NL7807270A

NL7807270A - SOIL TILLER.

Info

Publication number: NL7807270A
Application number: NL7807270A
Authority: NL
Original assignee: Patent Concern Nv
Priority date: 1978-07-05
Filing date: 1978-07-05
Publication date: 1980-01-08
Also published as: GB2024583A; DE2926810A1

Description

'ψ"ψ

Patent Concern N.V·, Willemstad, Curayao, IT*A· "Grondbewerkingsmachine**Patent Concern N.V ·, Willemstad, Curayao, IT * A · "Tillage machine **

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een gestel en een aantal in dit gestel gelegerde, om een zich ongeveer dwars op de voortbe-wegingsrichting van de machine uitstrekkende as, draaibare 5 bewerkings organen·The invention relates to a soil tillage machine provided with a frame and a number of working members mounted in this frame and rotatable about a shaft extending approximately transverse to the direction of travel of the machine.

Machines van deze soort hebben veelal een beperkte werkbreedte, waardoor een rationeel gebruik van deze machines in veel gevallen niet mogelijk is*Machines of this type often have a limited working width, so that rational use of these machines is often not possible *

Met de constructie volgens de uitvinding kan nu de 10 werkbreedte van een machine van.bovengenoemde soort aanzienlijk worden vergroot, doordat volgens de uitvinding de bewerkings organen in ten minste twee naast elkaar gelegen groepen zijn aangebracht, die ten opzichte van elkaar tijdens het bedrijf in hoogterichting beweegbaar zijn· Op deze 15 wijze kan bij een grote werkbreedte niet alleen een goede aanpassing aan de bodemoneffenheden worden verkregen, doch kan tevens op velden, waar harde obstakels zoals stenen in de bodem voorkomen, beschadiging van de bewerkings organen op effectieve wijze worden voorkomen.With the construction according to the invention, the working width of a machine of the above-mentioned type can now be considerably increased, because according to the invention the processing members are arranged in at least two adjacent groups, which are in height direction relative to each other during operation. movable · In this way, with a large working width, not only can a good adaptation to the soil unevenness be obtained, but also in fields where hard obstacles such as stones occur in the ground, damage to the working members can be effectively prevented.

7807270 β - 2 -7807270 β - 2 -

Aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below with reference to a few exemplary embodiments.

Fig. 1 toont een bovenaanzicht van een deel van de machine volgens de uitvinding, bevestigd aan de hef-5 inrichting van een trekker,Fig. 1 shows a top view of a part of the machine according to the invention, attached to the lifting device of a tractor,

Fig. 2 toont een zijaanzicht van de machine volgens de pijl II in fig. 1,Fig. 2 shows a side view of the machine according to the arrow II in fig. 1,

Fig. 3 toont een doorsnede van een deel van de machine volgens de lijnen III - III in fig. 1, 1Q Fig. 4 toont een doorsnede van een deel van de machine volgens de lijnen IV - IV in fig. 1,Fig. 3 shows a section of a part of the machine along the lines III-III in FIG. 1, 1Q. FIG. 4 is a sectional view of part of the machine taken on lines IV - IV in FIG. 1,

Fig. 5 toont een doorsnede van een verder deel van de machine,Fig. 5 shows a section of a further part of the machine,

Fig. 6 toont een aanzicht van een bewerkingsorgaan, 15 gezien in de langsrichting van de as van het bewerkings-orgaan,Fig. 6 shows a view of a working member, viewed in the longitudinal direction of the axis of the working member,

Fig. 7 to.ont een aanzicht van een alternatieve vorm van een bewerkings orgaan, gezien in de langsrichting van de as van het bewerkings orgaan, 20 Fig. 8 toont een doorsnede volgens de li jnen VIII - VIII in fig. 7,Fig. 7 shows a view of an alternative form of a working member, viewed in the longitudinal direction of the axis of the working member, FIG. 8 is a sectional view along lines VIII - VIII in FIG. 7,

Fig. 9 toont een bovenaanzicht van een deel van de machine volgens de uitvinding in een tweede uitvoeringsvorm, 25 Fig. 10 toont een zijaanzicht van de machine volgens de pijl X in fig. 9,Fig. 9 shows a top view of a part of the machine according to the invention in a second embodiment, FIG. 10 shows a side view of the machine according to the arrow X in FIG. 9,

Fig. 11 toont een bovenaanzicht van de machine in een derde uitvoeringsvorm,Fig. 11 shows a top view of the machine in a third embodiment,

Fig. 12 toont een zijaanzicht volgens de pijl 30 XII in fig. 11 enFig. 12 shows a side view according to the arrow XII in FIG. 11 and

Fig. 13 toont een doorsnede volgens de lijnen XIII - XIII in fig. 11.Fig. 13 is a sectional view taken on lines XIII-XIII in FIG. 11.

