NL8204342A - Inrichting en werkwijze voor het openen van gevouwen vellen. - Google Patents

Description

............... Γ'...........'' ..............................I!'!'!11;...................................................................................................................f.....lij'·.

N/31.152-tH/f. * * " Inrichting en werkwijze voor het openen van gevouwen vellen.

v>V ; · - ·-ƒ'.·'·

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het openen van gevouwen vellen, zoals vellen die liggen in een stapel en van een stapel worden afgenomen en worden geopend en geplaatst op een verzame-5 laar. * . De grafische industrie kent reeds verschillende inrichtingen en werkwijzen om vellen van een stapel te manoeuvre^sn enJtm op e*n verzamelaar te plaatsen,zodat een boek of tijdschrift kam worden gevormd door een serie op 10 elkaar ge|tapelde velle^, een en ander op een gebruikelijke en reeds bekende wijze. Afzonderlijke vellen van verschillende Yellenstapels nemen en de afzonderlijke vellen bij elkaar brengen op een verzamelaar is de gebruikelijke bekende sorteeractiviteit zoals bijvoorbeeld is afgeheeld in de 15 Amerikaanse octrooischriften 2.279.269 en 2.817.513 en 3.176.976 en 4.200.275. Deze octrooischriften tonen het sorteerproces waarbij verschillende eerder gevouwen vellen tot een eenheid in elkaar genest en samengebracht worden.

Echter wo^en g^oiDplic^rde en langzame werkwijzen en 20 inrichtingen toegepast hij de bekende sorteersystemen en in dit opzidkt levert de onderhavige uitvinding een verbetering op van de tot nu toe beleende werkwijzen en inrichtingen door een ze^ar |nellewerkwijsÉeen inrichting te verschaffen, die de vellen met een hoge ïnelheid en nauwkeurig kunnen han-25 teren én vellen continu uit verschillende stapels kunnen verzamelen^of sorteren geheel zoals gewenst is. De bekende stand van de techniek e|st gewoonlijk velgrijpers van het mechanischof pneumatisch werkende type, die een buitenge-woon n§t|K^urig4t en ingewikkelde uitvoering vereisen om het 30 gevouwen vel te hanteren en het open te vouwen en het vel te plaatsen <3tp een verzamelketting of dergelijke en de bovengenoemde octrooischriften samen met het Amerikaanse oc-trooischrift 2.626.074 zijn voorbeelden van ingewikkelde en zeer gedetailieerde bekende werkwijzen en inrichtingen, 35 die tot nu toe bekend waren bij de sorteerfunctie.

De onderhavige uitvinding onderscheidt zich derhalve van de bekende stand van de techniek, doordat deze een zeer snelle werkwijze en inrichting verschaft voor het 8204342 9 9 -2- verzamelen of sorteren vam gevouwen vellen, die aanvankelijk beschikbaar zijn in verschillende vellenstapels en die kunnen worden verzameld tot een enkele eenheid of samenstel met een vel uit elk van de stapels.

5 Verder verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze en inrichting voor het openen van gevouwen vellen en uiteindelijk sorteren vam de geopende vellen en wel door de vellen te bewegen in een rechtlijnige richting, waarbij het niet nodig is dat de vellen worden bewogen in 10 verschillende richtingen of zelfs in een gebogen richting, nadat het vel een geleider heeft bereikt, die het vel opent. Verder staan de geleider en de gehele inrichting voor het openen van het vel stil en hebben deze geen bewegende delen en beweegt alleen het vel ten opzichte van de geleider en 15 wordt het daardoor geopend voor plaatsing op een verzamel-ketting van een gebruikelijke soort. De onderhavige uitvinding maakt dus een hantering van de vellen met hoge snelheid mogelijk en verschaft de vereiste continue werking en nauwkeurigheid van de veilenplaatsing, waarbij al deze 20 belangrijke doelen worden bereikt zonder dat een ingewikkelde en gedetailleerde inrichting nodig is.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze en inrichting voor het sorteren of openen van gevouwen vellen en om ze te verzamelen tot 25 een eenheid, waarbij reeds bestaande aflevercilinders met grijpers kunnen worden toegepast om afzonderlijke vellen van een stapel van gevouwen vellen af te nemen. De reeds bestaande aflevertrommel kan dus worden benut en het vel zal vanaf de bekende trommel worden afgenomen en voortge-30 leid met toepassing van de werkwijze en inrichting volgens de onderhavige uitvinding. Reeds bestaande apparatuur hoeft derhalve niet te worden weggegooid, maar kan daarentegen worden toegepast bij de onderhavige uitvinding.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht 35 aan de hand van de tekening, waarin uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn afgeheeld.

