NL8201983A - Inrichting voor het verbeteren van het glijvermogen van vlakvormige textielprodukten, in het bijzonder van stukken wasgoed, langs strijkvlakken. - Google Patents

Inrichting voor het verbeteren van het glijvermogen van vlakvormige textielprodukten, in het bijzonder van stukken wasgoed, langs strijkvlakken. Download PDF

Info

Publication number
NL8201983A
NL8201983A NL8201983A NL8201983A NL8201983A NL 8201983 A NL8201983 A NL 8201983A NL 8201983 A NL8201983 A NL 8201983A NL 8201983 A NL8201983 A NL 8201983A NL 8201983 A NL8201983 A NL 8201983A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tube
openings
ironing
lubricant
mist
Prior art date
Application number
NL8201983A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Textima Veb K
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Textima Veb K filed Critical Textima Veb K
Publication of NL8201983A publication Critical patent/NL8201983A/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06FLAUNDERING, DRYING, IRONING, PRESSING OR FOLDING TEXTILE ARTICLES
    • D06F67/00Details of ironing machines provided for in groups D06F61/00, D06F63/00, or D06F65/00
    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06CFINISHING, DRESSING, TENTERING OR STRETCHING TEXTILE FABRICS
    • D06C15/00Calendering, pressing, ironing, glossing or glazing textile fabrics
    • D06C15/04Calendering, pressing, ironing, glossing or glazing textile fabrics between rollers and co-operating concave surfaces
    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06FLAUNDERING, DRYING, IRONING, PRESSING OR FOLDING TEXTILE ARTICLES
    • D06F87/00Apparatus for moistening or otherwise conditioning the article to be ironed or pressed

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Drying Of Solid Materials (AREA)
  • Treatments For Attaching Organic Compounds To Fibrous Goods (AREA)

Description

- 1 - I -4
Inrichting voor het verbeteren van het glijvermogen van vlak-vormige textielprodukten, in het bijzonder van stukken wasgoed, langs strijkvlakken.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verbeteren van het glijvermogen van vlakvormige textielprodukten, in het bijzonder van stukken wasgoed, langs strijkvlakken, bij voorkeur langs het strijkvlak van een warme bak-5 kenmangel, waarbij in het bijzonder een vloeibaar glijmiddel zoals silikonenolie of de emulsies daarvan wordt toegepast.
Het is nodig, dat bakken van warme bakkenmangels tij-dens hun gebruik voortdurend zijn bekleed met een glijmiddel-film, bij voorbeeld een wasfilm. Door deze wasmiddel worden fijne oppervlakte-oneffenheden vereffend en tevens het draai-moment verminderd, dat nodig is voor het aandrijven van de mangelcilinders. Bovendien wordt het gevaar, dat bestaat bij te grote wrijving tussen het bakkenoppervlak en het:. mangel-materiaal, van het naar binnen rollen van de inloopkant of van de vorming van plooien van het mangelmateriaal zo sterk mogelijk beperkt. dm dit te bereiken, is in het Duitse gebruiksmodel 7 007 007 (8d, 20/24) een oplossing beschreven, waarbij een strooiwas in poedervorm wordt gebracht op een wasdoorlaatbare doek. Deze doek wordt daarna gevouwen en 20 loopt in deze vorm door de warme bakkenmangel. Door de tem-peratuur, die aanwezig is op het strijkoppervlak, smelt de was en wordt dus door de doek afgegeven aan het strijkoppervlak. Daarbij kan echter niet wor.den vermeden, dat door de doek de was ongelijkmatig wordt afgegeven aan het strijkop-25 pervlak, zodat direct na de bakinlaat een grotere hoeveelheid was aanwezig is op het strijkoppervlak dan aan de bakmangel-uitlaat. In het bijzonder bij mangels, die uit meer dan een bak bestaan, wordt het wasdeel geringer in de opeenvolgende bakken, zodat in het bijzonder in de laatste bakken, waarin het 30 wasgoed reeds betrekkelijk droog is en dus een betrekkelijk grote wrijving aanwezig is tussen het mangelmateriaal en het strijkoppervlak, zich de kleinste washoeveelheid bevindt op het strijkoppervlak. Verder is het slechts met betrekkelijk grote kosten mogelijk een gelijkmatige verdeling van de was 35 over de breedte van de bak te verkrijgen.
