NL8202175A

NL8202175A - Cassette voor buigzame magneetschijf.

Info

Publication number: NL8202175A
Application number: NL8202175A
Authority: NL
Original assignee: Sony Corp
Priority date: 1981-05-30
Filing date: 1982-05-27
Publication date: 1982-12-16
Also published as: NL194016B; BR8203152A; AU558371B2; CH655811A5; MX151059A; KR830004301U; IT8221174A0; US4510546A; CA1201527A; AU8241682A; NL194016C; ATA210282A; IT8221818V0; KR880002985Y1; GB2100048B; DE3215504A1; IT1151157B; AT374951B; FR2506985A1; GB2100048A

Description

* ί

X

V

* T/tj/lh/140.1

Cassette voor buigzame magneetschijf.

De uitvinding heeft betrekking op een met een magneetschijfcassette werkende inrichting waarbij een buigzame magneetschijf in een cassettehuis is opgenomen.

Zoals algemeen bekend is wordt een buigzame 5 magneetschijf gewoonlijk opgenomen in een omhulling of cassette, en wordt deze een "floppy disc" genoemd. Het floppy disc systeem wordt algemeen gebruikt als geheugensysteem voor een computer.

i

Wanneer bij een dergelijk magneetschijfsysteem 10 data wordt opgenomen of daarvan wo.rdt weergegeven, zal ; stof tussen de magneetkop en de magneetschijf terecht komen, waardoor in het uitgangssignaal een uitval (drop-out) verschijnsel optreedt. Om het optreden van een dergelijk verschijnsel te voorkomen is voorgesteld om middelen aan te 15 brengen voor het van het opneem/weergeef-oppervlak van de magneetschijf verwijderen van stof. In dit geval moet echter een opening in de cassette worden aangebracht voor het daardoorheen, steken van deze stofverwijderende middelen, ofwel de S to fverwi j de re nde middelen moeten in de cassette 20 gestoken worden door de kleine opening die bedoeld is voor het daardoorheen steken van de magneetkop, waarbij dus weer verschillende beperkingen, optreden..

Om dit nadeel te verhelpen is voorgesteld om een niet-geweven bladmateriaal in de cassette op te nemen welk 25 bladmateriaal langs het opneem en weergeefoppervlak kan I vegen. In het geval van een floppy disc cassette waarbij de cassette van een zacht materiaal is vervaardigd, kan het aanbrengen van een dergelijk niet-geweven bladmateriaal het veegeffekt bevredigend vervullen, maar in het geval van een 30 floppy disc cassette waarvan het huis vervaardigd is van relatief hard materiaal, is het totnutoe onmogelijk geweest om een bevredigend veegeffekt te bereiken.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het 8202 1 75.................................

c% -2- verschaffen van een nieuwe magneetschijfinrichting.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een nieuwe floppy disc cassette die geen uitval van signalen vertoont.

5 Weer een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een floppy disc cassette waarin een niet-geweven blad opgenomen kan worden dat volledig funktio-neert als stofveegorgaan.

De onderhavige uitvinding heeft hiertoe betrek- . - ' 10 king op een magneetschijfinrichting waarbij een buigzame magneetschijf opgenomen is in een plat huis en voeringbladen tussen het bovenoppervlak van de magneetschijf en het huis en eveneens tussen het onderoppervlak van de magneetschuif en het huis zijn opgenomen, en waarbij een buigzaam aandrük-15 orgaan in het huis is aangebracht dat de voeringbladen tegen het magnetische registratie-oppervlak van de magneetschijf aandrukt.

Bovenstaande en andere doeleinden, kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de 20 volgende gedebaileerde beschrijving van kenmerkende uitvoeringsvormen daarvan welke beschrijving gelezen moet worden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.

Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen· van een magneetschijfcassette volgens de 25 onderhavige uitvinding.

Figuur 2A en 2B zijn resp^ een bovenaanzicht en een onderaanzicht van de magneetschijfcassette volgens de uitvinding?

Figuur 3A en 3B zijn doorsneden die reinigings-:30 bewerkingen met behulp van een in de magneetschijfcassette volgens de uitvinding gemonteerd buigzaam aandrukorgaan verduidelijken?

Figuur 4 is een perspectivisch aanzicht van een buigzaam aandrukorgaan volgens een andere, voorkeursuitvoe-. 35 ringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Figuur 5A en 5B zijn aanzichten van de binnenzijden van de schalen van de schijfcassette volgens de . .. onderhavige uitvinding; 8202175 * 5 -3-

Figuur 6A en 6B zijn doorsneden die de werking van het in figuur 4 getoonde buigzame aandrukorgaan illustreren;

Figuur 7-9 tonen verdere uitvoeringsvormen van 5 buigzame aandrukorganen.

