NL8220157A

NL8220157A - Vezelmat, werkwijze voor het vervaardigen daarvan en een daaruit gevormd voorwerp.

Info

Publication number: NL8220157A
Application number: NL8220157A
Authority: NL
Original assignee: Dresser Corp
Priority date: 1981-04-06
Filing date: 1982-04-02
Publication date: 1983-02-01
Also published as: FR2510625B1; CA1176422A; US4418031A; IE820595L; SE456249B; SE8206915D0; ATA902082A; NL185788B; IT1148910B; ES511157A0; MX158892A; FR2510625A1; AU547775B1; GB2096195A; BR8207255A; IE52545B1; NL185788C; DE3239732C2; ES8305074A1; IT8248150A0

Description

-1“ 8¾ 2 Ο 1 5 Ί

Vezelmat, werkwijze voor het vervaardigen daarvan en een daaruit gevormd voorwerp.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op de vezel-technologie. De vezels kunnen bijvoorbeeld een buisvormige, massieve of cellulaire structuur hebben en bestaan uit natuurlijk of synthetisch materiaal. Meer in 5 het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een flexi-bele, hanteerbare vezelmat, die gebracht kan worden in de vorm van een zelfdragend eindprodukt door toepassing van warmte en/of druk. De uitvinding heeft eveneens betrekking op de werkwijze met behulp waarvan deze mat kan wor-10 den vervaardigd en eveneens op de werkwijze met behulp waarvan de mat omgezet kan worden tot een eindprodukt.

De mat bestaat in hoofdzaak uit basisvezels en draagvezels, waarbij de basisvezels eventueel een aanmer-kelijk hogere verwekingstemperatuur hebben dan de draag-15 vezels. De vezels zijn in elkaar gedraaid om scheiding te weerstaan. De draagvezels zijn gebonden aan de basisvezels en aan elkaar om verbindingspunten te vormen. Het uit deze mat vervaardigde eindprodukt kan vele verschillende vormen bezitten. Het produkt kan een gelijkmatige dichtheid bezit-20 ten of ook gebieden bezitten met een verschillende dichtheid.

Niet geweven vezelmateriaal vervaardigd volgens een droog proces is bekend. Het Britse octrooischrift 1.088.991 beschrijft een werkwijze voor de vervaardiging van een baan 25 samengesteld uit fijne, papierpulp en synthetische vezels voor gebruik als wegwerpluiers en andere absorberende pro-dukten. Het Britse octrooischrift 1.171.941 beschrijft een niet geweven vlies uit katoen en polypropeenvezels met een zekere sterkte in natte toestand en bruikbaar als mate-30 riaal voor afdroogdoeken en voor chirurgische doeleinden.

Het Britse octrooischrift 1.581.486 beschrijft een niet geweven vlies voor gebruik als absorberend afveegmateriaal en samengesteld uit polymere microvezels en houtpulpvezels, die door mechanische verstrengeling bij elkaar worden gehou-35 den. Het Britse octrooischrift 1.185.623 beschrijft een vezelstruetuur in de vorm van een vlies, dat kan worden ge-bruikt als een deken of ondertapijt en dat is vervaardigd 8220157 -2- « uit polyamide en/of polyestervezels die de primaire vezels vormen, tezamen met secundaire vezels uit polyamide met een lager smeltpunt dan de eerste vezels. Bij verhitting zullen de secundaire vezels hun vezelstructuur verliezen en 5 de eerste vezels afdekken zodat deze aan elkaar vast wor- den gesmolten. Het Britse octrooischrift 1.118.163 beschrijft een niet geweven produkt voor gebruik bij de vervaardiging van kledingstukken, gevormd uit filamenten of vezels die met elkaar worden verbonden door de klevende eigenschappen 10 van van de vezelcomponenten. Het Amerikaanse octrooischrif t 2.483.405 beschrijft een niet geweven vezelprodukt omvattende een mengsel van niet-klevende vezels vermengd met "synthetische vezels met een varierende onregelmatige dwarsdoorsnede over de lengte daarvan en met een kleinere 15 diameter dan vezels verkregen door extrusie van het vezel-vormende materiaal door rayon spindoppen zodat zij dien tengevolge in aanraking komen met de niet-klevende vezels op aanmerkelijk meer aanrakingspunten dan een gelijk ge-wicht aan synthetische vezels verkregen bij een dergelijke 20 extrusie". Het Amerikaanse octrooischrift 4.265.954 beschrijft een niet geweven vezelprodukt, dat selectief in bepaalde gebieden is samengesmolten, terwijl in andere ge-bieden de samensmelting is tegengegaan.

Alle bovengenoemde octrooischriften hebben betrek-25 king op verfijningen van de vezeltechnologie, gebaseerd op het warm aan elkaar smelten of het mechanisch met elkaar verstrengelen van vezels met het doel een hanteerbare baan te verkrijgen zonder weven. Tot op heden is echter geen van deze produkten vormbaar, dat wil zeggen bestemd en geschikt 30 om gevormd te worden tot een zelfdragend eindprodukt door de toepassing van warmte en/of druk. De onderhavige uit-vinding voldoet nu aan de behoefte aan een zeer vormbaar materiaal, vervaardigd door middel van een droge werkwijze.

Hoewel een varieteit aan verschillende vezels kan 35 worden gebruikt bij toepassing van de onderhavige uitvin-ding wordt in de onderhavige beschrijving de nadruk gelegd op vezels van cellulose materiaal, niet alleen vanwege hun geschiktheid maar ook vanwege het feit dat zij gemakkelijk verkrijgbaar zijn uit oorspronkelijke bronnen of verkrijg-40 baar zijn door terugwinning, terwijl zij relatief goedkoop 8220157 « -3- zijn. Houtvezels vormen een voorbeeld van een dergelijk cellulose materiaal. Deze houtvezels, die soms worden aange-duid als basisvezels, zijn met elkaar verstrengeld en ge-bonden tot draagvezels voor het verschaffen van een vorm-5 bare vezelmat. De draagvezels zijn geschikt om te smelten onder de warmte en/of de druk van een opvolgende bewerking waarbij de mat wordt gevormd tot een produkt met een vooraf bepaalde vorm.