Een verder nadeel moet ook gezien worden in het feit, 8201983 f r - 2 - dat de was, die zich op de bak bevindt, verdampt en door de ventilator wordt afgezogen, die behoort bij de mangelcilinder. Daarbij condenseert reeds in de textielbekleding een gedeelte van de was en leidt automatisch tot vermindering van het 5 doorlaatvermogen van de textielbekleding en dus tot vermindering van de afzuighoeveelheid, wat automatisch een vermindering van het droogvermogen van de warme bakkenmangel tot ge-volg heeft.
Verder moet ook een nadeel gezien worden in het feit, 10'dat de doek voor het bestrijken met was een op zichzelf betrekkelijk stabiel produkt vormt, dat niet in ieder geval plat ligt op de transportbanden. Daardoor wordt vaak de vingerbescherminrichting bediend, die zich bevindt aan de mangelinlaat, en daarmede de aandrijving van de warme bakken-15 mangel uitgeschakeld. Verder is een bepaalde tijd nodig, die de doek voor het bestrijken met was nodig heeft om de warme bakkenmangel te passeren. In het bijzondarbij mangelwerk-straten, dat wil zeggen wanneer aan de warme bakkenmangel nog additionele machines zijn toegevoegd, bij voorbeeld een in-20 geefmachine, wordt deze doorlooptijd van de doek voor het bestrijken met was groter. Deze doorlooptijden zijn eveneens uitvaltijden, waarin stukken wasgoed niet gedroogd en plat ge-maakt kunnen worden.Deze tijden zijn weliswaar bij een ien-malig bestrijken met was betrekkelijk klein, maar vormen bin-25 nen een bepaalde periode een betrekkelijk grote uitvaltijd.
Daarbij blijven de tijden buiten beschouwing, die nodig zijn om de ingeefmachine om te zetten op het zogenaamde ingeven van kleine delen.
Een verder nadeel moet ook gezien worden in het feit, 30 dat voor het voorbereiden van de doek voor het bestrijken met was een bepaalde tijd nodig is. Verder wordt het bedienings-ersoneel van de warme bakkenmangel door het wegnemen van de nog hete doek voor het bestrijken met was aan de mangeluit-laat blootgesteld aan een betrekkelijk grote belasting. Aan-35 gezien de doek voor het bestrijken met was niet kan worden getransporteerd door de langsvouwmachine - door de nog hete doek voor het bestrijken met was zouden wasdeeltjes zich afzetten op de transportbanden, wat een nadelige invloed heeft op het gehele vouwproces - moet de hete doek voor het 40 bestrijken met was aan de mangeluitlaat weggenomen worden.
8201983 * « - 3 -
De uitvindingbeoogt een inrichting voor het verbeteren van het glijvermogen, in het bijzonder van stukken wasgoed langs strijkvlakken te verschaffen, waarbij het glijmiddel gelijkmatig kan worden aangeforacht op het strijkvlak, de uit-5 valtijden door het inbrengen van het glijmiddel minimaal worden gemaakt en daarbij de belasting. van de bedieningsper-soon wordt uitgeschakeld.
Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag de inrichting voor het verbeteren van het glijvermogen, in 10 het bijzonder van stukken wasgoed, langs strijkvlakken zo-danig uit te voeren, dat het glijmiddel zo fijn mogelijk verdeeld en onder een druk, die boven de atmosferische druk ligt, nagenoeg gelijktijdig over de gehele breedte van de warme bakkenmangel kan worden toegevoerd.
15 Dit probleem wordt door de inrichting volgens de uitvin ding opgelost, doordat het glijmiddel, dat in ten minste een nevelontwikkelinrichting is verstoven door een onder druk staand gasvormig medium en wordt getransporteerd door dit gasvormigemedium, via ten minste een leiding ten minste 20 kan worden geleid naar e€n buis, die zich uitstrekt nagenoeg over de gehele breedte van het strijkvlak en is voorzien van cperiingen, en door de in de buis aanwezige openingen kan worden gesproeid op ten minste een strijkinrichting.
Daarbij zijn verschillende voorkeursuitvoeringsvormen 25. mogelijk.
De oplossing volgens de uitvinding werkt in hoofdzaak als volgt:
Het glijmiddel, dat uit een voorraa^shouder via een leiding strocmt in een nevelontwikkelinrichting, wordt door de 301ucht, die uit een toevoerleiding stroomt in de nevelontwikkelinrichting, zodanig verstoven, dat een glijmiddelnevel van zeer fijne druppels ontstaat. Deze glijmiddelnevel stroomt door een toevoerleiding in een buis en door de in de buis aanwezige openingen op de bekleding van telkens de mangel-35 cilinder. De glijmiddelnevel hecht zich, begunstigd door de onderdruk, die aanwezig is in de binnenruimte van de mangel-cilinders, op het oppervlak van de bekleding. Door de draai-ende beweging van de mangelcilinders wordt het smeermiddel op het strijkoppervlak van de mangelbakken gebracht en dit 40 dus gesmeerd. Daarmede vindt een verbetering van het glijver- 8201983 - 4 - mogen van het stuk wasgoed plaats, ddat moet worden gedroogd en glad gemaakt, langs het strijkoppervlak van de mangelbakken.
