NL1007201C2 - Bodemsamenstel. - Google Patents

Description

S HvdH/sb/Jade-3

BODEMSAMENSTEL

De uitvinding heeft betrekking op een bodemsamen-stel, bijvoorbeeld een bedbodem of stoelzitting.

Er bestaat een grote diversiteit aan bodemsamenstel-len ter ondersteuning van een lichaam zoals een menselijk 5 lichaam. Bodemsamenstellen te gebruiken in een bed, bedbodems geheten, kennen vele varianten. Zo bestaan er bijvoorbeeld bedspiralen, al dan niet flexibele lattenbo-dems en waterbedden. Al deze bedbodems kunnen worden afgedekt met een afdekelement zoals bijvoorbeeld een 10 matras, gewatteerde deken, tatami etcetera. De bodemsamenstel, al dan niet in combinatie met afdekelement, dient ervoor een liggende persoon te dragen. Hierbij wordt veelal gezocht naar een min of meer gelijkmatige ondersteuning van het lichaam in combinatie met meer of 15 minder stevigheid/stabiliteit van de ondersteuning. Een nadeel hierbij is dat optimalisatie van gelijkmatigheid van ondersteuning (het waterbed) niet gecombineerd kan worden met een grote stevigheid/stabiliteit van de ondersteuning .

20 Doel van de onderhavige uitvinding is een bodemsa menstel te verschaffen waarmee een zeer gelijkmatige ondersteuning van een lichaam gecombineerd kan worden met een relatief grote stevigheid/stabiliteit van de ondersteuning. Het is tevens een doel een dergelijke construc-25 tie zo eenvoudig mogelijk uit te voeren.

De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een bodemsamenstel, bijvoorbeeld een bedbodem of stoelzitting, omvattende: - ten minste één mediumgevuld flexibel steunorgaan, en '007201 2 - een aantal, in hoofdzaak vormvaste, draagelementen, waarbij de draagelementen zodanig afsteunen op het steun-orgaan, dat zij gezamenlijk een bodemoppervlak vormen.

Bij voorkeur omvat het bodemsamenstel ten minste 5 twee mediumgevulde flexibele steunorganen en worden de draagelementen afzonderlijk door meerdere steunorganen ondersteund. Het mediumgevulde flexibele steunorgaan zorgt voor een gelijkmatige drukverdeling van het steunorgaan op de verschillende door het steunorgaan onder-10 steunde draagelementen. Wanneer één draagelement veel zwaarder belast wordt dan andere draagelementen zal dit meer naar beneden gedrongen worden totdat de druk uitgeoefend op dit draagelement overeenkomt met de druk uitgeoefend door het steunorgaan op andere door het steunor-15 gaan ondersteunde draagelementen. De, in hoofdzaak vormvaste, draagelementen garanderen echter dat het gecreëerde ondersteuningsvlak over een grote stevigheid/stabili-teit blijft beschikken. Een dergelijk bodemsamenstel verschaft op goedkope wijze een veerkrachtige ondersteu-20 ning. De constructie van de bodemsamenstel is zeer eenvoudig. Door de veerkrachtige ondersteuning is de kwaliteit van het afdekelement minder relevant en is de behoefte aan bijvoorbeeld een duur matras niet meer aanwezig. Zo kan een dunner matras reeds tot goede ondersteu-25 ning leiden. Een latex matras kan aldus in een relatief dunne vorm worden toegepast.

In een voorkeursuitvoering heeft het steunorgaan een afsluitbare opening voor het toevoeren aan en afvoeren uit het steunorgaan van het medium. Door het variëren van 30 de druk in het steunorgaan kan de stevigheid van het bodemsamenstel op zeer eenvoudige wijze worden gevarieerd, althans voor wat de stevigheid betreft tussen de afzonderlijke draagelementen. Het is bijvoorbeeld mogelijk een bodemsamenstel naar believen aan te passen 35 naar persoonlijke wensen en/of afhankelijk van het gewicht van een lichaam dat op het bodemsamenstel wordt geplaatst. Het is zelfs denkbaar de vuldruk van een 1007201 3 steunorgaan automatisch te variëren van een door een weegschaal waargenomen gewicht.

