NL8201099A - Wandelement. - Google Patents

Description

-----------------------' --- ' v t;v » i

Randelement.

De uitvinding betreft een wandelement, in het bijzonder voor de binnenafwerking van gebouwen, bestaande uit een raamconstructie, die eventueel dragende eigenschappen heeft, waarop aan beide zijden een voldoende stijfheid bezitten-5 de dekplaat is bevestigd en die bij voorkeur een vulling van warmte- en respectievelijk of gelüidsisolerend materiaal bezit.

Dergelijke wandelementen worden gewoonlijk pas op de bouwplaats uit hun onderdelen samengesteld, omdat de werkelijk benodigde afmetingen sterk afhankelijk zijn van de 10 betreffende ruwbouwuitvoering. Zo verschillen bijvoorbeeld de nauwkeurige maten in de hoogte en breedte van plaats tot plaats in het gebouw en ook van verdieping tot verdieping, zodat prefabriceren in de fabriek slechts moeilijk mogelijk is, omdat immers aan de gerede delen geen grotere aanpassingen meer moge-15 lijk zijn. Bij verplaatsbare wanden is het bekend, kleinere hoogteverschillen door verstelbare voetschroeven, die aan de wandelementen zijn aangebracht, uit te voeren. Dergelijke wand-elementen hebben vloer- en/of plafondbekledingen (lijsten) nodig, om de aanwezige spleten af te dekken.

20 Bij het opstellen van tussenwanden is het even eens reeds bekend, in de lengterichting verstelbare staanders aan te brengen, die aan de gegeven bouwhoogte kunnen worden aangepast. Deze uit de staanders bestaande wandgeraamten worden dan op de bouwplaats door wandplaten bedekt.

25 De uitvinding heeft ten doel, wandelementen van de bovenbeschreven soort ter beschikking te stellen, die in de fabriek zijn vervaardigd en die een mogelijkheid bieden voor de aanpassing aan de ruimtelijke afmetingen tot een vooraf bepaalde orde van grootte, zonder montage op de bouwplaats. Hier-30 door moet vooral het droog oprichten van tussenwanden bij de binnenafwerking van gebouwen met een zo klein mogelijke vakkennis ("doe-het-zelf-methode") en met een zo klein mogelijke behoefte aan gereedschappen worden bereikt. Bovendien moeten de storende ^ 8201099 - 2 - . ' X ‘ bekledingen wegvallen, zodat zich bij de eindbinnenafwerking 1 geen hinder voordoet.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bij een wandelement van de bovenbeschreven soort bereikt, doordat de 5 afmeting van het wandelement aan tenminste een van zijn randen kan worden verkleind, doordat het ter plaatse van deze rand verlopende raamdeel ofwel ten opzichte van de rand over een vooraf bepaalde grotere verkleiningsmaat in het wandelement is teruggezet, ofwel met de aansluitende, bij voorkeur in hun 10 lengte veranderlijke, raamdelen losneembaar is verbonden en ten opzichte van deze respectievelijk met deze tot op de grootste verkleiningsmaat in het inwendige van het wandelement verschuifbaar en terugzetbaar is, waarbij de platen in de omgeving van de verstelplaats van de· raamdelen niet met deze laatsten 15 zijn verbonden.

Deze uitvoeringsvorm laat bij prefabrikage van het element in de fabriek door verstellen van het betreffende raamdeel en afsnijden van de uitstekende dekplaatdelen een nauwkeurige aanpassing aan de werkelijke afmetingen in het ge-20 bouw toe. Een verder voordeel van de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat hierin, dat dankzij een overeenkomstige bemeting van de grootste verkleiningsmaat een'vervaardiging op de lopende band mogelijk is, omdat nu alleen wandelementen met een met deze verkleiningsmaat overeenkomend, groottever-25 schil behoeven te worden vervaardigd, zodat' ten opzichte van een tot nu toe gebruikelijke afzonderlijke vervaardiging of vervaardiging, in kleine series de overeenkomstige voordelen ontstaan, en een voorraad kan worden aangehouden, zodat dergelijke wandelementen als ander bouwmateriaal door elke bouvmaterialen-30 handelaar kunnen worden aangeboden.

Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt voorgesteld, dat de tussen het teruggezette raamdeel en de plaatrand bestaande ruimte is opgevuld door een, in het bijzonder verkleinbaar, vulstuk, en bij voorkeur aan het raamdeel 35 aan de zijde van de bodem opzichzelf bekende compensatiesteunen

G

V 8201099 it 4 _ - 3 - zijn aangebracht.

De uitvinding zal hierna aan de hand van de in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorb eelden nader worden toegelicht.

5 De figuren 1,2, 5 en 6 tonen perspectivi sche. aanzichten van tenjdele opengewerkte uitvoeringsvoorbeelden van een bouwelement volgens de uitvinding en de figuren 3 en U tonen doorsneden in het vloeraansluitdeel ter verdere toelichting van de verkleinings-10 mogelijkheid van het bouwelement.

Volgens de figuren 1, 2, 5 en 6 bestaat het in zijn geheel met 1 aangeduide bouwelement uit een houten draagraam, dat is voorzien van randstaanders 2 en dwarshouten 3. In de figuren is telkens slechts een deel met een staander 2 15 en het onderste dwarshout 3 weergegeven. Op dit uit de staanders en dwarshouten gevormde raam zijn aan beide zijden een voldoende eigen stijfheid bezittende dekplaat 1* en 5s bijvoorbeeld gipskartonplaten, op geschikte wijze bevestigd. Dit kan bijvoorbeeld geschieden door schroeven, spijkeren, plakken en derge-20 lijke. Bij het in de figuren 1 en 2 getekende uitvoeringsvoor- beeld is de verkleiningsmogelijkheid in de hoogte voor het bouwelement 1 aanwezig, doordat het onderste dwarshout 3 ten opzichte van de rand van de platen k en 5 over een grootste ver-kleiningsmaat in het inwendige van het element 1 teruggezet is 25 opgesteld. De daardoor ontstane holle ruimte in het randdeel van het element 1 is opgevuld door een een vierkante lat 6, die slechts in het element 1 is geschoven of gemakkelijk losneembaar is bevestigd. In dit bereik zijn de beide dekplaten U en 5 alleen aan het dwarshout 3 bevestigd. Het is dus gemakkelijk moge-30 lijk door verkleinen van het element 1 aan de onderrand de hoogte van het element aan te passen aan de gegeven afmetingen van de ruimte, waarin het element moet worden opgesteld, zonder de dragende constructie van het element ongunstig te beïnvloeden. Bovendien kan het element 1 nog zijn voorzien van compensatie-35 steunen 10, om oneffenheden van de vloer of bodem te compenseren.

y - l Γ j 8201099 ï i - U -

Bij de getekende uitvoeringsvorm bestaan de compensatie-steunen 10 uit een losneembaar aan bet dwarshout 3 bevestigde, in het bijzonder opsteekbare plaat 11, die is voorzien van een boring met schroefdraad, waarin een schroefbout 12 met steun-5 kop 13 is geschroefd. Het dwarshout 3 en de zich daaronder be vindende vierkante lat 6 zijn voorzien van. overeenkomstige boringen voor het opnemen van de schroefbout 12.

Uit de figuren 3 en k blijkt de grootte van het aanpassingsvermogen van het element 1 aan de ruimtelijke 10 verhoudingen. In figuur 3 is de stand bij maximale hoogte van het niet afgesneden element ten opzichte van het niveau 20 van de ruwe vloer van de ruimte weergegeven. De schroefbout 12 is in de verst mogelijk uitgeschroefde draagstand weergegeven, dat wil zeggen hij steekt over de afstand a van de onderkant van 15 het element uit. De hierdoor ontstane spleet tussen de onderkant van het element en het niveau 20 van de ruwe vloer wordt door de pas later opgebrachte vloerconstructie afgedekt. Het niveau van de gerede vloer is met 21 aangeduid. Uit het bovenstaande blijkt daarom, dat bij de binnenafwerking geen afdeklijsten 20 nodig zijn, omdat de afdekplaten tot onder dit vloerniveau 21 reiken.