Glijmiddeldruppels, die eventueel neerslaan in de buis, worden in het onderste gedeeltevan het cirkelsegment van de 5 buis verzameld en stromen in verband met de schuine aanbrenging van debuis uit de buis in de toevoerleiding. Door de uitvoe-ring van de toevoerleiding direct voor de aftakking in de vorm van een bocht, die in vertikale richting gezien op de bovenste plaats hoger ligt dan het buiseinde van de buis, 10 loopt het glijmiddel bij de aftakking in de terugstroomlei-ding en verzamelt zich daar. Door het openen van het afsluit-orgaan stroomt dit glijmiddel weer terug in de voorraadshou-der .
'Bij voorkeur wordt voor het ontwikkelen van de glij-15 middelnevel gecomprimeerde lucht gebruikt, die aan een net vol gecomprimeerde lucht kan worden ontnomen. Het is echter ook mogelijk de afblaaslucht van de pneumatische cilinders, die ter beschikking komt bij het laten dalen van de mangel-cilinders in de mangelbakken, of waterdamp te gebruiken. De 20 gedoseerde hoeveelheid glijmiddelnevel, die van de nevelont-wikkelinrichting naar de buis wordt geleid, is daarbij zoda-nig, dat zij aanzienlijk kleiner is dan de hoeveelheid lucht, die wordt afgezogen telkens aan de mangelcilinder. Bij voorkeur is de verhouding van het op de mangelcilinder werkende 25 afzuigvermogen van een niet weergegeven afzuigventilator en de uit de buis op de mangelcilinder stotende hoeveelheid glijmiddelnevel groter dan 10 :1.
Aangezien het opbrengen van de glijmiddelnevel slechts met tussenruimt^inoodzakelijk is en gedoseerd moet plaats 30 vinden, kan de inrichting volgens de uitvinding tijdelijk ge-stuurd worden gebruikt, bij voorbeeld direct voor het vullen van de warme bakkenmangel met te drogen en glad te maken stukken wasgoed en wel bij het neerlaten van de mangelcilin-ders in de mangelbakken.
35 Wanneer tijdens het mangelen een verbetering van het glij- vermogen noodzakelijk zou zijn, dan wordt dit uitgevoerd op een ogenblik waarop geen stukken wasgoed door de mangel lopen.
Deze inrichting volgens de uitvinding is zowel toepas-baar bij een mangel die uit een bak bestaat als bij een man-40 gel die uit meer dan een bak bestaat. Bij een uit een bak be- 8201983 - 5 - * staande mangel bevindt zich bij. Voorbeeld de buisaan de mangel-inlaat en bij een uit twee bakken bestaandemangel bijj. voorkeur tussen de beide mangelcilinders. Bij uit vier bakken bestaande mangels worden de buizen tussen de eerste en tweede en tussen 5 de derde en vierde mangelcilinder aangebracht. Daarbij zijn bij voorkeur slechts een nevelontwikkelinrichting en een voor-" raadshouder op een centrale plaats van de. vierbakkenmangel aangebracht.Binnen de toevoerleiding en wel in het gebied tussen de nevelontwikkelinrichting en de bocht is een aftakking 10 aangebracht, zodat de glijmiddelnevel naar iedere buis kan worden geleid. Bij voorkeur is in iedere toevoerleiding naar de buizen een afsluitorgaan aanwezig, dat eveneens is aangebracht op een centrale plaats en gestuurd bedienbaar is.
Het is echter ook mogelijk voor iedere buis een nevel-15 ontwikkelinrichting aan te brengen.
Het aantal, de plaats en de grootte van de openingen, die zich in de buis bevinden, zijn binnen een openingsreeks van de in de buis aanwezige drukomstandigheden afhankelijk. De openingen zijn daarbij zodanig aangebracht, dat de glijmid-20 delnevel, die treedt uit de openingen, bij. voorkeur overwe-gend in het gebied van het strijkvlak op de mangelcilinder stoot.
De uitvinding zal hieronder aan de hand van een uitvoe-ringsvoorbeeld nader worden beschreven. In de tekening toont: 25 fig. 1 schematisch de bovengenoemde inrichting; fig. 2 schematisch de doorsnede volgens de lijn II-II volgens fig. 1; fig. 3 de doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 1.
