NL194653C - Buigzame magneetschijfcassette. - Google Patents

Description

1 194653

Magneetschijfcassette

De uitvinding heeft betrekking op een buigzame magneetschijfcassette met een op een as van een aandrijfinrichting te centreren buigzame magneetschijf omvattende een in het midden van de buigzame 5 magneetschijf bevestigde centrale kernschijf, en een de buigzame magneetschijf met de centrale kemschijf omvattende omhulling met een bovenhelft en een onderhelft.

Een dergelijke magneetschijfcassette is beschreven in de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 8103816 van oudere rang die ter inzage is gelegd op 1 maart 1982. Bij deze magneetschijf-cassette is een centraal gedeelte van het binnenoppervlak van de bovenhelft in een bedrijfstoestand in 10 aanraking met een eindoppervlak van de aandrijfas van de aandrijfinrichting. Wanneer de bovenhelft van de magneetschijfcassette naar beneden kromgetrokken is, kan het centrale deel van de bovenhelft omhooggehouden worden door het eindoppervlak van de motoras. De magneetschijf kan dan met een motor met een laag koppel worden geroteerd. Wanneer een magneetschijfcassette in deze vorm gedurende een lange tijd wordt gebruikt, treedt ter plaatse waar deze in contact is met het eindoppervlak van de aandrijfas afslijping 15 met de kunststof van de bovenhelft op. Het door de afslijping gevormde poeder wordt verspreid en zet zich af op de magneetschijf. Hierdoor wordt uitval van het opgenomen signaal veroorzaakt of wordt de correctie van de binnenwaartse vervorming van de bovenhelft bemoeilijkt terwijl eveneens het belastingskoppel van de magneetschijf wordt vergroot.

De uitvinding beoogt een magneetschijfcassette te verschaffen, waarbij afslijping van de kromgetrokken 20 bovenhelft wordt voorkomen.

Daartoe wordt een buigzame magneetschijfcassette van de beschreven soort gekenmerkt door op een binnenoppervlak van de bovenhelft van de omhulling bevestigde anti-slijtage-middelen die bij een kromgetrokken vorm van de bovenhelft van de omhulling met de as van de aandrijfinrichting in contact kunnen komen.

25

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont respectievelijk tonen: figuur 1, een perspectivisch aanzicht van een magneetschijfcassette met uiteengenomen delen; figuren 2A en 2B een onderaanzicht van een magneetschijfcassette; figuren 3 en 4 een zijaanzicht en een doorsnede die de toestand tonen waarin de magneetschijfcassette 30 van figuren 1, 2A en 2B in een recorder is aangebracht; figuren 5A en 5B schematische aanzichten voor het uiteenzetten van de correctie van een kromgetrokken magneetschijfcassette; en figuren 6 en 7 doorsneden van een magneetschijfcassette die is voorzien van anti-slijtagemiddelen.

35 Eerst zal aan de hand van de figuren 1, 2A en 2B een magneetschijfcassette zoals getoond in de Nederlandse octrooiaanvrage 8103816 worden beschreven. Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van de magneetschijfcassette met uiteengenomen delen en figuren 2A en 2B zijn respectievelijk een bovenaanzicht en een onderaanzicht daarvan. In deze figuren is te zien dat een magneetschijf 1 bestaat uit een dunne, schijfvormige basisfolie van een hoogpolymeer materiaal en een uniform op het onderoppervlak van de 40 basisfolie gevormde laag magnetisch materiaal. Een centrale kern 2 is in een cirkelvormig gat in het midden van de magneetschijf 1 bevestigd door middel van een ringvormige dubbelzijdig kieefband 3. De centrale kern 2 heeft een flens 4 en is gevormd door een persbewerklng van een dunne metalen plaat. De magneetschijf 1 is aan de flens 4 gekleefd. Een motoras-insteekgat 5 met een nagenoeg vierkante vorm is in het midden van de centrale kern 2 gevormd. Een regelpen-insteekgat 6 met rechthoekige vorm is in de 45 centrale kern 2 gevormd op een bepaalde afstand van het motoras-insteekgat 5.

De magneetschijf 1 met de centrale kern 2 is opgenomen in een huis dat uit een bovenschaal 7 en een onderschaal 8 bestaat. Deze schalen 7 en 8 zijn spuitgegoten van een ABS-hars welke een antistatisch middel bevat, en zijn aan de omtrekken met elkaar verbonden door ultrasoonlassen. De centrale kern 2 is met een kleine speling in een cirkelvormige opening 9 in het midden van de onderschaal 8 opgenomen. Vier 50 boogvormige ribben 10 strekken zich op het binnenoppervlak van de onderschaal 8 uit concentrisch met de opening 9, en overeenkomstige boogvormige ribben zijn ook op het binnenoppervlak van de bovenschaal 7 gevormd.