Wanneer het bodemsamenstel meerdere steunorganen omvat die zodanig met elkaar zijn verbonden dat het 5 medium van een steunorgaan in open verbinding staat met het medium van een ander steunorgaan, zal de vuldruk in de verbonden steunorganen na enige tijd overal hetzelfde zijn. Hierdoor wordt de ondersteuningsdruk uitgeoefend door de gekoppelde steunorganen overal hetzelfde. Dit 10 leidt tot een nog meer gelijkmatige ondersteuning door het bodemsamenstel.

Het steunorgaan is bij voorkeur voorzien van de draagelementen aan het steunorgaan. Deze koppelmiddelen kunnen bijvoorbeeld worden gevormd door insteekopeningen 15 voor de draagelementen in de mantel van het steunorgaan. Om te voorkomen dat het steunorgaan en draagelementen ten opzichte van elkaar bewegen is een koppeling tussen beide gewenst. De insteekopeningen maken het zeer eenvoudig het bodemsamenstel te monteren, te demonteren en om te bou-20 wen.

Het steunorgaan bezit bij voorkeur een in hoofdzaak langgerekte vorm. Een dwarsdoorsnede van een dergelijk steunorgaan is bij voorkeur voorzien van ten minste één rechte zijde. De langgerekte vorm van het steunorgaan 25 maakt het mogelijk met behulp van één steunorgaan een groot aantal draagelementen te ondersteunen, welke draagelementen hierdoor gelijkmatig het lichaam zullen ondersteunen. Het voordeel van een dwarsdoorsnede met ten minste één in hoofdzaak rechte zijde is dat het steunor-30 gaan door deze vorm een stabiele positie in zal nemen en de kans op verdraaiing van het steunorgaan wordt geminimaliseerd .

Het steunorgaan is bij voorkeur vervaardigd uit een vezelversterkte flexibele kunststof. Dit materiaal is 35 stevig en relatief eenvoudig in de gewenste vorm te modelleren. Een voorbeeld is een steunorgaan vervaardigd uit geweven nylon, met een poly-urethaan coating. De geweven nylon is voldoende sterk en bepaald tevens de 1007201 4 maximale omvang van het steunorgaan. Een extra omkleding van een dergelijk steunorgaan is niet meer noodzakelijk. De poly-urethaan coating beperkt de medium doorlaatbaarheid van het steunorgaan zodanig, dat geen extra maatre-5 gelen noodzakelijk zijn voor het medium ondoorlaatbaar maken van het steunorgaan.

De draagelementen kunnen worden gevormd door latten. Deze zijn goedkoop en maken acceptatie van het bodemsa-menstel overeenkomstig de uitvinding als bedbodem rela-10 tief makkelijk aangezien de bodemsamenstel hierdoor een uiterlijk heeft dat niet al te zeer afwijkt van reeds bestaande bodemsamenstels. Ter vergroting van de stevigheid van het bodemsamenstel omvat dit tevens een geste-1 ter ondersteuning van de van de draagelementen afgekeerde 15 zijde van het steunorgaan. Het steunorgaan is bij voorkeur gekoppeld met het gestel. Naast het voordeel van de grote stevigheid is het tevens mogelijk het bodemsamenstel met behulp van het gestel relatief eenvoudig te verplaatsen. Weer een andere mogelijkheid is een ombouw 20 van het bodemsamenstel te bevestigen aan het gestel.

In een voorkeursuitvoering omvat het steunorgaan twee uitwendige uitkragende flappen voor opname van koppeldelen voor de draagelementen. Deze flappen zijn bij voorkeur voorzien van openingen voor gedeeltelijke door-25 lating van de koppeldelen. Wanneer ook de draagelementen zijn voorzien van uitsparingen, kunnen de koppeldelen aangrijpen op de draagelementen. Voor een nog betere verankering van de draagelementen aan de steunorganen zijn deze onder tussenkomst van bevestigingspennen ver-30 bindbaar met de koppeldelen. Een dergelijk bodemsamenstel kan eenvoudig worden geassembleerd daar het over slechts weinig onderdelen beschikt. Ook de constructie van de onderdelen kan zeer eenvoudig zijn. Een ander voordeel is dat de koppeling van draagelementen aan steunorganen 35 ongedaan gemaakt kan worden voor bijvoorbeeld vervanging van bepaalde onderdelen.