Uit de technologie van het samenpersen van houtvezels 10 zijn reeds bekend vezelplaat, zachtboard en hardboard, welke benamingen een aantal verschillende produkten omvat-ten vervaardigd primair uit houtvezels, houtschilfers en spaanders. Deze produkten zijn echter in wezen niet vormbaar. Bijzondere vormen, overeenkomstig die welke volgens de on-15 derhavige uitvinding kunnen worden verkregen, kunnen worden bereikt met een zogenaamd natte brij proces, waarbij de houtvezels worden vermengd met water en andere chemicalien en tot een brij gevormd die kan worden aangebracht over een mal met de gewenste vormen. Hoewel met behulp van de natte 20 brij werkwijze bevredigende produkten kunnen worden vervaardigd is dit een relatief dure werkwijze, niet slechts in verband met de hoeveelheid energie die is vereist, maar ook van wege de lange vervaardigingscyclustijd en de kosten van reiniging van het bij de werkwijze ontstane effluent, voor-25 dat dit kan worden afgevoerd. De onderhavige uitvinding heeft echter betrekking op een droge werkwijze en daaruit vervaardigde produkten.

Het is eveneens bekend op houtvezels gebaseerde produkten te vervaardigen door een droge werkwijze, maar met 30 deze bekende droge werkwijzen kunnen slechts produkten worden vervaardigd met relatief vlakke eenvoudige vormen.

Een eerste doel van de uitvinding is nu het verschaffen van een droge werkwijze voor het vormen van een flexibe-le mat in hoofdzaak bestaande uit basis en draagvezels, waar-35 bij de basisvezels natuurlijke of synthetische vezels zijn en de draagvezels verbindingsvezels zijn, geschikt om zich met de basisvezels te verstrengelen of te koppelen. De basis-en de draagvezels kunnen zijn vervaardigd uit oorspronke-lijk materiaal of uit teruggewonnen materiaal. Geschikte 40 basisvezels kunnen worden vervaardigd uit materialen zoals 8220157 -4- bijvoorbeeld hout, jute, sisal, katoen, cocos, kapok, rayon, acetaat, triacetaat, papier, grafiet, glas, mineraal wol en andere synthetische en natuurlijke vezels. De produkten die kunnen worden vervaardigd uit het materiaal verkregen 5 met behulp van de nieuwe droge werkwijze volgens de uitvin-ding kunnen veel moeilijker en complexere vormen bezitten dan mogelijk was met de tot nu toe bekende droge werkwijzen. Het materiaal verkregen volgens de onderhavige uitvinding kan relatief snel en goedkoop worden gevormd tot uiteen-10 lopende voorwerpen zoals bijvoorbeeld decoratieve afwerkpa-nelen, deurpanelen, instrumentpanelen, centrale afwerkings-kolommen, verpakkingsbakken, consoles, meubllair, kbffers, bouwmaterialen, verpakkingen, autocomponenten en dergelijke. Een dergelijk produkt kan gebieden van verschillende dicht-15 held bezitten zodanig dat delen worden verschaft die zacht zijn bij het aanraken ervan of die een visueel relief ver-schaffen en zowel thermisch als akoestisch isoleren. De mogelijkheid om een zelfdragend voorwerp te vormen met gebieden van lage dichtheid maakt het gebruik overbodig van 20 afzonderlijk te bevestigen schuimkussens, waardoor aanmer-kelijke economische voordelen worden verkregen.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een relatief vlakke, flexibele, vormbare vezelmat in een continue baan of in secties waaruit voorwerpen kunnen 25 worden vervaardigd, terwijl de uitvinding tevens een werkwijze verschaft om de mat in de vorm van het uiteindelijke produkt te brengen en voor het vervaardigen van het produkt als zodanig.

Volgens een specifieke uitvoeringsvorm van de uit-30 vinding kan de mat een mengsel omvatten van houtvezels en thermoplastische draagvezels die langs mechanische weg met de houtvezels zijn verstrengeld of gekoppeld en die daarmee zijn verbonden of daaraan vastgekleefd voor het vormen van koppelverbindingen die scheiding tegengaan. De matvezels 35 worden samengehecht door verwarming van de mat tot een zo-danige temperatuur en gedurende een zodanige tijd dat de thermoplastische draagvezels verweken en voldoende kleverig worden om aan de houtvezels en aan elkaar vast te plakken, terwijl zij toch in hoofdzaak hun vezelachtige vorm behou-40 den. De draagvezels leveren een aanmerkelijke buigsterkte 8220157 -5- aan de mat, zodat zelfs bij het daaruit vormen van voorwer-pen met een gecompliceerde of moeilijke vorm, omvattende scherpe knikken en uitsnijdingen, het lichaam van de mat niettemin tezamen zal worden gehouden zonder breken of 5 scheuren, wanneer de delen van de vorm worden gesloten. An-dere materialen kunnen aan de componenten van de mat worden toegevoegd, in afhankelijkheid van de gewenste eigenschappen van het uiteindelijke voorwerp. Zo kan bijvoorbeeld een ge-schikte thermohardende hars worden gebruikt, die tijdens 10 het vormen zal uitharden, voor het verkrijgen van een grotere structurele stijfheid en een grotere weerstand tegen vervorming bij verwarming van het voorwerp.

Een verder doel is het verschaffen van een werkwijze voor het vormen van het bovenbeschreven voorwerp en het ge-15 lijktijdig vormen en vastlassen van een montageconsole daar-aan, en het resulterende eindprodukt.

Deze en verdere doeleinden en kenmerken van de uit-vinding worden nader toegelicht aan de hand van de nu vol-gende beschrijving, in het bijzonder aan de hand van de 20 bijgaande tekening.

In de tekening toont: fig.l een perspektivisch aanzicht van een deel van een vezelmat, vervaardigd volgens de onderhavige uitvinding; fig.2 een perspektivisch aanzicht van een voorwerp 25 dat vervaardigd kan worden uit de vezelmat van fig.l; fig.3 een diagram van de werkwijze voor vervaardi-ging van de mat; fig.4 een schematisch aanzicht, op vergrote schaal, van de mat voor het weergeven van de vezelverbanden; en 30 fig.5 een schematisch aanzicht van een andere uit- voeringsvorm en wel van een voorwerp vervaardigd in een vorm en van een onderdeel dat gelijktijdig is gevormd en aan het voorwerp wordt vastgelast.

Onder verwijzing naar de tekening is met 10 daarin 35 een voorwerp aangeduid, dat relatief stijf of zelfdragend is, terwijl met 12 een deel is aangegeven van een vormbare vezelmat, waaruit het voorwerp is vervaardigd.

Het vormbare matdeel 12 is vervaardigd uit een aan-tal vezels, hetzij oorspronkelijke of teruggewonnen vezels, 40 omvattende een mengsel van basisvezels 14 en draagvezels 16.