Voeringen 11 en 12 van niet-geweven vezelmateriaal zoals rayon zijn aan de binnenoppervlakken van de boven- en onderschalen 7 en 8 bevestigd door een warmte- of ultrasone las. De voeringen 11 en 12 dienen 55 om het op de magneetschijf 1 terechtgekomen stof te verwijderen en voorkomen het wegvallen van het signaal tijdens rotatie, en voorkomen eveneens afslijping en opwekking van statische elektriciteit op de magneetschijf 1. De voering 12 is aan het binnenoppervlak van de onderschaal 8 bevestigd via een tong 13 194653 2 van een kunsthars, zodat de voering 12 stevig tegen het magnetische oppervlak van de magneetschijf 1 wordt gedrukt.

Langwerpige gaten 14, 15, 16 en 17 met identieke vorm zijn in de bovenschaal 7, de onderschaal 8, de voering 11 respectievelijk de voering 12 gevormd en strekken zich in radiale richting van de magneetschijf 1 5 uit. Wanneer de boven- en onderschaal 7 en 8 met elkaar worden verbonden, komen deze langwerpige gaten op één lijn te liggen. Bij het in een magneetschijfrecorder aanbrengen van de magneetschijf wordt een magneetkop in contact gebracht met de magneetschijf 1 via het in de onderschaal 8 gevormde langwerpige gat 17 en het in de voering 12 gevormde langwerpige gat 16. Op overeenkomstige wijze wordt een aandrukkussen in het langwerpige gat 14 in de bovenschaal 7 en het langwerpige gat 15 in de voering 10 11 gestoken.

Op de delen van de boven- en onderschalen 7 en 8 die respectievelijk de langwerpige gaten 14 en 17 omvatten zijn verdiepte gedeelten 18 en 19 gevormd. Een U-vormige aluminiumsluiter 20 die sleuven 21 en 22 van dezelfde vorm heeft als de langwerpige gaten 14 tot en met 17 is verschuifbaar gemonteerd zodat deze in de verdiepte gedeelten 18 en 19 klemt.

15 Zoals in figuur 2B wordt getoond is lands de zijrand van de onderschaal 8 een geleidingsgroef 23 gevormd. Drie uitsteeksels 24 steken binnenwaarts van de sluiter 20 uit en werken samen met de geleidingsgroef 23. De sluiter 20 wordt daardoor langs de geleidingsgroef 23 geleid teneinde de bedrijfs-stand en de niet-bedrijfsstand te verkrijgen. In figuren 2A en 2B is te zien dat in de bedrijfstoestand de langwerpige gaten 16 en 17 voor het insteken van de magneetkop, de langwerpige gaten 14 en 15 voor het 20 insteken van het aandrukkussen, en de sleuven 21 en 22 alle op één lijn liggen zoals met de getrokken lijnen is aangegeven, en dat de magneetschijf 1 door deze gaten vrijgelaten wordt. Anderzijds zijn in de niet-bedrijfstoestand de langwerpige gaten 14-17 afgesloten en wordt de magneetschijf 1 bedekt door de sluiter 20, zoals met de stippellijnen is aangegeven. Op deze wijze dient de sluiter 20 ter bescherming van de magneetschijf 1 en ter voorkoming van het binnendringen van stof.

25 Op één hoek van de onderschaal 8 is een het ongewenst wissen voorkomende lip 25 aangebracht. Op de magneetschijf 1 opgenomen informatie wordt beschermd wanneer de lip 25 wordt verwijderd. Zoals in figuur 2B wordt getoond, is een paar plaatsbepalingsgaten 26 en 27 voor het in een schijfrecorder positioneren van de magneetschijf op twee hoeken van de onderschaal 8 gevormd. In de andere twee hoeken van de onderschaal 8 waarin geen plaatsbepalingsgaten 26 en 27 zijn gevormd, dienen de plaatsen 30 28 en 29 als referentie-oppervlakken. De magneetschijf wordt dus in de referentiepositie ondersteund ten opzichte van de vier hoeken.

In de in figuur 3 getoonde schijfrecorder strekken zich vier opneempennen 31, die bestemd zijn voor het opnemen van een boven beschreven magneetschijfcassette 30, zich recht omhoog van het chassis 31 uit. De boveneinden van twee van de pennen 31 worden in de plaatsbepalingsgaten 26 en 27 van de 35 onderschaai 8 gestoken, en de boveneinden van de resterende twee pennen 31 komen in contact met de referentieoppervlakken 28 en 29. De magneetschijfcassette wordt in een horizontaal vlak op een bepaalde hoogte ondersteund door de pennen 31, en de opname of weergave van digitale of analoge signalen wordt in deze toestand uitgevoerd. Een scharnierplaat 35 scharniert om assen 33 en 34. De magneetschijfcassette 30 wordt van boven af aangedrukt door vier zich benedenwaarts van de scharnierplaat 35 40 uitstrekkende pennen 36. Deze aandrukpennen 36 worden constant naar beneden gedrukt door schroefve-ren 37.

