NL9401156A

NL9401156A - Ground-working machine

Info

Publication number: NL9401156A
Application number: NL9401156A
Authority: NL
Original assignee: Lely Nv C Van Der
Priority date: 1982-03-15
Filing date: 1994-07-13
Publication date: 1994-11-01
Also published as: NL8201055A; ATA91383A; FR2522920A1; FR2522920B1; IT1160727B; DE3308942C2; AT388840B; GB2116411B; IT8320055A0; GB2116411A; GB8306324D0; DE3308942A1

Abstract

Combination of a tractor and a ground-working machine, the ground-working machine being provided with a frame having a row of ground-working components which can rotate about vertical axes and are provided with a pair of downwardly directed teeth, which machine is provided with a pair of arms, by means of which the machine can be coupled to the three-point lifting device of a tractor, and with a second pair of arms which are arranged pivotably on the frame and with the aid of which a vertically adjustable roller is arranged rotatably in front of the ground-working components, while on the rear side the machine has further ground-working components; in addition to the adjustment device 12 for the roller 14, there is a second adjustment device for the latter, in the form of a hydraulic cylinder 18 which is arranged between the tractor and the roller 14 and by means of which part of the weight of the tractor can be transmitted to the roller, while this hydraulic adjustment cylinder can be connected to the hydraulic circuit of the tractor. <IMAGE>

Description

GRONDBEWERKINGSMACHINESOIL TILLER

De uitvinding heeft betrekking op een combinatievan een trekker en een grondbewerkingsmachine, waarbij degrondbewerkingsmachine is voorzien van een gestel met eendwars op de voortbewegingsrichting gelegen rij van grondbe-werkingsorganen, elk voorzien van een paar naar benedengerichte tanden, welke grondbewerkingsorganen om opwaartseassen draaiend worden aangedreven en welke machine is voor¬zien van een paar armen, waarmee de machine aan de driepunts-hef inrichting van een trekker koppelbaar is, en van eentweede paar zwenkbaar aan het gestel aangebrachte armen, metbehulp waarvan een rol draaibaar vóór de grondbewerkingsorga¬nen is aangebracht, welke rol in hoogterichting ten opzichtevan het gestel door middel van een verstelinrichting instel¬baar is, terwijl de machine aan de achterzijde verderegrondbewerkingsorganen bezit.The invention relates to a combination of a tractor and a tillage machine, the soil tillage machine comprising a frame with a row of soil tillage members located transversely in the direction of travel, each comprising a pair of downwardly directed tines, which tillage members are rotated about upward axes and which The machine is equipped with a pair of arms, with which the machine can be coupled to the three-point lifting device of a tractor, and with a second pair pivotally mounted on the frame, with the aid of which a roller is rotatably mounted in front of the soil tillage members. roller in height direction relative to the frame is adjustable by means of an adjusting device, while the machine has further soil working members at the rear.

Een dergelijke combinatie is bekend uit het Franseoctrooischrift 7830315 (2400825). Bij de grondbewerkings¬machine volgens dit octrooischrift is aan de voorzijde eenrol aangebracht. Deze rol heeft als taak de grond voor degrondbewerkingswerktuigen samen te drukken, maar dientgelijktijdig voor het beschermen van de grondbewerkingsorga¬nen tegen stenen.Such a combination is known from French patent specification 7830315 (2400825). The soil tillage implement according to this patent has a roller mounted on the front. Its role is to compress the soil for the tillage implements, but at the same time to protect the tillage members from stones.

De druk van de rol op de grond wordt verdeeld doorde druk op de tanden en op de aan de achterzijde van demachine gemonteerde rol. Hoewel het bij deze machine mogelijkis de druk op de rol een weinig te wijzigen doordat de roliets in hoogterichting kan worden ingesteld, is het instellenvan de druk echter zeer beperkt en de overwegende taak van derol is bescherming van de grondbewerkingsorganen.The pressure of the roller on the ground is distributed by the pressure on the tines and on the roller mounted on the rear of the machine. Although it is possible with this machine to slightly change the pressure on the roller because the roller can be adjusted in height direction, however, the adjustment of the pressure is very limited and the main task of the roller is to protect the tillage members.