Voor een esthetisch verantwoorde afwerking van het bodemsamenstels zijn de uiteinden van de draagelemen- 1007201 5 ten voorzien van een afdekelement. Een bijkomend voordeel is dat de aangrijping van koppeldelen op draagelementen zodanig is, dat dit het comfort van de gebruiker van de bodemsamenstel niet beïnvloedt. Er zijn immers geen 5 uitkragende delen aan de naar de gebruiker toegekeerde zijde van het bodemsamenstel.

In weer een andere voorkeursuitvoering zijn de steunorganen verbonden met een instelbaar ventiel waarmee naar keuze de steunorganen zijn te koppelen, voor drukni-10 villering, en zijn te scheiden, ter voorkoming van druk-nivillering. Een dergelijk regelventiel kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een centrale aansluiting zodat een pomp gekoppeld met een centraal aansluitpunt alle afzonderlijke steunorganen kan vullen. Daarvoor dient het regelven-15 tiel te zijn voorzien van een aantal schakelstanden. Zo zijn er schakelstanden denkbaar voor afzonderlijke verbinding van ieder van de steunorganen met een aansluit opening. Een andere mogelijkheid is een stand, waarin alle steunorganen met elkaar in verbinding staan. In deze 20 laatste stand zal bij het vullen van de steunorganen de mediumdruk in de afzonderlijke steunorganen gelijkmatig toenemen. Ter voorkoming dat een bodemsamenstel plaatselijk zeer ver wordt ingedrukt, bijvoorbeeld wanneer iemand op de rand van een bedbodem gaat zitten, is tevens 25 gewenst dat het regelventiel een stand bezit waarin de afzonderlijke steunorganen van elkaar zijn gescheiden.

Nog een andere mogelijkheid is het regelventiel te voorzien van een centrale uitlaat voor het ontlaten van de steunorganen.

30 De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont:

Fig. 1 een gedeeltelijk opengewerkt perspektivisch 35 aanzicht op een bodemsamenstel overeenkomstig de uitvinding, 1007201 6

Fig. 2 een perspektivisch aanzicht op een bodemsa-menstel met een enigszins afwijkende vorm van de in fig.

1 getoonde bodemsamenstel, en

Fig. 3 een perspectivisch aanzicht op een andere 5 variant van een bodemsamenstel overeenkomstig de uitvinding.

Fig. 1 toont een bodemsamenstel 1 met twee langgerekte flexibele steunorganen 2,3 waarop een aantal, in hoofdzaak vormvaste, draagelementen 4 is geplaatst. De 10 draagelementen 4 kunnen zijn gekoppeld met mantels 5 die rond de steunorganen 2,3 zijn aangebracht.

De steunorganen 2,3 zijn aan de onderkant voorzien van een vlakke zijde waarmee de steunorganen 2,3 afsteunen op liggers 6. De liggers 6 zijn door middel van 15 profielen 7 met elkaar verbonden tot een gestel 8.

Deze figuur toont tevens dat de steunorganen 2,3 zijn voorzien van ventielen 9 waarmee de vuldruk van de steunorganen 2 kan worden gevarieerd. Aldus kan de stijfheid van de draagelementen 4 onderling worden gevarieerd. 20 Fig. 2 toont een bodemsamenstel 10 waarbij op het gestel 8 een tweetal steunorganen 11,12 is geplaatst van een afwijkende vorm van de steunorganen 2,3 getoond in fig. 1. De steunorganen 11,12 zijn aan de bovenkant voorzien van een vlakke zijde. Rond de steunorganen 11,12 25 zijn mantels 13 aangebracht, bijvoorbeeld vervaardigd uit weefsel. Dit weefsel is zodanig gestikt dat er insteek-openingen in de mantels 13 zijn gecreëerd, waardoor de draagelementen 4 in zogeheten pockets 14 kunnen worden gestoken. Aldus zijn de draagelementen 4 op eenvoudige 30 wijze gekoppeld met de steunorganen 11,12. Ook de steunorganen 11,12 zijn voorzien van ventielen 9.