Zoals in figuur 4 wordt getoond is een borstelloze motor 38 met een platte vorm, voor het in de magneetschijfcassette 30 aandrijven van de magneetschijf 1, op het chassis 32 gemonteerd. Deze borstelloze motor 38 heeft een motoras 39 en een positieregelpen 40 die respectievelijk in aangrijping komt 45 met de gaten 5 en 6 in de centrale kern 2. Het boveneinde van de motoras 39 is bolvormig uitgevoerd en steekt door het gat 5 in de centrale kern 2 en komt in contact met het binnenoppervlak van de bovenschaal 7. Wanneer de bovenschaal 7 van de magneetschijfcassette 30 naar beneden kromgetrokken is, zoals in figuur 5A wordt getoond, kan het centrale deel van de bovenschaal 7 omhoog gehouden worden door het boveneinde van de motoras 39, zoals in figuur 5B wordt getoond. De magneetschijf 1 kan dan met een 50 motor met een laag koppel worden geroteerd.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de magneetschijfcassette met anti-slijtagemiddelen zal nu aan de hand van figuur 6 worden beschreven. In figuur 6 wordt een gedeelte van een cassettehuis getoond waarvan de bovenschaal 7 kromgetrokken is. Deze cassette wordt in een vlakke of rechte vorm gebracht doordat de bovenschaal 7 in contact komt met de as 39. Het verwijzingscijfer 41 heeft betrekking op een 55 cirkelvormige afslijpingbestendige plaat van een kunsthars met uitnemende afslijpingsbestendigheid (bijvoorbeeld een HD polyetheenfolie, een ultrahoogpolymere etheenfolie, of dergelijke). De plaat 41 is door een kleefmiddel 42 met dat deel van de bovenschaal 7 verbonden dat in contact gebracht wordt met de

Claims (4)

1. Buigzame magneetschijfcassette met een op een as van een aandrijfinrichting te centreren buigzame magneetschijf omvattende een in het midden van de buigzame magneetschijf bevestigde centrale kernschijf, en een de buigzame magneetschijf met de centrale kernschijf omvattende omhulling met een bovenhelft en een onderhelft, gekenmerkt door op een binnenoppervlak van de bovenhelft van de omhulling bevestigde 20 anti-slijtagemiddelen die bij een kromgetrokken vorm van de bovenhelft van de omhulling met de as van de aandrijfinrichting in contact kunnen komen.

2. Buigzame magneetschijfcassette volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de anti-slijtagemiddelen een motoras van de aandrijfinrichting opnemen voor het bepalen van de hoogte van de bovenhelft van de omhulling wanneer de buigzame magneetschijfcassette in de aandrijfinrichting wordt opgenomen.

3. Buigzame magneetschijfcassette volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de anti-slijtagemiddelen een blad van kunststof zijn, dat door een kleefmiddel aan een binnenoppervlak van de bovenhelft van de omhulling is bevestigd.

3 194653 motoras 39. Een uitsparing 43 met een diepte overeenkomend met de totale dikte van de plaat 41 en het kleefmiddel 42 is op de juiste plaats van het binnenoppervlak van de bovenschaal 7 gevormd. Wanneer de as 39 met de plaat 41 in contact komt wordt de vormafwijking van de plaat 7 gecorrigeerd. Figuur 7 toont een modificatie van de onderhavige uitvinding. Bij deze modificatie is aan aangrijpingsuit-5 sparing gevormd in het deel van het binnenoppervlak van de bovenschaal 7 dat in contact komt met de motoras 39. Een contactmateriaal 44 ter voorkoming van afslijping, en dat gemaakt is van een polyacetal-hars of dergelijke, is in deze uitsparing aangebracht. Door het aanbrengen van een orgaan met uitnemende afslijpings-bestendigheid in dat deel van het binnenoppervlak van de bovenschaal 7 dat in contact wordt gebracht met het boveneinde van de motoras 10 39 wordt signaaluitval van de magneetschijf voorkomen en wordt het belastingskoppel van de magneetschijf ten gevolge van het binnenwaarts kromtrekken van de schaal verminderd. 15

4. Buigzame magneetschijfcassette volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de anti-slijtagemiddelen een van kunststof gemaakt deel zijn. Hierbij 3 bladen tekening