De uitvinding beoogt de werking van de hierbovengenoemde grondbewerkingsmachine te verbeteren. Volgens deuitvinding is, behalve de verstelinrichting voor de rol, eentweede verstelinrichting hiervoor aanwezig in de vorm van eenhydraulische cilinder, die tussen de trekker en de rol isaangebracht, door middel waarvan een deel van het gewicht van de trekker op de rol kan worden overgebracht, terwijl dezehydraulische verstelcilinder met het hydraulisch circuit vande trekker koppelbaar is.The object of the invention is to improve the operation of the above-mentioned soil cultivation machine. According to the invention, in addition to the roller adjusting device, a second adjusting device is provided for this in the form of a hydraulic cylinder, which is arranged between the tractor and the roller, by means of which part of the weight of the tractor can be transferred to the roller, while This hydraulic adjustment cylinder can be connected to the tractor hydraulic circuit.

Door deze constructie kan worden bereikt dat onderde meest verschillende omstandigheden, zoals lichte of zwaregronden, verschillende werkdiepten van de machine of ver¬schillende vochtigheidsgehalten van de grond, de instellingvan de machine aan de functioneringseisen kan worden aange¬past.This construction makes it possible to adapt the machine setting to the operating requirements under a wide variety of conditions, such as light or heavy soils, different machine working depths or different soil moisture contents.

Opgemerkt wordt dat uit het US-octrooischrift3756203 het bekend is om de druk van een rol te wijzigen. Indit octrooi wordt een voertuig beschreven met aan de achter¬zijde een aankoppeling bestaande uit twee stangen die vastaan het voertuig zijn bevestigd. Aan de onderzijde bezittendeze stangen een horizontale, dwars op de rijrichting gelegenscharnieras, waaraan het gestel van een rol scharnierbaar isaangebracht. Aan dit gestel is eveneens een hydraulischecilinder zwenkbaar bevestigd, die ook zwenkbaar aan deachterzijde van het voertuig is aangebracht. De hydraulischecilinder kan worden bediend door middel van een aan deachterzijde van het voertuig aangebrachte motor en. hydrauli¬sche pomp combinatie. Het is de bedoeling dat deze construc¬tie in de plaats van een hef inrichting komt. Met deze con¬structie is het mogelijk een deel van het gewicht van hetvoertuig op de rol over te brengen. Met deze constructie kanmen echter niet de voordelen verkrijgen die met de construc¬tie volgens de uitvinding kunnen worden verkregen.It is noted that it is known from US Patent 3,756,203 to change the pressure of a roll. This patent describes a vehicle with a rear coupling consisting of two rods fixed to the vehicle. On the underside, these rods have a horizontal pivot pivot, transverse to the direction of travel, to which the frame of a roller is pivotally mounted. A hydraulic cylinder is also pivotally mounted on this frame and is also pivotally mounted on the rear of the vehicle. The hydraulic cylinder can be operated by means of an engine mounted at the rear of the vehicle and. hydraulic pump combination. This construction is intended to replace a lifting device. With this construction it is possible to transfer part of the weight of the vehicle onto the roller. However, with this construction, the advantages that can be obtained with the construction according to the invention cannot be obtained.

Het is verder uit het Nederlandse octrooischrift188518 bekend om een trekker zowel aan de voorzijde als aande achterzijde te voorzien van een driepuntshefinrichting,waarop een landbouwmachine koppelbaar is, terwijl beidehefinrichtingen zijn voorzien van een hydraulische vijzel,waarmee het mogelijk is het gewicht van de trekker op beidelandbouwmachines over te brengen. Ook dit octrooischriftbeschrijft niet een inrichting waarmee de voordelen van demachine-combinatie volgens de uitvinding kunnen wordenbereikt.It is further known from Dutch patent specification 188518 to provide a tractor with a three-point lifting device on both the front and rear, on which an agricultural machine can be coupled, while both lifting devices are provided with a hydraulic jack, with which it is possible to weight the tractor on both agricultural machines. to transfer. This patent also does not describe a device with which the advantages of the machine combination according to the invention can be achieved.

Aan de hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader worden uiteengezet.The invention will be explained in more detail below on the basis of two exemplary embodiments.