8220157 -6-

In fig.4 zijn de basisvezels 14 met getrokken lijnen weerge-geven en de draagvezels met streeplijnen om op eenvoudige wijze het verschil ertussen aan te geven. De basisvezels 14 kunnen van natuurlijk of synthetisch materiaal zijn. Ge-5 schikte natuurlijke materialen kunnen zijn cellulose zoals hout, papier, cocos, katoen, jute, sisal of kapok. Geschikte synthetische materialen zijn glas, rayon, acetaat of tri-acetaat. Andere geschikte materialen zouden ook kunnen zijn mineraal wol en grafiet. Bij voorkeur zullen de basisvezels 50 uit hout zijn, en wel oorspronkelijk of teruggewonnen en verkregen uit hout van elke geschikte boom, zoals bijvoor-beeld de esp. De draagvezels kunnen vervaardigd zijn uit materiaal gekozen uit de vinylgroep, de polyestergroep, de polyalkeengroep, de polyamidegroep en elke fysische of 15 chemische combinatie van deze groepen. Voorbeelden van polyalkenen zijn polyetheen en polypropeen. Een voorbeeld van een polyamide is nylon. Voorbeelden van vinylen zijn Saran, Vinyon en polyvinylchloride (PVC). Saran is een polymeer samengesteld uit tenminste 80 gew.% vinylideen-20 chloride. Onder de Textile Fiber Products Identification Act kan elke vezel die 85% of meer vinylchloride bevat, worden aangemerkt als "Vinyon" en dit houdt in 100% PVC-vezel.

Bij voorkeur zijn de draagvezels thermoplastisch van 25 aard en uitstekende resultaten zijn bereikt met polyalkenen. De draagvezels zijn in elkaar gestrengeld of onderling ver-bonden met de basisvezels. De draagvezels voegen buigings-sterkte toe aan de mat en weerstaan scheiding van de basisvezels uit de mat en maken dientengevolge de mat buigzamer 50 zodat hij tezamen zal worden gehouden zonder scheuren of breken ondanks een ruwe behandeling en ook wanneer de vorm-delen rondom de mat worden gesloten om een voorwerp te vor-men. Zowel de basisvezels als de draagvezels zijn nagenoeg gelijkmatig verdeeld over het lichaam van de mat. De basis-55 vezels omvatten bij voorkeur het grootste aantal en het grootste gewicht van vezels in de mat.

Naast het feit dat zij mechanisch zijn verstrengeld zijn de basis-en draagvezels van de mat ook met elkaar ver-bonden of aan elkaar vastgehecht waar dat schematisch met 40 17 is aangeduid in fig.4. Hoewel een afzonderlijk bindmiddel 8220157 -7- kan worden gebruikt, dienen bij voorkeur de draagvezels zelf voor dit doel. Zoals vermeld zijn de draagvezels bij voorkeur thermoplastisch. Tijdens de vervaardiging van de mat wordt de mat voldoende verhit om de thermoplastische 5 draagvezels te verweken en hen kleverig te maken. Daardoor behouden de draagvezels van de mat hun vezelige aard en zijn als zodanig herkenbaar, maar zij plakken onder invloed van warmte aan elkaar en aan de basisvezels voor het vormen van verbindingen wanneer de draagvezels afkoelen. De basis-10 vezels, die hetzij van hout of van een willekeurig ander materiaal kunnen zijn, zullen niet aanmerkelijk verweken of andeiszins worden beinvloed door de temperatuur waartoe de mat wordt verhit om de thermoplastische draagvezels kleverig te maken.

15 In zijn eenvoudigste vorm bestaat de mat slechts uit de twee bovengenoemde vezels, namelijk de basisvezels die van elk hierboven aangegeven materiaal kunnen zijn, maar bij voorkeur uit hout zullen bestaan, en uit de draagvezels die eveneens van elk van de bovenaangegeven materialen kun-20 nen zijn, maar bij voorkeur thermoplastisch zullen zijn zoals een polyalkeen. Deze vezels worden met elkaar gemengd in een menger 40 (fig.3) op elke geschikte wijze zodanig dat zij uniform door de charge heen worden verdeeld. Dit uitgangsmengsel kan bestaan uit ongeveer 70-98 gew.% basis-25 vezels en ongeveer 2-30 gew.% thermoplastische draagvezels, maar bij voorkeur zal ongeveer 85 gew.% bestaan uit basisvezels en ongeveer 15 gew.% uit thermoplastische draagvezels. Vanaf de menger 40 wordt het mengsel toegevoerd aan een vorm-inrichting 44, die een inrichting is voor het verdelen van 30 het mengsel over een bewegende band 46 in een gewenste breedte en dikte voor het verkrijgen van een continue baan 48 van matmateriaal. De baan 48 wordt op de band door een hardingsoven 50 getransporteerd bij een zodanige temperatuur en snelheid dat het materiaal van de baan slechts 35 lang genoeg in de oven blijft om de thermoplastische vezels te doen verweken en hen kleverig te maken. Daardoor blijven de thermoplastische vezels in het algemeen als vezels herkenbaar, maar wanneer zij kleverig zijn plakken zij aan elkaar en aan de basisvezels vast voor het vormen van ver-40 bindingen wanneer de mat afkoelt.

8220157 -8-

De thermoplastische vezels kunnen zijn van de boven-aangegeven materialen, maar indien gebruik gemaakt wordt van polyetheen kan de oven 50 bijvoorbeeld op een tempera-tuur in het gebied van ongeveer 120°C tot X90°C worden ge-5 houden en de baan zaX gedurende ongeveer 1-3 min. in de oven biijven. De temperatuur van de oven en de sneiheid van de baan zuXXen natuurXijk varieren in afhankeXijkheid van het gebruikte thermopiastische materiaai, van de dikte van de mat, het vochtigheidsgehaite en de dichtheid van de mat.

10 basisvezeis zuXXen niet verweken of andeaszins worden beinvioed behaive bij een eventueei aanzieniijk hogere temperatuur of een Xangere verbXijftijd in de oven 50.

Nadat de materiaaibaan 48 de oven 50 heeft veriaten wordt hij toegevoerd aan een kroesinrichting, in dit gevai 15 bestaande uit een paar kroesroXXen 110, gevormd door cilin-ders met in het opperviak in Xengterichting Xopende groe-ven, zodat ribben worden gevormd waar de mat tussendoor gaat. Deze kroesroXXen 110 vergroten verder de flexibili-teit van de materiaaXbaan, zodat deze gehanteerd, verbogen 20 of gebogen wordt zonder breken. Na het verXaten van de kroesrolXen 110 wordt de materiaaibaan in rolvorm opgesla-gen totdat hij gereed is voor gebruik of wel de baan kan door middel van een snij-inrichting 109, aangegeven in fig.3, in afzonderlijke delen worden gesneden.