Fig. 1 is een zijaanzicht van een algemeen gebruikelijke apparatuur en toont het wandsysteem volgens de uitvinding.

40 Fig. 2 is een bovenaanzicht van een vel en 8204342

It . 4 -3- een gedeelte van de band «η velgeleider van fig. 1.

Pig. 3 is een zijaanzicht bij fig. 2.

4. Pig. 4 is een perspectivisch, bovenaanzicht van het eind van de in fig. 2 afgeheelde onderdelen en toont 5 de verzamelketting.

Pig. 5 is een doorsnede volgens de lijn 5-5 van fig. 4.

Pig* 6 en 7 zijn een bovenaanzicht en een zijaanzicht van een ander systeem volgens de uitvinding.

10 jt>e volgende beschrijving verwijst naar de in de inrichting, waarbij tevens de werk wijze met verwijzing naar; deze inrichting wordt beschreven. Verder is ^lk% deskundige opdit gebied reeds bekend met de algemene uitvoering van de inrichting, waarin vellen worden 15 afgenoai|n v^n verschillende stapels van gevouwen vellen en worden geplaatst op een bewegende verzamelketting of verzamelaar* .m fn ander in het wel bekende sorteerproces, zoals ia e^ré&ie^l in de hierin genoemde octrooischriften.

De gedetailleerde beschrijving van dat deel van de inrich-20 ting is dus in het onderhavige geval niet nodig, hoewel fig.

I een algemene uitvoering van de inrichting toont met inbegrip van de speciale transportbandinrichting om de vellen af te nemen van de verschillende stapels en ze te plaatsen op de gebruikelijke verzamelketting.

25 De inrichting omvat een geschikt frame met inbegrip van een horizontaal bedstuk 10.en zijsteunstukken II f die op roteerbare wijze opneemtromme^f^'f^ie zich bevinden op assen 13. Standaards of poten 14 zijn afgebeeld en rusten op een vloerlijn F en strekken zich daarboven uit 30 om de framestukken 10 en 11 te ondersteunen. Een gebruikelijk frame kan dus worden toegepast voor het ondersteunen van de inrichting en de hier te beschrijven elementen en voor het ondersteunen van meerdere stapels 16, die bestaan uit vellen van gevouwen papier, waarbij als voorbeeld vier 35 van dergelijke stapels zijn afgebeeld. De afzonderlijke vellen in elk /Vah'de; stapeldf"16 zijn enigszins buiten het mid- ’ .·ί$- Ag. Λ'·'-,; ·-? - den gevouwen zpals hierna vollediger zal worden beschreven, en elk vel hevin<|t zich in de horizontale stand in de stapel 16 met de ppuw e^ran aanide afgelegen zijde gezien in fig. 1 40 met hef;(^:jfl4j^[.vaa hetjj gevouwen vel aan de nabijgelegen e2É|é|: i, -4- • * zijde gezien in fig. 1 en ook dat zal duidelijker worden op het andere tekeningblad. Elke stapel 16 is dus op gebruikelijke en geschikte bovenwaartse wijze ondersteund in het frame 10 en het onderste vel van elke stapel 16 is blootgesteld 5 aan de opneemtrommel of mechanisme 12 en wordt uit de stapel de bewogen door de trommel of het mechanisme 12 in-richting van de pijl A, zodat het vel dus in de richting van de wijzers van een uurwerk beweegt vanaf de plaats van de stapel 16 omlaag naar de onderzijde van de trommel 12. Om het opnemen te *0 bewerkstelligen, is de gebruikelijke velgrijper 17 afgebeeld op elk roterend onderdeel of trommel 12 en de grijper is daarop zwenkbaar om het zwenkpunt 18, zodat deze kan openen en het onderste gevouwen vel van elke stapel 15 opnemen en dan naar binnen zwenken op de trommel 12 of sluiten en daar-15 door het gegrepen vel 15 mee te voeren in de richting van de pijl A. De opnemer en grijper zijn gebruikelijk en behoeven niet verder te worden beschreven en elk type gebruikelijk grijpermechanisme kan worden toegepast, zoals die welke zijn aangegeven en afgebeeld in de bovengenoemde octrooischriften. 20 Elke trommel 12 heeft een cirkelvormige omtrek 19, waarop een band 21 is geslagen en de band 21 is ook geslagen om een schijf 22, die op een afstand is geplaatst van elke trommel 12. De band 21 is dus eindloos en strekt zich uit over een deel van de trommel 12 en een deel 25 van de schijf 22 en natuurlijk beweegt de band 21 in de richting van de pijl B en beweegt deze onder invloed van de rotatie van de opneemtrommel 12. Een andere band 23 is aangebracht bij de trommel 12 en is geslagen over een ring-schijf 25, die dicht bij de trommel 12 ligt of zelfs daar-30 mede in aanraking is. De band 23 is ook geslagen om een schijf 24, die ligt bij de schijf 22, een en ander zodanig dat de banden 21 en 23 zich uitstrekken naar ongeveer hetzelfde eind, namelijk de plaats van de schijven 22 en 24.