De in fig. 1 weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, voorzien van een gestel dat een 35 zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de 7807270 - 3 - Η machine uitstrekkende, althans nagenoeg horizontaal gelegen gestelbalk 1 omvat, De gestelbalk 1 is kokervormig en heeft een hoekige, bij voorkeur vierkante, dwarsdoorsnede Nabij de einden is de gestelbalk 1 voorzien van zich naar 5 achteren uitstrekkende lippen 2, terwyl nabij het midden twee op afstand van elkaar gelegen lippen 3 zijn aangebracht· Door middel van scharaierpennen 4, waarvan de langshartlijnen in eikaars verlengde zijn gelegen en zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekken, zijn TO -“'•’aan de lippen 2 resp. de lippen 3 zich in opwaartse richting uitstrekkende platen 5 resp. 6 verzwenkbaar aangebracht. De vorm van de platen 5, die aan de einden van de gestelbalk 1 door middel van de lippen 2 en de schamierpennen 4 schamierbaar zijn aangebracht, is in 15 fig. 2 nader weergegeven en is in hoofdzaak ruitvormig.The device shown in fig. 1 relates to a soil cultivating machine, provided with a frame which comprises a frame beam 1 extending transversely to the direction of travel A of the machine 7807270-3. The frame beam 1 is tubular and has a angular, preferably square, cross-section Near the ends, the frame beam 1 is provided with lips 2 extending backwards, while two spaced lips 3 are arranged near the middle. By means of hinge pins 4, the longitudinal axes of which are in each other are extended and extend transversely to the direction of travel A, TO - "" • "on lips 2 and 2, respectively. the lips 3 upwardly extending plates 5 resp. 6 mounted pivotally. The shape of the plates 5, which are pivotably arranged at the ends of the frame beam 1 by means of the lips 2 and the hinge pins 4, is shown in more detail in Fig. 2 and is substantially diamond-shaped.

Een plaat 5 is zodanig opgesteld, dat de voorste punt van de ruit door middel van de scharnierpen 4 verzwenkbaar is aangebracht. De nabij het midden van de gestelbalk 1 door middel van een scharnierpen 4 verzwenkbaar 20 aangebrachte platen 6 zijn lager en hebben aan de bovenzijde een vlakker verloop. Tussen elk paar platen 5 en 6 is een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende althans nagenoeg evenwijdig aan de gestelbalk 1 gelegen dragei? draaibaar aangebracht. De drager 7 25 is pijpvormig en heeft bij voorkeur een ronde dwarsdoorsnede. De langshartlijnen van de resp. dragers 7 zijn in eikaars verlengde gelegen. Elke drager 7 heeft aan de van de andere drager Af gekeerde zijde een astap 8, die nabij zijn binneneinde door middel van een in de 30 drager aangebrachte steun 9 en nabij zijn midden door middel van een flens 10, die aan het einde van de drager is gelast, wordt ondersteund (Fig. 3)· De astap 8 wordt ten opzichte van een plaat 5 door middel van een kogelleger 11 ondersteund, dat is onder gebracht in een 35 legerhuis 12, dat door middel van bouten 13 aan de plaat 5 7807270 *> * - 4 - is bevestigd. Het legerbuis 12 omvat tevens een kap 14 die aan de omtrek is voorzien van een naar binnen gebogen rand, die tot voorbij de flens 10 reikt en aldus met deze flens 10 een afscherming vormt die een vervui-/5 ling van het leger tijdens het bedrijf van de machine tegengaat. Het andere einde van de drager 7 heeft een astap 15 die wordt ondersteund door twee op afstand van elkaar gelegen in de drager aangebrachte steunplaten 16, waarvan er één nabij het binneneinde en één vanaf het 10 binneneinde gerekend juist voorbij het midden is aangebracht (Fig. 4). Het naar buiten gerichte einde van een astap 15 is ondersteund door middel van een kogelleger 17 dat is ondergebraeht in een legerbuis 18. Het leger-huis 18 is door middel van bouten 19 bevestigd aan een 15 binnenste plaat '6. De platen 6 zijn elk ter hoogte van de bevestiging van een legerbuis 18 voorzien van een instulping, een en ander zodanig, dat tussen de platen een ruimte ontstaat, voor het opnemen van bouten 19.A plate 5 is arranged such that the front tip of the pane is pivotally mounted by means of the hinge pin 4. The plates 6 arranged pivotably by means of a hinge pin 4 near the center of the frame beam 1 are lower and have a flatter profile at the top. Between each pair of plates 5 and 6 there is a bearing extending at least substantially parallel to the frame beam 1 transverse to the direction of travel A. rotatably mounted. The support 7 is pipe-shaped and preferably has a round cross section. The longitudinal centers of the resp. carriers 7 are in line with each other. Each carrier 7 has on the side remote from the other carrier a journal 8, which is near its inner end by means of a support 9 arranged in the carrier and near its center by means of a flange 10, which is attached to the end of the carrier is welded, supported (Fig. 3) · The journal 8 is supported with respect to a plate 5 by means of a ball bearing 11, which is housed in a bearing housing 12, which is fastened to plate 5 by bolts 13 7807270 *> * - 4 - is confirmed. The bearing tube 12 also comprises a cap 14 which is provided on the periphery with an inwardly bent edge, which extends beyond the flange 10 and thus forms a shield with this flange 10, which is a contamination of the bearing during operation. of the machine. The other end of the carrier 7 has a journal 15 supported by two support plates 16 spaced apart in the carrier, one of which is disposed near the inner end and one from the inner end just past the center (Fig. 4). The outwardly directed end of a journal 15 is supported by means of a ball bearing 17 which is embedded in a bearing tube 18. The bearing housing 18 is fastened to an inner plate 6 by bolts 19. The plates 6 are each provided with a recess at the location of an bearing tube 18, such that a space is created between the plates for receiving bolts 19.