Zoals uit fig; 1 blijkt, heeft de inrichting voor het 30 verbeteren van het glijvermogen van vlakvormige textielpro-dukten , in het bijzonder van stukken wasgoed, langs strijk-vlakken - hieronder zal deze inrichting worden toegelicht aan het voorbeeld van een warme bakkenmangel - een voorraads-houdem,''V^irte zich het vloeibare glijmiddel bevindt, bij 35 voorbeeld silikonenolie of een silikonenemulsie. Aan de voor-raadshouder 1 is verder een nevelontwikkelinrichting 2 toege-voegd, die door een verbindingsleiding 3 met de nevelontwikkelinrichting 2 in verbinding staat. In de nevelontwikkelinrichting 2 mondt een toevoerleiding 4 uit, waarin een af-40 sluitorgaan 5, bij voorkeur een klep, is aangebracht. Van de 8201983 - 6 - nevelontwikkelinrichting 2 voert een toevoerleiding 6 naar de buis 7 De buis 7 is uitgevoerd als verdeelbuis en heeft daarmee corresponderende openingen 8, zoals boringen, spleten, mondstukken of andere openingen. De buis 7 is verder ten op-5 zichte van de middenas van de mangeleilinder 9 vertikaal on-der een scherpe hoek aangebracht, dat wil zeggen de buis 7 stijgt enigszins vanaf de aftakking 10 naar het buiseinde 7a.
De toevoerleiding 6 is bij de oplossing volgens deuitvinding zodanig uitgevoerd, dat hij vodr de overgang naar de buis 7 10 boogvormig werd uitgevoerd, waarbij deze boog 6a in ver-tikale richting gezien hoger ligt dan het buiseinde 7a.
Op de laagste plaats van de buis 7 bevindt zich de aftakking 10 naar de terugstroomleiding 11. Deze terugstroomleiding 11 mondt uit in devoorraadshouder 1, waarbij binnen de terugstroom-15 leiding 11 een afsluitorgaan 12 is aangebracht.
Zoals uit fig. 2 blijkt, bevindt zich de buis 7 tussen twee zich dicht bij elkaar bevindende mangelcilinders 9 en wel boven de bakkenbrug 13. De openingen 8 in de buis 7 zijn daarbij zodanig aangebracht, dat zij naar de mangelcilinders 20 9 zijn gericht en boven het laagste punt van de buis binnen-dwarsdoorsnede in het inwendige van de buis 7 uitmonden. Het overblijvende onderste cirkelsegment 7b vormt een terugstroom-goot voor glijmiddel, dat eventueel tegen de buisbinnenwand neerslaat.
25 Bij voorkeur zijn de voorraadshouder 1, de nevelontwik kelinrichting 2 en de afsluitorganen 5 en 12 op een centrale plaats van de bakkenmangel aangebracht. Verder kunnen de afsluitorganen 5 en 12 zodanig gestuurd bediend worden, dat, wanneer het afsluitorgaan 5 is geopend, het afsluitorgaan 12 30 is gesloten of bij geopende toestand van het afsluitorgaan 12 het afsluitorgaan 5 is gesloten.
De inrichting functioneert als volgt:
Het glijmiddel, dat uit de. voorraadshouder! via de leiding 3 in de nevelontwikk elinrichting 2 stroomt, wordt door 35 de lucht, die uit de toevoerleiding 4 in de nevelontwikkelinrichting 2 stroomt, zodanig verstoven, dat een glijmiddel-nevel van zeer fijne druppels ontstaat. Deze glijmiddelnevel stroomt door de toevoerleiding 6 in de buis 7 en door de zich in de buis 7 bevindende openingen 8 op de bekleding 14 40 van de mangelcilinders 9. De glijmiddelnevel hecht zich, 8201983 • * - 7 - begunstigd door de in de binnenruimte van de mangelcilinders 9 aanwezige onderdruk aan het oppervlakvan de bekieding 14. Door de draaiende beweging van de mangelc Hinders 9 wordt het -smeermiddel tegen het strijkvlak van de mangelbakken 15 gebracht en dit wordt dus 5 gesmeerd. Daarmede vindt een verbetering plaats van het glij-vermogen van de stukken wasgoed, die moeten worden gedroogd en glad gemaakt, langs het strijkvlak van de mangelbakken 15.