Het zal dus duidelijk zijn, dat wanneer 35 elke grijper .17 een enkel gevouwen vel 15 opneemt, het vel dan ligt aan de buitenzijde van de band 21 ten opzichte van de radiale richting van de cilindrische trommel 12 en het yel 15 dan wordt gpvoerd in het bereik van de band 23 ter plaatse van de schijf 25. Het gevouwen vel 15 wordt dus ge-40 plaatst tussen de twee eindloze banden 21 en 23 en het vel 8204342 'i Ïs-, • ·· ' -i : 1 ' ‘ : .i' ' beweegt verder naar de bèndeindschijven 22 en 24 en wel In hoofdzêak j|n oen .horizontale richting en naar links gezien in fig. ï.

Het zpl duidelijk zijn, dat de trommels 5 12 en de p|aal£8 en werking van elk van de opneem- of grijper-mechantsme» 1? z,|jn gesynchroniseerd, zodat deze voldoende sanenwerkegi zodat ze de yellen 15 uit elke stapel 16 opnemen en de vellen doeneren aj> de gebruikelijke verzamelketting of ver$a?Mfej$aar De vdrzamelketting 27 beweegt in de rich-10 ting 4j| j^l^Cen w<^rdt aangedreven door gebruikelijke en ges^U^e flioïdrijfmidflelen, die niet zijn afgebeeld, maar die norma^ zijn, zoals die welke zijn afgebeeld en aangegeven in df bovengenoemd» octrooischriften. Uiteindelijk, zoals is toegelicht in Vferband met het tweede tekeningblad, 15 worden de afzonderlijke vellen 15 gedeponeerd op de bewegende ketting 27 en„worden de vellen 15 open gevouwen alvorens te - 'r4 worden gedeponeerd en worden ze boven op elkaar gedeponeerd zodat als er vier oorspronkelijke stapels 16 zijn er vier vellen op elkaar worden gestapeld om een eenheid te vormen.

20 De ketting 27 heeft normale duworganen 28, die omhoog steken op de ketting 27 en de afzonderlijke vellen 15 worden neergeworpen op de ketting 27 voorwaarts van de duworganen 28 die dus alle vellen bewegen in de richting van de pijl C samen met de beweging van de ketting. In verband met het tweede 25 tekeningblad is ook zichtbaar,dat de trommels 12 en de banden 21 en 23 een kleine hoek met elkaar maken, dat wil zeggen, dat de handschijven 22 en 24 aan de dichtbijzijnde zijden gezien in fig. 1 dichter liggen bij de werkelijke trommel 22 en dus de banden 21 en 23 een hoek maken ten opzichte van 30 de langsas van de ketting 27 en deze hoek kan ongeveer 20 of 25° zijn, De trommel 12, zijn montageas en de schijven 22, 24 en 25 zijn dus enigszins perspectivisch afgebeeld. Verder blijktfdat het horizontale vlak tussen de banden 21 en 23, dat is aangeduid met 29, zich enigszins boven de bovenste 35 hoogte van de ketting 27 uitstrekt, die ook in zijn bovenpart horizontaal gelegen is afgebeeld. Als de vellen 15 tussen de banden 21 en 23 liggen, kunnen de vellen dus worden afgeworpen op de ketting 27, die op een iets lagere hoogte ligt. Voor beschrijvingsdoeleinden en duidelijkheidshalve 40 in verband met fig. 1 is de papiergeleider, die is afgebeeld 8204342 * * -6- en beschreven in verband met de tekening op blad 2 niet opgenomen in fig. 1, maar volledig weergegeven in fig. 2.