Tussen het legerhuis 18 en een plaat 6 is een kap 20 ge-20 klemd die een naar binnen gebogen rand heeft, die tot voorbij een aan het einde van de drager 7 gelaste flens 21 reikt, zodat ook hier een afscherming voer het leger 17 van de astap 15 aanwezig is. Elk van de pijpvormige dragers 7 is voorzien van een aantal op onderling gelijke 25 afstand van elkaar gelegen, op de buitenzijde van de drager gelaste ringen 22. De ringen 22 zijn voorzien van gaten voor het bevestigen van over althans nagenoeg een halve cirkel verlopende sectorvormige platen 23, die bewerkingselementen vormen van een schijfvormig 30 bewerkingsorgaan 24. De gaten in opvolgende ringen 22 zijn telkens over omtrekshoeken van 45° ten opzichte van elkaar om de langshartlijn van de drager 7 verdraaid.A cap 20 is clamped between the bearing housing 18 and a plate 6, which has an inwardly bent edge, which extends beyond a flange 21 welded to the end of the carrier 7, so that also here a shield is provided for the bearing 17 of the journal 15 is present. Each of the pipe-shaped carriers 7 is provided with a number of mutually equally spaced rings 22 welded to the outside of the carrier. The rings 22 are provided with holes for fixing sector-shaped plates extending over at least substantially a semicircle 23, which form machining elements of a disc-shaped machining member 24. The holes in successive rings 22 are each rotated about circumferential angles of 45 ° relative to each other about the longitudinal axis of the carrier 7.

Aan elke zijde van een ring 22 zijn door middel van bouten 22A spiegelbeeldig telkens twee identieke sec tor vormige fce-25 werkingselementen 23 aangebracht, die via een S-vormig 78 0 7 2 7 ff - 5 - * verlopende begrenzing op elkaar aansluiten (fig. 6). Elk van de bewerkingselementen 23 omvat een bevestigingsdeel 25 voor de bevestiging op een ring 22, welk deel overgaat in een schuin verlopend recht deel 26, dat althans tot 5 nabij het midden van een bewerkingselement reikt. Het deel 26 gaat over in een deel 27, dat tot de omtrek van een element 23 reikt, en in hoofdzaak evenwijdig verloopt aan het deel 25. Het deel 27 is voorzien van twee insnijdingen 27A die ten opzichte van de draairichting B 10 die een schijfvormig bewerkings orgaan 24 tijdens het bedrijf heeft naar achteren hellen. De drie door de insnijdingen 27A ontstane identieke werkzame delen 28 zijn telkens naar een verschillende zijde afgebogen en aan de einden afgerond. Althans nagenoeg midden tussen 15 de einden zijn de sectorvormige delen 28 voorzien van een in hoofdzaak Wvormige uitsparing 29 die ten opzichte van de draairichting B die een schijfvormig bewerkings-orgaan 24 tijdens het bedrijf krijgt, enigszins naar achteren helt, een en ander zodanig, dat de zijden van 20 de V-vormige uitsparing 29 althans nagenoeg evenwijdig aan de genoemde insnijdingen 27A zijn gelegen. Elke V-vormige uitsparing 29 is aan de binnenzijde afgerond,Two identical sector-shaped operating elements 23 are provided on each side of a ring 22 by means of bolts 22A in mirror-image manner, which are connected to each other via an S-shaped 78 0 7 2 7 ff - 5 - * boundary (fig. 6). Each of the machining elements 23 comprises a mounting part 25 for mounting on a ring 22, which part merges into an inclined straight part 26, which extends at least up to 5 near the center of a machining element. The part 26 merges into a part 27, which extends to the circumference of an element 23, and runs substantially parallel to the part 25. The part 27 is provided with two cuts 27A which, in relation to the direction of rotation B 10, form a disc-shaped processing member 24 has sloped backward during operation. The three identical active parts 28 created by the cuts 27A are each deflected to a different side and rounded at the ends. At least substantially midway between the ends, the sector-shaped parts 28 are provided with a substantially W-shaped recess 29 which inclines slightly backwards relative to the direction of rotation B which a disc-shaped working member 24 receives during operation, such that the sides of the V-shaped recess 29 are located at least substantially parallel to said cuts 27A. Each V-shaped recess 29 is rounded on the inside,

De opvolgende in tegengestelde richting afgebogen sectorvormige delen 28 van de elementen 23 van een 25 bewerkings orgaan 24 vormen volgens een zaagtand-patroon opgestelde, aan de omtrek van het bewerkings orgaan gelegen werkzame delen waarvan de vrije einden evenwijdig aan de draaiingsas van een drager 7 gezien, althans nagenoeg een gesloten cirkel vormen.The successive oppositely deflected sector-shaped parts 28 of the elements 23 of a working member 24 form saw-tooth pattern disposed active parts located on the periphery of the working member, the free ends of which are seen parallel to the axis of rotation of a carrier 7 , at least practically form a closed circle.

30 Zoals uit fig. 4 blijkt verlopen de delen 26 aan weerszijden van een ring 22 aangebrachte bewerkingselementen 23 van elkaar af. Een drager 7 met de schijf vormige bewerkingsorganen 24 vormt een groep bewerkings organen met een werkbreedte van 1,50 m -35 2,25 m.As can be seen from Fig. 4, parts 26 machining elements 23 arranged on either side of a ring 22 run away from each other. A carrier 7 with the disc-shaped working members 24 forms a group of working members with a working width of 1.50 m -35 2.25 m.

7807270 % * - Ö “7807270% * - Ö “

Tussen elk paar platen 5 en 6 is een drager 7 met de erop aangebrachte schijf vormige bewerkings-organen 24 die een diameter van + 30 cm hebben, aan de bovenzijde omgeven door een schermkap 31» die aan de 5 respectieve platen is bevestigd. Aan de achterzijde is elk van de platen 5 en 6 van een paar voorzien van een zich naar achteren uitstrekkende arm 32, tussen de achtereinden waarvan vrij draaibaar een rol 33 is aangebracht. De rol 33 omvat aan zijn omtrek een aantal 10 schroeflijn-vormig verlopende, zich in de lengterichting van de rol uitstrekkende langselementen 34» die door middel van plaatvormige steunen 35 zijn ondersteund.Between each pair of plates 5 and 6, a support 7 with the disc-shaped machining members 24 mounted thereon having a diameter of + 30 cm is surrounded at the top by a screen cap 31 which is attached to the 5 respective plates. At the rear, each of the plates 5 and 6 of a pair is provided with a rearwardly extending arm 32, between the rear ends of which a roller 33 is freely rotatable. The roller 33 comprises on its periphery a number of helically extending longitudinal elements 34 extending in the longitudinal direction of the roller, which are supported by plate-shaped supports 35.

