NL8200401A - Lichaamsondersteuning. - Google Patents

Description

> * N.0. 29.178 1

Lichaams onderst euning.

De uitvinding heeft betrekking op een lichaamsondersteuning in het bijzonder voor het menselijk lichaam bestaande uit één of meerdere met medium gevulde flexibele houders, zoals zakken of slangen, een daarboven geplaatste flexibele en/of elastische bovenmatras en een aantal belas-5 tingoverdragende elementen tussen de bovenmatras en de houder of houders.

Een dergelijke lichaamsondersteuning bekend, bijvoorbeeld uit het tijdschrift "Bedding Magazine" van juni 1981. Deze bekende lichaamsondersteuning bestaat uit een tweetal met lucht gevulde slangen ter plaat·3· 10 se van de langsranden van een draagconstructie. Op deze slangen zijn dwarslatten geplaatst en daaroverheen is de bovenmatras gelegd. Bij deze bekende lichaamsondersteuning rusten de dwarslatten allen met eenzelfde oppervlak op de luchtslangen en op elk dwarslateinde werkt derhalve de uit de druk voortvloeiende en door de totale gewichtsbelasting 15 bepaalde dezelfde kracht per oppervlakteeenheid.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 2.638.606 is verder nog een lichaamsondersteuning bekend bestaande uit een stijve grondplaat, een aantal elastische blokken die regelmatig over het oppervlak van de grondplaat zijn verdeeld, welke blokken zich bevinden in een luchtdichte 20 kamer met smooropening over welke blokken evenwijdige latten van gelijke breedte zijn geplaatst.

Het menselijk lichaam heeft delen die niet alleen verschillen wat betreft hun vorm, maar ook wat betreft hun verhouding van gewicht tot volume. Dit heeft tot gevolg dat volumineuze, maar relatief lichte 25 delen, zoals het borstkasschoudergedeelte, bij bepaalde liggingen van het menselijk lichaam minder diep indringen dan het zwaardere, soms wel soms niet volumineuzere bekkengedeelte. Ondanks de gelijkmatigere veredeling van de belasting leidt dit bij de bekende lichaamsondersteuningen toch nog niet tot een juiste houding van het lichaam.

30 Doel van de uitvinding is een lichaamsondersteuning te verschaffen waarbij de ideale houding voor het erop rustende lichaam op betere wijze kan worden bereikt.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat deze elementen met de flexibele houder of houders en/of de bovenmatras in 35 aanraking zijn met oppervlakken, die althans bij een aantal elementen verschillen van die van de andere elementen, zodanig, dat een aanpassing is verkregen aan de uiteenlopende verhoudingen van volume tot gewicht van de diverse delen van het menselijk lichaam.

8200401 i * 2

Daardoor is een aanpassing mogelijk onafhankelijk van het totale lichaamsvolume en lichaamsgewicht omdat het gewicht door drukverdeling via het medium wordt uitgemiddeld over het contactoppervlak. Door een juiste keuze van de oppervlakteverhoudingen is het nu mogelijk, daar 5 waar dit mogelijk is, de gewenste diepere of minder diepere indrukking in de met medium gevulde houder te verkrijgen, dat wil zeggen, dat wanneer op een bepaalde plaats een diepere indrukking nodig is omdat de vorm van het lichaam dit vereist, dan zorgt men ervoor, dat de onder1* * zijde van die elementen, die diepr moeten indrukkën een oppervlak hebben 10 dat kleiner is dan van de andere elementen.

Bij de eerder genoemde uit het tijdschrift "Bedding Magazine" bekende lichaamsondersteuning waarbij de flexibele houder bestaat uit twee slangen nabijde langsranden van de ondersteuning, en waarbij de element ten bestaan uit dwarslatten, kan de uitvinding op eenvoudige wijze wor-15 den gerealiseerd doordat de latten aan hun uiteinden zijn voorzien van staven van gelijke diameter, die op de slangen rusten en zich tussen een aantal staven en de slangen drukstukken bevinden met een breedte die groter is dan de diameter van de staven en met een holte voor het opA nemen van de staven. Men behoeft dan slechts te beschikken over een aan-20 tal drukstukken van uiteenlopende breedte die men al naar wens tussen de stangen en de slangen kan plaatsen. De stangen zelf kunnen dan het smalste oppervlak vormen en dus ook het diepst indrukken. Daar waar minder indrukking gewenst is, plaatst men dan drukstukken van geschikte breedte. Deze worden door de sleuf op hun plaats gehouden omdat de staven in 25 de sleuven rusten. Deze constructie heeft echter het bezwaar dat het raamwerk waarop de lichaamsondersteuning moet rusten zwaar en breed wordt en daarmee ook de totale breedte van het bed groot wordt.