Fig. 1 toont verder, dat de verzamelaar of verzamelketting 27 een eindloze ketting is en zich uitstrekt 5 onder de afleverconstructies, die de trommel 12 omvatten en dat de ketting 27 beweegbaar is gemonteerd op de kettingwielen of dergelijke 31. Elk kettingduworgaan 28 zal dus een vel uit elke stapel 16 verzamelen om een eenheid van vier vellen te verzamelen in de uitvoering, die in fig. 1 is afgebeeld en de 10 ketting 27 beweegt continu met een constante snelheid in de richting van de pijl C om de vier vellen te verzamelen in het sorteerproces.

Fig. 2-5 tonen, dat het gevouwen vel 15 wordt aangegrepen door de banden 21 en 23, die met hun vlakken 15 naar elkaar zijn gekeerd of uitgelijnd op elkaar en zijn versprongen naar de zijde van het vel .15 bij de vouwlijn 32.

Het gevouwen vel 15 heeft een eerste vrije rand 33 en een tweede vrije rand 34, die versprongen is ten opzichte van de rand 33, zoals duidelijk is afgebeeld in fig. 2. De vouw 20 van elk vel 15 ligt dus enigszins uit het midden en de twee vrije randen 33 en 34 liggen dus op een afstand versprongen van elkaar, wanneer het gevouwen vel 15 in zijn platte toestand is zoals te zien is in fig. 3. Het bovenblad 36 van het gevouwen vel 15 eindigt dus in de vrije rand 34 en is 25 het korte blad van het gevouwen vel 15 en het onderblad 17 is het lange blad. De vellen 15 zijn natuurlijk in de gevouwen toestand in de stapels 16 en zo georiënteerd, zoals reeds werd vermeld, dat de bladen 36 en 37 respectievelijk een bovenste en onderste ligging hebben wanneer het vel 15 arri-30 veert aan de horizontale lijn 29 tussen de twee stroken 21 en 23, en dit is de stand vanaf het onderste punt op elke trommel 12 naar links naar de schijf 24. Het is over deze horizontale uitgestrektheid zoals is aangegeven met het ver-wijzingscijfer 29, dat de papiergeleider38 horizontaal is 35 aangebracht, waarbij de geleider 38 is voorzien van een onderste vlakplaatdeel 39 en een bovenste vlakplaatdeel 41 en een verbindingsdeel 42. De delen 39 en 41 zijn horizontaal en zoals vermeld strekken zij zich in het algemeen uit over de lengte van de vlakke of horizontale uitgestrektheid van het 40 bovenste part van de band 23, zoals is vermeld. De geleider 8204342

· 'S“- —_^." Ijjijjijh JIJI^^J, IL,.M_, J

'- : ..*-'· -7- 38 ie dus.«o aangebracht en geplaatst, dat wanneer het vel 15 wordt opgenomen tussen en geregeld door de banden 21 en 23, het vel 15 dan ook wordt gelegd op het geleiderdeel 39 zoals is afgebepld is in fig. 2 en 3. Het bovenste deel 41 5 van de geleider heeft een nauw deel 43 en een wijder deel 44 dat het velblad 37 overlapt, zoals is afgebeeld in fig. 2 en 3. Wanneer het papier pf het vel 15 voortbeweegt in de richting van de pijl D in fig. 2, passeert de vrije velrand 33 *’ tv· onder het platte deel 44 van de geleider, maar de vrije 10 velrand 34 passeert natuurlijk niet onder het deel 44.

Op geleider 38 strekt zich uit tot een ppnt |M.j ,;de; verzamelaar of ketting 27 en de geleider eindigt aan dehabije zijde van de langsas 46 van de ketting 27, en dat is de richting of as van de beweging van de ket-15 ting 27, zoals is afgeb|eld in fig. 4. Het eind 47 van de geleider 38 ligt volgen· de afbeelding bij de ketting 27 en strekt zikh uit onder het vel 15, dat daardoor wordt ondersteund · Oeband 21 pn zijn schijf 22 strekken zich volgens de afbeélding uit haar een punt bij de ketting 27 en 20 eindigen daar.