25 De fabricage van de mat is voltooid wanneer deze de kroesrollen verlaat en in delen is gesneden. De mat is na-genoeg droog en bevat een minimum aan vocht. De draagvezels die met de basisvezeis zijn verstrengeld en gekoppeld houden de mat tezamen en weerstaan scheiding van de basisvezeis 30 vanuit het lichaam van de mat. De vezels zijn aan elkaar gehecht of warm aan elkaar gelast tezamen met de thermoplastische draagvezels. De matsecties die zijn weergegeven in fig.l en zijn gesneden uit de materiaaibaan 48 nadat deze de kroesrollen 110 heeft veriaten, bestaan uit een samen-35 hangende massa, die kan worden opgestapeld, in pakken tezamen kan worden gebonden, gecomprimeerd, opgenomen, tot een voorwerp gevormd en in het algemeen kan worden gehanteerd zonder uiteenvallen, breken of scheuren.

De vorm voor de vervaardiging van voorwerpen 10 in 40 fig.2 vanuit de nagenoeg droge mat bezit vormdelen met de ge- 8220157 -9- wenste configuratie van het gewenste uiteindelijke voor-werp. Met de vorm kan worden gewerkt bij een temperatuur van ongeveer 160°C tot 310°C en bij een druk van ongeveer 1400-7000 kpa. De cyclustijd voor het vormen kan §&n minuut 5 of minder bedragen. In principe zullen de vereiste tempera-tuur, druk en cyclustijd varigren in afhankelijkheid van de eisen gesteld aan het uiteindelijke produkt. De thermo-plastische vezels verweken en de meeste zo niet alien zullen in de vorm smelten. Bij het afkoelen hard het thermo-10 plastische materiaal uit voor het vormen van het afgewerkte produkt dat zelfdragend kan zijn, dat wil zeggen dat het in staat is zijn vorm te behouden. De basisvezels behou-den tijdens het vormen hun vezelige vorm en zullen bij de temperatuur van de vorm niet verkolen of verbranden en 15 zullen aan het uiteindelijke voorwerp sterkte en stijfheid meedelen.

De in fig.5 weergegeven vorm 120 toont een andere uitvoeringsvorm en bezit de vormdelen 122 en 124, die ge-schikt zouden zijn voor de vervaardiging van het voorwerp 20 10.

Voorwerpen kunnen worden gevormd uit het materiaal verkregen door de droge werkwijze volgens de uitvinding met vormen die even complex en met buigingen die even scherp en hoeken die even kleine afrondingsstralen bezitten als met 25 behulp van de vochtige brijwerkwijze, terwijl toch de droge werkwijze, tezamen met de opvolgende vorming van het voorwerp, sneller gaat en minder duur is dan met de natte brijwerkwijze. De natte brijwerkwijze vereist een aanmerkelijk grotere hoeveelheid energie dan deze droge werkwijze en de 30 daaropvolgende vormbewerking, daar bij de natte brijwerkwijze grote hoeveelheden vocht moeten worden verwijderd.

De natte brijwerkwijze vereist speciale inrichtingen voor het behandelen van de grote hoeveelheden water en voor het reinigen van het effluent. Een dergelijke inrichting is 35 bij deze droge werkwijze niet vereist. De natte brijwerkwijze vereist eveneens meer dan §en vorm voor het vervaar-digen van een voorwerp, terwijl met het materiaal vervaar-digd volgens deze droge werkwijze een voorwerp kan worden gevormd uit een mat in een enkele fase in een enkele vorm.

40 Uit het met behulp van de droge werkwijze vervaardigde 8220157 -10- materiaal kunnen voorwerpen worden gevormd met veel moei-Xijker en complexere vormen dan zouden kunnen worden gevormd uit de tot nu toe bekende materialen die verkregen zijn met behulp van een droge werkwijze.

5 Uit het voigens de droge werkwijze voigens de onder- havige uitvinding vervaardigde materiaai kunnen veie ver-schiXXende produkten worden vervaardigd, zoaXs bijvoorbeeXd decoratieve afwerkpaneXen, deurpaneien, centraXe afwerkings-kolommen, verpakkingsbakken, consoXes, meubiiair, koffers, 10 bouwmateriaien, verpakkingen, automobieX-onderdeXen en an-dere gevormde produkten.

Samenvattend kan worden gesteXd, dat de thermopXas-tische draagvezeXs worden gemengd met de basisvezeXs voor het verstrengeXen daarmee ter versterking van de mat om 15 deze in tact te houden wanneer hij wordt samengeperst tus-sen de vormdeien voor het verkrijgen van een paneei of een ander voorwerp. Wanneer de mat in de oven wordt verwarmd worden de draagvezeXs kXeverig en vormen zij een aantaX ver-bindingen tussen de vezeXs. HoeweX de draagvezeXs hun iden-20 titeit aXs vezeXs in de mat behouden, zuiien zij smeiten bij het vormen van een paneeX of een ander voorwerp. Wanneer het voorwerp na het vormen afkoeXt zaX het thermopXas-tische materiaaX uitharden en de basisvezeXs met eXkaar verbinden tot een vorm die zeifdragend is, dat wii zeggen 25 stijf genoeg om zijn vorm te behouden. Het zai duideiijk zijn dat het produkt afzonderiijk kan worden gebruikt of wei aXs een Xaag in een geiamineerde constructie waarbij Sen of meer aanvuXXende Xagen van hetzeifde of verschiiiend materiaai daaraan worden geiamineerd.

30 Zoais boven gezegd kunnen met overeenkomstige resui- taten andere vezeXs dan hout en poiyetheen worden toegepast. Zo kunnen bijvoorbeeXd basisvezeXs van gias en draagvezeXs van poiypropeen in uiteeniopende percentages worden gemengd. Deze kunnen, wanneer zij ais bovenbeschreven worden verwerkt, 35 tot een mat worden gevormd waaruit paneien en andere produkten kunnen worden vervaardigd, waarbij veranderingen kunnen worden aangebracht in de oventemperatuur en de bewegings-snelheid door de oven heen, zoais dit noodzakeiijk kan zijn om de poiypropeenvezeis kieverig te maken in een voidoende 40 mate om het .warm met eikaar verbinden van de vezeXs mogeiijk 8 2 2 0 1 9 / -11- te maken, waarbij de temperatuur en de druk van de vorm en de tijdsduur zodanig kunnen worden gekozen ais noodzakelijk is om het polypropeen te doen smelten en een uiteindelijk voorwerp te vormen. De glasvezels hebben een hoger verwe-5 kingspunt dan de polypropeenvezels en zuXXen daarom niet worden verweekt of anderszins worden beinvXoed door de oven-temperatuur, die wordt toegepast voor het verweken en kle-verig maken van de polypropeenvezels.