Fig. 3 tenslotte toont een bedbodem 15 in weer een andere variant. Draagelementen 16 zijn voorzien van uitkragende flappen 17, waarin openingen 18 zijn aange-35 bracht. Onder de flappen 17 worden lathouders 19 geplaatst, zodanig dat uitkragende pennen 20 van de lathouder 19 door de openingen 18 steken. De draagelementen 4 zijn voorzien van openingen 21, waarin de pennen 20 1007201 7 van de lathouder 19 steken. De uiteinden van de draagele-menten 4 zijn voorzien van afdekelementen 22. Voor een solide bevestiging van de draagelementen 4 aan de lathou-ders 19 en daardoor ook aan de draagelementen 16, worden 5 vergrendelpennen 23 in daartoe in de afdekelementen 22 aangebrachte openingen 24 gestoken.

De aldus geconstrueerde bedbodem 15 heeft een eenvoudige constructie, waarbij de draagelementen 4, bijvoorbeeld bij beschadiging, uitwisselbaar zijn voor een vervangend 10 onderdeel.

* * * * * 1007201

Claims (19)

1. Bodemsamenstel, bijvoorbeeld een bedbodem of stoelzitting, omvattende: - ten minste één mediumgevuld flexibel steunorgaan, en - een aantal, in hoofdzaak vormvaste, draagelementen, 5 waarbij de draagelementen zodanig afsteunen op het steunorgaan, dat zij gezamenlijk een bodemoppervlak vormen.-

2. Bodemsamenstel volgens conclusie 1, welke ten minste twee mediumgevulde flexibele steunorganen omvat, en waarbij de draagelementen door meerdere steunorganen 10 zijn ondersteund.

3. Bodemsamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het steunorgaan ten minste één afsluitbare opening heeft voor het toevoeren aan en afvoeren uit het steunorgaan van het medium.

4. Bodemsamenstel volgens conclusie 2 of 3, waarbij meerdere steunorganen zodanig aan elkaar zijn verbonden, dat het medium van een steunorgaan in open verbinding staat met het medium van een ander steunorgaan.

5. Bodemsamenstel volgens één der voorgaande conclu-20 sies, waarbij het steunorgaan is voorzien van koppelmid- delen voor bevestiging van de draagelementen aan het steunorgaan.

6. Bodemsamenstel volgens conclusie 5, waarbij de koppelmiddelen worden gevormd door insteekopeningen voor 25 de draagelementen in de mantel van het steunorgaan.

7. Bodemsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het steunorgaan in hoofdzaak een langgerekte vorm bezit.

8. Bodemsamenstel volgens conclusie 7, waarbij een 30 dwarsdoorsnede door het steunorgaan ten minste één in hoofdzaak rechte zijde heeft. 1007201

9. Bodemsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het steunorgaan is vervaardigd uit een vezelversterkte flexibele kunststof.

10. Bodemsamenstel volgens een der voorgaande con-5 clusies, waarbij het steunorgaan is vervaardigd uit geweven nylongaren met een poly-urethaan coating.

11. Bodemsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de draagelementen worden gevormd door latten.

12. Bodemsamenstel volgens één der voorgaande con clusies, waarbij deze tevens een gestel omvat ter ondersteuning van de van de draagelementen afgekeerde zijde van het steunorgaan.

13. Bodemsamenstel volgens conclusie 12, waarbij het 15 steunorgaan is gekoppeld met het gestel.

14. Bodemsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het steunorgaan twee uitwendige uitkra-gende flappen omvat voor opname van koppeldelen voor de draagelementen.

15. Bodemsamenstel volgens conclusie 14, waarbij de flappen zijn voorzien van openingen voor gedeeltelijke doorlating van de koppeldelen.

16. Bodemsamenstel volgens conclusie 14 of 15, waarbij de draagelementen zijn voorzien van uitsparingen 25 voor aangrijping van de koppeldelen.

17. Bodemsamenstel volgens één der conclusies 14-16, waarbij de draagelementen onder tussenkomst van bevesti-gingspennen zijn verbonden met de koppeldelen.

18. Bodemsamenstel volgens één der conclusies 14-17, 30 waarbij de uiteinden van de draagelementen van een afdek- element zijn voorzien.

19. Bodemsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de steunorganen zijn verbonden met een instelbaar ventiel, waarmee naar keuze de steunorganen 35 zijn te koppelen, voor druknivillering, en zijn te scheiden, ter voorkoming van druknivellering. 1007201