Het geleiderdeel 44 is volgens fig.

4 en 5 omlaag gebogen uit zijn horizontale oriëntatie, zoals is afgebeeld in fig. 2 en 3 en daarom zal het onderblad 37 van het voortbewegende vel 15 omlaag worden gericht 25 naar de npbi|e zijde vah de ketting 27 zoals is afgebeeld in fig. 4 en 5. Het gevouwen vel 15 begint dus open gevouwen te worden doordat het onderblad van het vel omlaag wordt gebogen, terwijl het boerenblad 36 van het vel kan gaan in zijn oorspronkalijke horizontale richting en dus passeren 30 over de top yan de ketting 27 en dan onder invloed van de zwaartekracht omlaag kan gaan naar de afgelegen zijde van de ketting 27 ten opzichte van de bewegingsrichting van de ketting 27. Fig. 4 toont ook, dat de band 21 en de geleider 38 eenhoek maken ten opzichte van de langsas 46 van de 35 ketting 2? zpals eerder is vermeld. De geleider 38 heeft dus hpt qnderh-lad 37 van het gevouwen vel 15 aangegrepen, dat wilpeggenhet heeft eigenlijk de uitstekende vrije yelrand 33 aangegrepen en de rand 33 wordt dan omlaag gericht naar dp nabije zijde van de ketting 27, terwijl het 40 vel IS wc^rdt open gevoUpen tengevolge van zijn voortgaande

β 2.¾: I

-8- beweging en de vermelde neerwaartse afbuiging.

Om te bevorderen dat het korte of bovenste blad 36 over de verzamelaar 27 gaat naar de afgelegen zijde van zijn bewegingsrichtingslijn, is een velopener 48 beves-5 tigd aan het geleiderdeel 41 en strekt zich horizontaal daar voorbij uit zoals is afgebeeld in fig. 4 en 5. De opener 48 eindigt in een eind 49, dat zich bevindt boven de hoogte van de bovenzijde van de ketting 27 en dat ongeveer in het ver-tikale vlak van de ketting 27 ligt. Het blad 36 van het vel 10 glijdt dus over de opener 48 en beweegt in horizontale richting verder naar de afgelegen zijde van de ketting 27. Het vel bereikt dan natuurlijk een eindstand , waar de vouvr 32 van het vel rust op de toplijn 46 van de kettingopener en de bladen 36 en 37 van het vel liggen dan aan tegenovergestel-15 de zijden van de ketting 27. Natuurlijk zal de traagheid van het bewegende blad 36 ook veroorzaken, dat het blad 36 wordt gericht naar de afgelegen zijde van de ketting 27, terwijl het vel 15 wordt voortbewogen door de banden 21 en 23 en terwijl het onderblad 37 van het vel omlaag wordt afbewogen 20 zoals is afgebeeld. Het eind 51 van het geleiderdeel 44 ligt aan de nabije zijde van de ketting 27 ten opzichte van de bewegingsrichting van de ketting 27 en het eind 51 is afgebeeld op een hoogte onder de hoogte van de kettingtop 46, een en ander om te verzekeren, dat het blad 37 van het vel 25 omlaag wordt afbewogen aan de nabije zijde van de ketting. Natuurlijk ligt het eind 47 van de geleider 38 op een afstand van de ketting 27, zodat het blad 37 van het vel omlaag kan worden afgebogen in de ruimte tussen de geleider 38 en de ketting 37 zoals is aangegeven.

30 De vellen 15 zijn dus aanvankelijk enigszins buiten het midden gevouwen, hetgeen betekent, dat hun vrije randen 33 en 34 versprongen zijn zoals is afgebeeld in fig.