Glijmiddeldruppels, die eventueel in de buis 7 neer-slaan, worden in het onderste gedeelte van het cirkelsegment 10 7b (zie fig. 3) van debuis 7 verzameld en stromen van debuis 7 naar de toevoerleiding 6 door de schuine aanbrenging van de buis 7. Door de uitvoering van de toevoerleiding 6 direct voor de aftakking 10 in de vorm van een boog 6a, die - in ver-tikale richting gezien - op de bovenste plaats hoger ligt dan 15 het buiseinde 7a van de buis 7, stroomt het glijmiddel bij de aftakking 10 in de terugstroomleiding 11 en verzamelt zich daar. Door het openen van het afsluitorgaan 12 stroomt dit glijmiddel weer terug in de voorraadshouder 1.
Big vo<frrkeiir wordt voor -het ontwikfeeien van de glijmid-20 delnevel samengeperste lucht gebruikt, die aan het net voor samengeperste 'lucht kan worden ontnomen. Het is echter ook mogelijk de afblaaslucht van de pneuma/tische cylinders te gebruiken, die ter beschikking komt bij het zakken van de mangelcilinders 9 in de mangelbakken 15. De gedoseerde hoe-25 veelheid glijmiddelnevel, die door de nevelontwikke linrichting 2 wordt gevoerd naar de buis 7, is daarbij zodanig, dat zij aanzienlijk kleiner is dan de luchthoeveelheid, die wordt afgezogen aan telkens de mangelcilinder. Bij voorkeur is de verhouding van het afzuigvermogen,. dat werkt op de mangel-30 cilinder 9, van een niet weergegeven afzuigventilator en de hoeveelheid glijmiddelnevel, die uit de buis 7 stoot op de mangelcilinder 9, groter dan 10 : 1.
Aangezien het opbrengen van de glijmiddelnevel slechts met bepaalde tussenruimten nodig is en gedoseerd moet plaats 35 vinden, kan de inrichting volgens de uitvinding tijdelijk gestuurd worden gebruikt, bij voorbeeld direct voor het vul-len van de warme bakkenmangel met te drogen en glad te strij-ken stukken wasgoed, en wel bij het zakken van de mangelcilinders 9 in de mangelbakken 15.
40 Wanneer tijdens het mangelbedrijf een verbetering van 8201983 - 8 - het glijvermogen nodig zou zijn, wordt dat uitgevoerd op een tijdstip, waarop geen stukken wasgoed door de mangel lopen.
In het bovengenoemde uitvoeringsvoorbeeld werd de oplos-sing volgens de uitvinding toegelicht aan een tweebakkenman-5 gel, waarbij de buis 7 openingen 8 heeft, die zijn gericht naar de beide mangelcilinders 9.Het is ook mogelijk - zonder van de uitvindingsgedachte af te wijken - deze inrichting bij een uit ein bak bestaande mangel te gebruiken. Bij voorkeur is daarbij de buis 7 aan de mangelinlaat aangebracht en he'eft 10 slechts e§n reeks openingen 8 in de buis 7, die is gericht naar de mangelcilinder 9. Bij een mangel met vier bakken wor-den de buizen 7 tussen de eerste en tweede en tussen de derde en vierde mangelcilinder aangebracht. Daarbij zijn bij voorkeur slechts een nevelontwikkelinrichting 2 en een voorraads-15 houder 1 op een centrale plaats van de vierbakkenmangel aangebracht. Binnen de toevoerleiding 6 en wel in het gebied tussen de nevelontwikkelinrichting 2 en de boog 6a is een af-takking aangebracht, zodat naar. iedere buis 7 de glijmiddel-nevel kan worden gevoerd. Bij voorkeur is in iedere toevoer-20 leiding 6 naar de buizen 7 een eveneens op een centrale plaats aangebracht en bestuurd bedienbaar afsluitorgaan 5 aanwezig. Het is echter ook mogelijk voor iedere buis 7 een nevelontwikkelinrichting 2 aan te brengen.
Als het gasvormige medium, dat het glijmiddel transpor-25 teert, werd in een uitvoeringsvoorbeeld samengeperste lucht genoemd. Het is echter ook mogelijk een ander gasvormig medium te gebruiken, zoals bij voorbeeld waterdamp.
Het aantal, de plaats en de grootte van de openingen 8, die zich bevinden in de buis 7, zijn binnen een openings-30 reeks van de in de buis 7 aanwezige drukomstandigheden afhan-kelijk. De openingen 8 zijn daarbij zodanig aangebracht, dat de glijmiddelnevel, die treedt uit de openingen 8, bij voorkeur overwegend in het gebied van het strijkvlak 13,15 stoot op de mangelcilinders 9.