Een meer doeltreffende uitvoering van de lichaamsondersteuning volgens de uitvinding kan worden verkregen wanneer de elementen bestaan uit 30 tegen de onderkant van de bovenmatras bevestigde blokken, die met hun ondervlak rusten op een flexibele houder en bij een deel daarvan het ondervlak verschilt van dat bij de overige blokken. Deze blokken die met aangepaste oppervlakken op een flexibele houder rusten, kunnen bestaan uit met de top naar beneden afgeknotte pyramid en of uit dwars op de 35 langsas van de ondersteuning verlopende ruggen. Een dergelijk bovenmatras kan ook als afzonderlijk kampeermatras worden gebruikt waarbij de blokken dan rusten op een harde ondergrond. De flexibele houder heeft dan afmetingen die in wezen overeenkomen met lengte en breedte van de boveumatras* Deze flexibele houder kan bestaan uit een platte met medium 40 gevulde opvulbare·zak doch bestaat bij voorkeur uit een aantal dwars op 8200401 \ 3 ¥ -i \ ï de langsas van de ondersteuning gerichte evenwijdig aan en naast elkaar gelegen afdelingen. Wil men deze constructie eenvoudig houden dan verdient het de voorkeur dat de dwars op dè langsas van de ondersteuning staande afdelingen van de flexibele houder middendeelvlakken hebben die 5 samenvallen met de middendeelvlakken van de in dwarsrichting verlopende of een rij vormende blokken.

• Het contactvlak van een blok, pyramide of rug ligt dan altijd in het midden van een afdeling. Bij alle uitvoeringsvormen waarbij de flexibele houder uit meerdere afdelingen bestaat, verdient het de voorkeur deze 10 slechts via smooropeningen in verbinding met elkaar te brengen, zodat bij plaatselijke belasting geen plotselinge drukstoten kunnen optreden.

Een doeltreffende constructie voor de lichaamsondersteuning kan volgens de uitvinding worden verkregen, wanneer deze bestaat uit een grondplaat, opstaande langs- of zijwanden en eindwanden van een elas-15 tische schuimstof geplaatst op de randen van de grondplaat, een bovenlaag van schuimstof en blokken bevestigd tegen de onderkant van de bovenlaag bestaande uitlagen met naar de flexibele houder toe toenemende hardheid, waarbij de flexibele houder tussen langs- en eindwanden is op·8· gesloten.

20 De flexibele houder kan volgens de uitvinding bestaan uit twee bui tenlagen van niet^doorlaatbaar materiaal en twee binnenlagen, welke lagen zodanig door dwarsnaden met elkaar zijn verbonden dat tussen de op afstand van elkaar gelegen evenwijdig aan elkaar verlopende naden van elke binnenlaag met de dichtsbij liggende buitenlaag beide binnenlagen 25 aan elkaar zijn gelast volgens een evenwijdig aan de andere naden verlopende naad. Een dergelijke houder is geschikt voor toepassing in de lichaamsondersteuning volgens de uitvinding, maar is ook onafhankelijk daarvan bruikbaar, bijvoorbeeld als luchtmatras.

De uit vier lagen bestaande flexibele houder is op zeer eenvoudige 30 wijze te vervaardigen. Bij voorkeur gaat men daarbij bovendien nog zodanig te werk dat de buitenlagen rondom volgens de omtrek van de houder aan elkaar zijn gelast onder vrijlating van die randen van de binnenlagen, die evenwijdig aan de langsas verlopen. De uiteinden van de in dwarsrichting verlopende afdelingen, die worden bepaald door de randen 35 van de twee binnenlagen eindigen dan op korte afstand van de zijwanden die worden gevormd door de aan elkaar gelaste buitenste lagen waarbij deze geringe afstand de smooropening vormt wardoorheen lucht uit de ene afdeling naar de anderen kan stromen.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de 40 tekeningen.

8200401

V

4

» V

V

Fig. 1 toont in perspectief een eerste mogelijke uitvoeringsvorm.