2. De gevouwen vellen worden dan geplaatst in de stapels 15 en opgenomen worden door de opneemtrommel 12 en gevoerd naar 35 de stand tussen de banden 21 en 23 in de versprongen wijze, zoals is afgebeeld in fig. 2. Vervolgens wordt het langere blad 37 aangegrepen door het geleiderdeel 44, dat veroorzaakt, dat het vel wordt open gevouwen terwijl het blad 37 omlaag wordt gericht naar één zijde van de ketting 27 en 40 het andere blad 36 wordt overgevoerd naar de andere zijde van 8204342 -9- de ketting 27. Tenslotte komt het vel 15 buiten controle van de banden |1 en 23, die continu bewegen, zodat de werking met een hotte snelheid kan plaatsvinden in vergelijking met de snelheid vgn tegenwoordige apparatuur om een open gevouwen 5 vel te plaatsen op een verzamelaar of verzamelketting. Bij deze werks§;}zOMSO inrichting zijn de twee banden 21 en 23 ’r". - Ψ. ' toevoerorgenen, die continu het vel naar de verzamelaar be-wegen en de rand 33 van het vel wordt van de rand 34 af bewogen en de opener 48 woplt geschoven tussen twee bladen 36 10 en 37 ven bet vel, een ep ander bij het open vouwen van een - ψ - -T -V- - # vel. D* geleider 38 heeft een oppervlak 52, dat zich evenwijdig aan de banden 21 en 23 uitstrekt en dat aangrijpt op het bovenvlak 53 van het onderblad 37 om daardoor het onder-blad 3? en zijn rand 33 Jrf te buigen en in de genoemde neer-15 waartse richting te richten. Het zal duidelijk zijn, dat de geleider 3§ een bovenvlak 54 heeft, waarop het vel 15 aanvankelijk jrush als het met de banden wordt bewogen totdat het vel begint opengevou|ren te worden. Natuurlijk ligt het eind 56 van de opener 48 in de bewegingsbaan van het boven-20 blad 36 van het vel, zodat het aangrijpt op het ondervlak van het bovenblad om het bovenblad 36 te richten naar de afgelegen zijde van de ketting 27, zoals is afgeheeld. De opener 48 is bevestigd op de geleider 38 in het punt 57 met een soepele overgang, dat wil zeggen in hetzelfde vlak 25 en niet uitstekend boven het vlak van de geleider 38, zoals in fig. 5 is afgebeeld, zodat het blad 36 van het vel over de opener 48 zal glijden en natuurlijk strekt het uitstekende eind 56 van de opener zich uit op een grotere hoogte dan de hoogte van het zich omlaag uitstrekkende deel 44 van de 30 geleider.

De geleider 38 is dus een langwerpig plat element, dat is gemonteerd op het afgeheelde en beschreven frame op een geschikte wijze, zodat de geleider 38 zich uitstrekt in een stand volgens het horizontale vlak 29, zoals 35 is beschreven. Een eind van de geleider ligt bij de schijf 25 en het andere eind van de geleider strekt zich uit zoals is afgebeeld op tekeningblad 2 en zoals hierin beschreven is. De geleider 38 is dus zo aangebracht en geplaatst, dat wanneer de banden 21 en 23 aangrijpen op het vel 15, de twee 40 banden het vel op de geleider 38 bij de schijf 25 zullen 8204342 - 10- plaatsen.

De relatieve standen van de geleider 38 en de einden van de banden 21 en 23 en de ketting 27 zijn zodanig, dat de vouw 32 van het vel zal worden gedeponeerd op de ket-5 tingtop 46, zodat het vel 15 op de gebruikelijke manier wordt gedrapeerd over de ketting.

Fig. 6 en 7 tonen een ander systeem dat ook de werkwijze omvat en waarbij in dit geval mechanische middelen worden toegepast om de twee zijden van een gevouwen vel te 10 scheiden zoals is afgebeeld in fig. 7, waarbij het vel in dit geval is aangegeven met 61 en in de helft is gevouwen, zodat zijn zijden 62 en 63 dezelfde lengte hebben. De vel-randen 64 zijn dus op elkaar uitgelijnd, wanneer het vel in de gebruikelijke platte stand ligt, zoals wanneer het zich 15 bevindt in de stapel 16. Bij het hanteren van het vel 61, dat gelijkmatig inplaats van ongelijkmatig is gevouwen, zoals is afgebeeld in fig. 6 en 7 worden dus mechanische middelen, zoals afgebeeld, toegepast om de twee zijden 62 en 63 van elkaar te scheiden om de ruimte 66 daartussen te verkrijgen. 20 De mechanische middelen zijn gelegen en werkzaam op een punt voorafgaand aan de plaats van het platte deel 44 van de geleider ten opzichte van de beweging van het vel 6J. in de richting van de pijl E. Natuurlijk is de bedoeling door oplichten de bovenste bladzijde of vel 62 weg te richten 25 vanaf de onderste bladzijde of vel 63 en het randdeel 67 van het vel te plaatsen boven op het platte deel 44 van de geleider, zoals is afgebeeld in fig. 6 en 7.