35 De belangrijke voordelen van de oplossing volgens de uitvinding zijn: - Gelijkmatige verdeling van het glijmiddel op het s tri j koppervlak; - Door het gebruik van een vloeibaar glijmiddel. ver- 40 plaatst zich de textielbekleding van de mangelcilinder 8201983 - 9 - niet; - Snel brengen van het glijmiddel op het strijkvlak en daarmede verhoging van het vermogen van de warme bakken-mangel ten opzichte van het met was bestrijken met een 5 doek; - Aanzienlijke verbetering van de arbeidsvoorwaarden voor het bedieningspersoneel.
-Conclusies- 8201983

Claims (23)

1. Inrichting voor het verbeteren van het glijvermogen van vlakvormige textieljprodukten, in het bijzonder van stuk-ken wasgoed, langs strijkvlakken, bij voorkeur langs het strijkvlak van de warme bakkenmangel, waarbij bij voorkeur 5 een vloeibaar glijmiddel, zoals silikonenoiie en de emul-sies daarvan, wordt toeg'epast, met het kenmerk, dat in ten minste §€n nevelontwikkelinrichting -(2) door een onder druk staand gasvormig medium verstoven en door dit gasvormige medium transporteerbaar glijmiddel via ten minste 10 έ$η Xeiding (6) Xeidbaar is naar een buis (7), die zich na-genoeg over de geheie breedte van het strijkvXak uitstrekt en is voorzien van openingen (8), en door de in de buis (7) aanwezige openingen (8) op ten minste een strijkinrichting (9; 13; 14; 15) sproeibaar is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het k e n -m e r k , dat voor de nevelontwikkelinrichting (2) ten minste een voorraadshouder (1) voor het gXijmiddei is aangebracht, waarbij tussen de nevelontwikkelinrichting (2) en de voorraadshouder (1) een verbinding door een leiding (3) aanwezig 20 is.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met.het k e n -m e r k , dat de buis (7) in de stroomrichting van het door het gasvormige medium getransporteerde glijmiddel binnen de buis (7) naar boven stijgt.
4. Inrichting volgens conclusie 1 of 3, m e t het kenmerk , dat de zich in de buis (7) bevindende openingen (8) als mondstukken zijn uitgevoerd.
5. Inrichting volgens conclusie 1 of 3, m e t het kenmerk , dat openingen als boringen of spleten zijn uitge- 30 voerd.
6. Inrichting volgens conclusie 1 of 3,met het kenmerk , dat het aantal, de plaats en de grootte van de zich in de buis (7) bevindende openingen (8) binnen een ope-ningsreeks van de in de buis (7) aanwezige drukomstandighe-35 den afhankelijk zijn.
7. Inrichting volgens een van de conclusies 1,3 ,4,5,6, 8201983 -13)- m e t het kenmerk, dat zich de openingen (8) bin-nen de buis (7) boven de laagste plaats van de buisbinnendwars-doorsnede bevinden.
8. Inrichting volgens een van de conclusies 1,3,4,5,6,7, 5met het kenmerk, dat het in de buis (7) aanwezi- ge onderste cirkelsegment (7b) is uitgevoerd als terugstroom-goot voor glijmiddeldruppels/ die everitueel neerslaan in de buis (7).
9. Inrichting volgens conclusie l of 3, m e t het 10 kenmerk, dat de leiding (6) , die zich bevindt tussen de nevelontwikkelinrichting (2) en de buis (7), een hoogste plaats (6a) heeft, die in vertikale richting gezien hoger ligt dan de hoogste plaats (7a) van de buis (7).
10. Inrichting volgens een van de conclusies 1,2,3,9, me t 15 het kenmerk, dat tussen de hoogste plaats (6a) van de leiding (6) en de buis (7) Λβη wel op de laagste plaats een aftakking (10) is aangebracht.
11. Inrichting volgens een van de conclusies 1,2,3,9,10, met het kenmerk, dat tussen de aftakking (10) 20 en de voorraadshouder (1) een leiding (11) is aangebracht.
12. Inrichting volgens een van de conclusies 1-3, 9-11, met het kenmerk, dat binnen de leiding (11) een afsluitorgaan (12) is aangebracht.
13. Inrichting volgens conclusie l,met het k e n - 25. e r k , dat aan de nevelontwikkelinrichting (2) een toe-voerleiding (4), die is voorzien van een afsluitorgaan (5), voor een gasvormig medium is toegevoegd.
14. Inrichting volgens een van de conclusies 1-3 en 9-13, met het kenmerk, dat de afsluitorganen (5 en 12) 30 gestuurd bedienbaar zijn.
15. Inrichting volgens een van de conclusies 1-3 en 9-14, met het kenmerk, dat de afsluitorganen (5 en 12) wederkerig open gaan en sluitbaar zijn.