Figuur 1 geeft een machine weer, voorzien van eeneerste uitvoeringsvoorbeeld van een constructie volgens deuitvinding, terwijlFigure 1 shows a machine provided with a first embodiment of a construction according to the invention, while

Figuur 2 op grotere schaal een aanzicht weergeeftvolgens de lijn II - II in figuur 1.Figure 2 shows a view on a larger scale according to line II - II in figure 1.

Figuur 3 geeft een machine weer, voorzien van eentweede uitvoeringsvoorbeeld van een constructie volgens deuitvinding.Figure 3 shows a machine provided with a second embodiment of a construction according to the invention.

De in de figuren weergegeven inrichting betrefteen grondbewerkingsmachine, voorzien van een zich dwars op devoortbewegingsrichting A van de machine uitstrekkend, koker¬vormig gesteldeel 1, waarin op gelijke afstand van bijvoorkeur 25 centimeter van elkaar zich in opwaartse, bijvoorkeur verticale richting uitstrekkende assen 2 zijngelegerd van rotors 3 die elk een onder het gesteldeel op deas 2 aangebrachte drager 4 en twee bewerkingsorganen 5 in devorm van tanden omvatten, die nabij de einden van de drager 4zijn bevestigd en zich naar beneden uitstrekken.The device shown in the figures relates to a soil tillage machine, provided with a tube-shaped frame part 1 extending transversely to the direction of travel A of the machine, in which shafts 2 are equidistantly spaced from each other in an upward, preferably vertical direction, of rotors 3 each comprising a carrier 4 mounted under the frame part on the shaft 2 and two machining members 5 in the form of teeth, which are mounted near the ends of the carrier 4 and extend downwards.

Binnen het kokervormig gesteldeel 1 zijn op derespectieve assen 2 tandwielen 6 aangebracht, een en anderzodanig dat de tandwielen op naast elkaar gelegen assen metelkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij de einden vanhet gesteldeel 1 zijn ten minste tijdens bedrijf zich inopwaartse en in de voortbewegingsrichting A uitstrekkendebeweegbare platen 7 aangebracht, waarmee de tanden 5 van debuitenste rotors 3 ter verkruimeling van de aarde en terverdeling van de verkruimelde aarde kunnen samenwerken.Gears 6 are arranged on the respective shafts 2 within the tubular frame part 1, such that the gears are in driving connection on adjacent shafts. At least in operation, inwardly and in the direction of advancement direction A, movable plates 7 are arranged near the ends of the frame part 1, with which the teeth 5 of the outer rotors 3 for crumbling the earth and for distributing the crumbled earth can cooperate.

