<Desc/Clms Page number 1>
"Werkwijze en steun voor het beschermen tegen vocht van deurstijlen van een kozijn"
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het beschermen tegen vocht van deurstijlen van een kozijn, welke vooral gevormd worden uit houtvezelplaten die zeer vochtgevoelig zijn en bij contact met water zwellen, verkleuren en afbladeren.
Er stelt zich dan ook vooral een probleem bij poets-en reinigingswerken van vloeren met water aangezien watercontact met het onderuiteinde van het deurkozijn dat op de vloer rust nagenoeg onvermijdelijk
EMI1.1
is.
Een toepasselijk doch meestal niet afdoend hulpmiddel dat soms gebruikt wordt, is het aanbrengen van een siliconen voeg tegen de onderrand van het deurkozijn. De efficientie van dit produkt is sterk afhankelijk van de kwaliteit ervan en de zorg waarmee het aangebracht wordt.
De uitvinding heeft dan ook tot doel aan dit belangrijk probleem te verhelpen en dit op een manier die totaal onafhankelijk is van het vakmanschap waarmee het deurkozijn geplaatst wordt in de deuropening.
Bovendien wordt ervoor gezorgd geen afbreuk te doen aan het esthetisch uitzicht, maar laat de uitvinding in de meeste gevallen toe dit te verbeteren.
Tot dit doel brengt men op het ondervlak van de deurstijlen die de kozijn vormen een steun aan van een waterbestendig materiaal dat bij voorkeur nagenoeg passend en vochtafsluitend tegen dit ondervlak aansluit.
Doelmatig lijmt men deze steun op het ondervlak van de deurstijlen.
<Desc/Clms Page number 2>
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding maakt men gebruik van een steun met een opstaande rand die zieh tegen de buitenzijde van de voet van de deurstijlen uitstrekt.
In een meer specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding, bij een kozijn bestaande uit een muurstuk dat in de deuropening dient geplaatst te worden en twee haaks op dit muurstuk zijdelings aanslultende afzonderlijke opstaande L-vormige omlijstingsstukken, maakt men gebruik van een steun die bestaat uit afzonderlijke in elkaar grijpende delen die elk op het ondervlak van een van genoemde stukken voorzien wordt.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een steun voor deurkozijnen, m. b. voor het toepassen van de hierboven gedefinieerde werkwijze.
Deze steun is gekenmerkt door het feit dat hij voor elk afzonderlijk in een deuropening te plaatsen deel van een deurstijl een afzonderlijk steundeel bevat, waarbij de steundelen van de zijdelings tegen elkaar aan te sluiten samenstellende delen van een deurstijl, enerzijds, van middelen voorzien zijn om met elkaar samen te werken en, anderzijds, van middelen voorzien zijn waardoor ze nagenoeg waterdicht tegen het ondervlak van genoemde deurstijlen kunnen bevestigd worden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de met elkaar samenwerkende steundelen gedeeltelijk in elkaar schuifbaar.
Andere kenmerken van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van de hierbij gevoegde figuren van een bijzondere uitvoeringsvorm van een steun volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet ; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op deze figuren.
<Desc/Clms Page number 3>
Figuur 1 is een perspectief aanzicht van een steun volgens deze bijzondere uitvoeringsvorm, waarin de samenstellende delen uit elkaar geschoven zijn.
Figuur 2 is een analoge perspectieve voorstelling van dezelfde steun maar waarin de samenstellende delen onderling met elkaar verbonden zijn.
Figuur 3 is een horizontale dwarsdoorsnede van een deurkozijn met een deur die in een deuropening gemonteerd zijn.
Figuur 4 is, op grotere schaal, een dwarsdoorsnede volgens de lijn IV-IV van Figuur 2.
Figuur 5 is een perspectief aanzicht, eveneens op grotere schaal, van een bepaald onderdeel van de steun volgens deze specifieke uitvoeringsvorm.
In deze verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.
Algemeen bestaat de werkwijze volgens de uitvinding erin op het ondervlak van de twee deurstijlen 2 van een kozijn een steun 1 van een waterbestendig materiaal, zoals kunststof, aan te brengen dat vochtdicht tegen dit ondervlak aansluit.