16. Inrichting volgens een van de conclusies 1,2,12,13, 35. e t het kenmerk, dat de nevelontwikkelinrichting (2), de voorraadshouder (1) en de afsluitorganen (5 en 12) zijn aangebracht op een centrale plaats van de strijk- 8201983 - 12 - inrichting (9? 13; 14;15).
17. Inrichting volgens een van de conclusies 1-3 en 9-15, met het kenmerk, dat het afsluitorgaan (5) af-hankeXijk van het niet beXeggen van het strijkvXak (13; 15) 5 met vXakvormige textielprodukten kan worden geopend.
18. Inrichting volgens conclusie l,me't het kenmerk , dat het gasvormige medium, dat naar de nevelont-wikkelinrichting (2) stroomt, samengeperste Xucht is.
19. Inrichting volgens conclusie 1 of 18,met het 10 kenmerk, dat de samengeperste lucht bij voorkeur de afclaaslucht van de hefcilinders van de strijkinrichting is.
20. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk , dat het gasvormige medium, dat stroomt naar de 15 nevelontwikkelinrichting (2), waterdamp is.
21. Inrichting volgens een van de conclusies 1,3-8, met het kenmerk, dat de hoeveelheid gasvormig medium, dat uit de openingen (8) van debuis (7) treedt, met inbegrip van het glijmiddel, dat zich in dit medium bevindt, kleiner 20 is dan de afzuighoeveelheid, die op de strijkinrichting (9; 13; 14; 15) werkt.
22. Inrichting volgens een van de conclusies 1, 3-8, met het kenmerk, dat de buis (7) is aangebracht in de directe nabijheid van de mangelcilinder (9) en van het 25 strijkvlak (13; 15;).
23. Inrichting volgens een van de conclusies 1, 3-8, 21, met het kenmerk, dat de openingen (8) zodanig zijn aangebracht, dat de glijmiddelnevel, die treedt uit de openingen (8), overwegend in het gebied van het strijkvlak (13; 30 15) op ten minste §en mangelcilinder (9) stoot. 8201983
NL8201983A 1981-09-01 1982-05-13 Inrichting voor het verbeteren van het glijvermogen van vlakvormige textielprodukten, in het bijzonder van stukken wasgoed, langs strijkvlakken. NL8201983A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DD81232916A DD209085A3 (de) 1981-09-01 1981-09-01 Einrichtung zur verbesserung der gleitfaehigkeit textiler flaechengebilde, insbesondere von waeschestuecken, an buegelflaechen
DD23291681 1981-09-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8201983A true NL8201983A (nl) 1983-04-05

Family

ID=5533228

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8201983A NL8201983A (nl) 1981-09-01 1982-05-13 Inrichting voor het verbeteren van het glijvermogen van vlakvormige textielprodukten, in het bijzonder van stukken wasgoed, langs strijkvlakken.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4498254A (nl)
AT (1) AT382646B (nl)
BE (1) BE894264A (nl)
BG (1) BG43794A1 (nl)
CH (1) CH659272A5 (nl)
DD (1) DD209085A3 (nl)
DE (1) DE3216167C2 (nl)
FR (1) FR2512083B1 (nl)
GB (1) GB2106147B (nl)
NL (1) NL8201983A (nl)
SE (1) SE8204110L (nl)
SU (1) SU1386684A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4998359A (en) * 1989-10-02 1991-03-12 The Rhymer Company Automatic wax lubricator for flatwork ironer
FR2814532B1 (fr) 2000-09-22 2003-01-03 Rowenta Werke Gmbh Generateur de vapeur avec additifs
TWI259898B (en) * 2002-01-24 2006-08-11 Zygo Corp Method and apparatus for compensation of time-varying optical properties of gas in interferometry
US20120103099A1 (en) * 2010-10-29 2012-05-03 Stuke Michael J Laser vibration sensor, system and method
CN108457063A (zh) * 2018-07-09 2018-08-28 湖州多啦美啦服饰有限公司 新型自动化熨烫机

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1320907A (en) * 1919-11-04 Process for the conservation of water
US1537916A (en) * 1923-05-25 1925-05-12 Eastman Machine Co Pressing and starching implement
GB242749A (en) * 1924-10-10 1925-11-19 Calico Printers Ass Ltd Improvements in drying, lustring and finishing machines for fabrics