Elk van de armen 32 is ten opzichte van een plaat 5 resp. 6 door middel van een bout 35A en een aantal in 15 de plaat aangebrachte gaten 36 in meerdere standen brengbaar en vastzetbaar, een en ander zodanig, dat met behulp van de rol 33 de werkdiepte van een groep bewerkingsorganen kan worden ingesteld. Voor het aanbrengen van de armen 32, die de naar elkaar toegekeerde 20 einden van de rollen 33 ondersteunen, zijn de platen 6 nabij hun achterzijde voorzien van een instulping, een en ander zodanig, dat de aan de platen bevestigde armen tegen elkaar zijn gelegen (zie fig. 5)· Nabij het midden is elke schermkap 31 voorzien van een paar lippen 25 37 waar tussen aan de achterzijde een verbindingsstuk 38 is aangebraeht, waardoor een stang 39 is gestoken.Each of the arms 32 is with respect to a plate 5 resp. 6 can be adjusted and fixed in several positions by means of a bolt 35A and a number of holes 36 arranged in the plate, such that the working depth of a group of working members can be adjusted by means of the roller 33. For arranging the arms 32, which support the mutually facing ends of the rollers 33, the plates 6 are provided with a recess near their rear side, such that the arms fixed to the plates are situated against each other ( see fig. 5) · Near the center, each shield cap 31 is provided with a pair of lips 25, between which a connecting piece 38 is fitted between the rear, through which a rod 39 is inserted.

De stang 39 is met zijn boveneinde scharnierend aangebracht aan het einde van een zich dwars op de voort-bewegingsrichting A uitstrekkende gestelbalk 40, die 30 boven de gestelbalk 1 is gelegen en hiermee door steunen 41 is verbonden. Tussen het verbindingsstuk 38 en een op het ondereinde van de stang 39 aangebrachte aanslag is om de stang een drukveer 42 gelegen, een en ander zodanig, dat een neerwaarts bewegen van een groep bewerkings-35 organen door middel van een verende aanslag wordt tegenge- 7807270 * - 7 - gaan. Elk van de aan de buitenzijden van een pijpvormige drager 7 aangebrachte astappen 8 reikt tot in een scherm-kast 43» &ie op de buitenzijde van een plaat 5 is aangebracht en binnen deze schermkast is voorzien van een tand-5 wiel 44 met rechte vertanding. Het tandwiel 44 staat in aandrijvende verbinding met een identiek tandwiel 45 op een astap 45A, die aan een plaat 5 is bevestigd, welk tandwiel op zijn beurt in aandrijvende verbinding staat met een identiek tandwiel 46 op een astap 47· De astap 45A is 10 ondersteund door middel van twee naast elkaar gelegen ko~ gellegers 48, die in een door middel van bouten 49 op een plaat 5 vastgezet legerbuis 50 zijn ondergebracht. Het uit de schermkast 43 stekende naar binnen gerichte einde van de astap 47 is voorzien van spiebanen, waarop één 15 einde is geschoven van een universeel koppeling 51, die deel uitmaakt van een telescopische as 52. Het andere einde van de telescopische as 52 is voorzien van een universeel koppeling 53, die is geschoven over een van spiebanen voorzien einde van een as 53A, die in een tandwiel-20 kast 54 is gelegerd, welke tandwielkast aan de onderzij de van de balk 40 is bevestigd. Binnen de tandwielkast 54 staat de as 53A door middel van een niet nader weergegeven konische tandwieloverbrenging in aandrijvende verbinding met een as 55 die aan de voorzijde uit de tand-25 wielkast steekt. De aan de voorzijde uit de tandwielkast 54 stekende as 55 is voorzien van een uitwisselbaar tandwiel 56, dat deel uitmaakt van een aan de voorzijde van de tandwielkast gelegen toerenvariator 57· De toerenvaria-tor 57 heeft een'èvenwi jdig aan de as 55 gelegen as 58, waarop 30 een uitwisselbaar tandwiel 59 ie aangebracht dat met het tandwiel 56 kan samenwerken. De as 58 kan door middel van een tussenas met een aftakas van een de inrichting voortbewegende trekker worden verbonden. De telescopische assen 52 maken deel uit van een aandrijfas, die nabij zijn mid-35 den in verbinding staat met een haakse overbrenging.The rod 39 is hinged with its top end at the end of a frame beam 40 extending transversely of the direction of travel A, which is located above the frame beam 1 and is connected thereto by supports 41. Between the connecting piece 38 and a stop arranged on the lower end of the bar 39, a compression spring 42 is situated around the bar, all this in such a way that a downward movement of a group of working members by means of a resilient stop is prevented. 7807270 * - 7 - go. Each of the journal stubs 8 arranged on the outer sides of a pipe-shaped carrier 7 extends into a screen box 43 which is mounted on the outside of a plate 5 and within this screen box is provided with a toothed wheel 44 with straight teeth. The gearwheel 44 is in driving connection with an identical gearwheel 45 on a shaft journal 45A, which is attached to a plate 5, which gearwheel is in turn connected to an identical gearwheel 46 on a shaft journal 47 · The shaft journal 45A is supported by means of two adjacent ball bearings 48, which are accommodated in an bearing tube 50 fixed on a plate 5 by means of bolts 49. The inwardly directed end of the journal 47 protruding from the screen box 43 is provided with keyways, on which one end of a universal coupling 51, which is part of a telescopic shaft 52, is slid. The other end of the telescopic shaft 52 is provided. of a universal coupling 53, which is slid over a keyed end of a shaft 53A, which is alloyed in a gear box 54, which gear box is attached to the bottom of the beam 40. Within the gearbox 54, the shaft 53A is in driving connection with a shaft 55 projecting from the front of the gearbox by means of a bevel gear (not shown). The shaft 55 protruding from the front of the gearbox 54 is provided with an exchangeable gearwheel 56, which forms part of a speed variator 57 located at the front of the gearbox. The speed variator 57 has a shaft located directly on the shaft 55. 58, on which 30 an interchangeable gear wheel 59 ie is mounted which can cooperate with the gear wheel 56. The shaft 58 can be connected by means of an intermediate shaft to a PTO shaft of a tractor moving the device. The telescopic shafts 52 are part of a drive shaft which communicates with a right angle transmission near its center.

