NL8201245A - Wandelement. - Google Patents

Description

( i- -s

Wandelement.

De uitvinding "betreft een wandelement, in het "bijzonder een tussenwandelement voor de "binnenafwerking, met een treem, met aan dit freem aangebrachte dekplaten, en eventueel met een vulling van warmte- en respectievelijk of 5 geluidsisolerend materiaal, alsmede bij voorkeur met een hoogfce- verstelling voor de aanpassing aan verschillende hoogten van kamers en andere ruimten.

Dergelijke wandelementen worden gewoonlijk pas op de bouwplaats uit hun onderdelen samengesteld, omdat de 10 werkelijk benodigde afmetingen sterk afhankelijk zijn van de betreffende ruwbouvuitvoering. Zo verschillen bijvoorbeeld de nauwkeurige maten in de hoogte en breedte van plaats tot plaats in het gebouw en ook van verdieping tot verdieping, zodat een prefabrikage in de fabriek slechts moeilijk mogelijk is, omdat 15 immers aan de gerede delen geen grotere aanpassingen meer moge lijk zijn. Bij verplaatsbare wanden is het bekend, kleinere hoogteverschillen te compenseren door verstelbare voetschroeven die aan de wandelementen zijn aangebracht. Dergelijke wandelementen hebben vloer- en/of plafondafdekkingen (lijsten) nodig, om 20 de aanwezige spleten af te dekken.

Bij het opstellen van tussenwanden is het eveneens reeds bekend, in de lengte verstelbare staanders aan te brengen, die aan de gegeven kamerhoogte kunnen worden aangepast. Deze uit de staanders bestaande wandgestellen worden dan 25 op de bouwplaats met wandplaten bekleed.

De uitvinding heeft ten doel, wandelementen van de bovenbeschreven soort beschikbaar te stellen, die in de fabriek zijn vervaardigd en die een mogelijkheid bieden voor de aanpassing aan de ruimtelijke afmetingen tot een vooraf bepaal-30 de orde van grootte, zonder montage op de bouwplaats. Hierdoor moet vooral een droge opstelling van tussenwanden bij de binnenafwerking van gebouwen met een zo gering mogelijke vakkennis ("doe- -het-zelf-methode") en met een zo gering mogelijke behoefte 8201245 4 9 - 2 - aan gereedschappen worden bereikt. Bovendien moeten de storende afdeklijsten vervallen, zodat bij de eindbinnenafVerking geen hinder wordt ondervonden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bij een 5 wandelement van bovenbeschreven soort bereikt, doordat het freem bestaat uit tenminste twee ten opzichte van elkaar verstelbare, met betrekking tot het wandmiddenvlak in het bijzonder symmetrisch uitgevoerde freemdelen, waarbij de dekplaten vast met een van deze freemdelen zijn verbonden, en na aanpassing 10 daarvan aan de kamergrootte met het andere freemdeel verbind baar zijn.

Zodoende wordt een flexibel wandaansluit-'systeem geschapen, dat bestaat uit tenminste twee inzich verschuif- en vastzetbare freemconstructiedelen, waarbij de be-15 planking in de fabriek reeds is uitgevoerd, echter slechts op het ene vast toegepaste wanddeel wordt bevestigd. Het tweede deel wordt na vaststelling vande noodzakelijke breedte in de freemconstruetie overeenkomstig verschoven en gefixeerd, de uitstekende beplankingsstrook door middel van een afsnij-inrich-20 ting (met de hand of machinaal) afgesneden en de nog open, uiteindelijke bevestiging uitgevoerd.

De wandelementen volgens de uitvinding kunnen bij de bouwmaterialenhandel als echt alternatief voor het oprichten van scheidingswanden door middel van tussenwanddelen 25 in klein formaat worden aangeboden, waarvoor de bovengenoemde flexibiliteit en verstelbaarheid een doorslaggevende betekenis heeft. Omdat deze normelementen ook bij andere toepassingen kunnen worden gebruikt, kunnen elementen in verschillende hoogten in stappen van 15 cm.worden vervaardigd.

30 Voordelig is, dat de freemdelen uit in elkaar verschuifbare profielen, in het bijzonder U-profielen, bestaan, en dat tenminste een daarvan is voorzien van een langgat, waardoor een schroef voor de hoogteverstelling van het wandelement is gestoken.

35 Hierbij kan tenminste één van de freemdelen 8201245 t *· * - 3 - zijn voorzien van een versterking respectievelijk onderlegdeel, in het bijzonder van hout.