Aanvullende draagvezels worden soms aan de componen-10 ten van de mat toegevoegd. Voorbeelden van aanvullende draagvezels zijn acryl, modacryl, metallische materialen en elastomeren, daaronder begrepen rubbers en urethanen.

Deze bijzondere aanvullende draagvezels hebben een relatief hoge warmteweerstand en zouden normaal in de oven niet ver-15 weken, maar delen speciale eigenschappen mee aan de mat en aan het produkt. De acryL-^n en modacryl-"en leveren zo zachtheid en soepelheid, de elastomeren rekbaarheid en veerkracht en de metallische materialen dienen voor het opnemen van warmte. Bepaalde bovengenoemde draagvezels, 20 die normaal in de oven zouden verweken, leveren eveneens speciale eigenschappen aan de mat en aan het produkt. Zo leveren polyetheen en polypropeen slijtbestendigheid ter-wijl zij hydrofoob zijn; de polyesters zijn eveneens hydro-foob en de polyamiden, in het bijzonder nylon, zorgen voor 25 een hoge warmteweerstand van de mat en van het uiteinde-lijke produkt.

In de mat kan eveneens een thermohardend materiaal worden gedispergeerd, zoals een fenolische hars. Deze hars zal niet worden bexnvloed door de oventemperatuur maar zal 30 uitharden bij het vormen van het uiteindelijke voorwerp. Het doel van de toevoeging van het thermohardende materiaal is het verhogen van de stijfheid van het voorwerp zodat dit minder gemakkelijk zal doorzakken of zijn vorm zal verliezen terwijl het nog warm is bij het uit de vorm nemen en even-35 eens wanneer het voorwerp wordt onderworpen bij hoge omge-vingstemperaturen tijdens het gebruik ervan. Een geschikt mengsel van materialen kan bestaan uit 85 gew.% houtvezels, 10 gew.% polypropeen draagvezels en 5 gew.% fenolische hars.

Naast thermoplastische draagvezels zijn er andere 40 thermoplastische materialen die kunnen worden toegevoegd 8220157 -12- aan het mengsel waaruit de mat wordt gevormd. Het toegevoeg-de materiaal zal door het lichaam van de mat worden gedis-pergeerd en een verwekingspunt hebben dat bij benadering hetzelfde is als dat van de thermoplastische draagvezels, 5 of tenminste zodanig dat het zal verweken in de oven om te dienen als bindmiddel tussen de basis en de draagvezels.

Het gebruik van het toegevoegde thermoplastische materiaal zal de bindende werking van de thermoplastische draagvezels aanvullen, of de draagvezels kunnen worden vervaardigd uit 10 een ander, wellicht goedkoper, materiaal zonder in staat te zijn in de oven te verweken, in welk geval de binding van de vezels aan elkaar in de mat en in het uiteindelijke pro-dukt tot stand zal worden gebracht door het toegevoegde thermoplastische materiaal. Een voorbeeld van een minder 15 duur materiaal waaruit de draagvezels zouden kunnen worden vervaardigd, is kunstwol, dat uit ongeveer 35% katoen en ongeveer 65% polyester bestaat. Een geschikt mengsel zou kunnen bestaan uit 85-87 gew.% houtvezels, 5 gew.% poly-etheen, 3-5 gew.% kunstwol en 5 gew.% fenolische hars.

20 De toegepaste oventemperatuur voor het vervaardigen van een mat uit dit mengsel moet voldoende zijn om het poly-etheen te verweken maar niet voldoende om de vezels te verweken of op andere wijze aan te tasten.

De mat is beschreven als iets waaruit een voorwerp 25 kan worden vervaardigd door toepassing van warmte en/of druk. In principe kan de mat zelf echter een eindprodukt vormen. De mat kan als zodanig een vooraf bepaalde vorm worden gegeven door hem over een vorm te stulpen direkt na-dat de mat de oven heeft verlaten en terwijl de thermoplas-30 tische vezels zich nog in de warme week geworden toestand bevinden en de mat flexibel is, zodat de betreffende vorm aan zal nemen. De thermoplastische vezels vormen onder in-vloed van de warmte verbindingen tussen de vezels die bij het afkoelen uitharden en de mat in de betreffende vorm 35 binden. Wanneer de mat het eindprodukt vormt kan dit worden gebruikt als een filter of als een warmte of geluidsisola-tie of als verpakkings of tussenmateriaal. De mat kan op zichzelf worden gebruikt of als een laag van een uit twee of meer lagen bestaand produkt. Een andere laag of lagen 40 van hetzelfde of van verschillend materiaal kunnen zich uit- 8220157 -13- strekken over een buitenoppervlak van de mat of in het in-wendige daarvan voor het voltooien van het gelamineerde pro-dukt.

De draagvezels van de mat, die in het voorafgaande 5 zijn aangeduid als in staat te zijn om in de oven zacht of kleverig te worden, zijn alle thermoplastisch gemaakt. Het is echter mogelijk draagvezels te gebruiken die thermohar-dend zijn. Draagvezels gevormd uit fenolische hars kunnen bijvoorbeeld worden gemengd met geschikte basisvezels ge-10 kozen uit de reeds boven opgesomde vezels en verwarmd worden in de oven 50 bij een geschikte temperatuur gedurende een geschikte tijdsperiode zodat de draagvezels zich uitharden en zich zetten en vaste verbindingen vormen met de basisvezels .

15 Hoewel het kleverig worden van de draagvezels, ten- einde verbindingen de vormen met de basisvezels in die zin is beschreven, dat de verbinding wordt uitgevoerd onder ver-hitting van de mat in een oven en met deze werkwijze uit-stekende resultaten kunnen worden bereikt, zal duidelijk 20 zijn, dat de draagvezels op andere wijze kunnen worden ge-activeerd of kleverig gemaakt, zoals bijvoorbeeld door che-mische activeringsmiddelen of door uitharding onder invloed van straling. Vocht kan dienen als een chemisch activerings-middel. Zo kan de mat door een stoomkamer worden gevoerd 25 in plaats van door de oven 50, zodat de draagvezels zullen verweken en kleverig worden en aan de basisvezels vast zullen hechten of binden. Ammoniak is een ander chemisch acti-veringsmiddel dat kan worden gebruikt. Stralingsharding van de draagvezels om hen kleverig te maken kan bijvoorbeeld 30 worden uitgevoerd met behulp van gammastralen, ultraviolette stralen of een elektronenstraal.