Fig. 2 toont in langsdoorsnede een andere uitvoeringsvorm.

Fig. 3 toont in perspectief een derde uitvoeringsvorm.

Fig. 4 toont een variant op de uitvoeringsvorm van fig. 2.

5 Fig. 5 toont een volgende uitvoeringsvorm in langsdoorsnede .

Fig. 6 is een dwarsdoorsnede van de uitvoeringsvorm van fig. 5.

Fig. 7 is een langsdoorsnede door de flexibele houder die kan wor·4· den toegepast bij de lichaamsondersteuning volgens de uitvinding en als lichaamsondersteuning.

10 Fig. 8 is een dwarsdoorsnede van de flexibele houder van fig. 7.

Fig. 9 en 10 geven schematisch aan hoe de flexibele houder volgens fig. 7 en 8 kan worden vervaardigd.

Fig. 1 toont een raamwerk met langskokers 1 en 2 die door dwars·*· schotten 3 en 4 met elkaar zijn verbonden. In deze langskokers 1 en 2 15 bevinden zich luchtslangen 5 en 6* De zijwanden van de langskokers zijn voorzien van sleuven 7 waardoorheen stangen 8 steken, die zijn bevestigd aan dwarslatten 9. Deze stangen 8 rusten op de luchtslangen 5 en 6.

Tussen deze stangen en de luchtslangen kunnen zich drukstukken 10 bevinden die verschillende breedten kunnen hebben en die zijn voorzien 20 van een halfcilindrische sleuf 11 voor het opnemen van de stangen zodat de drukstukken 10 niet ten opzichte van de stangen en dus ook niet ten opzichte van de slangen 5 en 6 kunnen bewegen. Daar waar met behulp van drukstukken 10 het oppervlak van het op de slangen rustende vlak wordt vergroot, zal de indrukking geringer zijn. Daaar waar het oppervlak 25 kleiner is, zal de indrukking dieper zijn, terwijl ook de inwendige druk in de slang over de gehele lengte dezelfde is. De slang kan zijn gevuld met een gasvormig medium onder druk, zoals lucht, maar ook kan zijn ge·*· vuld met vloeistof.

Bij de in fig. 2 getoonde uitvoeringsvorm kunnen op dezelfde wijze 30 als in fig. 1 twee luchtzakken 12 worden toegepast. Het is echter ook mogelijk één enkele luchtzak toe te passen waarvan lengte en breedte in wezen overeenkomen met lengte en breedte van de bovenmatras. Deze bovenmatras bestaat uit schuimrubber of schuimkunststof, zoals polyether, en deze bovenmatras is aan de onderkant voorzien van dwarsribben 14 met 35 latten of andere dwarsverstijvingen 15, die op de luchtzakken of lucht·4· zak 12 rusten onder tussenkomst van drukstukken 16 waarvan het contact44· oppervlak met de luchtzakken of -zak verschillend is.

De latten 15 kunnen bestaan uit een kunststofschuimstrook van grotere stijfheid en de dwarsribben 14, dwarsverstijvingen 15 en drukstuk-40 ken 16 kunnen zelfs als één geheel zijn vervaardigd of uitgevoerd. Dit 8200401 ·% 5 3f » k is in het bijzonder daar van belang waar de drukstukken kunnen rusten op één enkele luchtzak 12.

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 3 wordt een enkele luchtzak 17 toegepast en een bovenmatras 18, die aan de onderzijde is voorzien van af-5 geknot pyramidevormige elementen 19, die verschillend van afmeting kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld de kleine vlakken, aangegeven bij 20. Deze bovenmatras 18 kan ook als afzonderlijk element, bijvoorbeeld als kam-peermatras worden toegepast, al of niet in kombinatie met een luchtzak.

De pyramidevormige elementen hebben bij samenwerking met een harde 10 onderlaag ook een verschillend lastdragend vermogen door hun verschil in afmetingen.

Fig. 4 toont een uitvoeringsvorm waarbij de luchtak 12 door middel van dwarsschotten 21 is verdeeld in afdelingen 22. Deze afdelingen 22 zijn elk via een leiding 23 verbonden met een vulleiding 24 met afslui-15 ter 25. In de leidingen 23 kunnen zich smooropeningen 26 bevinden waar*· door de doorstroming van medium van één afdeling 22 naar een andere slechts langzaam kan plaatsvinden. In plaats van de smooropeningen 26 kunnen ook smooropeningen 27 in de dwarsschotten 21 worden aangebracht.