Het is ook doelmatig, dat de freemdelen ter plaatse van tenminste twee hoeken van het wandelement zijn 5 voorzien van een messing/groefverhinding, waarbij in een van de freemdelen een uitsparing, in het bijzonder een sleuf, is aangebracht, en het naburige freemdeel door middel van een messing respectievelijk een tap verstelbaar in deze uitsparing is geleid.

j 10 Hierbijis het gunstig, dat bij aanbrengen van een tussendeel tussen de freemdelen het tussendeel vast met een van de freemdelen is verbonden en met betrekking tot het andere freemdeel verschuifbaar is gelagerd.

Het is ook mogelijk, dat de einden van de 15 freemdelen ten opzichte van elkaar zijn verplaatst, waarbij elk freemdeel benen met verschillende lengten heeft.

Om redenen van transport en opslag kan het doelmatig zijn, dat tenminste een van de freemdelen een zwenk-baar gelagerd been bezit, waarbij de zwenkas in de hoek van het 20 wandelement is aangebracht en ongeveer dwars ten opzichte van het vlak van de dekplaten verloopt.

De uitvinding zal hierna aan de hand van de tekening, waarin twee uitvoeringsvoorbeelden van het onderwerp van de uitvinding zijn weergegeven, nader worden toegelicht.

25 Figuur 1 is een perspectivisch, gedeeltelijk opengewerkt aanzicht van een wandelement volgens de uitvinding, figuur 2 is een horizontale doorsnede van dit wandelement, figuur 3 komt overeen met figuur 2, echter bij 30 een veranderde kamergrootte, figuur 4 is een doorsnede door de in elkaar geleide freemdelen, figuur 5 is een aanzicht op een kleinere schaal van een uitvoeringsvorm met freemdelen met een verplaat-35 ste scheidingsvoeg, 8201245 * -ikfiguur 6 is een aanzicht van freemdelen met zwenkbare benen, figuur T is een perspectivisch, gedeeltelijk opengewerkt aanzicht van een wandelement volgens de uitvinding 5 met freemdelen van hout en een tussendeel, en figuur 8 komt overeen met figuur 7 bij een veranderde kamergrootte.

Volgens de figuren 1 tot en met 6 bestaat het in zijn geheel met 1 aangeduide bouwelement uit een freem, 10 dat is voorzien van randstaanders 2 en dwarsdelen 3. In de figuren is telkens slechts een gedeelte met een staander 2 en het onderste dwarsdeel 3 weergegeven. Op dit uit de staanders 2 en dwarsdelen 3 gevormde freem zijn aan beide zijden een voldoende eigen stijfheid bezittende dekplaten b en 5, bijvoor-15 beeld gipskartönplaten, op geschikte wijze bevestigd. Dit kan bijvoorbeeld geschieden door schroeven, spijkeren, plakken en dergelijke. Bij het in de figuren 1 en 2 getekende uitvoerings-voorbeeld is de verkleiningsmogelijkheid in de hoogte voor het bouwelement 1 aanwezig, doordat het onderste dwarsdeel 3 ten 20 opzichte van de rand van de platen if en 5 over een grootste ver- kleiningsmaat in het inwendige van het element 1 teruggezet is opgesteld. De daardoor gevormde holle ruimte aan de rand van het element 1 is opgevuld door een vierkante lat 6, die slechts in het element 1 is geschoven of gemakkelijk losneembaar 25 is bevestigd. In dit bereik zijn de beide dekplaten b en 5 slechts aan het dwarsdeel 3 bevestigd. Het is dus gemakkelijk mogelijk, door verkleinen van het element 1 aan de onderste rand de hoogte van het element aan te passen aan de gegeven afmetingen van de kamer of andere ruimte, waarin het element 30 moet worden opgesteld, zonder de dragende constructie van het element ongunstig te beïnvloeden. Bovendien kan het element 1 nog zijn voorzien van een hoogteverstelling, om oneffenheden van de vloer te compenseren. Bij de getekende uitvoeringsvorm bestaat de hoogteverstelling uit een losneembaar aan het dwars-35 deel 3 bevestigde, in het bijzonder opgestoken plaat 11, die 8201245 41 - 5 - is voorzien van een schroefdraadboring, waarin een schroefbout 12 met steunkop is geschroefd. Het dwarsdeel 3 en de zich daaronder bevindende vierkante lat 6 zijn voorzien van overeenkomstige boringen voor het opnemen van de schroefbout 12.

5 De freemdelen 2 en 3 zijn als U-vormige pro fielen van metaal of kunststof gevormd en ten opzichte van elkaar verschuifbaar. De verschuifbaarheid wordt gewaarborgd, doordat één van de U-profielen aan zijn ene einddeel smaller is uitgevoerd (figuur U). Voor het doorsteken van de bout 12 door 10 de freemdelen is in één daarvan een langgat 1^ gevormd, waardoor de bout 12 uitsteekt (figuren 2 en 3).

De freemdelen 2 en 3 zijn meestal symmetrisch uitgevoerd. Voor de vorming van een verplaatste scheidingsvoeg is het echter ook mogelijk, de benen 2’ en 3’ respectievelijk 15 2" en 3" van de freemdelen 2 en 3 een verschillende lengte te geven (figuur 5)·

Om het transport respectievelijk de opslag te vereenvoudigen, dat wil zeggen transport- en opslagruimte uit

IV V

te sparen,, kunnen de benen 2 , en 2 van de freemdelen ook 20 scharnierbaar respectievelijk zwenkbaar zijn aangebracht (fi guur 6). De zwenkas 16 is hierbij in het hoekdeel van het wand-element aangebracht en staat in hoofdzaak loodrecht op het vlak van de dekplaten.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de 25 figuren 7 en 8 bestaat, het freem uit staanders 22 en dwars- latten 23. Door aanbrengen van een aan het kopeinde van het verstelbare freemdeel, dat wil zeggen van de dwarslat 23 uitstekende tap of messing 2b, die in een langssleuf of -groef 25 in het aansluitende freemdeel 22 grijpt, kan het ene freem-30 deel (dwarslat 23) tot aan het binnenste einde van de sleuf 25 worden versteld. Wanneer de tap 2^·, zoals in figuur 7 weergegeven, langer is uitgevoerd dan de dikte van het freemdeel (staander 22) bedraagt, kan gelijktijdig ook een verstelmogelijkheid in de andere dimensie van het element worden geschapen. 35 Wanneer extra staanders 26 zijn aangebracht, 8201245 * nr ή - 6 - dan kannen deze met een messing/groefverbinding aan de dwars-lat 23 worden bevestigd, waarbij de messing 27 van de extra staander 26, die in een sleuf 28 van de dwarslat 23 grijpt, een met bet langgat in de randstaander 22 overeenkomende lengte 5 moet hebben. De messing 27 wordt pas na het verkleinen van het element bijvoorbeeld door een van buitenaf doorgeschroefde bevestigingsschroef in de dwarslat 23 vastgezet. Bij de in de figuren 7 en 8 getekende uitvoeringsvormen zijn de dekplaten k en 5 bij de prefabrikage alleen op die plaatsen vast met de freem-10 delen (staanders 22 en dwarslatten 23) verbonden, waar voor het verkleinen geen verstelmogelijkheid van de freemdelen is voorzien.

De getekende wandelementen volgens, de figuren 1 tot en met 8 zijn voorzien van een vulling 18 van-warmte- en 15 respectievelijk of geluidsisolerend materiaal, dat bij voorkeur ook brandremmende eigenschappen bezit. Bijvoorbeeld minerale wol. De vulling 18 is samendrukbaar respectievelijk kan ten behoeve van de aanpassing van het wandelement ook aan de randen worden afgesneden.

20 De freemdelen van het element 1 behoeven in geen geval uit hout of uit van hout vervaardigd materiaal te bestaan, maar kunnen ook uit metaal of kunststof, bijvoorbeeld in de vorm van U-profielen worden vervaardigd, waarbij bijvoorbeeld voor de verstelmogelijkheid van de freemdelen ten op-25 zichte van elkaar verbindingen kunnen zijn aangebracht, die op soortgelijke wijzé zijn uitgevoerd, als zij aan de hand van de U-profieldelen 8 en 9 in figuur 2 zijn getekend.

Met de constructieve uitvoeringsvorm volgens de uitvinding van het bouwelement 1 kan een grote rationalise-30 ring van de opslag worden bereikt, omdat met een slechts gering aantal trapsgewijze verschillende grootten alle bouwhoogten en -breedten kunnen worden overspannen. Het is bijvoorbeeld doelmatig gebleken, trapsgewijze hoogteverschillen van 15 cm en trapsgewijze breedteverschillen van ongeveer 30 cm toe te pas-35 sen, zodat dus verkleiningsmogelijkheden in deze orde van 8201245 **> ί Λ - τ - grootte aan de afzonderlijke elementen worden voorzien.