US1649337A (en) * 1925-02-18 1927-11-15 Cannon Engineering Co Mangle
US1769397A (en) * 1928-11-21 1930-07-01 Erve C Strickland Clothes-starching machine
FR698825A (fr) * 1930-07-10 1931-02-05 Dispositif de repassage des tricots et des tissus
US1978654A (en) * 1932-04-05 1934-10-30 John F Russell Jr Ironing machine
DE642047C (de) * 1935-01-20 1937-02-20 Siemens Schuckertwerke Akt Ges Plaettmaschine mit einer Hilfswalze, die das Buegelgut vor der Einlaufstelle zwischen Transportwalze und Plaettmulde auf die Walze drueckt
GB475286A (en) * 1936-07-13 1937-11-17 David Bridge And Company Ltd Laundry ironing apparatus, calenders, decoudons and such like
US2146809A (en) * 1937-05-17 1939-02-14 Vapo Systems Equipment Company Vaporizer
GB743944A (en) * 1953-07-21 1956-01-25 Leroy Bristo Edwards Methods for pressing and treating textile fabrics and garments
FR1158328A (fr) * 1956-10-10 1958-06-13 Produit et son support pour faciliter le glissement des fers à repasser
US3011266A (en) * 1958-03-21 1961-12-05 Fleissner & Co G M B H Method of steaming fibrous strip materials
US2883511A (en) * 1958-04-17 1959-04-21 Layton T Gooldy Humidifier
GB970181A (en) * 1962-03-05 1964-09-16 Karl Marx Stadt Maschf Liquid spray devices
DE7007007U (de) * 1970-02-26 1970-08-06 Werner E Schmitz Einwachstuch fuer heissmangel.
AT299860B (de) * 1970-10-19 1972-07-10 Voest Ag Vorrichtung zum Einölen eines band- oder tafelförmigen Bleches
US3799401A (en) * 1972-12-05 1974-03-26 Xerox Corp Silicone oil capacity control using polyurethane belt
US4019225A (en) * 1973-01-29 1977-04-26 Nayfa James E Mill fiber treatment apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
FR2512083A1 (fr) 1983-03-04
FR2512083B1 (fr) 1985-10-31
BE894264A (fr) 1982-12-16
DD209085A3 (de) 1984-04-18
US4498254A (en) 1985-02-12
BG43794A1 (nl) 1988-08-15
AT382646B (de) 1987-03-25
SE8204110L (sv) 1983-03-02
GB2106147A (en) 1983-04-07
DE3216167A1 (de) 1983-03-10
GB2106147B (en) 1985-02-27
SE8204110D0 (sv) 1982-07-02
CH659272A5 (de) 1987-01-15
SU1386684A1 (ru) 1988-04-07
DE3216167C2 (de) 1985-03-28
ATA178582A (de) 1986-08-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2848353A (en) Method and apparatus for spraying articles including separation and recirculation of coating material
CN1133369A (zh) 有干燥装置的自动洗衣机
NL8201983A (nl) Inrichting voor het verbeteren van het glijvermogen van vlakvormige textielprodukten, in het bijzonder van stukken wasgoed, langs strijkvlakken.
CN108514982B (zh) 一种uv底漆喷漆线
CN102405315A (zh) 具有蒸汽发生器的洗衣处理装置和处理待洗涤物品的方法
CN102165113A (zh) 具有抽屉式薄雾供给装置的干衣机
US4483160A (en) Dry cleaning apparatus for cleaning pieces of fabric
EP0552843A1 (en) Washing and drying machine with an improved safety device against water pollution
DE4422191A1 (de) Trockengerät, insbesondere Kondensationswäschetrockner, mit einer Wärmepumpeneinrichtung
NL8503465A (nl) Appreteermachine en werkwijze voor het werken met een appreteermachine.
JPH02504482A (ja) トンネルフィニッシャ
CN208362759U (zh) 一种验布机熨烫装置
US3991236A (en) Method for coating a material length with a fluid coating substance
CN208562182U (zh) 一种化肥干燥包膜机
CN217222110U (zh) 一种薄膜表面涂液及烘干设备
US3847111A (en) Flow-coating apparatus
NL8600818A (nl) Inrichting voor het verplaatsen van lucht door een verfspuitcabine.
NL8201254A (nl) Werkwijze voor het exploiteren van een warme bakmangel alsmede warme bakmangel voor het uitvoeren van deze werkwijze.
US2970938A (en) Control of stock supply in paper making machines
DE19828242A1 (de) Wäschebehandlungsmaschine, insbesondere Waschtrockner
DE2214618C3 (de) Wäschetrockner
US2992778A (en) Liquid spray apparatus
CN112547393A (zh) 气动喷枪喷漆工作台
CN206680559U (zh) 一种镀锌预处理装置
JPH02160073A (ja) 液体のミタリング吐出方法とその装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed