NL8302733A

NL8302733A - Lichaamsondersteuning zoals een matras.

Info

Publication number: NL8302733A
Application number: NL8302733A
Authority: NL
Original assignee: Auping Bv
Priority date: 1983-08-02
Filing date: 1983-08-02
Publication date: 1985-03-01
Also published as: DK375884A; EP0134051B1; US4682378A; DK375884D0; CA1236938A; DE3470998D1; JPS6055904A; DK164254C; ATE34067T1; DK164254B; EP0134051A1

Description

* i f.. . λ 1 N.0. 31.842 •r

Lichaamsondersteuning zoals een matras.

De uitvinding heeft betrekking op een lichaamsondersteuning bestaande uit een aantal naast elkaar in de dwarsrichting van de onder-5 steuning verlopende buis- of kokervormige luchtkamers, die onderling met elkaar in verbinding staan en waarvan de bovenvlakken samenwerken met middelen, die een aanpassing verschaffen bij belasting van de ondersteun ning aan de uiteenlopende verhoudingen van volume tot gewicht van de diverse delen van het menselijk lichaam.

10 Uit de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 7906927 is een opblaasbaar kussenelement bekend bestaande uit een aantal naast elkaar gelegen in dwarsrichting verlopende buisvormige elementen, die onderling met elkaar zijn verbonden en gezamenlijk opblaasbaar zijn.

Uit de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 8200401 15 is een lichaamsondersteuning bekend, eveneens bestaande uit in dwars** richting verlopende buis* of kokervormige luchtkamers waarvan de bovenvlakken samenwerken met middelen, die een aanpassing verschaffen bij be* lasting van de ondersteuning aan de uiteenlopende verhoudingen van volume tot gewicht van de diverse delen van het menselijk lichaam.

20 De lichaamsondersteuning volgens dit oudere voorstel berust op de overweging, dat een ideale lichaamsondersteuning kan worden bereikt wan- ' neer bij een in alle luchtkamers gelijke druk de indrukking afhankelijk wordt gemaakt van de afmetingen van een tussen lichaam en luchtkamer gelegen drukstuk waarvan het oppervlak zodanig is, dat het de gewenste 25 grotere of kleinere indrukking teweeg kan brengen.

Doel van de uitvinding is een zo eenvoudig mogelijke en kompakte konstruktieve uitvoering te verkrijgen met behoud van de aanpassing aan de verschillende verhoudingen van gewicht tot volume van de delen van het menselijk lichaam.

30 Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding in de eerste plaats be reikt doordat het bovenvlak van elke luchtkamer is voorzien van een of meer in dwarsrichting van de lichaamsondersteuning en dus in langsrich-ting van elke luchtkamer doorlopende of uit delen bestaande strook of stroken van aangepaste breedte en/of flexibiliteit. Op de bovenvlakken 35 van de luchtkamers worden dus stroken geplaatst en deze bepalen door hun breedte en/of hun eigenschappen qua stijfheid of flexibiliteit in welke mate bij belasting een indrukking zal optreden en/of hoe de vorm daarvan zal zijn.

Zo kan men volgens de uitvinding stroken toepassen of strookdelen, 40 die stijf zijn. Dit wil niet zeggen, dat zij niet kunnen buigen, maar 8302733 i< ί 2 hun elasticiteit is verwaarloosbaar. De breedte van de stroken is dan in hoofdzaak bepalend voor de mate van indrukking. Smalle stroken zullen een diepere indrukking toelaten dan brede stroken. De indrukking vindt dan echter in hoofdzaak plaats over de gehele breedte van de lichaams·!-5 ondersteuning.

Deze mogelijkheid relatief stijve stroken te gebruiken en de meer of minder grote indrukking afhankelijk te maken van het oppervlak heeft bij geringe dikte van de stroken tot bezwaar dat deze, wanneer zij smaller zijn dan de luchtkamer, daarin wegzinken. Het verdient dan ook over-10 eenkomstig de uitvinding de voorkeur de variatie in de indrukking teweeg te brengen door variatie van de flexibiliteit, in het bijzonder van de elasticiteit.