In de figuren 1 en 2 wordt een dergelijke steun 1 voorgesteld, waarbij de deurstijl 2 waarop deze steun 1 gemonteerd wordt in puntstreeplijn aangegeven wordt.
Dit geldt eveneens voor de wand of muur 3 waarin de deuropening 13 voorzien is en waartegen deze deurstijl 2 aansluit.
Het betreft hier een op zichzelf bekende deurstijl 2 die bestaat uit een muurstuk 4 dat in de deuropening dient geplaatst te worden en twee haaks op dit muurstuk 4 zijdelings aansluitende afzonderlijke opstaande L-vormige omlijstingsstukken 5 en 6.
Op zijn beurt bestaat de steun 1 bij voorkeur uit afzonderlijke in elkaar grijpende delen 7,8 en 9
<Desc/Clms Page number 4>
die elk respectivelijk op het ondervlak van een van deze stukken 4,5 en 6 voorzien worden. Ten einde een goede en bovendien vochtdichtige hechting van de steun 1 op het ondervlak van de deurstijlen 2 te verkrijgen, worden deze steunen bij voorkeur op dit ondervlak gelijmd. Bovendien om een goede verlijming te verzekeren, is de zijde 10 van de steundelen 7,8 en 9, die bestemd zijn om tegen het ondervlak van de deurstijl 2 bevestigd te worden geribt, zoals onder meer duidelijk aangetoond wordt op figuur 4.
Verder vertoont deze specifieke uitvoeringsvorm van de steun volgens de uitvinding een opstaande rand 11 die tegen de buitenzijde van de deurstijl 2 aansluit en dus toelaat een betere bescherming te bieden tegen vochtindringing tussen het ondervlak van de deurstijl 2 en de tegen deze laatste bevestigde steun 1.
Op een voordelige wijze gaat men als volgt te werk voor het beschermen van de deurstijlen van een kozijn tegen vocht en voor het plaatsen van dit laatste in een deuropening.
Het betreft hier een op zichzelf bekend deurkozijn dat dus bestaat uit twee deurstijlen 2 en een niet voorgestelde horizontale bovendorpel die de twee boven uiteinden van deze deurstijlen 2 verbindt.
Op dezelfde manier als de deurstijlen bestaat de bovendorpel eveneens uit een muurstuk en twee ornlijstingsstukken.
Na eerst op het ondervlak van de drie samenstellende stukken 4,5 en 6 van elk van beide deurstijlen 2 het overeenkomstig steundeel 7,8 en 9 aangebracht te hebben, verbindt men de muurstukken 4 van deze beide deurstijlen 2 en de dorpel onderling en bevestigt men aan de langszijde van deze muurstukken, waar zieh de aanslag 16 voor de in het kozljn te monteren deur 12 bevindt, de overeenkomstige
<Desc/Clms Page number 5>
omlijstingsstukken 5 en dit zodanig dat het steundeel 8 van de vertikale omlijstingsstukken 5 nagenoeg volledig aansluiten tegen het steundeel 7 van het vertikale muurstuk 4..
Vervolgens monteert men dit aldus verkregen kozijngedeelte, eventueel met de deur 12, in de deuropening 13 om tenslotte de drie overblijvende omlijstingsstukken 6 op de overliggende nog vrije langszijde van de overeenkomstige muurstukken 4 vast te maken en tegen de muur 3 rondom de deuropening 13 te drukken er zorg voor dragend dat de steundelen 9 van opstaande omlijstingsstukken 6 en deze van de overeenkomstige muurstukken 4 in een regelbare stand in elkaar grijpen.
Het resultaat van een dergelijke montage werd in horizontale doorsnede door figuur 3 geïllustreerd.
Zoals duidelijk blijkt uit deze figuur en trouwens ook uit de figuren 1 en 2, vertonen de omlijstingsstukken 5 en 6 over de ganse lengte van hun rand die op het muurstuk 4 zijdelings dienen bevestigd te worden een tand 14 die passend schuift in een overeenkomstige groef 15 waarin deze tand 14 dan verlijmd wordt.