Om de bladzijden 62 en 63 te scheiden is het mechanische middel afgebeeld als een vacuümsysteem met in-30 begrip van een roterend wiel 68, dat in wezen in rollend contact is geplaatst met het bovenoppervlak van het bovenste vel 62 en aan het wiel 68 is een pneumatische of vacuüm-leiding 69 bevestigd en het wiel heeft zuigkommen of lucht-openingen 71 aan het oppervlak van het wiel 68, die zijn 35 blootgesteld aan het bovenoppervlak van het bovenste vel 62 om het bovenste vel op te lichten op een wijze, die in wezen normaal of gebruikelijk is op dit gebied. De rol 68 zal dus hij voorkeur worden aangedreven om te roteren in de richting van de daarop afgeheelde pijl en zal in rollend contact zijn 40 met het gevouwen vel 61.

8204342 -liver der kan er een pneumatische inrichting zijn zoals een andere rol 68 of het blok 75/ dat is aangebracht onder het gevouwen vel 61 en ook daaraan kan een vacuümlei-ding 73 zijn aangesloten en ook dit kan zijn voorzien van 5 middelen om de zuiging of het vacuüm bloot te stellen aan het onderoppervlak van het onderste vel 63 om het onderste vel 63 weg te houden van het omhoog bewogen bovenste vel 62 en dus op het oppervlak 54 van de geleider 38. Het zal duidelijk zijn, dat de geleider 38 dezelfde constructie heeft als 10 die welke is afgebeeld in de andere uitvoering, behalve natuurlijk dat de geleider luchtkanalen heeft voor het zuig-onderdeel 75, dat daaronder is aangebracht in de uitvoeringsvorm, die is uitgevoerd in fig. 6 en 7.

Het systeem omvat de beschreven inrichting 15 en de werkwijze, een en ander voor het scheiden van de vellen van een ongelijkmatig gevouwen vel of een gelijkmatig vel, zoals hierin is beschreven. In elk geval worden de gescheiden bladzijden van het gevouwen vel dan gericht op de sorteer- of verzameltransporteur 27, zoals is afgebeeld in 20 fig. 4 en aldus kunnen de betreffende vellen van de verschillende toevoerstapels 16 worden gedeponeerd op elkaar op de sorteertransporteur 27. Het gehele systeem verschaft een doelmatige en continue en snelle sortering en de vellen bewegen non-stop bij toepassing van elke uitvoering.

8204342

Claims (11)

1. Inrichting voor het openen van tweebladige gevouwen vellen, die moeten worden verzameld op een verzamelaar, die beweegt langs een bewegingsbaan, die evenwijdig is aan de richting van de tegenover de vouw gelegen velranden, 5 gekenmerkt door een transporteur (21,22), die het gevouwen vel (151 grijpt op een zodanig punt ervan, dat de randen (33, 341 van het vel vrij blijven, en die het vel naar de verzamelaar (27) beweegt, een geleider (38), die in de baan van het bewegende vel is aangebracht en zich uitstrekt over 10 een van de randen (33), welke geleider een deel (44) heeft, dat is uitgelijnd naar een zijde van de bewegingsbaan van de verzamelaar om de ene zijde van het vel te richten naar de ene zijde ten opzichte van de verzamelaar, waarbij de transporteur een zodanige uitgestrektheid heeft, dat deze eindigt 15 bij dat deel van de geleider, om het vel vrij te laten en het vel te deponeren op de verzamelaar.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de transporteur twee banden (21,22) omvat, waartussen het gevouwen vel wordt gegrepen en dat de 20 geleider een oppervlak (541 omvat, dat zich evenwijdig aan de banden uitstrekt en de randen van het gevouwen vel opneemt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat de geleider (38) stilstaat en omhoog is gekeerd om de randen van het gevouwen vel opwaarts 25 te ondersteunen.

4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, g e-kenmerkt door een opener (48), die zich uitstrekt bij het geleiderdeel (44). om aan te grijpen op het gevouwen vel aan de binnenzijde daarvan en daardoor het gevouwen vel 30 te richten naar de verzamelaar.