Zo kan de strook bestaan uit meerdere korte stukken van relatief stijf materiaal, die scharnierend met elkaar zijn verbonden.

15 Door variatie van het materiaal, dat wil zeggen door materialen met verschillende elasticiteitsmoduli toe te passen, is een verschil in in^ drukking realiseerbaar.

Ook is dit te bereiken door verandering van het weerstandsmoment over de lengte van de strook respektievelijk door stroken toe te passen 20 met verschillend weerstandsmoment uit hetzelfde materiaal. Een dergelijke elastische strook kan men ook op vele andere manieren realiseren. Verder kan men de strook laten bestaan uit een platte opgeblazen buis, die afhankelijk van zijn spanning meer of minder zal kunnen buigen. Men kan de strook ook laten bestaan uit schuimstof waaraan men de gewenste 25 eigenschappen geeft en zo nodig kan men deze schuimstof stroken aan boven- en ondervlak bekleden met een flexibel niet'-rekbaar materiaal, waardoor men aan de schuimstrook een groter weerstandsmoment geeft.

Ook kan men de flexibele strook aan het bovenvlak een geribbeld profiel geven, hetgeen aan de strook in de langsrichting van de onder-30 steuning, dus in de dwarsrichting van de strook een zekere buigzaamheid geeft, en in de langsrichting van de strook, dus dwarsrichting van de lichaamsondersteuning, een van te voren bepaalbaar weerstandsmoment, dat de flexibiliteit bepaalt.

Past men stijve stroken toe dan kunnen deze bestaan uit latten, 35 bijvoorbeeld houten latten. Men kan deze bij voorkeur echter laten bestaan uit stroken van een geschikte kunststof, zoals met glasvezels ge·* wapend polyester.

In het algemeen kan de variatie in buigzaamheid op velerlei manieren worden gerealiseerd door keuze van vorm en materiaal van de stroken. 40 Voor de bevestiging is het doeltreffend op het bovenvlak van elke 8302733 , 3 t <» luchtkaner een hoesvormige huls aan te brengen of vast te maken, vaar men de stroken of latten in kan steken. Dit opent bovendien de mogelijkheid van variatie achteraf.

Volgens de uitvinding kan de ondersteuning bestaan uit twee lagen 5 van een luchtdichte kunststof, die aan de omtreksranden aan elkaar zijn gelast en die op afstand van elkaar dwars op de langsrichting door een dwarsnaad met elkaar zijn verbonden onder vrijlating van een doorstroom-opening, zodat naast elkaar gelegen kokers ontstaan. Volgens de uitvinding bestaat de ondersteuning bij voorkeur echter uit een vlakke onder4· 10 laag en opstaande zijkanten rondom en de luchkamers bestaan uit in doorsnede omgekeerd U-vormige delen, die met een naar elkaar toegekeerde zijvlakken op afstand van de onderlaag zodanig met elkaar verbonden dat tussen de zijvlakken een geringe speling bestaat, waarbij de afstand tussen deze verbinding en de onderlaag een doorstroomruimte vormt, en 15 waarbij de zijvlakken van de bovenste respectievelijk onderste luchtkamer dicht zijn aangesloten op de er dvarsop staande zijwanden. In belaste toestand bestaat deze speling niet meer. Het is daarom van belang dat de wanden ten opzichte van elkaar kunnen bewegen en derhalve bestaan uit materiaal met lage wrijvingskoëfficient. De doorstroomspleet kan dan 20 zorgen voor de op zichzelf bekende demping wanneer lucht van de ene kamer naar de andere stroomt en deze demping kan men regelbaar maken bijvoorbeeld door in de bedoelde spleet een opblaasbaar kussen aan te brengen, dat althans een deel van de spleet vult.

Volgens de uitvinding kan de ondersteuning ook bestaan een aantal 25 naast elkaar geplaatste afzonderlijke luchtkamers die door middel van luchtdichte snelkoppelingen met elkaar zijn verbonden.