7807270 ♦ - 8 -7807270 ♦ - 8 -

Aan de onderzijde is de gestelbalk 1 op gelijke afstand van het midden voorzien van paren lippen 60 voor de aankoppeling van de onderste armen van de hef inrichting van een trekker, terwijl aan de balk 40 nabij het midden 5 zich naar voren uitstrekkende lippen 61 zijn aangebracht, waartussen de bovenste arm van de hefinrichting van een trekker aanbrengbaar is.On the underside, the frame beam 1 is equidistant from the center with pairs of lips 60 for coupling the lower arms of the lifting device of a tractor, while on the beam 40 near the center 5 extending lips 61 are arranged between which the upper arm of the tractor's lifting gear can be fitted.

De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt.The operation of the machine described above is as follows.

10 Tijdens het bedrijf is de machine met behulp van de paren lippen 60 en 61 met de driepuntshefinrichting van een trekker gekoppeld en kan vanaf de af takas van de trekker via een tussenas en de in het voorgaande beschreven overbrenging elk van de groepen bewerkingsorganen 24 15 vanaf de zijkant worden aangedreven in een richting zoals met de pijl B in de fig. 2 is weergegeven. Alvorens met het werk te beginnen kan met behulp van de rollen 33 elk van de groepen bewerkingsorganen 24 op een bepaalde werk-diepte worden ingesteld. Tijdens het bedrijf worden de 20 roterende schijfvormige bewerkingsorganen 24, die zijn voorzien van in een zaagtand-patroon opgestelde werkzame delen 28, gevormd door de af gebogen delen van de bewerkings-elementen 23, in de voortbewegingsrichting A van de machine door de grond bewogen. Hierbij wordt door het zaagtand-patroon 25 vooral op harde droge gronden een goede verkruimeling ver kregen. Tijdens het bedrijf kan elke groep bewerkingsorganen 24 om een zich dwars op de voortbewegingsrichting A üitstrekkende zwenksas, die vóór een groep en hoger dan de draaiingsas van de groep is gelegen en wordt gevormd 30 door de langshartlijnen van de resp. schamierpennen 4, in hoogterichting uitwijken, zodat elk van de groepen gemakkelijk over zich in de grond bevindende stenen en andere obstakels kan bewegen. Hierbij kunnen de een aaneengesloten strook grond bewerkende groepen bewerkingsorganen 35 24 onafhankelijk ten opzichte van elkaar verzwenken. Door 7807270 * - 9 - de gewicht ontlastende werking van de drukveer 42 om de stang 39 kan een groep gemakkelijk in hoogterichting uitwijken. Elke groep bewerkingsorganen 24 heeft een werk-breedte die tenminste een derde bedraagt van de trans-5 portbreedte van de machine. De identieke bewegingselemen ten 23, die een schijfvormig bewerkings orgaan 24 vormen, kunnen op simpele wijze door drie bouten 22A worden vastgezet en indien noodzakelijk vervangen. Bovendien wordt de slijtage van de schijfvormige bewerkings organen 24, 10 doordat de werkzame delen 28 zich in hoofdzaak aan de omtrek bevinden, hoofdzakelijk tot deze omtrek beperkt.During operation, the machine is coupled to the three-point hitch of a tractor by means of the pairs of lips 60 and 61, and from the PTO shaft of the tractor via an intermediate shaft and the transmission described above, each of the groups of working members 24 can be the sides are driven in a direction as shown by the arrow B in fig. 2. Before starting the work, each of the groups of working members 24 can be adjusted to a specific working depth by means of the rollers 33. During operation, the rotary disk-shaped working members 24, which are provided with working parts 28 arranged in a sawtooth pattern, formed by the bent-off parts of the working elements 23, are moved through the ground in the direction of travel A of the machine. The sawtooth pattern 25 gives good crumbling, especially on hard dry soils. During operation, each group of processing members 24 can be arranged about a pivot axis extending transversely of the direction of travel A, which is located in front of a group and higher than the axis of rotation of the group and is formed by the longitudinal axes of the resp. swiveling pins 4, height-wise, so that each of the groups can easily move over stones and other obstacles in the ground. Here, the groups of working members 24 working a contiguous strip of soil can pivot independently of one another. Due to the weight-relieving effect of the compression spring 42 on the rod 39, a group can easily divert in height direction. Each group of processing members 24 has a working width that is at least one third of the transport width of the machine. The identical movement elements 23, which form a disc-shaped processing member 24, can be simply secured by three bolts 22A and replaced if necessary. Moreover, the wear of the disc-shaped machining members 24, 10 because the active parts 28 are substantially circumferential is mainly limited to this circumference.