5. Inrichtng volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat het geleiderdeel (44) zich neerwaarts uitstrekt vanaf de rest van de geleider (38) om de ene rand (33) omlaag te richten, waarbij de opener zich uitstrekt 35 op een grotere hoogte dan die van het geleiderdeel en soepel is bevestigd aan de rest van de geleider om onder de andere rand (34) van het gevouwen vel te grijpen en deze andere rand te richten naar de andere zijde ten opzichte van de 8204342 Γ'|: ^ . verzamlajr.

| .;. . 6» Inrichting voor het openen van gevouwen " Γ · H " 1’.'· · vellenr die iipeten worden verzameld op een verzamelaar, die beweegt langs een bewegingsbaan, waarbij de vellen enigszins c uit het midden zijn gevouwen, zodat één rand tegenover de ' -V - ; Φ: i -¾ vouw uitsteekt Voorbij de andere rand tegenover de vouw, g e k e n m e r k t door een transporteur (22,23), die het gevouwen #el gsljpt op een zodanig punt, dat de randen vrij blijven en d|e bet vel naar de verzamelaar beweegt, een 20 geleider (38)die is aangebracht in de baan van het bewegende vel en zich uitstrekt over de ene rand, waarbij de geleider een deel (44) heeft, dat is uitgelijnd naar een zijde van de bewegingsbaan van de verzamelaar om de ene zijde van het vel te richten naar de ene zijde ten opzichte van de verzamelaar 25 (271 en waarbij de transporteur (21, 23) een zodanige uitge strektheid heeft, dat deze eindigt bij dit deel (44) van de geleider om het vel vrij te maken en het vel te deponeren op de verzamelaar.

7. Werkwijze voor het openen van gevouwen twee-20 bladige vellen, die moe|en worden verzameld op een verzamelaar, dieu langs een bewegingsbaan beweegt met toepassing van de infichtlng volgens een der voorgaande conclusies, me t h m t ken m er k, dat het gevouwen vel (15) naar de verzamjjglaap: |271 wordt bewogen langs een baan in de 25 richting iran de gevouwen velranden, die tegenover de vouw (32) liggen, de twee bieden worden gescheiden en een van de randen van het bewegende gevouwen vel op een geleider (38) wordt gebracht en deze ene rand wordt weggeleid van de andere yah de randen van het bewegende gevouwen vel om het 30 yel open te vouwen, de ene rand van het vel wordt geleid naar één. Sijde van de bewegingsbaan van de verzamelaar en de andere sijde van het vel wordt geplaatst aan de andere zijde van de bewegingsbaan van de.verzamelaar en het open gevouwen vel wordt gedeponeerd op de verzamelaar.

8. Werkwijze volgens conclusie 7 , m e t het kenmerk, dat het gevouwen vel wordt gegrepen tussen twee banden (21, 23) aan de tegenovergestelde vlakken van het gevouwen vel en nabij de vouw (32) daarin om het gevouwen gel te bewegen naar de verzamelaar.

9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, m e t i-14- het kenmerk, dat het gevouwen vel wordt bewogen naar de verzamelaar (27) in een bewegingsrichting volgens een scherpe hoek met de bewegingsbaan van de verzamelaar.

10. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, 5met het kenmerk, dat de bovengenoemde twee randen (33,34) van het gevouwen vel worden bewogen naar tegengestelde zijden van een opener (48) en de binnenzijde van de vouw van het vel over de opener wordt geschoven om de bovengenoemde twee randen te richten naar tegenovergestelde zijden 10 van de baan van de verzamelaar.

11. Werkwijze voor het openen van gevouwen vellen, die moeten worden verzameld op een verzamelaar, die beweegt langs een bewegingsbaan met toepassing van de inrichting volgens conclusie 6,met het kenmerk, dat 15 de vellen (15) enigszins buiten het midden worden gevouwen, zodat ëên rand (33) tegenover de vouw uitsteekt voorbij de andere rand (34) tegenover de vouw (32), het gevouwen vel beweegt naar de verzamelaar (27), de ene rand (33) van het bewegende gevouwen vel wordt gebracht op een geleider (38) 20 en de ene rand wordt weggeleid vanaf de andere rand van het gevouwen vel om het vel open te vouwen en de ene rand van het vel wordt geleid naar één zijde van de bewegingsbaan van de verzamelaar en de andere rand (34) van het vel wordt geplaatst aan de andere zijde van de bewegingsbaan van de ver-25 zamelaar en het open gevouwen vel wordt gedeponeerd op de verzamelaar. 8204342