupling points for coupling the machine to the lifting device of a tractor, characterized in that the machine comprises a front roller and the coupling points are arranged at the rear of the machine.

2. Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the roller is motor-driven during operation.

3. * Soil cultivation machine provided with a frame and a number of upward axes supported in the frame; driven working members, which frame is provided with coupling points for coupling the machine to the lifting device of a tractor, characterized in that the machine at the front comprises a toothed roller extending transversely of the direction of travel of the machine and is drivable from the tractor PTO.

Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the roller is drivable via a transmission for the cultivation members of the machine.

Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the roller is driven from one side.

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that a roller drive is effected via a transmission comprising a speed variator.

7. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the frame comprises a tubular frame part in which the drive for the cultivating members is accommodated and on the top of the frame part a transmission is provided via which a telescopic shaft is used. the roller is driven.

Soil cultivation machine according to claims 7 and 6, 35, characterized in that the speed variator is located between the telescopic axis and one end of the roller.

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that two soil cultivation machines are arranged one behind the other, the front soil cultivation machine being provided with a driven roller located in front of the cultivation members.

10. Soil cultivation machine provided with a frame and working members supported on upwardly directed axes 5, which frame is provided with coupling points for coupling the machine to the redesign of a tractor, characterized in that by means of the coupling points two soil cultivation machines can be mounted successively on the tractor relative to the direction of travel.

11. Soil cultivation machine according to claim 10, characterized in that a driven roller belonging to this machine is located in front of the working members of the front soil cultivation machine.

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that it is arranged at the front of a tractor, which at the rear is provided with a device comprising a roller, which roller is drivable from the tractor.

Soil cultivation machine according to claim 12, characterized in that an attachment, e.g. a seed drill, is arranged behind the roller.

Soil cultivation machine according to claim 12 or 13, characterized in that the tractor is provided with low-pressure tires with a width of + 60 cm.

* Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the roller extends over the entire width of the machine *

Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the roller is provided with plate-shaped teeth.

Soil cultivation machine according to claim 16, characterized in that stringers resilient between the teeth are provided.

Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the roller is arranged in height direction relative to the frame of the machine.

19. Soil cultivation machine as described in the foregoing and shown in the figures.