Nabij het midden is de voorzijde van het gestel¬deel 1 voorzien van een bok 8 voor aankoppeling van demachine aan de driepuntshefinrichting van een trekker. De bok8 omvat zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkendestrippen 9 die op de bovenzijde van het gesteldeel zijnbevestigd. De strippen 9 zijn nabij de achtereinden voorzienvan tappen 10, waarom zich langs de strippen 9 naar vorenuitstrekkende armen 11 verzwenkbaar zijn. De armen 11 zijn,vanaf de achterzijde gerekend, juist voorbij de voorzijde vanhet gesteldeel 1 naar beneden afgebogen over een gedeelte dat enigszins schuin naar voren is gericht (figuur 2). Nabij deafbuiging van elk van de armen 11 is verzwenkbaar een zichomhoog en enigszins schuin naar achteren uitstrekkendeschroefspindel 12 aangebracht. Het ondereinde van de schroef-spindel 12 is vastgezet aan de voorzijde van het gesteldeel 1. Aan het ondereinde is het afgebogen gedeelte van elke arm11 voorzien van een leger 13 voor een as 13A, die vrijdraaibaar is en deel uitmaakt van een tussen de armen 11gelegen rol 14. De rol 14 omvat langselementen 15, die aan deomtrek van steunen 16 zijn aangebracht. De rol 14, die met deeinden op althans nagenoeg gelijke afstand van het midden vanhet gesteldeel 1 is gelegen, is een zodanige breedte toege¬dacht dat de strook grond tussen de achterwielen van eentrekker wordt bestreken. Met behulp van de schroefspindel 12kan de stand van de rol, die tevens een steunorgaan vormt,ten opzichte van het gesteldeel 1 worden gewijzigd en daarme¬de de werkdiepte van de tanden 5 van de rotors 3. Juist vóórde schroefspindel 12 is elk van de armen 11 voorzien van eensteun 17, die enigszins schuin naar voren en naar boven entevens schuin naar binnen is omgezet (figuur 1 en 2). Elkesteun 17 is scharnierend verbonden met een einde van eenhydraulische verstelcilinder 18, waarvan de functie later zalworden uiteengezet. De armen 11 vormen een draagconstructievoor de rol 14.Near the center, the front of the frame part 1 is provided with a trestle 8 for coupling the machine to the three-point hitch of a tractor. The trestle 8 comprises strips 9 extending in the direction of travel A which are mounted on the top side of the frame part. The strips 9 are provided with studs 10 near the rear ends, which is why pivoting arms 11 can be pivoted along the strips 9. Calculated from the rear, the arms 11 are bent down just beyond the front of the frame part 1 over a part which is directed slightly obliquely forward (Figure 2). A screw-up spindle 12 extending upwards and slightly obliquely rearwardly is pivotally disposed near the deflection of each of the arms 11. The lower end of the screw spindle 12 is fixed to the front of the frame part 1. At the lower end, the bent-off part of each arm 11 is provided with a bearing 13 for a shaft 13A, which can be rotatable and forms part of an intermediate between the arms 11 roller 14. The roller 14 comprises longitudinal elements 15 which are arranged on the circumference of supports 16. The roller 14, which is located at least substantially equidistant from the center of the frame part 1, has been designed with such width that the strip of soil between the rear wheels of a tractor is covered. With the aid of the screw spindle 12, the position of the roller, which also forms a supporting member, can be changed with respect to the frame part 1, and the working depth of the teeth 5 of the rotors 3 is therefore just before the screw spindle 12, each of the arms 11 provided with a support 17, which is turned slightly obliquely forward and upwards and also obliquely inwards (figures 1 and 2). Each support 17 is hingedly connected to one end of a hydraulic adjustment cylinder 18, the function of which will be explained later. The arms 11 form a supporting construction for the roller 14.

Aan elk van de einden van het gesteldeel 1 is nabijde voorzijde om een tap 19A vrij beweegbaar een zich naarachteren uitstrekkende arm 20 aangebracht, waartussen eenzich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkendedrager 21 is bevestigd. De drager 21 is voorzien van opgelijke afstand van elkaar aangebrachte verende tanden 2IA.Nabij het midden van het gesteldeel 1 is de as 2 van eenrotor 3 tot boven het gesteldeel verlengd en reikt hierbij ineen tandwielkast 22. In de tandwielkast 22 staat het verleng¬de van de as 2 via een aan de achterzijde aangebrachtetoerenvariator 23 in aandrijvende verbinding met een zich inde voortbewegingsrichting A uitstrekkende as, die aan devoorzijde buiten de tandwielkast 22 uitsteekt en via eentussenas 24 met de aftakas van een trekker koppelbaar is.At each of the ends of the frame part 1, a rearwardly extending arm 20 is arranged around the trunnion 19A for free movement around a pin 19A, between which a carrier 21 extending transversely to the direction of travel A is mounted. The carrier 21 is provided with equally spaced resilient teeth 2IA. Near the center of the frame part 1, the shaft 2 of a rotor 3 is extended above the frame part and thereby extends into a gearbox 22. The gearbox 22 contains the extended from the shaft 2 via a rear-mounted speed variator 23 in driving connection with a shaft extending in the direction of travel A, which protrudes from the front outside the gearbox 22 and can be coupled via an intermediate shaft 24 to the power take-off shaft of a tractor.