Zoals hierboven reeds vermeld werd, wordt eerst een kader gevormd met de drie muurstukken 4 en de omlijstingsstukken 5 die op de langszijde van de muurstukken bevestigd worden waar zich de aanslag 16 voor de deur 12 bevindt en waarop desnoods een elastische tochtstrip 17 bevestigd wordt. Uit figuur 3 en eveneens uit figuur 2, blijkt duidelijk dat de tand 14 van het omlijstingsstuk 5 volledig in de overeenkomstige groef 15 van de muurstukken 4 dringt, waardoor de langse naar elkaar toe gerichte zijden van deze beide stukken 5 en 4 volledig tegen elkaar aansluiten.
Dit geheel, gevormd door de drie muurstukken
<Desc/Clms Page number 6>
4 en de op deze laatste bevestigde omlijstingsstukken 5 eventueel samen met de deur 12, wordt in de deuropening 13 geplaatst zodanig dus dat de haakse vrije langsrand 18 van de omlijstingsstukken 5 rust tegen de muur 3 die de deuropening 13 omgrenst.
Een volgende bewerking bestaat er thans in de ontbrekende omlijstingsstukken 6 aan te brengen.
Hiertoe wordt de tand 14 van deze omlijstingsstukken 6 in de nog vrije groef 15 van de deurstukken 4 gedrukt en dit zodanig dat de vrije haakse langsrand 18 van deze omlijstingsstukken 6 tegen de tegenover liggende zijde van de muur 3 drukken.
Zoals eveneens hierboven reeds vermeld werd worden eerst de verschillende steundelen 7,8 en 9, alvorens de kozijnstukken 4,5 en 6 met elkaar samen te brengen, op de ondervlakken van deze die de stijlen 2 vormen aangebracht, zoals voorgesteld werd in figuur 1 bijvoorbeeld.
De indringingsdiepte van de tand 14 van de omlijstingsstukken 6 in hun overeenkomstige groeven 15 van de muurstukken 4 wordt dus bepaald door de dikte van de muur 3.
Zoals uit de figuren blijkt, meer bepaald figuren 1 en 2, bestaat de steun 1 volgens deze specifieke uitvoeringsvorm uit afzonderlijke steundelen 7,8 en 9 voor elk van de drie samenstellende stukken 4,5 en 6 van de deurstijlen 2. Bovendien zijn de steundelen van eenzelfde deurstijl in elkaar schuifbaar, zodanig dus dat ze zieh steeds in de juiste stand ten opzichte van elkaar bevinden bij het opbouwen van de deurstijlen bij middel van de drie samenstellende stukken 4,5 en 6, waarop ze vooraf aangebracht worden.
Aldus vertoont het steundeel 7 van het muurstuk 4 aan zijn onderzijde een langse gleuf 19 die
<Desc/Clms Page number 7>
zich over de volledige lengte van dit steundeel 7 uitstrekt. Een overeenkomstig uitsteeksel 20, dat voorzien is op elk van de steundelen 8 en 9, wordt in elk van de uiteinden van de gleuf 19 van dit steundeel 7 passend en in een regelbare stand geschoven.
In een zeer specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding vertoont het steundeel 9 van het omlijstingsstuk 6 aan zijn buitenste langszijde, tegenover het uitsteeksel 20, in het verlengde van de vaste opstaande rand 11 een analoge wegneembare rand 21, die door een verticale inkeping 22 gescheiden is van de vaste opstaande rand 21 en zich over een bepaalde lengte langs het uitsteeksel 20 uitstrekt.
Deze rand 21 is op een losneembare wijze met dit laatste verbonden en kan over een willekeurige lengte vanaf zijn vrije uiteinde 24 verwijderd worden, afhankelijk van de muurdikte aan de deuropening 13 waarin desbetreffend kozijn dient geplaatst te worden.