In fig. 7 en 8 is een uitvoeringsvoorbeeld van bewerkingselementen 62 van een schijfvormig bewerkingsor-gaan weergegeven, waarbij de insnijdingen tussen resp.Figs. 7 and 8 show an exemplary embodiment of machining elements 62 of a disc-shaped machining element, wherein the incisions between resp.

15 af gebogen werkzame delen 63 tot het flensvormig deel 25 reiken. Hierbij verlopen de insnijdingen van de afgebogen delen 63 zodanig, dat zij ten opzichte van de draairichting B van een schijfvormig bewerkings orgaan naar achteren hellen, terwijl in het deel 26 de insnijding althans nagenoeg 20 radiaal is gericht ten opzichte van de langshartlijn van een drager 7 van een groep. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de delen 63 niet voorzien van een uitsparing.15 bent-off active parts 63 reach to the flange-shaped part 25. The incisions of the deflected parts 63 herein run in such a way that they slope backwards relative to the direction of rotation B of a disc-shaped working member, while in the part 26 the incision is directed at least substantially radially with respect to the longitudinal axis of a carrier 7 of a group. In this exemplary embodiment, the parts 63 are not provided with a recess.

Bij het in fig. 9 en 10 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat een machine twee zich dwars op de voortbe-25 wegingsrichting Δ uitstrekkende althans nagenoeg horizon taal gelegen achter elkaar aangebraehte gestelbalken 64 en 65, waarvan de einden door middel van zich in de voort-bewegingsrichting A uitstrekkende steunstrippen 66 met elkaar zijn verbonden. Aan de einden van de gestelbalk 64 30 en nabij het midden zijn op dezelfde wijze als bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld door middel van lippen 2 en 3 en sehamierpennen 4 naast elkaar in hoogterichting beweegbare groqpen bewerkings organen 24 aangebracht, die een identieke uitvoering en opstelling hebben. Aan de ach-35 terzijde van elk van de steunstrippen 66 is een zich in ) 7807270 4.In the exemplary embodiment shown in Figs. 9 and 10, a machine comprises two frame beams 64 and 65 arranged at least substantially horizontally extending transversely of the direction of travel Δ, the ends of which are arranged in the direction of travel A extending support strips 66 are joined together. At the ends of the frame beam 64 and near the center, in the same manner as in the previous embodiment, by means of lips 2 and 3 and sealing pins 4, there are arranged side-by-side movable groups of working members 24, which have an identical design and arrangement. On the back of each of the support strips 66 is a 7807270 4.

- 10 - opwaartse richting uitstrekkende plaat 67 aangebracht, waaraan door middel van een schamierpen 68 het midden van een haakvormig naar boven gebogen arm 69 verzwenkbaar is aangebracht· Het boveneinde van de arm 69 kan door mid-5 del van een bout 70 en gaten 71 in een plaat 67 in meer dere standen worden gebracht en vastgezet· Tussen de einden van de zich naar achteren uitstrekkende delen van de armen 69 is vrij draaibaar een rol 72 aangebracht, die aan de dmtrek is voorzien van een aantal schroeflijnvor-10 mig ten opzichte van de rotatieas van de rol verlopende langs elementen 73» die aan de omtrek van plaatvormige steunen 74 zijn aangebracht. Aan de voorzijde is de ge-stelbalk 64 op gelijke afstand van het midden voorzien van paren lippen 75 voor aankoppeling van de onderste ar-15 men van de driepuntshef inrichting van een trekker. Tussen de paren lippen. 75 is op de gestelbalk 64 een zich in opwaartse richting uitstrekkende steun 76 aangebracht, die aan de bovenzijde twee op afstand van elkaar gelegen platen 77 draagt, waartussen de bovenste arm van de hefin-20 richting van een trekker aanbrengbaar' is· De achterzijde van de platen 77 is verbonden met naar beneden divergerende, schuin naar achteren verlopende schoren 78, die zijn verbonden met de achterste gestelbalk 65.- 10 - plate 67 extending upwards, to which the center of a hook-shaped upwardly bent arm 69 is pivotally mounted by means of a hinge pin 68 · The top end of the arm 69 can be fastened by means of a bolt 70 and holes 71 placed in several positions in a plate 67 and secured · Between the ends of the rearwardly extending parts of the arms 69, a roller 72 is provided which is freely rotatable and which is provided on the circumference with a number of helical shapes of the axis of rotation of the roller running along elements 73 which are arranged on the periphery of plate-shaped supports 74. At the front, the adjustment beam 64 is equidistant from the center with pairs of lips 75 for coupling the lower arms of the three-point linkage of a tractor. Between the pairs of lips. 75, an upwardly extending support 76 is mounted on the frame beam 64 and carries two spaced apart plates 77 at the top, between which the upper arm of the tractor's lifting device is mounted. the plates 77 are connected to downwardly diverging, obliquely rearwardly extending struts 78, which are connected to the rear frame beam 65.

Bij dit uitvoeringsvoorbeeld kunnen de respec-25 tieve groepen bewerkingsorganen 24, die op dezelfde wijze als bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld worden aangedreven ten opzichte van het door de rol 72 ondersteunde gestel in hoogterichting verzwenken, waarbij een aanslag een te ver naar beneden bewegen van de respectieve groepen 30 voorkomt. Met behulp van de rol 72 kan ook hier de werk- diepte van de groepen worden ingesteld·In this exemplary embodiment, the respective groups of working members 24, which are driven in the same manner as in the previous exemplary embodiment, can pivot in height in relation to the frame supported by the roller 72, wherein a stop moves too far down from the respective groups 30 occurs. The working depth of the groups can also be set here using roller 72

