NL2019336B1 - Werkwijze voor het aanbrengen van een kozijn in een opening in een wand, alsmede zelfinstellende bovendorpel - Google Patents

Abstract

Bij een werkwijze voor het aanbrengen van een kozijn 1 in een opening in een wand, in het bijzonder een deurkozijn voorzien van twee stijlen 3 en een bovendorpel 5 die twee ten opzichte van elkaar verschuifbare delen heeft, waarvan een deel een buitendeel SB vormt, dat in verticale richting verschuifbaar is ten opzichte van het andere deel dat een binnendeel SA vormt, waarbij tussen het binnen— en buitendeel ten minste twee op afstand van elkaar aanwezige drukveren 7 aanwezig zijn, worden de stijlen 3 eerst tegen de verticale begrenzingszijden van de wand gemonteerd worden, waarna de verbinding tussen de beide ten opzichte van elkaar verschuifbare delen SA en SB van de bovendorpel 5 verbroken worden, waardoor het binnendeel SA verschuift ten lS opzichte van het buitendeel SB dat afsteunt op de stijlen 3.

Description

Werkwijze voor het aanbrengen van een kozijn in een opening in een wand, alsmede zelfinstellende bovendorpel BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een kozijn in een opening in een wand, in het bijzonder een deurkozijn, omvattende twee stijlen en een bovendorpel die twee ten opzichte van elkaar verschuifbare delen omvat, waarvan een deel een buitendeel vormt, dat in verticale richting verschuifbaar is ten opzichte van het andere deel dat een binnendeel vormt, waarbij tussen het binnen-en buitendeel ten minste twee op afstand van elkaar aanwezige drukveren aanwezig zijn.

Stand van de techniek

Vaak worden de deurkozijnen pas aangebracht als de bouw voltooid is. Om maattoleranties in hoogterichting op te vangen zijn de stijlen van bekende kozijnen voorzien van schuifstukken. Bij deur-kozijncombinaties kunnen geen schuifstukken in de stijlen worden toegepast omdat de hoogte van het kozijn door de vaste deurmaat ook vast is. Dit is ook het geval bij verdiepinghoge deur-kozijncombinaties waar zich boven de deur een bovenlicht bevindt. Ook hierbij heeft de deurkozijncombinatie een vaste maat.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze van de in de aanhef omschreven soort waarmee hoogte-toleranties in de muuruitsparingen opgevangen kunnen worden. Hiertoe is de werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat hierbij het monteren van de stijlen tegen de verticale begrenzingszijden van de wand gemonteerd worden, waarna de verbinding tussen de beide ten opzichte van elkaar verschuifbare delen van de bovendorpel verbroken worden, waardoor het binnendeel verschuift ten opzichte van het buitendeel dat afsteunt op de stijlen. De uitvinding berust op de gedachte om hoogte-toleranties op andere wijze dan voorheen op te vangen, namelijk niet door de stijlen instelbaar te maken maar door de bovendorpel instelbaar te maken. De bovendorpel volgens de uitvinding wordt met in elkaar geschoven delen tussen de stijlen van het kozijn en de bovenste begrenzingswand van de muuruitsparing aangebracht en vervolgens los gelaten waarbij de veren de beide delen van de bovendorpel van elkaar af drukken totdat het binnendeel met de bovenste begrenzingswand in aanraking komt.

In elk van de documenten US2190354A, US4850141A en CA2142937A is een rechthoekig frame beschreven dat via verende elementen is gepositioneerd in een opening. In US2190354A is deze maatregel toegepast om verschil in uitzettingscoëfficiënt tussen het metalen frame en de wand op te vangen. US4850141A betreft een vervangingsraam (dat kleiner is dan het oude raam dat vervangen dient te worden) dat zich automatisch instelt en dus stel werkzaamheden bespaart. CA2142937A is gericht op het voorkomen van problemen bij het ververvormingen van de deuropening in een wand ten gevolge van weersinvloeden. In geen van deze documenten gaat het er om, om maattoleranties van de opening (in het bijzonder in verticale richting) op te kunnen vangen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een kozijn, in het bijzonder een deurkozijn, omvattende twee stijlen en een bovendorpel die twee ten opzichte van elkaar verschuifbare delen omvat, waarvan een deel een binnendeel vormt, dat na plaatsing van het kozijn in een muuruitsparing in contact is met de bovenste begrenzingszijde van de muuruitsparing, en het andere deel een buitendeel vormt, dat in verticale richting verschuifbaar is ten opzichte van het binnendeel, waarbij tussen het binnen- en buitendeel ten minste twee op afstand van elkaar aanwezige drukveren aanwezig zijn, die de beide delen van elkaar af duwen. Voor wat betreft het kozijn is de uitvinding gekenmerkt, doordat het buitendeel gefixeerd is ten opzichte van de stijlen. Hierdoor is het kozijn geschikt voor muuruitsparingen met relatief grote maattoleranties in hoogte.

Bij een uitvoeringsvorm van het kozijn volgens de uitvinding zijn de stijlen voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestiging aan een wand.

Bij voorkeur heeft het binnendeel een U-vormige dwarsdoorsnede waarvan de beide benen naar beneden steken en is het tussendeel tijdens gebruik tegen de bovenste begrenzingswand aanwezig.

Het buitendeel heeft bij voorkeur eveneens een U-vormige dwarsdoorsnede en is over het binnendeel aanwezig. Bij voorkeur omvat het buitendeel een afwerklat alsmede aan weerszijde daarvan een afwerklijst, welke afwerklijsten zich vanaf de afwerklat naar boven uitstrekken.

Een verdere uitvoeringsvorm van het kozijn volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat een van de afwerklijsten losneembaar met de afwerklat is verbonden.

Een verdere uitvoeringsvorm van het kozijn volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de afwerklat en de andere afwerklijst uit één geheel zijn vervaardigd.

De stijlen en afwerklijsten van het kozijn kunnen van hout of staal zijn. Ook zijn combinaties van hout en staal mogelijk. Bijvoorbeeld houten stijlen in combinatie met metalen afwerklijsten.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het kozijn en de bovendorpel volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een kozijn voorzien van een bovendorpel volgens de uitvinding; en

Figuur 2 de bovendorpel van het kozijn in dwarsdoorsnede.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In figuur 1 is een deurkozijn 1 voorzien van een bovendorpel 5 volgens de uitvinding weergegeven. Het kozijn heeft naast deze bovendorpel twee houten stijlen 3. In figuur 2 is de bovendorpel van het kozijn in dwarsdoorsnede weergegeven. De bovendorpel 5 heeft twee ten opzichte van elkaar verschuifbare delen 5A en 5B. Een van de delen vormt een binnendeel 5A dat uit een metalen U-vormige profiel 8 is vervaardigd. Dit binnendeel 5A is na plaatsing van het kozijn in een muuruitsparing in contact met de bovenste begrenzingszijde 6 van de muuruitsparing. Het andere deel vormt een buitendeel 5B, dat in verticale richting verschuifbaar is ten opzichte van het binnendeel. Tussen het binnen- en buitendeel zijn ten minste twee op afstand van elkaar aanwezige drukveren 7 aanwezig, die de beide delen 5A en 5B van elkaar af duwen.

Het U-vormige profiel 8 heeft twee benen 9 die naar beneden reiken en het tussendeel 11 dat tegen de bovenste begrenzingswand 6 van de muuruitsparing aanwezig is. Het buitendeel 5B heeft eveneens een U-vormige dwarsdoorsnede en is over het binnendeel 5A aanwezig. Het buitendeel 5B is gevormd door een afwerklat 13 met aan weerszijde daarmee verbonden een afwerklijst 15 en 17. Deze afwerklijsten strekken zich vanaf de afwerklat 13 naar boven uit. Een van de afwerklijsten 17 is losneembaar met de afwerklat 13 verbonden. De andere afwerklijst 15 is samen met de afwerklat 13 uit 2 losse delen bij hout vervaardigd. De afwerklat 13 en de afwerklijsten 15 en 17 zijn van hout en ook de stijlen 3 van het kozijn zijn van hout.

In geval de stijlen van hout zijn wordt eerst het binnendeel van de bovendorpel geplaatst en daarna het buitendeel met de veren er onder, de veren zorgen ervoor dat het binnendeel tegen het plafond gedrukt wordt. In geval de stijlen van metaal zijn wordt de bovendorpel in zijn geheel aangebracht met de veren in samengedrukte toestand vastgebonden. Na plaatsing wordt de vastbinddraad doorgeknipt waarna het binnenste deel naar boven wordt gedrukt.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (7)

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een kozijn (1) in een opening in een wand, in het bijzonder een deurkozijn, omvattende twee stijlen (3) en een bovendorpel (5) die twee ten opzichte van elkaar verschuifbare delen (5A, 5B) omvat, waarvan een deel een buitendeel (5B) vormt, dat in verticale richting verschuifbaar is ten opzichte van het andere deel dat een binnendeel (5A) vormt, waarbij tussen het binnen- en buitendeel ten minste twee op afstand van elkaar aanwezige drukveren (7) aanwezig zijn, met het kenmerk, dat de stijlen (3) tegen de verticale begrenzingszijden van de wand gemonteerd worden, waarna de verbinding tussen de beide ten opzichte van elkaar verschuifbare delen (5A, 5B) van de bovendorpel (5) verbroken worden, waardoor het binnendeel (5A) verschuift ten opzichte van het buitendeel (5B) dat afsteunt op de stijlen (3).

2. Kozijn (1), in het bijzonder een deurkozijn, omvattende twee stijlen (3) en een bovendorpel (5) die twee ten opzichte van elkaar verschuifbare delen (5A, 5B) omvat, waarvan een deel een binnendeel (5A) vormt, dat na plaatsing van het kozijn in een muuruitsparing in contact is met de bovenste begrenzingszijde van de muuruitsparing, en het andere deel een buitendeel (5B) vormt, dat in verticale richting verschuifbaar is ten opzichte van het binnendeel, waarbij tussen het binnen- en buitendeel ten minste twee op afstand van elkaar aanwezige drukveren (7) aanwezig zijn, die de beide delen van elkaar af duwen, met het kenmerk, dat het buitendeel (5B) is gefixeerd ten opzichte van de stijlen (3).

3. Kozijn volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de stijlen (3) zijn voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestiging aan een wand.4. Kozijn volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het binnendeel (5A) een U vormige dwarsdoorsnede heeft waarvan de beide benen (9) naar beneden steken en het tussendeel (11) tegen de bovenste begrenzingswand van de muuruitsparing aanwezig is.

5. Kozijn volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat het buitendeel (5B) eveneens een U-vormige dwarsdoorsnede heeft en over het binnendeel (5A) aanwezig is.

6. Kozijn volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het buitendeel (5B) voorts een afwerklat (13) omvat alsmede aan weerszijde daarvan een afwerklijst (15, 17), welke afwerklijsten zich vanaf de afwerklat (13) naar boven uitstrekken.

7. Kozijn volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een van de afwerklijsten (17) losneembaar met de afwerklat (13) is verbonden.

8. Kozijn volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de afwerklat (13) en de andere afwerklijst (15) uit één geheel zijn vervaardigd.