De werking van de in het voorgaande beschrevenmachine is als volgt:The machine described above operates as follows:

Tijdens het bedrijf is de bok 8 van de machine metde driepuntshefinrichting van een trekker gekoppeld en wordende respectieve rotors 3 vanaf de aftakas van de trekker viade in het voorgaande beschreven overbrenging zodanig aange¬dreven dat naast elkaar gelegen rotors in tegengestelderichting draaien en hierbij met hun tanden 5 ten minste aanelkaar grenzende stroken grond bewerken. De werkdiepte van derotors 3 kan, zoals reeds vermeld, worden ingesteld doormiddel van de schroefspindels 12 en de aan de voorzijdeaangebrachte rol 14. In het voorgaande werd er reeds opgewezen dat de breedte van de rol 14 zodanig dient te zijndat de afstand tussen de achterwielen van de trekker wordtbestreken. Op deze wijze kan met behulp van de rol 14 detussen de door de trekkerwielen gemaakte sporen gelegenstrook grond worden aangedrukt.During operation, the trestle 8 of the machine is coupled to the three-point hitch of a tractor and the respective rotors 3 are driven from the power take-off shaft of the tractor via the transmission described above, so that adjacent rotors rotate in opposite directions with their teeth 5 cultivate at least adjacent strips of soil. The working depth of the rotors 3 can, as already mentioned, be adjusted by means of the screw spindles 12 and the roller 14 mounted on the front. It has already been stated above that the width of the roller 14 should be such that the distance between the rear wheels of the the tractor is covered. In this way, a strip of soil lying between the tracks made by the tractor wheels can be pressed by means of the roller 14.

De in het voorgaande genoemde hydraulische ver-stelcilinder 18 is bedoeld om verzwenkbaar aan de achterzijdevan de trekker te worden aangebracht (zie figuur 2) en dezekan hierbij met het hydraulisch circuit op de trekker wordenverbonden. Met behulp van de hydraulische verstelcilinder 18kan een deel van het gewicht van de trekker op de rol 14worden overgebracht, zodat de aandrukkende werking van de rolkan worden geïntensiveerd. Doordat de rol 14 de tussen detrekkersporen gelegen strook grond aandrukt, kan - vooraldaar waar de wielen van de trekker de neiging hebben relatiefdiep in te sporen - de werking van de machine worden verbe¬terd.The aforementioned hydraulic adjustment cylinder 18 is intended to be pivotally mounted on the rear of the tractor (see figure 2) and to be connected to the hydraulic circuit on the tractor. With the aid of the hydraulic adjustment cylinder 18, part of the weight of the tractor can be transferred to the roller 14, so that the pressing action of the roller can be intensified. Because the roller 14 presses the strip of soil located between the tractor tracks, the operation of the machine can be improved, especially where the wheels of the tractor tend to penetrate relatively deeply.

Met behulp van de aan de achterzijde aangebrachtedrager 21 met verende tanden 2IA kan een laatste bewerkingvan de aarde worden gegeven. Hierbij kan de drager 21 metbehulp van de armen 20 vrij op en neer bewegen.With the aid of the rear-mounted carrier 21 with resilient teeth 2IA, a final working of the earth can be given. The carrier 21 can herein move up and down freely with the aid of the arms 20.

Bij het in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvoor-beeld is een machine met een grotere werkbreedte afgebeeld,die voorzieningen heeft om ook buiten de trekkersporengelegen stroken grond met behulp van een rol aan te drukken.The exemplary embodiment shown in Figure 3 shows a machine with a larger working width, which has provisions for pressing strips of soil outside the tractor tracks by means of a roller.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld weergegeven in figuur 3 is de as 13A van de rol 14 aan weerszijden verlengd meteen deel 25 dat tot de einden van het gesteldeel IA reikt endat aan het vrije einde is ondersteund door middel van eenarm die zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekt,dezelfde uitvoering heeft als de armen 11 en nabij de achter¬zijde door middel van eenzelfde bevestiging in hoogterichingverzwenkbaar is aangebracht. Elk van de betreffende armen isdoor middel van een schroef spindel 12 op dezelfde wijze alsvoor de armen 11 bij het eerste uitvoeringsvoorbeeld isbeschreven en afgebeeld, in hoogterichting verzwenkbaar. Dearmen 11 voor de rol 14 zijn bij dit uitvoeringsvoorbeeldniet voorzien van een schroefspindel-verstelling. De respec¬tieve armen vormen ook hier een draagconstructie.In the exemplary embodiment shown in Figure 3, the shaft 13A of the roller 14 is extended on both sides with a part 25 which extends to the ends of the frame part IA and which is supported at the free end by means of an arm extending in the direction of advancement A, the same design when the arms 11 and near the rear side are arranged pivotable in height direction by means of the same fastening. Each of the respective arms is pivotable in height direction by means of a screw spindle 12 in the same manner as described for the arms 11 in the first exemplary embodiment. The arms 11 for the roller 14 in this exemplary embodiment are not provided with a screw spindle adjustment. The respective arms also form a supporting construction here.

Op elk van de asdelen 25 is over een breedte dieovereenkomt met de breedte van de stroken grond buiten hettrekkerspoor, die nog door de machine moeten worden bewerkt,een steunorgaan 26 in de vorm van een rol aangebracht, welkerol qua lengte korter is dan de rol 14, doch verder dezelfdeuitvoering heeft. Met behulp van de schroefspindels 12 kunnende buitenste armen 11 en daarmee de rol 14 en de buitensterollen 26 in hoogterichting worden versteld voor de regelingvan de werkdiepte van de tanden van de respectieve rotors 3.Evenals bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld kan tijdenshet bedrijf door middel van de hydraulische verstelcilinders18 een deel van het gewicht van de trekker op de respectieverollen worden overgebracht, waardoor het aandrukken van debetreffende grondstroken kan worden geïntensiveerd. Dewerking van de machine volgens figuur 3 is geheel overeenkom¬stig de werking van de machine volgens het eerste uitvoe¬ringsvoorbeeld .A support member 26 in the form of a roller, whose length is shorter than the roller 14 in length, is provided on each of the axle parts 25 over a width corresponding to the width of the strips of soil outside the tractor track, which are still to be processed by the machine. , but otherwise has the same version. With the aid of the screw spindles 12, the outer arms 11 and thus the roller 14 and the outer rollers 26 can be adjusted in height direction for controlling the working depth of the teeth of the respective rotors 3. As in the previous embodiment, during operation, hydraulic operation adjusting cylinders 18 transfer part of the weight of the tractor to the respective rollers, which allows intensifying the pressing of the respective ground strips. The operation of the machine according to figure 3 is entirely in accordance with the operation of the machine according to the first embodiment.

Opgemerkt wordt dat in de weergegeven uitvoerings-voorbeelden de trekker achter is voorzien van "dubbel lucht".De constructie kan echter vanzelfsprekend ook bij "enkellucht" worden gebruikt. De breedte van de buitenste rollenbij het tweede uitvoeringsbvoorbeeld kan dan zijn aangepast.It is noted that in the exemplary embodiments shown, the tractor is provided with "double air" at the rear. However, the construction can of course also be used for "single air". The width of the outer rollers in the second embodiment can then be adjusted.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaan¬de, doch betreft tevens alle details van de figuren, al ofniet beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

Claims

1. Combination of a tractor and a tillage machine, wherein the tillage machine comprises a frame with a row of tillage members located transversely of the direction of travel, each provided with a pair of downwardly directed teeth, which tillage members are rotatably driven upwardly and which machine is provided with a pair of arms, with which the machine can be coupled to the three-point linkage of a tractor, and a second pair of arms mounted pivotally on the frame, by means of which a roller is rotatably mounted in front of the soil tillage members, which roller is height-wise relative to the frame by means of of an adjusting device, while the machine has further soil working members at the rear, characterized in that, in addition to the roller adjusting device (12), a second adjusting device for this purpose is provided in the form of a hydraulic cylinder (18), which is located between the tractor and roller (14 ), by means of which part of the weight of the tractor can be transferred to the roller, while this hydraulic adjusting cylinder can be coupled to the hydraulic circuit of the tractor.

Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the ends of the roller (14, 26) are at least substantially equidistant from the center of the frame part.

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the roller (14, 26) comprises roller elements (14, 26) arranged on a common height-adjustable supporting structure (11, 13A, 25).

Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the machine comprises an adjusting cylinder (18) located between the tractor and a supporting structure for the roller (14, 26).

Soil cultivation machine according to claim 4, characterized in that the adjusting cylinder (17, 18) forms part of the supporting structure for the roller (14, 26) or the roller elements (14, 26).

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the supporting construction (11, 13A, 25) for the roller (14, 26) or the roller elements (14, 26) respectively are two spaced-apart arms (11 ) and at least one of the arms (11) is connected to the adjustment cylinder (18).

Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the adjusting cylinder (18) is connectable to the tractor hydraulic circuit.