De in de fig. 2 en 4 getoonde bovenmatras 13 met dwarsribben 14 20 verstijvingen 15 en drukstukken 16 kan bestaan uit geïntegreerde schuine kunststoflagen met van boven naar beneden toenemende hardheid. Aan een dergelijke uit verschillende geïntegreerde lagen bestaand blok kunststof schuim kan dan de gewenste vorm worden gegeven door uitfrezen of uitzagen waarbij dan de drukstukken het vereiste contactoppervlak krij-25 gen.

De figuren 5 en 6 tonen een complete lichaamsondersteuning of matras bestaande uit een onderplaat 30, die van stijf materiaal kan zijn bij oplegging op enkele punten en van flexibel materiaal wanneer deze matras op een harde onderlaag wordt geplaatst. Deze matras bestaat ver-30 der uit zijwanden en eindwanden die zijn opgebouwd uit schuimkunststof-blokken 31, 32 en 33 alsmede een schuimbovenlaag 34 tegen de onderkant waarvan dwarsribben 35 zijn bevestigd, die, zoals getoond in fig. 5 uiteenlopende contactoppervlakken kunnen hebben en die kunnen bestaan uit lagen van naar beneden toe toenemende hardheid, zoals de lagen 36 en 35 37. De bevestiging van deze dwarsribben 35 vindt plaats via een smalle strook 38 hetgeen de flexibiliteit bevordert.

De flexibele houder of luchtzak 39 bestaat uit meerdere afdelingen en is in het geheel van de matras opgesloten.

Zoals getoond in fig. 6 kunnen de dwarsribben 35 onderbrekingen 40 40 hebben. Bij 41 is een vulventiel aangegeven.

8200401

V

6

De figuren 7 en 8 tonen de constructie van de luchtzak 39 en de figuren 9 en 10 de vervaardiging daarvan»

Deze luchtzak bestaat uit twee buitenlagen 42, 43 en twee binnenlagen 44, 45, die door middel van een groot aantal evenwijdig aan elkaar 5 verlopende dwarsnaden met elkaar zijn verbonden. De binnenlagen 44 en 45 zijn bij 46,47,48 enz. met elkaar verbonden. De bovenste binnenlaag 44 is verder bij 49, 50, 51 enz. verbonden met de buitenlaag 42 en de onderste binnenlaag 45 bij 52, 53, 54 enz. met de onderste buitenlaag 43.

10 De buitenste lagen 42 en 43 zijn langer en breder dan de binnen lagen 44 en 45. De eindranden van de lagen 42 en 43 zijn bij 55 aan elkaar gelast en de langsranden bij 56· Ter plaatse van de langsranden bestaat een ruimte 57 tussen de zijranden van de binnenlagen 44 en 45 en de buitenlagen waardoor de afdelingen met elkaar in verbinding staan op 15 een wijze die alnaargelang de ruimte 56 meer of minder smorend kan zijn.

Fig. 9 en 10 laten zien dat een dergelijke luchtzak op eenvoudige wijze kan worden vervaardigd door van voorraadrollen afkomstige lagen 42 t/m 45 die worden gevoerd langs in vlakken loodrecht op de lagen beweegbare laselektroden 60 t/m 69 enz.

20 Fig. 10 laat zien dat bij het naar elkaar toe bewegen van de elek troden 60, 61, de elektroden 62, 63, de elektroden 66, 67 en de elektro--den 68, 69 dwarsnaden kunnen worden gevormd tussen een buitenlaag en een binnenlaag.

De verbinding tussen de binnenlagen 44, 45 kan worden verkregen 25 door naar elkaar toe bewegen van de elektroden 64, 65 bij voorkeur onder gelijktijdig naar buiten bewegen van steunrollen 70 en 71. De elektroden kunnen dan vrij worden gemaakt van de banen of omgekeerd door een relatieve dwarsbeweging doordat de elektroden slechts aan êên einde in een gestel zijn ingeklemd.