Een eenvoudige oplossing voor het verkrijgen van een dergelijke ondersteuning verkrijgt men doordat elke tussen eindkamers gelegen luchtkamer bestaat uit een in doorsnede rechthoekige opblaasbare zak met 30 in één lange zijwand een of meer luchtkoppelelementen en in de andere lange zijwand komplementaire luchtkoppelelementen, zodanig dat alle kop-pelelementen in lijn met elkaar liggen en de eindkamers alleen koppel-elementen van het ene respektievelijk andere type hebben. De luchtkamers behoeven dan maar op elkaar te worden aangesloten. De kamers kunnen dan 35 elk een bijbehorend aangepast bovenvlak hebben. Door kamers met verschillend type bovenvlak is elke gewenste ondersteuning op eenvoudige wijze realiseerbaar.

Ter verkrijging van een matras is het geheel bij voorkeur opgenomen rondom in lagen van een schuimrubber of schuimkunststof.

40 Men kan op deze wijze een lichaamsondersteuning in de vorm van een 8302733 4 4 ί matras vervaardigen die qua afmetingen geheel overeenkomt met een normale, bijvoorbeeld uit schuimstcf, bestaande matras, doch waarvan de eigenschappen geheel aanpasbaar zijn of zijn gemaakt aan de behoefte van de gebruiker.

5 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.

Fig. 1 toont in perspectief en gedeeltelijk opengesneden een lichaamsondersteuning volgens de uitvinding.

Fig. 2 geeft schematisch een langsdoorsnede door een deel van het 10 binnenwerk van de matras van fig. 1.

Fig. 3 is een doorsnede door een luchtkamer volgens de lijn III-III van fig. 2.

Fig. 4,5 en 6 zijn doorsneden overeenkomend met fig. 3 van ver*· schillende varianten.

15 Fig. 7 toont in perspectief een andere variant en

Fig. 8 een verdere mogelijkheid.

Fig. 9 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van de belasting over* brengende strook.

Fig. 10 is een doorsnede volgens de lijn X*X van fig. 2.

20 Fig. 11 is een onderaanzicht van fig. 10.

Fig. 12 is een doorsnede volgens de lijn XII-XII van fig. 10.

Fig. 13 toont in perspektief een andere uitvoeringsvorm.

Fig. 14 is een doorsnede door een van de luchtkamers van fig. 10.

Fig. 15 toont een snelkoppeling in doorsnede.

25 Fig. 16 toont een aantal strookuitvoeringen.

Fig. 1 toont een matras bestaande uit een onderlaag 1 van schuim* stof, rondom verlopende randstroken 2 en 3 van schuimstof en een bovenlaag 4 van schuimstof. In de holle ruimte bevindt zich een opblaasbaar lichaam bestaande uit een onderlaag 5, rondomlopende zijranden 6 en een 30 bovengedeelte, dat is samengesteld uit omgekeerd U*vormige kokers, die bij 7 op afstand van de onderlaag 5 aan elkaar zijn gelast onder vrij* lating van een ruimte 8. De afstand tussen de verbinding 7 en de onder* laag 5 is zodanig, dat lucht van de ene kamer 9 naar de aangrenzende kamer 10 of 11 kan stromen, al of niet gesmoord.

35 Boven op elke luchtkamer is een hoes 12 gevormd waarin een strook 13 is gestoken.

Het geheel kan rusten op een ondermatras of drager 14 van geschikte stijfheid.

De doorsnede van fig. 2 toont de kamers 9, 10 en 11 en laat zien 40 dat bij toepassing van de stroken volgens de uitvinding deze een ver* 8302733 5 # schillende breedte kunnen hebben, die een variatie in de flexibiliteit teweeg kan brengen. Zijn deze stroken, zoals strook 15, relatief stijf dan zal bij belasting indrukking optreden, zoals in fig.3 aangegeven met de onderbroken lijn 16.