Meer bepaald wordt deze opstaande rand 21 slechts op enkele discrete punten 23 met het uitsteeksel 20 bevestigd, zodanig dat deze gemakkelijk verwijderbaar is. Desnoods kan deze rand in verschillende zones onderverdeeld worden door vertikale inkepingen, enigszins analoog aan de inkeping 22. Een steundeel 9 voorzien van een dergelijke opstaande rand 21 werd duidelijk voorgesteld in figuur 5. In deze uitvoeringsvorm wordt deze rand 21 echter niet door vertikale inkepingen in zones onderverdeeld.
Het nut om een dergelijke bijkomende opstaande rand 21 op het steundeel 9 te voorzien blijkt duidelijk uit figuur 2. Inderdaad, zoals hierboven reeds beschreven werd, is de indringingsdiepte van het uitsteeksel 20 in de overeenkomstige gleuf 19 van het steundeel 7 afhankelijk van de dikte van de muur 3.
Het is dus enkel in uitzonderlijke gevallen dat dit
<Desc/Clms Page number 8>
uitsteeksel 20 volledig in de gleuf 19 kan indringen.
Als dit niet het geval is, blijft er dus een spleet 25 over tussen het uiteinde van het steundeel 7 en het steundeel 9. Dank zij de opstaande rand 21 wordt deze spleet 25 aan de zichtbare zijde van de deurstijl afgesloten door een op maat vooraf afgesneden opstaande rand 21.
Verder is het steundeel 7 voor het muurstuk 4 bij voorkeur gevormd uit een profiel met een, over zijn volledige lengte, constante dwarsdoorsnede over zijn volledige lengte zodanig dat dit steundeel 7 op maat kan gezaagd worden in functie van de breedte van het muurstuk 4. Op deze manier dient men slechts over een enkel stel steundelen te beschikken onafhankelijk van de muurdikte waarin de deuropening 13 voorzien is.
Indien de steundelen 8 en 9 het spiegelbeeld van elkaar niet vormen, zoals dit het geval is in de in de figuren voorgestelde uitvoeringsvorm, dienen uiteraard twee types steundelen voorzien te worden : een voor een rechtse en een voor een linkse stijl.
Daarentegen kan het steunstuk 7 voor beide deurstijlen hetzelfde zijn en wordt dit bij voorkeur verkregen door uit te gaan van een profiel van onbepaalde lengte dat dan, naarlang de behoeften, in stukken gezaagd wordt waarvan de lengte overeenstemt met de breedte van de muurstukken 4.
De steun, volgens de uitvinding, wordt bij voorkeur vervaardigd uit een kunststof die zowel vochtbestendig is als bestendig tegen de traditionele reinigingszepen, wassen en detergenten die van toepassing zijn op de meest diverse vloeren.
In sommige gevallen kan deze steun eveneens uit metaal, zoals aluminium, vervaardigd worden.
Bij voorkeur is een bijkomende opstaande rand 25 voorzien op de binnenzijde van de steundelen 7,8 en
<Desc/Clms Page number 9>
9, t. t. z. op de zijde tegenover deze waarop de opstaande rand 11 voorzien is, waardoor een correcte en vastere montage van deze steundelen op de overeenkomstige stijlstukken 4,5 en 6 verzekerd wordt.
Verder zijn alle opstaande randen bij voorkeur naar buiten afgeschuind, hetgeen het estetisch uitzicht ten goede komt en vermijdt dat water vanop deze randen tussen deze laatste en de voet van de stijlen zou dringen.
De uitvinding is natuurlijk geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen en binnen het raam van de uitvinding kunnen meerdere varianten overwogen worden, o. m. wat betreft vorm en afmeting van de samenstellende delen van de steun volgens de uitvinding. Zo kunnen desnoods, in sommige gevallen, de steundelen 7 en 8 uit een stuk vervaardigd worden en op de overeenkomstige stijlstukken 4 en 5 gemonteerd worden nadat deze zijdelings tegen elkaar bevestigd werden.
Aldus kan de steun op een andere manier dan door lijmen op het ondervlak van de deurstijlen aangebracht worden, zoals bijvoorbeeld door nieten, nagelen of gewoon klemmen. Ten einde de vochtafsluiting te verbeteren kan rondom de opstaande rand 11 een voeg van waterafstotende specie, zoals silicone, aangebracht worden.