In figuur 1 wordt in een aanzicht met uiteengenomen delen een magneetschijfcassettesysteem volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding getoond/ waarbij het verwijzingscijfer 1 betrekking heeft op een buig-10 zame magneetschijf die bestaat uit een dunne schijfvormige/ polymere foliebasis en een uniform aan beide oppervlakken van de foliebasis gevormde magneetlaag, terwijl het verwij-zingscijfer 2 betrekking heeft op een centreringsplaat die door middel van een ringvormige, dubbelzijdige kleefband 3 15 om een cirkelvormige opening, centraal in de magneetschijf 1 is aangebracht. De centreringsplaat 2 is van een dunne metalen plaat geperst en heeft een flens 4 waarmee de magneetschi jf 1 is verbonden. Een in het algemeen vierkante insteek-opening 5 voor een motoras is in een centrale deel van de 20 centreringsplaat 2 gevormd, en op een bepaalde afstand van de insteekopening 5 is een rechthoekige insteekopening 6 voor een positioneringspen gevormd.

De magneetschijf 1 met de één geheel daarmee vormende centreringsplaat: 2 is opgenomen in een huis dat 25 een bovenste schaal en een onderste schaal 8 omvat. De schalen 7 en 8 zijn bijvoorbeeld spuitgegoten schalen van een ABS kunststof welke een antistatisch middel bevat en aan hun buitenomtrek door middel van ultrasoon lassen met elkaar zijn verbonden. Centraal in de onderste schaal 8 ' 30 is een cirkelvormige opening 9 gevormd, en de centreringsplaat 2 is met speling in de opening 9 opgenomen. Het verwi jzingscijfer 10 heeft betrekking op een gebogen ribbe waarvan er vier concentrisch ten opzichte van de opening 9 zijn aangebracht terwijl op overeenkomstige plaatsen even-35 eens gebogen ribben op het binnenoppervlak van de bovenste schaal 7 zijn gevormd.

Voeringen 11 en 12 van een niet-geweven materiaal zoals rayon zijn met zowel het binnenoppervlak van de 82 0 2 1 75.........." ; : -4-............* "" 4 * bovenste schaal 7 als het binnenoppervlak van de onderste schaal 8 verbonden bijvoorbeeld door middel van een warmte-las of een ultrasoonlas. De voeringen 11 en 12 zijn aangebracht voor het automatisch verwijderen van stof teneinde 5 signaaluitval :te voorkomen en ook om slijtage van de magneet-schijf 1 en de opwekking van statische elektriciteit te voorkomen. Bij het in de onderste schaal 8 aanbrengen van de voering 12 wordt een buigzaam orgaan 13 van kunsthars tussen deze aangebracht voor het stevig tegen het magnetische, -10 oppervlak van de magneetschijf 1 aandrukken van de voering 12.

In de bovenste schaal 7, de voeringen llr12 en de onderste schaal 8 zijn zich radiaal uitstrekkende lange openingen resp. 14, 15, 16 en 17 gevormd met in hoofdzaak i15 alle dezelfde vorm. In de samengestelde toestand vallen deze langwerpige openingen samen. Bij het in de magneetschijf-inrichting aanbrengen van de magneetschijf 1 wordt een magneetkop in kontakt met de magneetschijf 1 gebracht via de langwerpige openingen 17 en 16 van de onderste mantel 8 20 resp. de voering 12 en tegelijkertijd wordt door de langwerpige openingen 14 en 15 van de resp. de bovenste schaal 7 en de voering 21. een aandrukkussen gestoken.

In de buitenoppervlakken van de bovenste en onderste schalen. 7 en 8 zijn resp. verdiepte gedeelten 18 25 en 19 gevormd waarin de langwerpige openingen 14 en 17 liggen, terwijl een sluiter 20 van aluminium of dergelijke met een U-vormige doorsnede en voorzien van sleuven 21 en 22 met dezelfde vorm als de langwerpige openingen 14-17 is verschuifbaar op de verdiepte gedeelten 18 en 19 30 gemonteerd. Zoals in figuur 2B wordt getoond is langs een zijranddeel van het buitenoppervlak van de onderste schaal - een geleidingsgroef 23 gevormd en op een overeenkomstige plaats daarmee zijn drie uitsteeksels 24 aan de binnenzijde van de sluiter 20 aangebracht door een persbewerking of 35 dergelijke. De sluiter 20 wordt derhalve door de geleidingsgroef 23 geleid en kan naar keuze tussen de gebruikstoestand waarin, zoals in figuur 2A en 2B met getrokken lijnen wordt ----- getoond de openingen 16,17,14,15 en de sleuven 21,22 met 82 0 2 175 .............. -5-.......

* V

elkaar samenvallen en de magneetschijf 1 van buitenaf toe- i gankelijk is, en de niet-gebruikstoestand waarin, zoals in dezelfde figuren met stippellijn wordt getoond, de openingen 14-17 gesloten zijn en de schijf 1 met de sluiter 20 wordt 5 gedekt. Met de sluiter 20 wordt bovendien de magneetschijf 1 beschermd en wordt het binnendringen van stof voorkomen.

Verder is op één hoek van de onderste schaal 8 een nok 25 aangebracht ter voorkoming van een onbedoelde wisbewerking. Wanneer de nok 25 wordt omgevouwen en ver-10 wijderd is het niet langer mogelijk om voor het opnemen van nieuwe data reeds opgenomen te wissen. Op twee hoeken van de onderste schaal 8 is, zoals in figuur 2B wordt getoond, een paar positioneringsgaten 26 en 27 gevormd die bedoeld zijn voor de positionering wanneer de magneetschijfcassette 15 in de daarvoor bestemde inrichting wordt geladen. De in figuur 2B ter plaatse van de andere twee hoeken van de onderste schaal 8 getoonde posities 28 en 29 dienen als referentievlakken, en de magneetschijfcassette wordt dus met de vier hoekgedeelten in een bepaalde positie gehouden.

20 In deze toestand wordt de magneetschijf 1 met een motor geroteerd waarbij de opname of weergave van digitale of analoge signalen plaatsvindt.

In de. in figuur 3A getoonde samengestelde toestand van de magneetsch±jfcassette met de hierboven beschreven 25 constructie drukt het eindgedeelte van het buigzame orgaan, door zijn veerkracht de voering 12 tegen het magnetische oppervlak van de magneetschijf 1 teneinde daaraan klevend stof of dergelijke te verwijderen zodat de reinigingswerking op zekere wijze uitgevoerd wordt voor het voorkomen van 30 het optreden van signaaluitval. Het verwijzingscijfer 30 heeft betrekking op een op de montageplaats van het buigzame orgaan 13 aan het binnenoppervlak van de onderste schaal 8 gevormd uitsteeksel. Het uitsteeksel 30 voorkomt dat het buigzame orgaan 30 tegen de onderste schaal 8 aankleeft.

35 Wanneer de schaal echter een deformatie heeft zoals wanneer dezè kromgetrokken is, bijvoorbeeld wanneer de onderste schaal 8 kromgetrokken is zoals in figuur 3B ______ wordt getoond, welke figuur een doorsnede is in de radiale . · y. «** 8202175 ......... '...... ' -6-..........

V * richting van de magneetschijf 1, wordt het kontakt van het uiteinde van het buigzame orgaan 13 met de voering 12 minder aan de zijde waar de afstand tussen de bovenste en onderste schaal groter is, zodat het onmogelijk wordt om de voering 5 12 voldoende stevig tegen cle magneetschi jf 1 aan te drukken waardoor soms een onvoldoende reinigende werking optreedt.

Figuur 4 toont een verbeterde uitvoeringsvorm waarmee het eerdergenoemde probleem is verholpen. Dat wil zeggen het buigzame orgaan 13 is voorzien van een aantal . -; 10 sleuven 31 die zich van het uiteinde naar een basisdeel 32 uitstrekken. Zoals in figuur 5A wordt getoond is een groep evenwijdige uitsteeksels 33 die zich over de omtrek uitstrekken, als één geheel met het binnenoppervlak van de bovenste schaal 7 gevormd op de plaats waar het uiteinde 15 van het buigzame deel 13 in kontakt is met de voering 12, waardoor de voering 11 en 12 in goed kontakt met beide oppervlakken van de magneetschijf 1 worden gehouden. Zoals in figuur 5B wordt getoond zijn aan het binnenoppervlak van de onderste schaal 8 uitsteeksels 30 en 34 gevormd op de 20 plaats waar het buigzame orgaan 13 is gemonteerd, waardoor op meer zekere wijize wordt voorkomen dat het buigzame orgaan 13 tegen het binnenoppervlak van de onderste schaal 8 blijft kleven.

In figuur 5A geeft het verwijzingscijfer 35 een 25 slijtagevoerkoinendrblad aan dat bevestigd is op de plaats waar het uiteinde van de motoras tegenaankomt, en het verwi j zin gscijfezr 36 betreft ribben die om de magneetschi jf 1 zijn gevormd.