5 De strook kan echter ook bestaan uit delen, zoals weergegeven in fig. 4, die eventueel scharnierend met elkaar kunnen zijn verbonden, maar ieder voor zich in wezen stijf zijn. Men krijgt dan een doorbui-gingslijn 17, zoals weergegeven in fig. 4.

In fig. 5 is een strook bedoeld, die zeer buigzaam is. De strook is 10 aangeduid met 18 en de bij belasting optredende doorbuiging met de lijn 19. Afhankelijk van de elasticiteit van de strook en van de breedte van de strook kan men de gewenste doorbuiging krijgen.

Fig. 6 laat een elastische strook zien, die bestaat uit een platte opgeblazen buis 20. De doorbuiging is vergelijkbaar met die getoond in 15 fig. 5.

Fig. 7 toont in perspectief een luchtkamer 21 op het bovenvlak waarvan een geprofileerde strook 22 is aangebracht, bijvoorbeeld bestaande uit rubber, en fig. 8 laat een luchtkamer 23 zien, waarbij de strook bestaat uit een aantal kussens 24, 25 opgenomen in door dwars-20 naden 26 verbonden hoezen waardoor een scharnierverbinding is vërkregen.

Fig. 9 laat een strook zien bestaande uit een schuimstof 27, die aan boven- en ondervlak is bekleed met een foelie 28 respectievelijk 29. Dit kan ook een dunne elastische kunststofplaat zijn.

Fig. 10 Is een doorsnede volgens de lijn X-X van fig. 2 en toont 25 een luchtkamer 30 met op het bovenvlak een huls 31 voor het daarin steken van een stijve of flexibele strook. In de ruimte tussen de verbinding 7 en de onderlaag 5 is een kussen 32 aangebracht dat, als aangegeven bij 33, opblaasbaar is met het ventiel ter plaatse van de speling 8, welk kussen de doorlaatspleet ten dele opvult met een doorlaat daar 30 waar het kussen in het middenbereik 34 door op elkaar lassen van de tegenover elkaar gelegen wanden niet opblaasbaar is.

In fig. 11 is een onderaanzicht van fig. 10 gegeven, die laat zien dat het kussen 32 een rondlopend kussen is.

Uit fig. 12 is te zien hoe dit kussen 32 de doorgang kan afsluiten. 35 De mate waarin het kussen 32 is opgeblazen bepaalt de smoring van de doorstroming van de ene luchtkamer naar de andere.

Fig. 13 toont een uitvoeringsvorm waarbij in een gestel 35 een aantal opblaasbare luchtkamers 36 is geplaatst, waartoe in het gestel een aantal platen bijvoorbeeld van het type zoals getoond in fig. 14 en aan-40 geduid met 37 is aangebracht. Elke luchtkamer bevat in tegenover elkaar 8302733 * 6 gelegen zijwanden 38 respektievelijk 39 de komplementaire delen 40 res-pektievelijk 41 van een koppeling die het mogelijk maakt de luchtkamers in een rij met elkaar te verbinden door het koppelingdeel 40 te steken in het koppelingdeel 41.

5 Elke luchtkamer 36 heeft een van stroken voorziene korrektielaag 42 met daarboven een schuimlaag 43. Het geheel kan zijn omgeven door een stoffering 44.

Fig. 15 toont de twee delen van de koppeling, te weten het deel 40 en het deel 41, gedeeltelijk in doorsnede, gedeeltelijk in aanzicht. De 10 uitvoeringen van deze koppelingen zijn zodanig dat wanneer het uitstekende deel 45 in de opening 46 wordt gestoken een luchtdichte verbinding ontstaat.

Door luchtkamers in het verkeer te brengen met uiteenlopende kor-rektielagen kan men op eenvoudige wijze een lichaamsondersteuning samen*· 15 stellen met de gewenste eigenschappen.

Fig. 16 toont tenslotte nog een aantal mogelijkheden voor het maken van de korrektielaag.