Vanzelfsprekend stellen de getekende verbindingen, om een verstelmogelijkheid van afzonderlijke freemdelen te bereiken, slechts uitvoeringsvoorbeelden voor. Daarom kan —k© 5 principieel el/ . geschikte verbinding voor de freemdelen worden toegepast.

Verder is het ook mogelijk de wandelementen, zoals bekend, te voorzien van deuropeningen of vensters, doorgeef openingen en dergelijke.

10 Ofschoon het wandelement volgens de uitvinding voornamelijk bestemd is voor de binnenafwerking van gebouwen, kan het onder bepaalde omstandigheden ook worden toegepast voor buitenwanden, bijvoorbeeld bij het bouwen met geprefabriceerde elementen.

8201245

Claims (10)

1. Wandelement, in het "bijzonder tussenwand-element voor de binnenafwerking, met een freem, met aan dit freem aangebraehte dekplaten, en eventueel met een vulling van 5 warmte- en respectievelijk of geluidsisolerend materiaal, als mede bij voorkeur met een hoogteverstelling voor de aanpassing aan verschillende hoogten, van kamers of andere vertrekken, met het kenmerk, dat het freem bestaat uit tenminste twee ten opzichte van elkaar verstelbare, met betrekking tot het wand- 10 middenvlak in het bijzonder symmetrisch uitgevoerde freemdelen (2, 3; 22, 23), waarbij de dekplaten (U, 5) met één van deze freemdelen vast zijn verbonden en met het andere freemdeel na aanpassing daarvan aan de grootte van het vertreijverbindbaar zijn.

2. Wandelement volgens conclusie 1, 15 met het kenmerk, dat de freemdelen (2, 3) bestaan uit in elkaar verschuifbare profielen, in het bijzonder U-profielen.

3. Wandelement volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat voor de hoogteverstelling van de freemdelen (2, 3) een schroef (12) is aangebracht, die door een langgat 20 (1^) in één van de freemdelen (2, 3) is gestoken (figuren 1-6).

4. Wandelement volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat voor de hoogteverstelling van db wandelement en tenminste één van de freemdelen (2, 3) is voorzien van een versterking respectievelijk onderlegdeel (6), in het bij- 25 zonder van hout (figuur 1).

5. Wandelement volgens één van de conclusies 1 tot en met U, met het kenmerk, dat de freemdelen (22, 23) ter plaatse van tenminste twee hoeken van het wandelement zijn voorzien van een messing/groef verbinding, waarbij in één van 30 de freemdelen een uitsparing (25), in het bijzonder een sleuf, is gevormd, en het naburige freemdeel door middel van een messing respectievelijk een tap (2Π) verstelbaar in deze uitsparing is geleid (figuren 7» 8).

6. Wandelement volgens één van de conclusies 35. tot en met 5j met het kenmerk, dat bij aanbrengen van een 8201245 - 9 - Λ staander (26) tussen de freemdelen (22, 23) de staander vast is verbonden met één van de freemdelen en ten opzichte van het andere freemdeel verschuifbaar is gelagerd (figuren 7» 8).

7. Wandelement volgens conclusie 6, 5 met het kenmerk, dat de staander (26) is voorzien van een tap respectievelijk een messing (27)» die verschuifbaar is geleid in een uitsparing, in het bijzonder een sleuf respectievelijk langgat (28), Van het ene freemdeel (23) (figuren 7, 8).

8. Wandelement volgens één van de conclusies 10. tot en met 7, met het kenmerk, dat de einden van de freemdelen (2, 3) ten opzichte van elkaar zijn verplaatst, waarbij elk been van de raamdelen (2', 2"; 3’, 3”) een andeas lengte heeft (figuur 5).

9. Wandelement volgens één van de conclusies 15. tot en met 8, met het kenmerk, dat tenminste één van de het freem vormende, ten opzichte van elkaar verstelbare freemdelen (2) een zwenkbaar gelagerd been (2^, 2^) bezit, waarbij de zwenkas (16) in de hoek van het wandelement is aangebracht en in hoofdzaak loodrecht op het vlak van de dekplaten staat 20 (figuur 6).

10. Wandelement, in het bijzonder tussenwand-element voor de binnenafwerking, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 8201245