In de fig. 11 - 13 is een derde uitvoeringsvoorbeeld van een grondbewerkingsmachine volgens de uitvinding weergegeven, waarbij het gestel twee zich dwars op de 35 voortbewegingsrichting A uitstrekkende achter elkaar gele- 7807270 - 11 - gen gestelbalken 79 en 80 omvat, waarvan de einden door middel van zich in opwaartse richting uitstrekkende platen 81 met elkaar zijn verbonden. De platen 81 hebben zoals uit fig. 12 blijkt, in zijaanzicht in hoofdzaak een 5 ruitvorm en zijn zodanig opgesteld dat de voorste gestel- balk in een hoekpunt is bevestigd. Tussen da platen 81 is een pijpvormige drager 82 aangebracht van een groep bewerkingsorganen, welke drager 82 aan de einden op dezelfde wijze is ondersteund als de einden van de dragers 10 7 van de respectieve groepen bewerkingsorganen 24 bij de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden.Figures 11-13 show a third exemplary embodiment of a soil cultivating machine according to the invention, in which the frame comprises two frame beams 79 and 80 extending one behind the other, extending transversely to the direction of travel A, the ends of which are arranged by upwardly extending plates 81 are joined together. As shown in Fig. 12, the plates 81 have a substantially diamond shape in side view and are arranged such that the front frame beam is fixed in a corner point. Between the plates 81 is arranged a tubular support 82 of a group of processing members, which support 82 is supported at the ends in the same manner as the ends of the supports 107 of the respective groups of processing members 24 in the previous embodiments.

De bewerkingsorganen zijn nagenoeg op dezelfde wijze uitgevoerd, zodat dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt.The processing members are designed almost in the same way, so that the same reference numerals are used.

15 Aan de achterzijde van de platen 84 zijn zich naar achteren uitstrekkende armen 83 verzwenkbaar en in meerdere standen vastzetbaar aangebracht. Tussen de achtereinden van de armen 83 is vrij draaibaar een rol 84 aanwezig, die een aantal aan de omtrek gelegen zich in 20 de langsrichting van de rol uitstrekkende schroef lijnvor mig verlopende langselementen 84 omvat die aan de omtrek van plaatvormige dragers 86 zijn ondersteund. Een groep bewerkingsorganen is aan de bovenzijde omgeven door een schermkap 86, die tussen de platen 81 is aangebracht. De 25 aandrijving van een groep bewerkingsorganen vindt vanaf één zijde plaats met behulp van een tandwieloverbrenging die identiek is aan die van de overbrenging bij de voorgaande uitvoerings-voorbeelden. He.t bovenste tandwiel 45 van de tandwieloverbrenging is aangebracht op het ein-30 de van een as 87, die met zijn andere einde is gelegerd in een tandwielkast 88. De as 87 is ondergebracht in een tussen een plaat 81 en de tandwielkast 88 gelegen pijp 89. Binnen de tandwielkast 88 is de as 87 voorzien van een conisch tandwiel 90, dat kan samenwerken met een conisch 35 tandwiel 91 op een as 92, die aan de voorzijde uit de tand- 7807270 - 12 - wielkast 88 steekt en met behulp van een tussenas met de af takas van een trekker koppelbaar is. Aan de voorzijde is de gestelbalk 79 op gelijke afstand van het midden voorzien van paren lippen 93 voor aankoppeling van de on-5 derste armen van de hef inrichting van een trekker, terwijl tussen de lippen op de gestelbalk 79 een zich naar boven uitstrekkende steun 94 is aangebracht, die aan de bovenzijde op afstand van elkaar gelegen platen 95 draagt, waartussen de bovenste arm van de hefinrichting van een 10 trekker aanbrengbaar is. De achterzijde van de platen 95 is door middel van schuin naar beneden verlopende divergerende schoren 98 verbonden met de einden van de achterste gestelbalk 80. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de delen 28 niet voorzien van een V-vormige uitsparing. Tij-15 dens het bedrijf kan de groep bewerkingsorganen niet in hoogterichting ten opzichte van het gestel verzwenken.Rearwardly extending arms 83 are pivotable and secured in multiple positions at the rear of the plates 84. Between the rear ends of the arms 83 there is freely rotatable a roller 84, which comprises a plurality of circumferentially extending longitudinally extending screw longitudinally extending rollers 84 supported on the periphery of plate-shaped carriers 86. A group of processing members is surrounded at the top by a screen cap 86, which is arranged between the plates 81. The drive of a group of working members is effected from one side by means of a gear transmission identical to that of the transmission in the previous embodiments. The top gear 45 of the gear transmission is mounted on the end of a shaft 87 which is alloyed with its other end in a gear box 88. The shaft 87 is housed between a plate 81 and the gear box 88 pipe 89. Within the gearbox 88, the shaft 87 is provided with a bevel gear 90, which can cooperate with a bevel gear 91 on a shaft 92, which protrudes from the front of the gearbox 88 by means of the gearbox 88 and with the aid of from an intermediate shaft to the PTO shaft of a tractor. At the front, the frame beam 79 is equidistant from the center with pairs of lips 93 for coupling the lower arms of a tractor lifting device, while an upwardly extending support 94 extends between the lips on the frame beam 79 which carries spaced apart plates 95 at the top, between which the upper arm of the lifting device of a tractor can be mounted. The back of the plates 95 is connected to the ends of the rear frame beam 80 by means of inclined downwardly diverging struts 98. In this exemplary embodiment, the parts 28 are not provided with a V-shaped recess. During the operation, the group of working members cannot pivot vertically relative to the frame.

Met behulp van de rol 84 kan ook hier de werkdiepte van de groep be workings organen worden ingesteld.The working depth of the group of working members can also be adjusted here using roller 84.

De uitvinding is niet beperkt tot het voren-20 staande. , doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.The invention is not limited to the foregoing. , but also concerns all details of the figures whether or not described.