Van boven naar beneden toont fig. 16 allereerst een aantal stalen staven 47, een aantal met glasvezel versterkte kunststofstaven 48, een 20 aantal bladveren 49, een bladveer 50 met insnijdingen en perforaties 51 respektievelijk 52 en een zigzagveer 53. Al deze middelen zijn plaatsbaar in hoezen op de bovenlaag van een luchtkamer.

8302733

Claims

7 * '
1. Lichaamsondersteuning bestaande uit een aantal naast elkaar in de dwarsrichting van de ondersteuning verlopende buis* of kokervormige 5 luchtkamers, die onderling met elkaar in verbinding staan en waarvan de bovenvlakken samenwerken met middelen die een aanpassing verschaffen bij belasting van de ondersteuning aan de uiteenlopende verhoudingen van volume tot gewicht van de diverse delen van het menselijk lichaam, met het kenmerk, dat het bovenvlak van elke luchtkamer is voorzien 10 van een of meer in dwarsrichting van de lichaamsondersteuning en dus in langsrichting van elke luchtkamer doorlopende of uit delen bestaande strook of stroken van aangepaste breedte en/of flexibiliteit.
2. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de strook of strookdelen stijf zijn. 15 3* Lichaamsondersteuning volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de strook of stroken bestaan uit elastisch materiaal.
4. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de elasticiteitsmodulus van een of meer stroken ver- 20 schilt van die van de andere stroken.
5. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 3,met het kenmerk, dat bij een of meer stroken het weerstandsmoment tegen buiging anders is dan bij de andere stroken.
6. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 3,met het 25 kenmerk, dat de strook zelf bestaat uit een platte opgeblazen buis.
7. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 3,met het kenmerk, dat de strook bestaat uit een schuimstof.
8. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 7, m e t het 30 kenmerk, dat de schuimstofstrook aan onder- en bovenvlak is bekleed met flexibel niet-rekbaar materiaal.
9. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de strook aan het bovenvlak een geribbeld profiel heeft.
10. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de strook of stroken bestaan uit latten.
11. Lichaamsondersteuning volgens een of meer der conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat de stroken zijn gestoken in hoesvormige hulzen, die deel uitmaken van het vlak van de luchtkamers.
12. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 10 of 11, m e t het 8302733 w kenmerk, dat de stroken bestaan uit kunststof.
13. Lichaamsondersteuning volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ondersteuning bestaat uit een vlakke onderlaag en opstaande zijkanten rondom en de luchtkamers be- 5 staan uit in doorsnede omgekeerd U-vormige delen, die met de naar elkaar toegekeerde zijvlakken op afstand van de onderlaag zodanig met elkaar zijn verbonden, dat tussen de zijvlakken speling bestaat, waarbij de afstand tussen deze verbinding en de onderlaag een doorstroomruimte vormt, en waarbij de zijvlakken van de bovenste respectievelijk onderste lucht- 10 kamer deel uitmaken van de zijwanden en de uiteinden van de luchtkamers dicht zijn aangesloten op de er dwarsop staande zijwanden.
14. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 13, m e t het kenmerk, dat zich althans in een deel van de spleet tussen de onderlaag en de met elkaar verbonden zijvlakken een opblaaskussen be- 15 vindt.
15. Lichaamsondersteuning volgens een of meer der voorgaande conclusies 1 t/m 12, met het kenmerk, dat de ondersteuning bestaat uit een aantal naast elkaar geplaatste afzonderlijke luchtkamers die door middel van luchtdichte snelkoppelingen met elkaar zijn verbon- 20 den.
16. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 15, m e t het kenmerk, dat elke tussen eindkamers gelegen luchtkamer bestaat uit een in doorsnede rechthoekige opblaasbare zak met in êên lange zijwand een of meer luchtkoppelelementen en in de andere lange zijwand komple- 25 mentaire luchtkoppelelementen, zodanig dat alle koppelelementen in lijn met elkaar liggen en de eindkamers alleen koppelelementen van het ene respektievelijk andere type hebben.
17. Lichaamsondersteuning volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gehele ondersteuning 30 rondom is opgesloten tussen lagen van schuimrubber of schuimkunststof. ***** 8302733