Bij de in figuur k getekende stand is het bouwelement 1 tot op zijn grootste verkleiningsmaat afgesneden, dat wil zeggen tot aan de onderkant van het dwarshout 3, waar-25 bij ook de compensatiesteunen 10 werden verwijderd.

In figuur 2 zijn behalve de aan de hand van figuur 1 beschreven hoogte-aanpassing door middel van de vier-. kante lat 6 twee verdere mogelijkheden voor een aanpassing van de breedte van het element weergegeven. De verstelmogelijkheid 30 respectievelijk verkleinbaarheid in de breedte kan op dezelfde wijze als voor de aanpasbaarheid in de hoogte aanwezig zijn, doordat de staander 2 ten opzichte van de rand van het element 1 in het inwendige daarvan is teruggezet en een vulklos 7 overeenkomstig de vierkante lat 6 op de staander 2 is geplaatst. 35 De tweede getekende mogelijkheid voor een ver- \ ^8201099 - 5 - Τ Ϊ kleining bestaat hierin, dat de staander 2 aan zijn beide einden verschuifbaar aan de dwarshouten 3 is aangebracht. Hiertoe kan bijvoorbeeld op de kopzijde van de staander 2 een U-profiel-deel 8 zijn bevestigd, dat dwars van de staander 2 uitsteekt 5 en op het dwarshout 3 ligt. Ter verbinding met het dwarshout is bij het getekende uitvoeringsvoorbeeld op het dwarshout een het U-profiel 8 omvattend U-profiel 9 bevestigd, waarin het U-profieldeel 8 verschuifbaar is. De verbinding tussen de beide U-profielen 8 en 9 kan door middel van op de door punten aange-10 duide plaatsen ingeschroefde, zelf-tappende schroeven of der gelijke geschieden, die door de platen 5 heen worden geschroefd.

In de figuren 5 en 6 zijn verdere mogelijkheden voor de verstelbaarheid van het dwarshout 3 respectievelijk van de staander 2 getekend. Door het aanbrengen van een aan 15 het kopeinde van het verstelbare raamdeel (in dit geval het dwarshout 3) uitstekende tap 1U, die in een langssleuf 15 in het aansluitende raamdeel (in dit geval de staander 2) grijpt, kan het ene raamdeel (dwarshout 3) tot aan het binnenste einde van de sleuf 15 worden versteld. Wanneer de tap 1k, zoals in 20 figuur 6 is weergegeven, langer is uitgevoerd dan de dikte van het raamdeel (staander 2) bedraagt, kan gelijktijdig ook een verstelmogelijkheid in de andere dimensie van het element worden geschapen.

Wanneer extra staanders 16 (figuur 5) zijn 25 aangebracht, dan kunnen deze met een pen-sleufverbinding aan het dwarshout 3 worden vastgezet, waarbij de pen 17 van de extra staander 1ó een met het lang-gat in de randstaander 2 overeenkomende lengte moet hebben. De pen 17 zal pas na het verkleinen van het element bijvoorbeeld door een van buitenaf 30 doorgeschroefde bevestigingsschroef in het dwarshout vastgezet.

Bij de in de figuren 5 en 6 getekende uitvoeringsvormen zijn de dekplaten k en 5 bij de prefabrikage alleen vast met de raam-delen (staanders 2 en dwarshouten 3) vast verbonden op die plaatsen, waarvoor het verkleinen geen verstelmogelijkheid voor 35 de raamdelen is voorzien.

'M': ^82 0 1 0 9 9 t i - 6 - 1 De getekende wandelementen volgens de figuren 1 tot en met 6 zijn voorzien van een vulling 18: van warmte-en respectievelijk of geluidsisolerend materiaal, dat bij voorkeur ook brandremmende. eigenschappen bezit, bijvoorbeeld mine-5 rale wol. De vulling 18 is samendrukbaar respectievelijk kan ten behoeve van de aanpassing aan het wandelement ook aan de randen smaller respectievelijk korter worden gemaakt.