Door de aanwezigheid van de sleuven 31 kan het 30 uiteinde van het buigzame deel 13 torderen ten opzichte van het basisdeel 32 zodat, zoals in figuur 6A en βΒ wordt getoond zelfs wanneer de onderste schaal 8 krom is terwijl de magneetschijf 1 door de bovenste en onderste voeringen 11 en 12 wordt vastgehouden tussen de bovenste en onderste 35 schalen 7 en 8, een uniform kontakt van het uiteinde van het buigzame orgaan 13 kan worden verwezenlijkt. Zelfs wanneer de schaal daarom krom getrokken is, kan het gehele oppervlak van de binnenste rand totaan de buitenste rand 8202175

* 'J

’ -7- ....... ..............

van het magnetische oppervlak van de magneetschijf l op zekere wijze worden gereinigd waardoor het optreden van signaaluitval kan worden verminderd.

Figuur 7 toont een andere uitvoeringsvorm van 5 het buigzame orgaan 13 volgens de onderhavige uitvinding, waarbij een gedeeltelijk nabij het basisdeel 32 van het buigzame orgaan 13 aan beide zijden van uitsparingen is voorzien voor het vormen van insnoering 37a en 37b. Bij deze constructie is het uiteinde van het buigzame orgaan . - -10 13 ook in een torsierichting beweegbaar ten opzichte van het basisgedeelte 32/ waardoor dezelfde funktie en hetzelfde effekt als hierboven genoemd wordt verkregen. Alhoewel dit niet wordt getoond kunnen bovendien een aantal buigzame organen met een kleinere breedte worden aangebracht.

15 Verder is het ook mogelijk om twee uitvoerings vormen zoals in figuur 8 en 9 worden getoond toe te passen als modificaties van het buigzame orgaan. Zoals in figuur 8 wordt getoond kan bijvoorbeeld een buigzaam orgaan 52 gemonteerd worden in een gebogen toestand tussen vasthouddelen 20 bestaande uit een paar uitsteeksels 50 en 51/ waardoor het middengedeelte daarvan de voering 12 tegen de magneetschijf 1 aan kan drukken. Zoals in figuur 9 wordt getoond kan ook een constructie worden toegepast waarbij êén einde van een draadveer 53 aan de onderste schaal 8 is bevestigd en de 25 draadveer S3 is gebogen, waardoor het gebogen gedeelte tegen de voering 12 aandrukt.

In de onderhavige uitvinding zijn, zoals hierboven uiteen is gezet buigzame aandrukmiddelen in het huis aangebracht welke via een voering plat tegen tenminste het 30 magnetische oppervlak van een magneetschi jf aandrukken, waardoor de voorkoming van signaaluitval mogelijk wordt en het niet langer noodzakelijk is om een inrichting voor het verhinderen van signaaluitval aan te brengen aan de zijde van het opneem/weer geef systeem.

35 Alhoewel hier in detail uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekeningen, zal het duidelijk zijn dat de uitvinding niet tot deze uitvoeringsvormen is beperkt, en dat verscheidene 8202175 -8- wijzigingen en modificaties daarin kunnen worden aangebracht zonder clat de geest of het kader van de uitvinding wordt verlaten.

.8202175

Claims

1. Buigzame magneetschijfcassette omvattende een buigzame magneetschijf, een de buigzame magneetschijf opnemende, uit een bovenste helft en een onderste helft bestaande omhulling, en 5 een tussen de onderste helft van de omhulling en de buigzame magneetschijf aangebracht reinigingsblad, met het kenmerk, dat op het binnenoppervlak van de onderste helft (8) een het reinigingsblad (12) tegen de buigzame . - * magneetschijf (1) aandrukkend buigzaam drukorgaan (13) is ; 10 aangebracht.

2. Buigzame magneetschijfcassette volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buigzame drukorgaan (13) vervaardigd is van een zich in radiale richting van de buigzame magneetschijf (1) uitstrekkende draadveer.

3. Buigzame magneetschijfcassette volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buigzame drukorgaan (13) van kunststofplaat is vervaardigd.

4. Buigzame magneetschijfcassette volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de kunststofplaat aan de 20 onderste helft (&) van de omhulling is bevestigd en een aandrukorgaan met een omgekeerde U-vorm '.vormt.

5. Buigzame, magneetschijfcassette volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat één einde van de kunststofplaat (13) aan. de onderste helft (9) van de omhulling is 25 bevestigd en dat het andere einde daarvan tegen het reini-gingsplaatmateriaal (12) wordt aangedrukt.

6. Buigzame magneetschijfcassette volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het andere einde van de kunststofplaat (13) tenminste één slèuf (31) heeft teneinde 30 de drukkracht over de breedte van het registratie-oppervlak van de schijf (1) te verdelen.

7. Buigzame magneetschijfcassette volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de kunststofplaat (13) deze in een radiale richting van de schijf (1) buigzaamheid 35 verlenende uitsparingen (37a en 37b) aan weerszijden heeft teneinde de drukkracht over de breedte van het registratie-oppervlak van de schijf (1) te verdelen. 820 2 1 75 ' '