Fig.5 toont een verdere uitvoeringsvorm van de uit-vinding waarbij het voorwerp 10', dat overeen kan komen met het voorwerp 10, in de vorm 120 wordt vervaardigd uit een 35 nagenoeg droge mat 12 met een samenstelling als hierboven beschreven. De tegenover elkaar liggende vlakken van de vorm-delen 122 en 124 kunnen de vorm hebben van het gewenste voorwerp 10'. Het bovenste vormdeel heeft een mantel 126 voor het afsnijden of begrenzen van de mat wanneer de vorm wordt 40 gesloten. De vormdelen zijn ten opzichte van elkaar beweeg- 8220157 -14- baar en uit elkaar beweegbaar en zijn weergegeven in de ge-sloten stand tijdens het vormen. De vorm kan worden bediend met de hierbqven aanbevolen temperatuur en drukgebieden en met de betreffende cyclustijd voor het verkrijgen van de 5 reeds genoemde resultaten bij het vormen van een zelfdragend gereed voorwerp.

Deze uitvoeringsvorm verschilt van de reeds boven-beschreven uitvoeringsvorm daarin, dat met een zijde op een oppervlak van het voorwerp 10' een uitsteeksel 130 wordt 10 verbonden. Het uitsteeksel 130 wordt gevormd uit een vormbare kunststof, zoals bijvoorbeeld een polyester of een fenolische hars en het uitsteeksel kan met het voorwerp worden verbonden gelijktijdig met het vormen van dit voorwerp in de vorm. Het materiaal waaruit het uitsteeksel wordt vervaardigd is 15 zodanig dat het zal uitharden of zich zal zetten tijdens de cyclustijd en bij de temperatuur en druk toegepast om het voorwerp te vormen.

Zoals weergegeven is §§n van de vormdelen, in dit geval het onderste vormdeel 124, voorzien van een holte 131 20 in zijn vormoppervlak, van weIke holte de vorm overeenkomt met die van het uitsteeksel. Direkt nadat de vorm is gesloten, zoals dit het geval is in fig.5, en bij het begin van de cyclustijd tijdens het welk het produkt 10' wordt gevormd onder de bovenbeschreven verwarming en druk, zal een hoeveel-25 heid materiaal waaruit het uitsteeksel moet worden vervaardigd in de holte worden gebracht via een kanaal 132, waar-door de holte met dit materiaal wordt gevuld terwijl het materiaal onder een geschikte druk wordt gehouden tegen het oppervlak van het produkt dat direkt in oppervlakte-aanra-30 king daarmee wordt gevormd. Het materiaal in de holte zal uitharden of zich zetten in de cyclustijd en bij de temperatuur en de druk van de vorm voor het vormen van het voorwerp, met als resultaat dat aan het eind van de vormcyclus, wanneer de vorm wordt geopend, het materiaal van het uitsteek-35 sel zal zijn gevormd en zich zal hebben gezet en permanent zal zijn verbonden met het oppervlak van het voorwerp in direkte oppervlakte-aanraking daarmee. Het uitsteeksel 130 wordt dus gelijktijdig gevormd en verbonden met het voorwerp terwijl het voorwerp in de vorm wordt vervaardigd.

40 Alternatief kan in plaats van de inspuiting van het 8220157 -15- materiaal waaruit het uitsteeksel moet worden gevormd in de holte via het kanaal 132, een charge van het betreffende materiaal met de hand worden aangebracht in de holte terwijl de vorm nog open is en voordat de mat in de vorm wordt aange-5 bracht.

-conclusies- 10 15 20 25 30 35 40 .

8 2 2 0 1 5 V

Claims

1. Vormbare, hanteerbare vezelmat waaruit een zelfdragend, gevormd eindprodukt kan worden gevormd door toepassing van warmte en druk in een opvolgende vorm-bewerking, welke mat in hoofdzaak bestaat uit cellulose- 5 basisvezels, verknopings- en bindingsmiddeOien voor het weerstaan van scheiding van de basisvezels en voor het toevoegen van buigsterkte aan de mat omvattende textiel-draagvezels die verstrengeld zijn met de basisvezels en met deze basisvezels zijn gebonden en mot elkaar voor 10 het daartussen vormen van verbindingen en het tezamen houden van de vezels in een coherente massa, en met een thermohardend bestanddeel geschikt om te harden onder de verwarming en de druk bij de opvolgende vorm-bewerking voor het verbeteren van de stijfheid van het 15 produkt en zijn geschiktheid om zijn vorm te behouden.

1. Vezelmat waaruit een voorwerp met een bepaalde vorm kan worden vervaardigd door toepassing van warmte en/of druk, met het kenmerk, dat de mat in hoofdzaak be-staat uit basis en draagvezels, waarbij de draagvezels met 10 de basisvezels zijn verstrengeld en de draagvezels met de basisvezels en met elkaar zijn verbonden voor het daartus-sen vormen van verbindingen, waarbij de draagvezels geschikt zijn om te smelten onder de warmte en/of druk van een op-volgende vormbewerking waarbij de mat wordt gevormd tot 15 een voorwerp met een bepaalde vorm.

2. Vezelmat volgens' conclusie 1, waarbij de basisvezels bestaan uit hout.

2. Vezelmat volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de draagvezels geschikt zijn om zacht te worden bij een bepaalde temperatuur, waarbij de draagvezels 20 met de basisvezels worden verbonden doordat zij er warm aan zijn vastgehecht.

3. Vezelmat volgens conclusie 1, waarbij de draagvezels thermoplastisch van aard zijn.

3. Vezelmat volgens conclusie 1 of 2,met het k e n m e r k, dat de basisvezels bestaan uit cellulose 25 materiaal.

4. Vormbare vezelmat, volgens conclusie lf waarbij de draagvezels zijn gevormd uit thermoplastisch materiaal gekozen uit de vinylgroepf de polyestergroep, de polyalkeengroep, de polyamidegroep en elke fysische of chemisehe combinatie van deze groepen en waarbij de 25 binding wordt veroorzaakt door verwarming yan de genoemde thermoplastische draagvezels tot hun verwekingspunt maar niet tot het smeltpuntf waardoor zij in hoofdzaak een vezelvorm behouden.

4. Vezelmat volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de basisvezels bestaan uit hout. 30 5.Vezelmat volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat tenminste een deel van de basisvezels bestaan uit glas.

5. Vezelmat volgens conclusie l, waarbij de 30 binding wordt veroorzaakt door een chemisch actiyerings-middel.

6. Voorwerp vervaardigd uit de vezelmat als beschreven in €en of meer der conclusies 1 tot 5, ¢22015/ - 23- door onderwerping van de mat aan warmte en druk in een vormbewerking waardoor het thermohardende bestanddeel wordt uitgehard en waarna het voorwerp permanent zijn vorm behoudt.

6. Vezelmat volgens een der voorgaande conclusies, met 35 het kenmerk, dat de draagvezels thermoplastisch van aard zijn.

7. Voorwerp volgens conclusie 6, dat gebieden heeft van aanmerkelijk verschillende dichtheid, voor het verschaffen van zowel de struktuur als demping.

7. Vezelmat volgens conclusie 6,met het kenmerk, 822015/ V- dat de draagvezels zijn gevormd uit materiaal gekozen uit de groep bestaande uit de vinylgroep, de polyestergroep, de polyalkeengroep, de polyamidegroep en elke willekeurige fysische of chemische combinatie van bovengenoemde groepen. 5 8.Vezelmat volgens e§n der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een deeX van de draag-vezeXs thermohardend van aard zijn. 10 9.Vezelmat voigens £δη der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de binding tot stand wordt ge-bracht door een chemisch activeringsmiddeX.

8. Voorwerp volgens conclusie 6, dat is voorzien van een ermee verbonden uitstekend deel vervaardigd uit 10 thermohardend materiaal.

9. Voorwerp volgens conclusie 8, waarbij het thermohardende materiaal een polyesterhars is.

10. Voorwerp volgens conclusie 8, waarbij het thermohardende materiaal een fenolische hars is.

10. VezeXmat voXgens £en der concXusies 1-8, met het 15 kenmerk, dat de binding tot stand wordt gebracht door middeX van harding met behuXp van straXing.

11. Gelamineerde struktuur waarbij het produkt als beschreven in conclusie 6 een eerste laag vormt van de struktuur en waarbij §en of meer aanvullende lagen van hetzelfde of verschillend materiaal gelamineerd zijn aan de eerstgenoemde laag.

11. VezeXmat voXgens een der voorgaande concXusies, met het kenmerk, dat de mat eveneens een thermoharden- 20 de component bevat geschikt om uit te harden onder de warmte en/of druk van de opvoigende vormbewerking voor het verbeteren van de stijfheid van het voorwerp en de ge-schiktheid om zijn vorm te behouden. 25 12.Voorwerp vervaardigd uit de vezelmat als beschreven in de concXusies 1,2 of 11, door toepassing van warmte en/of druk tijdens een vormbewerking.

12. Werkwijze voor het yeryaardigen yan een vormbare, hanteerbare vezelmat waaruit een zelfdragend, gevormd eindprodukt kan worden gevormd door toepassing van Warmte en druk in een opvolgende vormbewerking, omvattende het verschaffen van een mengsel in hoofdzaak 25 bestaande uit cellulose-basisvezels, verknopings- en activeerbare bindingsmiddelen voor het weerstaan yan scheiding van de basisvezels en het toevoegen van buig^ sterkte aan de mat die textieldraagvezels beyat, en een thermohardend bestanddeel, welk mengsel tot een mat 30 wordt gevormd waarin de vezels met elkaar zijn verstrengeld, het bindmiddel wordt geactiveerd om de draagvezels met de basisvezels te verbinden en met elkaar voor het daar-tussen vormen van verbindingen en het tezamen houden van de vezels in een coherente massa, welk thermohardend 8 2 2 0 1 1-/ - *y- bestanddeel geschikt is om uit te harden onder de verwarming en de druk van de opvolgende vormbewerking voor het verbeteren van de stijfheid van het voorwerp en zijn geschiktheid om zijn vorm te behouden.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij de basisvezels uit hout bestaan.

13. Voorwerp voigens conciusie 12,met het ken-30 m e r k, dat het gebieden van verschillende dichtheid be- zit.

14. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij de draagvezels thermoplastisch van aard zijn.

14. Vezelmat voor het daaruit vormen van een voorwerp met een vooraf bepaalde vorm, met het kenmerk, 35 dat de mat in hoofdzaak bestaat uit verstrengelde houtve-zels, textielvezels, een thermohardend bestanddeel en een thermoplastisch bestanddeel met een lagere verwekingstem-peratuur dan de vezels, waarbij de vezels warm met elkaar worden verbonden door het thermoplastische bestanddeel. 40 8 2 2 0 1 5? va -

15. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij de 10 draagvezels zijn gevormd uit thermoplastisch materiaal gekozen uit de vinylgroep, de polyestergroep, de poly-alkeengroep, de polyamidegroep en elke fysische of chemische combinatie van de genoemde groepen, en waarbij de binding wordt veroorzaakt door verwarming van de 15 thermoplastische draagvezels tot hun verwekingspunt maar niet tot het smeltpunt, waardoor zij in hoofdzaak hun vezelvorm behouden.

15. Werkwijze voor het vervaardigen van een vezelmat, met het kenmerk, dat een mengsel wordt samen-gesteld in hoofdzaak bestaande uit basisvezels en draagvezels, welk mengsel in de vorm van een mat wordt gebracht 5 waarvan de vezels met elkaar zijn verstrengeld en de basis en draagvezels met elkaar zijn verbonden voor het daar-tussen vormen van verbindingen, waarbij de draagvezels ge-schikt zijn om te smelten onder verwarming en/of druk bij een opvolgende vormbewerking waarbij de mat wordt gevormd 10 tot een voorwerp met een vooraf bepaalde vorm.

16. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij de binding tot stand wordt gebracht door een chemisch 20 activeringsmiddel.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de draagvezels geschikt zijn om zacht te worden bij een bepaalde temperatuur, waarbij het binden van 15 de vezels tot stand wordt gebracht door verwarming van de mat tot de verwekingstemperatuur van de draagvezels zodat deze warm aan de basisvezels en aan elkaar worden vast-gehecht. 20 17.Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, m e t het kenmerk, dat de basisvezels bestaan uit cellulose materiaal.

17. Werkwijze voor het yervaardigen ya,n een voorwerp omvattende het maken van een yezelmat met behulp van de werkwijze als beschreven in e§n der conclusies 12 tot 16, en het daarna onderwerpen van de mat aa,n 25 verwarming en druk in een in elkaar passende metalen matri j s-vormbewerking waardoor het thermohardende besta.rLd-deel wordt gehard en het voorwerp daarna de vorm van de matrijzen permanent behoudt.

18. Werkwijze voor het veryaardigen yan een 30 voorwerp volgens conclusie 17, omvattende het vormen en binden van een uitsteeksel met het voorwerp tegelijkertijd met het vormen van het voorwerp in de matrijs, waarbij het uitsteeksel wordt vervaardigd uit een thermohardend materiaal dat wordt uitgehard en gebonden aan het voorwerp «*20157 door de warmte gebruikt bij het vormen van het voor-werp.

18. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, met het 25 k e n m e r k,dat de basisvezels bestaan uit hout.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij het thermohardende materiaal een polyesterhars is.

19. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat tenminste een deel van de basisvezels bestaai, uit glas. 30

20. Werkwijze volgens δβη der conclusies 15-19, met het kenmerk, dat de draagvezels thermoplastisch van aard zijn. 35 21.Werkwijze volgens conclusie 20,met het kenmerk, dat de draagvezels zijn vervaardigd uit materiaal gekozen uit de groep bestaande uit de vinylgroep, de polyester groep, de polyalkeengroep, de polyamidegroep en elke willekeurige fysische of chemische combinatie van boven-40 genoemde groepen. 8 2 2 0 1 5 / 22.Werkwijze volgens ££n der conclusies 15-21, met het kenmerk, dat tenminste een deel van de draag-vezels thermohardend van aard zijn. 5 23.Werkwijze volgens ££n der conclusies 15-22, met het kenmerk, dat de binding tot stand wordt ge-bracht door een chemisch activeringsmiddel.

24. Werkwijze volgens §£n der conclusies 15-22, met 10 het kenmerk, dat de binding tot stand wordt ge-bracht door middel van uitharding met behulp van straling.

25. Werkwijze volgens έέη der conclusies 15-24, met het kenmerk, dat het mengsel een thermohardende 15 hars omvat geschikt om uit te harden onder de verwarming en/of druk bij de opvolgende vormbewerking voor het ver-beteren van de stijfheid van het produkt en zijn geschikt-heid om zijn vorm te behouden. 20 26.Werkwijze volgens ββη der conclusies 15-25, met het kenmerk, dat het mengsel in hoofdzaak bestaat uit houtvezels, textielvezels, een thermohardend bestand-deel en een thermoplastisch bestanddeel met een lagere ver-wekingstemperatuur dan de vezels, welk mengsel wordt ge- 25 vormd tot een mat waarin de vezels met elkaar zijn verstren-geld, welke mat verwarmd wordt tot de verwekingstemperatuur van het thermoplastische bestanddeel waardoor het thermo-plastische bestanddeel de vezels met elkaar verbindt, waar-bij het thermohardende bestanddeel geschikt is om uit te 30 harden onder de verwarming en/of druk van de opvolgende vormbewerking voor het verbeteren van de stijfheid van het produkt en zijn geschiktheid om zijn vorm te behouden.

27. Werkwijze volgens een der conclusies 15-26, met 35 het kenmerk, dat de verkregen mat wordt onder-worpen aan verwarming en/of druk.

28. Voorwerp vervaardigd onder gebruikmaking van een vorm-bare vezelmat verkregen met behulp van de werkwijze volgens 40 ggn der conclusies 15-26 en het daarna onderwerpen van de 8 2 2 0 U / -$0- mat aan verwarming en/of druk.

29. Gelamineerde structuur, met het kenmerk, dat het produkt volgens conclusie 12 een eerste laag vormt 5 van de structuur en een of meer aanvullende lagen van het-zelfde of verschillend materiaal zijn gelamineerd aan de eerste laag.

30. Voorwerp volgens conclusie 12, m e t het ken- 10. e r k, dat met het voorwerp een uitsteeksel is verbonden.

31. Voorwerp volgens conclusie 30, m e t het kenmerk, dat het uitsteeksel is vervaardigd uit een thermo-hardend materiaal. 15

32. Werkwijze voor het vervaardigen van een voorwerp volgens conclusie 30 of 31, m e t het kenmerk, dat een vervormbare mat vervaardigd met behulp van de werk-wijze volgens 6§n der conclusies 15-25 in een vorm wordt 20 aangebracht en onderworpen aan verwarming en/of druk vol-doende om de draagvezels te doen smelten voor het vormen van het voorwerp terwijl tegelijkertijd het uitsteeksel wordt gevormd en verbonden met het voorwerp terwijl dit wordt gevormd in de betreffende vorm. 25

33. Werkwijze volgens conclusie 32,met het ken- m e r k, dat het uitsteeksel is vervaardigd uit een thermo-hardend materiaal dat wordt uitgehard en verbonden door de warmte gebruikt bij het vormen van het voorwerp. 30

34. Voorwerp vervaardigd onder toepassing van de werkwijze volgens conclusie 32 of 33.

35. Werkwijze voor het vervaardigen van een voorwerp met een 35 vooraf bepaalde vorm, met het kenmerk, dat een mengsel wordt bereid van vezelig materiaal, welk mengsel in de vorm van een mat wordt gebracht waarna de mat in een vorm wordt gebracht en onderworpen aan verwarming en/of druk om een voorwerp van een vooraf bepaalde vorm te ver-40 krijgen, waarbij tegelijkertijd met het vormen van het voor- 822015/ A werp een uitsteeksel wordt gevormd en met het voorwerp verbonden.

36. Werkwijze volgens conclusie 35,met het ken-5 m e r k, dat het uitsteeksel wordt vervaardigd uit een thermohardend materiaal dat wordt uitgehard en verbonden door de warmte gebruikt bij het vormen van het voorwerp.

37. Werkwijze voor het vervaardigen van een voorwerp met 10 een vooraf bepaalde vorm, met het kenmerk, dat een mengsel wordt berei'd in hoofdzaak bestaande uit basis en draagvezels, welk mengsel in de vorm van een mat wordt gebracht waarin de vezels met elkaar zijn verstrengeld en de basis-en draagvezels met elkaar zijn verbonden voor 15 het vormen van verbindingen daartussen, welke mat in een vorm wordt gebracht en onderworpen aan verwarming en/of druk voldoende om de draagvezels te doen smelten en het produkt in een vooraf bepaalde vorm te brengen, terwijl tegelijkertijd met het vormen van het voorwerp een uit-20 steeksel wordt gevormd en met het voorwerp verbonden.

38. Werkwijze volgens conclusie 37,met het kenmerk, dat het uitsteeksel wordt vervaardigd uit een thermohardend materiaal dat wordt uitgehard en gebonden 25 door de verwarming toegepast bij het vormen van het voorwerp.

39. Wdrkwijze volgens conclusie 38,met het ken- m e r k, dat het thermohardende materiaal een polyesterhars 30 is.

40. Werkwijze volgens conclusie 38,met het ken-m e r k, dat het thermohardende materiaal een fenolische hars is. 35

41. Voorwerp vervaardigd onder toepassing van de werkwijze volgens §en der conclusies 35-40. 82 2 0 1 C / -ix - - Gewijzigde conclusies -

20. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij het 5 thermohardende materiaal een fenolische hars is. 2 2 0 1 5 /