De raamdelen van het element 1 behoeven in geen geval uit hout te bestaan, maar kunnen ook van metaal of 10 kunststof, bijvoorbeeld in de vorm van U-profielen worden ver vaardigd, waarbij bijvoorbeeld voor de verstelmogelijkheid van de raamdelen ten opzichte van elkaar verbindingen kunnen zijn aangebracht, die soortgelijk zijn uitgevoerd als zij aan de hand van de U-profieldelen 8 en 9 in figuur 2 zijn getekend.

15 Met de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding van het bouwelement 1 kan een grote rationalisering van de opslag worden bereikt, omdat met een slechts gering aantal grootteverschillen alle bouwhoogten en -breedten kunnen worden overspannen. Het is bijvoorbeeld doelmatig gebleken, trapsge-20 wijze hoogteverschillen van 15 cm en trapsgewijze breedtever- sehillen van ongeveer 30 cm toe te passen, zodat dus verklei-ningsmogelijkheden in deze orde van grootte aan de afzonderlijke elementen zijn toegevoegd.

Vanzelfsprekend stellen de getekende verbin-25 dingen om een verstelmogelijkheid van afzonderlijke raamdelen te bereiken, slechts uitvoeringsvoorbeelden voor. Daarom kan in principe elke geschikte verbinding voor de raamdelen worden toegepast .

Verder is het ook moelijk, de wandelementen, 30 zoals bekend, te voorzien van deuropeningen of vensters, door geef openingen en dergelijke.

Ofschoon het wandelement volgens de uitvinding in hoofdzaak voor de binnenafwerking van gebouwen bestemd is, kan het onder bepaalde omstandigheden ook voor buitenwanden, 35 bijvoorbeeld bij de bouw van geprefabriceerde huizen, worden toe- ·>*-· \ 82 0 1 0 9 9 - 7 - t 1 gepast.

. i 8201099

kjï? ......... J

Claims (4)

1. Wandelement, in het bijzonder voor de binnenafwerking van gebouwen, bestaande uit een raamconstruc-tie, eventueel met dragende eigenschappen, waarop aan beide 5 zijden een voldoende eigen stijfheid bezittende dekplaat is bevestigd, en die bij voorkeur een vulling van warmte- en respectievelijk of geluidsisolerend materiaal bezit, met het kenmerk, dat de afmeting van het wandelement (1) aan tenminste één van zijn randen kan worden verkleind, doordat het 10 ter plaatse van deze rand verlopende raamdeel (2; 3) hetzij ten opzichte van de rand over een vooraf bepaalde grootste ver-kleiningsmaat in het wandelement is teruggezet, hetzij met de aansluitende, bij voorkeur wat betreft hun lengte veranderlijke, raamdelen (3; 2) losneembaar is verbonden en ten opzichte van 15 deze respectievelijk met deze tot op de grootste verkleinings- maat in het inwendige van het wandelement verschuifbaar en terugzetbaar is, waarbij de platen (b, 5) in het bereik van de verstelplaatsen van de raamdelen niet met deze laatsten zijn verbonden.

2. Wandelement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tussen het teruggezette raamdeel (2, 3. en plaatrand bestaande ruimte is opgevuld door een, in het bijzonder verkleinbaar, vulstuk: (6, 7), en bij voorkeur aan het raamdeel aan de zijde van de vloer (dwarshout 3) opzichzelf 25 bekende compensatiesteunen (10) zijn aangebracht.

3. Wandelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat ten behoeve van een onderlinge verschuifbaarheid van naburige raamdelen het ene aan de einden pennen (11+) en het naburige aan de einden langssleuven (15) heeft. 30 h. Wandelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de raamdelen (2, 3) bestaan uit twee telescopisch in elkaar schuifbare U-profielen (8, 9)·

5· Wandelement voor de binnenafwerking en/of buitenafwerking van gebouwen, in hoofdzaak zoals beschreven 35 in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. Jh -v 8201099