Conclusies - 7807270Conclusions - 7807270

Claims

1. Soil furrowing machine provided with a frame and a number of ones disposed in this frame. Rotatable working members extending approximately transverse to the direction of travel of the machine, characterized in that the working members are arranged in at least two adjacent groups which are movable in height direction relative to each other during operation ·

2. Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that a group has a working width that is at least one third of the transport width of the machine.

3. Soil cultivation machine according to claim 1 or 2, characterized in that a group is arranged pivotable in height direction relative to the frame of the machine.

4. Tillage machine provided with a frame and a number of working members mounted in this frame and rotatable about an axis extending approximately transverse to the direction of advancement of the machine, characterized in that a group of working members has a working width which is at least one third of the transport width of the machine and a group movable in height direction relative to the frame.

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that at least two groups of cultivating members are located next to each other.

6. Soil cultivation machine according to claim 5, characterized in that the groups of cultivating members cultivate contiguous strips of soil and the axes of rotation of the respective groups of cultivating members are aligned.

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that a pivot axis for a group of 7807270 k cultivating members is situated along the axis of rotation of the group.

A ground-processing machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the pivot axis for a group of 5 working members is located higher than the axis of rotation of the group.

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that a group of cultivating members is pivotally supported in two spaced apart points relative to the frame of the machine.

Soil cultivation machine according to claim 9, characterized in that the hinged support between a group and the frame comprises mutually extending hinge pins. 15

11. Soil cultivation machine according to any one of claims 5-10, characterized in that a group comprises a support for the cultivating members, which is rotatably located between plates extending in an upward direction and the plates on :; the facing sides of the 20 groups are against each other.

12. Soil cultivation machine according to claim 11, characterized in that the abutting plates are provided with a recess, such that a space is formed for the attachment of an alloy 25 for the carrier.

13. Soil cultivation machine according to claim 11 or 12, characterized in that a support is pipe-shaped and is provided on its circumference with mutually equidistant disc-shaped cultivating members, which are arranged by means of a ring.

14. Soil cultivation machine according to claim 13, characterized in that the ring is provided on at least one side with two sector-shaped adjoining cultivating elements which together form a disc-shaped cultivating member. 7807270

Soil cultivation machine according to claim 14, characterized in that the cultivation elements are designed identically.

Soil cultivation machine according to claim 14 or 15, 5, characterized in that the tillage elements connect to each other via an S-shaped boundary.

17. Soil cultivation machine according to claims 14 - 16, characterized in that the working elements for fixing are each provided with a fastening part, which connects to an obliquely bent straight part which changes into a part reaching to the circumference of a working element which runs substantially parallel to the fastening part.

18. Soil cultivation machine according to claim 17, characterized in that the latter part of a working element is provided with incisions, all this in such a way that three at least substantially identical active parts are formed.

19. Soil cultivation machine according to claim 18, characterized in that successive active parts are bent towards each other on opposite sides, all this such that the active parts of two working elements forming a disc-shaped working member on the circumference of the processing member is arranged in a sawtooth pattern.

20. Soil cultivation machine according to claim 18 or 19, characterized in that the incisions are inclined slightly backwards over at least a part of their length relative to the rotation of a disc-shaped cultivator.

Soil cultivation machine according to one of Claims 18 to 20, characterized in that the transition from an incision to the circumference of an active part is completed.

Soil tillage implement according to claim 21, characterized in that an active part of a tillage 7807270 element is provided between the roundings with a substantially 7-shaped recess which slopes slightly backwards relative to the direction of rotation of a tillage member. 5

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims 14 - 22, characterized in that a disc-shaped cultivating member is arranged on either side of a ring, such that the respective cultivating elements are arranged mirror-image with respect to each other, the respective diverge from bent parts (28) of the working elements.

24. Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that a resilient stop is provided for a group of cultivating members, which prevents a group from moving too far downwards.

25. Soil cultivation machine according to claim 24, characterized in that the resilient stop comprises a spring-mounted in sliding rod arranged between the frame of the machine and a shield for a group of cultivating members.

26. Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the driving of a group of cultivating members takes place from one side.

Soil cultivation machine according to claims 26 and 25, any one of claims 5 to 25, characterized in that the drive is effected from ends of the respective groups facing away from each other, using a drive shaft which comprises a transmission near the center

28 · Soil cultivation machine provided with a frame and 30 a number of alloyed in this frame; machining member rotatable approximately transversely to the direction of travel, characterized in that the machining members are mounted on a support which is connected at both ends to a drive comprising a drive shaft which drives at least near the center 7807270 is connected to a transmission.

Soil cultivation machine according to claim 2? or 28, characterized in that the drive shaft comprises two telescopic axles fitted with universal couplings

30. Soil cultivation machine according to claim 29, characterized in that the telescopic axes on the facing side are connected to a shaft which is housed in a gearbox and which is drivable via a speed variator from the PTO shaft of a tractor. 10

Soil cultivation machine according to claim 30, characterized in that the speed variator is located at the front of the gearbox.

32. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that a roller is present behind a group of cultivation members.

Soil cultivation machine according to claim 32 and one of the preceding claims 5-31, characterized in that for each group of cultivating members there is a roller which can be pivoted together with the group in height direction. 20

Soil cultivation machine according to claim 33, characterized in that the roller is adjustable in height direction relative to the group of cultivating members and can be fixed in several positions.

Soil cultivation machine according to claim 32 and one of the preceding claims, insofar as dependent on any one of claims 1-4, characterized in that the frame is supported behind a group of cultivating members by a roller which is adjustable in height relative to the frame.

36. Soil cultivation machine as described above and shown in the figures. k 7807270