30 De op deze wijze te vervaardigen luchtzak kan ook als onafhankelijk luchtbed worden toegepast.

8200401

Claims (14)

1. Lichaamsondersteuning bestaande uit één of meerdere met medium gevulde flexibele houders, zoals zakken of slangen, een daarboven geplaatste flexibele en/of elastische bovenmatras en een aantal belasting* 5 overdragende elementen tussen de bovenmatras en de houder of houders, met het kenmerk, dat deze elementen met de flexibele houder of houders • en/of de bovenmatras in aanraking zijn met oppervlakken, die althans bij een aantal elementen verschillen van die van de andere elementen, zodanig, dat een aanpassing is verkregen aan de uiteenlopende verhoudingen 10 van volume tot gewicht van de diverse delen van het menselijk lichaam.

2. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elementen identieke bovenvlakken hebben en alleen de ondervlakken plaatselijk verschillend zijn.

3. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 15 flexibele houder bestaat uit twee slangen nabij de langsranden van de bovenmatras en de elementen bestaan uit dwar slat ten, met het kenmerk, dat de latten aan hun uiteinden zijn voorzien van staven van gelijke diameter, die op de slangen rusten en zich tussen een aantal staven en de slangen drukstukken bevinden met een breedte die groter is dan de 20 diameter van de staven en met een holte voor het opnemen van de staven.

4. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de elementen bestaan uit tegen de onderkant van de bovenmatras be* vestigde blokken die met hun ondervlak rusten op een flexibele houder en bij een deel daarvan het ondervlak verschilt van dat bij de overige 25 blokken.

5. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de blokken bestaan uit met de top naar beneden gerichte afgeknotte pyra* mides.

6. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 30 de blokken bestaan uit dwars op de langsas van de ondersteuning verlopende ruggen, die tegen de onderkant van de bovenmatras zijn bevestigd.

7. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 4, 5 of 6, met het ken* merk, dat de flexibele houder bestaat uit een platte met medium gevulde opvulbare zak waarvan lengte en breedte in wezen overeenkomen met de 35 lengte en breedte van de bovenmatras.

8. Lichaamsondersteuning volgens conclusies 4,5 of 6, met het ken* merk, dat de flexibele houder bestaat uit een aantal dwars op de langsas van de ondersteuning gerichte evenwijdig aan en naast elkaar gelegen af* delingen.

9. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 8200401 t ψ V de dwars op de langsas van de ondersteuning staande afdelingen van de flexibele houder middendeelvlakken hebben die samenvallen met de midden* deelvlakken van de in dwarsrichting verlopende of een rij vormende blok* ken.

10. Lichaamsondersteuning volgens een of meer der voorgaande con* clusies, 3/tm 6 en 8 of 9, met het kenmerk, dat de afdelingen met el* kaar in verbinding staan via smooropeningen.

11. Lichaamsondersteuning volgens een of meer der condues 4 t/m 10, met het kenmerk, dat deze bestaat uit een grond plaat, opstaande 10 langs* of zijwanden en eindwanden van een elastische schuimstof geplaatst op de randen van de grondplaat, een bovenlaag van schuimstof en blokken bevestigd tegen de onderkant van de bovenlaag bestaande uit lagen met naar de flexibele houder toe toenemende hardheid, waarbij de flexibele houder tussen langs* en eindwanden is opgesloten.

12. Flexibele houder voor de ondersteuning van een lichaam, in het bijzonder voor toepassing bij de lichaamsondersteuning volgens een of meer der voorgaande conclusies 4 t/m 11, met het kenmerk, dat deze flexibele houder bestaat uit twee buitenlagen van niet-doorlaatbaar materiaal en twee binnenlagen, welke lagen zodanig door dwarsnaden met 20 elkaar zijn verbonden dat tussen de op afstand van elkaar gelegen evenwijdig aan elkaar verlopende naden van elke binnenlaag met de dichtst* bij liggende buitenlaag beide binnenlagen aan elkaar zijn gelast volgens een evenwijdig aan de andere naden verlopende naad.

13. Flexibele houder volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de 25 buitenste lagen rondom volgens de omtrek van de houder aan elkaar zijn gelast onder vrijlating van die randen van de binnenlagen die evenwijdig aan de langsas verlopen.

14. Lichaamsondersteuning bestaande uit een plaat van elastische schuimstof die aan een zijde is voorzien van reeksen afzonderlijk naast 30 elkaar geplaatste blokken van elastisch schuimstofmateriaal, welke blok* ken althans ten dele verschillende ondervlakken hebben. ***** 8200401